2
De heer Meyerhof: Die saneringsnota komt, dacht
ik, volgend jaar omstreeks april in de Raad aan de
orde. Waar het hier om ging was, dacht ik, het sub
sidie voor 1974 voor deze nieuwe vorm van samen
werking tussen diverse instellingen van maatschap
pelijk werk. De instellingen hebben, voordat tot op
richting van deze overkoepelende stichting werd be
sloten, allemaal apart geopereerd in deze gemeente en
hebben daarvoor ook subsidie ontvangen. Nu is het
dus zo dat deze gehele subsidiepost voor 1974 Vervalt,
want er is geen goedkeuring aan gehecht; we hebben
geen besluiten genomen, zoals voorgaande jaren, voor
elke afzonderlijke instelling. Ik had eigenlijk verwacht
dat wij op zeer korte termijn een aantal nieuwe voor
stellen van U zouden krijgen waarbij de afzonderlijke
instellingen weer een subsidie krijgen gelijk aan de be
dragen die in het verleden aan hen werden verstrekt.
Hoe zit het met de realisatie van de samenwerking als
er geen geld komt of alleen een bedrag ter grootte
van de som van de afzonderlijke subsidies van vorig
jaar?
Mevr. Visser-van den Bos: De opmerkingen van de
heer Meijerhof geven mij veel zorgen. Is het inder
daad waar dat nu de gewone subsidies ook in gevaar
gekomen zijn? De gemeente Leeuwarden heeft toch
alleen maar een voorstel gedaan aan G S. om het sub
sidie te verhogen met een x-bedrag, waaruit voor de
Gemeente netto-meerlasten voortkomen van ruim
f 10.000,Hoe kan dan daardoor de hele subsidie
verlening voor het algemeen maatschappelijk werk
voor 1974 in gevaar komen?
Mijn tweede vraag is: Als er op de een of andere
manier door administratieve maatregelen iets aan ge
beuren moet, is het dan mogelijk dat dat al in de vol
gende raadsvergadering aan de orde komt? Het is U
bekend dat vóór 1 oktober weer een nieuw subsidie
aangevraagd moet worden voor 1975 en de stichting
is nu natuurlijk in een heel vervelende situatie geko
men.
Tenslotte zou ik nog willen vragen: Is het nu wer
kelijk niet mogelijk voor de gemeente Leeuwarden om
een bedrag van f 10.000,te vinden in de begroting
Ik meen toch dat er altijd een pot was voor subsidie
verhogingen e.d. en onvoorziene uitgaven. Is het echt
voor de gemeente Leeuwarden niet mogelijk voor die
f 10.000,dekking aan te geven
De heer Heetla (weth.)Volgens mij is het subsi
die niet in gevaar. Op 17 juli is aan de Stichting Maat
schappelijke Dienstverlening bericht gestuurd; de laat
ste alinea zegt: „Als vervolg van het vorenstaande
blijven de in de primitieve begroting 1974 geraamde
subsidies t.b.v. de diverse maatschappelijk werkinstel-
lingen van kracht." Het is dus wel de bedoeling van
het College dat deze subsidies van kracht blijven. Een
andere zaak is dat het subsidie van de Provincie per
1 juli wordt ingetrokken, maar daar hebben wij niets
mee te maken; daar wordt nog over gepraat.
Waar het op het ogenblik om gaat de Raad heeft
dat aangenomen in een vorige vergadering is het
aantrekken van een leidinggevende kracht, waardoor
het totale subsidie van de vier instellingen hoger zou
worden. Wij hebben daarvoor machtiging gevraagd
van G.S. Zij hebben die machtiging opgeschort; dat
staat ook duidelijk in de stukken. Hierover is nog geen
overleg geweest in B. en W. Ik heb U de datum van
binnenkomst van het bericht al genoemd, n.l. 25 juli
1974. Ik weet niet of het op de agenda van morgen
staat; als dat niet zo is zal het zeker op de agenda
van de volgende week komen. Dan zullen wij nader
moeten overwegen wat wij met deze zaak moeten doen.
Ik kan de Raad op het ogenblik nog geen verdere toe
zeggingen doen.
De heer Meijerhof: De Raad heeft dus een besluit
genomen dat door G.S. niet is goedgekeurd; het is op
geschort. Maar hebben wij wel andere besluiten ge
nomen Die zijn, dacht ik, vervallen door het aan
nemen van het besluit dat nu is opgeschort. Krijgt de
stichting nu wel een subsidie?
