7 6 briefkes forkeard ynfolle wurde sille, hiel gewoan omdat foar in protte minsken it ynfoljen fan sa'n for mulier sadré it in bytsje oars is as gewoan in dreech karwei is? En as it fout is, dan krije de minsken har ren sinten net, om noch mar to swijen fan de ünder- siken dy't ynsteld wurde moatte om nei to gean oft der miskien ek noch sprake is fan fraude. Ik leau dat in great tal minsken tsjin harren seis biskerme wurde moat en dat dêrom it ynleverjen fan de wurkbriefkes wol deeglik sin hat. Nou kin men sizze: Lit it oan de minsken seis oer, dus öf ynstjüre öf ynleverje. Hat men it stjürd en it blykt forkeard ynfolle to wê^en, wolnou, it risiko fan it opskoarten fan de ütkearing is dan foar de minsken seis. Ja, dat kin maklik sein wurde, mar forjit net dat mar in pear dagen to let de sinten yn 'e hüs en hwat is yn sa'n gefal in wikc tiid foar dyjinge dy't hüshaldzje moat tige slim is. Dan krijt de tsjinst de minsken wol op 'e stoepe om jild en in protte wurk en in protte argewaesje. Hwat ik oant nou ta sein haw pleitet der foar om oan it hjoeddeiske systeem neat to foroarjen. Mar dat kin om in oare reden net, hwant der komme nou sa'n 400 minsken yn ien moarnsskoft op de Sosiale Tsjinst en ik sjoch dat tal net sakjen. Dy minsken steanc soms in lange tiid yn 'e rige; yn bywêzigcns fan oaren dy't yn 'e rige steane moatte hja oan de amtner for- telle hwat der foar it ynfoljen nedich is. Mar dêr hat in oar dochs neat mei to meitsjen Ik wol pleitsje foar in bettere spreküre-akkommodaesje. It is ek net om 'e nocht dat yn it program fan üs partijen dêroan ekstra oandacht bistege is. Dêryn stiet binammen dat in goede spreküre-akkommodaesje fan great bilang is. Wol it Kolleezje üs tasizze dat der in ein komt oan de lange rige wachtsjenden, dat der in sadanige sprie- ding bifoardere wurdt dat nimmen him skamjc hoecht hwannear't hy ien kear yn 'e wike en om my yn dc takomst hwat minder faek him op 'e tsjinst melde moat? Hwant dêr sit neffens my it greatste biswier. It is net dat men periodyk forskine moat, mar wol dat men as in nümer öfwurke wurdt sünder dat der sprake is fan „privacy". Ik wol dus graech de tasiz- zing fan it Kolleezje hawwe dat by it ynleverjen fan de ynkomstebriefkes yn forban mei de ütfiering fan de W.W.V. it yn 'e rige stean net mear foarkomme hoecht en dat by it ynwinnen fan ynljochtings, sawol troch de amtner as troch de wurkleaze, soks barre kin sün der bywêzigens fan tredden dy't der neat mei to meit sjen hawwe. As it Kolleezje dy tasizzing docht, wol it dy tasizzing dan ek ta ütdrukking bringe yn it brief oan de hear en mefr. Hoogcarspel, dus oanfol- jend oan hwat it Kolleezje neffens it riedsbrief fan doel is to skriuwen? De heer Van Haaren: Na hetgeen de heer Jansma gezegd heeft kan ik bijzonder kort zijn. Ik sluit mij in grote lijnen bij hem aan. Natuurlijk gaan wij er mee akkoord dat U zegt dat op heel korte termijn, op grond van allerhande technische kanten van de zaak, niet aan de bezwaren van betrokkenen tegemoet gekomen kan worden. Dat is duidelijk. Maar van de andere kant is het ook een heel duide lijke zaak dat de huidige procedure bepaald een on gewenste procedure is. Afgezien van alle beslomme ringen voor betrokkenen geeft deze gang van zaken aan de rechthebbenden het idee dat zij hun hand op moeten houden. En dat is iets dat misschien zeer sub jectief bij de meeste mensen leeft, maar het is wel bijzonder reëel. De heer Jansma heeft er ook al op gewezen dat er in de huidige gang van zaken bij de Sociale Dienst extra drempels liggen. Wij hebben in een vorige vergadering al eens gewezen op het enorme belang van de portiersfunctie. Wij hopen van harte dat in het nieuwe gebouw ook wordt voorzien in een an dere opzet van die portiersfunctie en dat er behoor lijke spreekkamers komen waar de mensen een stuk privacy heben als ze zich om welke reden dan ook bij Sociale Zaken moeten melden. Wij hebben gezien dat de A.B.W.-betalingen wel automatisch per giro kunnen worden gedaan en ook dat U schrijft het zelf in de raadsbrief i een aan tal grote gemeenten de W.W.V.