De Voorzitter: Formeel hebt U gelijk. Weth. Heetla
heeft al gezegd dat wij n.a.v. deze brief wij hebben
nog een aantal van dit soort brieven gekregen over
leg zullen moeten plegen met G.S. Dan zijn er een
aantal mogelijkheden. Maar daar komen wij wel nader
op terug. Wachten op het saneringsplan de heer
Meijerhof heeft dat terecht opgemerkt kan niet,
want dan zou de hele zaak gewoon worden uitgesteld
tot april 1975; men zal al eerder moeten weten waar
men aan toe is. Er is natuurlijk altijd een mogelijkheid
om, als G.S. blijven stellen dat zij in dit stadium niet
bereid zijn totdat zij onze beleidsnota/saneringsplan
op tafel hebben een hoger subsidie hiervoor goed
te keuren, het voorstel terug te draaien tot het bedrag
dat er al was, dus exclusief die verhoging. Ik geloof
dat wij van de zijde van G.S. geen enkele moeilijkheid
zullen ondervinden als wij aan de nieuwe stichting het
bedrag zouden willen geven dat wij al hadden uitge
trokken voor de afzonderlijke instellingen, want dat
verzwaart onze lasten niet. Wij zullen het in die rich
ting moeten zoeken als wij het niet eens kunnen wor
den over die verhoging. Ik geloof dat men zich niet al
te ongerust behoeft te maken, zij het misschien alleen
tijdelijk over die verhoging.
Mevr. Visser-van den Bos: Ik heb gevraagd naar
de mogelijkheid om ruimte te vinden in andere posten
van de begroting.
De Voorzitter: Wij hebben geen ruimte, wij hebben
enkel een tekort. Dit extra subsidie verhoogt het tekort
alleen maar. Dat is het probleem.
Het bericht wordt voor kennisgeving aangenomen.
Sub C t.e.m. H.
De berichten, rapporten, mededeling en beschikking
worden voor kennisgeving aangenomen.
Sub I.
De verzoeken worden in handen van B. en W. ge
steld om preadvies.
Sub J.
Het verslag wordt voor kennisgeving aangenomen.
Sub K.
De Voorzitter: Ik zou willen voorstellen een cor
rectie aan te brengen in het voorstel. Er staat: „Voor
gesteld wordt het adres voor kennisgeving aan te ne
men." Gelet op de discussies die wij wel meer over
dit soort problemen hebben gehad, dacht ik dat er zou
moeten staan: „Voorgesteld wordt het wijkcomité al
dus te informeren." Dat ligt m.i. meer in de lijn van
hetgeen wij in het verleden ook t.a.v. dit soort punten
hebben besproken.
De heer Heidinga: Ik ben het volkomen met U
eens. Wij hebben al enige malen conflictsituaties ge
had in andere wijken. Onze fractie stelt het bijzonder
op prijs dat er direct vanaf het begin een goed overleg
wordt gevoerd met deze wijk. Dan krijgen we geen
situaties zoals b.v. in de Willem Sprengerstraat. Wij
gaan hier dus volledig mee akkoord. Wij hopen dat
we het metelkaar en met de wijk tot een goed einde
brengen. Dat zit er dik in als we goed beginnen en
dat zijn we nu van plan.
De heer Bouma: Ik ben blij met Uw gecorrigeerde
voorstel de adressanten dienovereenkomstig in te lich
ten. De adressanten hebben zich echter gewend tot de
Raad. Zou U ook de toezegging willen doen dat de
Raad t.z.t. geïnformeerd wordt omtrent het resultaat
van het gesprek?
De heer Tiekstra (weth.Het laatste valt voor mij
moeilijk toe te zeggen. Het is zo dat ik al een eerste
gesprek heb gehad met een onvolledige delegatie van
het wijkcomité. Daarbij heb ik de afspraak gemaakt
dat na het optreden van de nieuwe Raad en het nieuwe
College het overleg zou worden voortgezet. Dat is één
zaak. Een andere zaak is op welke wijze de Raad om
trent de ontwikkelingen op de hoogte kan blijven. Ik
dacht dat die Gemeenteraad en dat College zich daar
3
over zullen moeten beraden. Ik geloof dat het verzoek op
zichzelf wel terecht is. Misschien kan het via commis
sies gebeuren, maar dat zullen we dan nader onder
ogen moeten zien.