-betalingen via een zichtcheque of via de giro regelen. Het systeem als zodanig is dus mogelijk; het functioneert in andere grote gemeenten. Ik ben er werkelijk van overtuigd dat dit systeem de voorkeur verdient boven het hui dige systeem waarvan ik al enkele bezwaren heb ge noemd; de heer Jansma heeft ook al een aantal be zwaren naar voren gebracht. Ik hoop van harte dat er ernst zal worden gemaakt met de zinsnede dat „getracht zal worden zo mogelijk aan cle desbetreffen de bezwaren tegemoet te komen". Ik geloof dat we er inderdaad alle aandacht aan moeten besteden en dat we moeten proberen mogelijkheden te vinden om het huidige systeem overboord te zetten en over te gaan op een beter systeem. De heer De Vries: Ik had eerst de indruk dat de beide voorgaande sprekers het met elkaar eens waren, maar uit de slotwoorden van de heer Van Haaren be grijp ik nu dat dat niet het geval is. Daarom wil ik nier graag even op inhaken. Het gaat hier om twee dingen. In de eerste plaats gaat het om het inleveren van de inkomstenbriefjes. Daarvan zegt de heer Jansma: Er zijn een heleboel mensen bij die allerlei moeilijkheden hebben met het invullen van die formulieren e.d. Ik meen dat we dit niet moeten overschatten; het is een vrij eenvoudig formulier. Dat argument spreekt mij daarom persoon lijk niet zo erg aan. Ik heb ergens het gevoel dat deze wijze van afdoening toch nog sterk herinnert aan de oude praktijk van de stempellokalen. Daar stonden de mensen ook in de rij voor het indienen van hun week briefjes. Ik heb zelf lang genoeg meegelopen bij de Sociale Dienst om aan de hand van de ontwikkeling die ik heb zien voltrekken het gevoel te krijgen dat de benadering van de cliënt toch niet die is die we op het ogenblik nodig hebben. Dat zie ik ook nog bij de procedure van het inleveren van de inkomstenbriefjes. Ik zou er daarom geen enkele moeite mee hebben dat getracht wordt dit langs schriftelijke weg af te doen. Zijn er mensen bij die het formulier niet goed invullen, dan is dat hun risico; de maatschappelijk werker kan ze oproepen en in een gesprek is het dan mogelijk de mensen te wijzen op hun fouten. In de tweede plaats gaat het om de uitbetaling. Dc mensen krijgen de uitkering door middel van een che que uitbetaald; maar die moet persoonlijk in ontvangst genomen worden. Waarom dan niet een stapje verder gaan en zeggen: Dit kan wel per giro of op andere wijze, zodat de mensen niet hoeven te tekenen voor ontvangst. U doet zelf in de raadsbrief de suggestie na te gaan of een andere methode ingevoerd kan worden. Onze fractie zal daar graag in meegaan. Wij zouden U willen uitnodigen om over een maand of drie eens bij de Raad terug te komen om mededeling te doen of U er in geslaagd bent een systeem te vin den dat tegemoet komt aan de bezwaren van de heer en mevr. Hoogcarspel. (De Voorzitter: Waarom over drie maanden en niet over b.v. vijf maanden Dat hadden we in onze fractie afgesproken. De heer Heetla (weth.): De heer Jansma heeft er al op gewezen dat de W.W.V.-commissie en de G.S.D.- commissie niet helemaal gelijk dachten over deze zaak. De W.W.V.-commissie was unaniem en de G.S.D.-com missie was op een enkele uitzondering na toch wel van mening dat de situatie op het ogenblik zo is dat de W.W.V.-uitkeringen nog niet, via de automatisering, de mensen thuis gestuurd kunnen worden. De heer Jansma heeft gesproken over het invullen van de inkomstenbriefjes; dat zijn weekbriefjes waar op de mensen moeten zetten wat ze de afgelopen week verdiend hebben. Nu is er geen rijksregeling waarbij zoveel mutaties voorkomen als bij de W.W. Er zijn mensen die eerst W.W.-uitkering krijgen en daarop aansluitend een W.W.V.-uitkering en er vaak nog wat bij verdienen. Neem maar eens de ambulante kelners; dat zijn er nogal wat. Die mensen hebben wisselende inkomsten. De briefjes worden over het algemeen door de mensen slecht ingevuld. Dat briefje is overigens geen uitvinding van het Gemeentebestuur van Leeu warden, dat is een uitvinding van het Ministerie. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Divoza daarin zit ook de directeur van de Sociale Dienst van Leeuwarden zijn bezig te proberen de week- uitkeringen om te zetten in maanduitkeringen, zodat eenmaal per maand afgerekend kan worden. Dat zou een stap in de goede richting zijn; dan zou je de men- sen een voorschot kunnen geven en dan zou na een maand de zaak verrekend kunnen worden. Dit systeem is dus op het ogenblik in studie; er zijn meerdere plaat sen in Nederland waar computercentra zijn waar men dit soort zaken verwerkt. Utrecht, Eindhoven, Rotter dam en nog enkele grote steden zijn al wat verder met de verwerking van de W.W.V.-uitkeringen dan wij; die werken met een eigen computer. Onze computer staat in Groningen en dat geeft wat problemen. De mutaties kunnen nog niet snel genoeg worden verwerkt. Daarom zijn wij er nog niet helemaal uit en is de zaak nog in studie. Ik heb namens het College al eerder gezegd Wij doen alle moeite om alle uitkeringen zoveel mo gelijk per bank of per giro te betalen. Ik geloof dat wij al een eind gevorderd zijn. Alleen dit onderdeel geeft nog wat problemen, maar wij zijn ook van me ning dat betalingen m.b.t. dit onderdeel zo snel mo gelijk per bank en per giro zullen moeten gebeuren. Dat dat over drie maanden al kan durf ik de Raad niet toe te zeggen. Ik denk dat het nog wel iets langer zal duren. Wij moeten er voor oppassen dat we in Leeu warden geen dingen gaan doen die wettelijk niet ver antwoord zijn. Het is wettelijk voorgeschreven dat er wekelijks inkomstenbriefjes moeten worden ingevuld; dat kan dus niet anders. Ook het tekenen van de cheques is voorgeschreven, n.l. door het Verificatie bureau van de V.N.G.; dat bureau eist een handteke ning voor ontvangst. Bij betalingen via de giro hoeft dat natuurlijk niet. Maar de giro kan de gegevens van de Sociale Dienst niet zodanig verwerken dat de men sen vrijdags op tijd hun uitkering hebben. Dan zou de Sociale Dienst de inkomstenbriefjes nog eerder moeten hebben; dan ontstaan er allerlei verschillen. Dat kan dus niet snel genoeg. Het zal dus wel naar de compu ter gaan, maar ook daar moeten de gegevens verwerkt worden. Het inleveren van inkomstenbriefjes komt niet alleen voor bij de W.W.V.dat gebeurt ook bij de W.W. Ook bij het G.A.K. dat weet de heer Jansma ook wel moet iedereen die een W.W.-uitkering heeft iedere week een inkomstenbriefje inleveren, de muta ties worden nagegaan, de fouten worden gezien en er wordt gevraagd naar de pogingen om werk te krijgen. Ik ben het overigens wel met de sprekers eens dat er door het grote aantal mensen dat een W.W.V.-uit kering heeft zo'n 300 mensen wel eens opstop pingen ontstaan. Ik ben het er ook mee eens dat dit zoveel mogelijk gespreid moet worden. Wij doen moeite om de mensen te spreiden door ze op verschillende tijden te laten komen. Dat geeft wel eens wat moeilijk heden omdat de dienst zoals die nu gehuisvest is daar totaal ongeschikt voor is. Als het nieuwe gebouw in gebruik genomen wordt, zullen we m.i. een stuk op de goede weg zijn. Hopelijk zijn we dan ook over een jaar, schat ik een eind opgeschoten met de automa tisering van de W.W.V. De hear Jansma: Dit léste fait my eins in bytsje öf; net dat aenst yn it nije gebou de sack foarinoar komt, mar ik tocht dat it hjoed-de-dei ek wol oars koe as it giet. Dat sil miskien in amtner mear kostje en dan moat der miskien in hiele freed oan bistegc wurde en desneeds ek noch in tongersdeimiddei der by, mar it moat neffens my dochs wol sa kinne dat dat lang yn'e rige stean net nedich is. Ik soe eins wol in moty yntsjinje wolle; ik wit net oft dat yn tredde ynstansje kin, mar oars kom ik der nou mei. Ik fyn dat hjir in ein oan komme moat. Miskien kin de Wet- halder it tasizze, mar oars tsjinje ik in moty yn. De heer Heetla (weth.): Ik kan nu wel tegen de Raad zeggen dat wij zullen trachten de mensen zoveel mogelijk te spreiden ik heb dat ook al gezegd; wij zijn daar ook al mee bezig maar U moet ook niet vergeten dat het publiek niet altijd even goed mee werkt. Als je werkt met het systeem van A om 9 uur, B om half 10 enz. dan gebeurt het dikwijls dat dc mensen van K er al zijn op de tijd van de mensen van A. Wij kunnen die rij niet altijd voorkomen. (De hear Jansma: Dat moat organisearre wurde kinne.) De Voorzitter: Wij doen dus ons uiterste best echt in de goede richting te werken. Ik dacht dat een motie niet nodig was. Ik zie dat de heer Jansma dat toch ook wel met mij eens is. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 12 (bijlage no. 157). De Voorzitter: Dit is een punt van de aanvullende subsidienota van de vorige vergadering. Wij hebben U toen toegezegd dat wij U daarover nog enige in formatie zouden verstrekken. De heer Van Haaren: U zegt dat dit een taak zou moeten zijn van de rijksoverheid. Voorts stelt U dat ze al 90% van de personeelslasten als subsidie krijgen. Maar dat is nu juist het punt met al die subsidierege lingen. Er wordt wel een hoog percentage gesubsidi eerd, maar er blijven allerlei kosten over ten laste van de betreffende vereniging. In dit geval ontbreekt dus die 10%. We hebben hier te maken met 26 pupillen die in Leeuwarden wonen. Het gaat echt niet om een ver schrikkelijk groot subsidie. Ik vind dat we juist in deze sector van het welzijnswerk -zorg voor gehandicap ten niet moeten gaan bezuinigen. M.i. moeten we de bezuinigingen die we wel degelijk moeten aanbren gen zoeken in andere sectoren. Ik ben een groot voor stander van het onverminderd handhaven van het sub sidie. Mevr. Visser-van den Bos: Ik zou nog graag een inlichting willen hebben. Uit de stukken die ter inzage lagen, kreeg ik de indruk dat er nog slechts onder handelingen zijn bij het Ministerie om tot de verhoging van het subsidie tot 90% te komen. Als ik de raads brief lees dan krijg ik de indruk dat die 90% sub sidie er al is. Het maakt voor mijn verhaal wel enig verschil of die 90% er al is of dat er nog onderhande lingen over gaande zijn. Als er nog gesprekken ge voerd worden om tot die verhoging van het subsidie te komen dan heb ik er grote behoefte aan mij aan te sluiten bij het betoog dat mevr. Dijkstra de vorige keer heeft gehouden en dat ze om de een of andere reden nu niet herhaalt. Het lijkt ons een onjuiste beslissing om in een periode dat gesproken wordt over subsidie verhoging van de kant van het rijk te zeggen: Nu is het een taak van de rijksoverheid en nu laten we het er maar bij. Alle mensen die in hun omgeving familie, kennissen e.d. dove mensen kennen, we ten dat dit toch wel een heel bijzondere groep is die echt aandacht en zorg verdient van maatschappelijk werkers die speciaal met hun problemen vertrouwd zijn. Nu het hier gaat om een subsidieverhoging die f 35,— per uit Leeuwarden afkomstige cliënt betreft, zou ik er voor willen pleiten om die 26 maal f 35,in totaal f 910,waarvan slechts f 180,ten laste van de Gemeente blijft, toe te staan omdat het hier een zo belangrijke nazorg betreft. De heer De Vries: Ik zou mij graag aan willen sluiten bij de vorige sprekers. Wat is hier aan de orde Ik dacht dat het gaat om de voor- en nazorg van niet alleen H. D. Guyot, die hier in het geding is, maar ook om die van Effatha in Voorburg en het r.k.- instituut in St. Michielsgestel. Ook daar heeft de Ge meente, in het kader van de voor- en nazorg, een sub sidie-relatie mee. Als de gemeente Leeuwarden nju, en dan ook nog met terugwerkende kracht tot 1 ja nuari 1973, dit subsidie laat schieten dan komt deze instelling toch wel op een bijzonder vervelende manier in het nauw. Uit de stukken die ter inzage hebben gelegen blijkt dat men in 1973 een tekort had van f 25.000,en dat men dit tekort tracht weg te werken door de gemeentelijke bijdragen verhoogd te krijgen van f 30,tot f 65,per pupil of per cliënt. En wat doen deze maatschappelijke diensten hiervoor? Ze ver richten een stuk nazorg; maar wat ook bijzonder be langrijk is, is dat ze al in een heel vroeg stadium ouders met gehoorgestoorde kinderen bezoeken en in relatie brengen met de instellingen waar deze kinde ren later geplaatst kunnen worden. Het is een bijzon der stuk individueel maatschappelijk werk waarvoor wij met elkaar diep de pet zouden moeten afnemen. Wanneer we op dit moment de zaak afhaken, krijgen we nog andere complicaties. Het is n.l. zo dat er op het ogenblik een regeling is van deze instellingen met de Provincie; wanneer de Gemeente afhaakt, betekent

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1974 | | pagina 4