De Voorzitter: Ik neem aan dat er wel communi
catie mogelijk is en dat de Raad op de hoogte zal
kunnen worden gesteld van de verdere gang van za
ken, op welke wijze dan ook.
De heer Bouma: Ik zou nog wel iets willen vragen.
Als U toezegt dat de Raad op een of andere wijze
hieromtrent geïnformeerd wordt dan zou ik er wel
prijs op stellen dat dit binnenkort plaats vindt. In de
afdoening staat: „Het ligt in onze bedoeling het door
het wijkcomité gevraagde gesprek binnenkort te doen
plaats vinden." De Raad hoeft dus, dacht ik, ook niet
lang op deze informatie te wachten.
De heer Tiekstra (weth.)Vandaar dat ik in eerste
instantie al heb gezegd dat een eerste gesprek met mij
al heeft plaats gevonden.
De Voorzitter: Ik stel voor hier op dit moment mee
te volstaan. Ik doe liever geen toezeggingen die niet
reëel zouden zijn. U, mijnheer Bouma, hebt altijd ge
legenheid om op een door U te kiezen tijdstip b.v.
bij de begrotingszitting hier weer op in te haken
als U meent dat het niet goed is verlopen.
Besloten wordt overeenkomstig het mondeling dooi
de Voorzitter gecorrigeerde voorstel van B. en W.
Sub L.
De brief en het verslag worden voor kennisgeving
aangenomen.
Punten 3 t.e.m. 10 (bijlagen nos. 221, 218, 220, 229,
227, 222, 223 en 217).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 11 (bijlage no. 225).
De heer Vellenga: Dit is een van de laatste keren
dat ik als raadslid in deze raadzaal het woord voer.
Vanuit dat gezichtspunt bekeken had ik liever een
ander verhaal gehouden dan ik nu meen te moeten
houden. Aan de ene kant zou mij dat moeten spijten;
aan de andere kant dacht ik dat deze bijdrage een il
lustratie is van mijn opvatting hoe een raad die zich
zelf respecteert dient te functioneren, van mijn opvat
ting hoe een college een raad dient te behandelen en
van mijn opvatting hoe derden zo van tijd tot tijd eens
dienen te weten wat een raad nu eigenlijk wel doet
en kan en wil en ga zo maar door.
Om de spanning er wat uit te halen, een grote meer
derheid van mijn fractie is tegen dit voorstel van B.
en W. Maar wij zouden tekort schieten wanneer wij
alleen maar tegen het voorstel zouden stemmen. Er
zou iets bij moeten om redenen die ik zo meteen nader
en duidelijker uiteen hoop te zetten.
Waarom meent het gróótste deel van mijn fractie te
gen dit voorstel te moeten stemmen?
Het is zo dat een aantal jaren terug de gemeente
Leeuwarden een overeenkomst aanging met het Inge
nieursbureau voor Verkeerskunde, waarbij twee dingen
werden vastgelegd: le die en die productie wordt ge
leverd en 2e voor dat en dat bedrag. Dat bedrag was
eerst f 335.000,en later is dat bedrag verhoogd tot
ruim f 350.000,Je zou dus mogen verwachten dat,
op het moment dat a de termijn werd overschreden
die dit bureau zichzelf, in overleg met de Gemeente,
had gesteld en b het bedrag dreigde te worden over
schreden dat nauwkeurig was overeengekomen en vast
gelegd plus een duidelijke aansporing in de laatste
alinea van de vastleggingsbrief aan dit bureau om die
f350.000,zorgvuldig te bewaken, dat bureau aan de
bel zou trekken bij de Gemeente en tegen de Gemeente
zou zeggen: Wij lopen klem in tijd en geld, hoe moeten
wij nu verder. Dat is niet op die manier gebeurd.
Eigenlijk heeft dit bureau te lang doorgewerkt. Dat
geldt mogelijk ook voor alle suggesties die naar voren
kwamen en vragen om nieuwe onderzoeken, nieuwe ad
viezen, detailleringen, verfijningen in de betrokken
stuurgroepen en commissies. Je krijgt de gedachte als
eenvoudig raadslid, zo van buitenaf tegen de feiten
aankijkend, dat èn dat bureau èn deze stuurgroepen
èn deze commissies eigenlijk maar doorgewerkt heb
ben in de veronderstelling: Och, zo'n Gemeente als de
gemeente Leeuwarden is een ezeltje poepje, je trekt
op een bepaald moment maar aan de staart en dan
rollen de bedragen er wel weer uit, geen zorgen voor
morgen, dat loopt wel los.
Het tweede is, dacht ik, minstens even ernstig. Dat
is dat ik vind dat het College tekort is geschoten om
tijdig deze zaken te signaleren. Dat was dus op het
moment dat het bureau al, in mijn wijze van zien, te
laat was om het te melden en het hier te brengen.
Maar toen de feiten één keer bekend werden en lang
zamerhand ook steeds duidelijker werden, had naar
onze opvatting het College een gelegenheid moeten zoe
ken om daarover de Raad te informeren. Gewoon zeg
gen: Nou, we zijn er mee aan, wij zien het zo één,
twee, drie niet zitten en wij melden U dit; wij raken
over de 3i/2 ton heen, hoe moeten we nu verder. Ik
kan mij voorstellen dat de Wethouder straks zo
heeft hij het ook in de Commissie Ruimtelijke Ordening
gedaan zal zeggen Wij achten ons als College
eigenlijk wel gehouden om eerst zoveel mogelijk ge
gevens op tafel te krijgen om dan pas naar de Raad
toe te gaan. Ik vind dat een zinnig verhaal. Alleen, de
Raad gaat pas over die gegevens beschikken op het
moment dat van de Raad een beslissing wordt ge
vraagd.
Ik had dus twee andere dingen willen hebben. Ten
eerste informatie over de dreigende overschrijding van
tijd en geld en ten tweede een consultatie van de Raad
van de kant van het College op de manier van: Hoe
moeten wij nu verder, wij zien dat zo niet, wilt U ons
daarbij helpen, kunnen we in gezamenlijk beraad mis
schien tot een acceptabele vorm komen. Dat U dat
niet hebt gedaan is van de kant van mijn fractie een
punt van ernstige kritiek op het College. Ik vind dat
we beide in gebreke moeten stellen, zowel het bureau
als het College.
Nu zou je kunnen zeggen, gewoon vanuit je geprang
de gemoed redenerend: Stoppen, we verwerpen dit
voorstel, we doen geen zaken meer met een bureau
dat de Gemeenteraad op deze manier behandelt, een
streep er door, af. Alleen, je kunt niet altijd handelen
vanuit dat bedoelde geprangde gemoed. Ik stel mij voor
het blijkt ook uit de raadsbrief en het zal straks bij
de beantwoording van achter de tafel ook wel weer
nadrukkelijk gezegd worden dat wij op de een of
andere manier verder moeten, want dit onderzoek, dit
verkeersplan, al die gegevens zijn een onmisbare voor
waarde om straks bij het rijk de miljoenen los te krij
gen voor alle grote plannen die nog in en rond de ge
meente uitgevoerd moeten worden. Op het moment dat
de Raad dan te maken krijgt met een zo zwaar argu
ment van vele tientallen miljoenen, kan hij niet meer
alleen maar handelen vanuit het gemoed en emotioneel
over die dingen praten. Dan moet de kop er weer bij
en dan moeten we samen proberen om er toch nog iets
van te maken. Dat is ook de bedoeling van de meer
derheid van mijn fractie. Dus duidelijk vastleggen dat
het bureau gefaald heeft, duidelijk vastleggen dat het
College anders had moeten handelen dan het heeft ge
daan, maar daaraan de vraag verbinden: Hoe nu ver
der? Het zou best kunnen zijn dat er vanuit de Raad
nog betere suggesties naar voren komen en daar willen
we dan uiteraard ook graag naar luisteren, maar wij
zien dat zo. Wij zouden in de eerste plaats het College
willen opdragen om naar dat bureau toe te gaan en
te zeggen: Nu moet U eens luisteren, de Raad van
Leeuwarden meent vast te moeten houden aan dat be
drag van f 350.000,hij zou ontvankelijk zijn voor Uw
argument dat dat bedrag verhoogd dient te worden
met een bedrag gelijk aan de loon- en prijsstijgingen
over een bepaalde periode misschien hier en daar
nog eens met een bepaald bedragje te verhogen
maar acht niet alle verhalen van U over computerwis
seling en dat soort grappen al te acceptabel. Daarbg
zou, dacht ik, horen dat U precies aan de weet komt
wat dit bureau zichzelf destijds voorstelde om voor dat
bedrag van 3/2 ton aan produktie te leveren. Die men
sen zullen dat toch uitgekiend hebben: zo lang duurt