6 toch wel zoveel mogelijk naar gestreefd te voorkomen dat mensen die een auto hebben die auto's opbergen op plaatsen die ook nuttig zijn voor andere doeleinden in ae stad. Er is met een groep die hierbij betrokken is gesproken en er is geen enkele weerstand ik druk mij nu wat voorzichtig uit geweest om een aantal parkeerplaatsen in dit gebied te realiseren. In het al gemeen was men blij dat er b.v. een garage is waarin het mogelijk is om nog andere auto's te stallen dan de auto's van de garagenouder zelf. In een verdere dis cussie kan besproken worden of die auto's zo opgebor gen moeten worden als op het tekeningetje staat. Er zijn natuurlijk nog wel een paar andere oplossingen. Wat betreft het gebiedje ten westen van de Vijzel straat, de projectgroep die het gebied ten noorden van de Grote Kerk in behandeling heeft is ook hier mee bezig. Deze projectgroep zal proberen een aantal uit gangspunten te formuleren. M.b.t. dit project hebben wij een vrij goed overleg gehad met de Commissie Ruimtelijke Ordening. In deze commissie zal heel snel aan de orde gesteld worden in welke richting de ge dachten zich voor dit gebied moeten ontwikkelen. Nu naast de projectgroep die voor dit gebied bestaat ook zo snel mogelijk een contactgroep ingesteld zal wor den, zijn wij er van verzekerd dat niet alleen de Com missie Ruimtelijke Ordening maar ook anderen mee kunnen denken over de vraag wat er bij de Vijzelstraat moet gebeuren. Aan de Bredeplaats is op het ogenblik al een pand in reconstructie. Dat is weer zo'n incidenteel geval waar wij snel iets aan konden doen. Ik zal nog eens met de projectgroep doornemen in hoeverre het moge lijk is om ook aan de enkele huizen tussen het in res tauratie zijnde pand en Luilekkerland nog wat te doen. Ik moet er wel op wijzen dat, voor zover ik weet, geen enkel pand in die straat ons eigendom is, zodat wij daar op korte termijn niets wezenlijks kunnen doen. De heer Ten Hoeve: Nog even een paar korte op merkingen. Ik geloof dat wij het uitermate metelkaar eens zijn. Dit plan moet snel verder ontwikkeld en tot uitvoering gebracht worden. Ik ben er blij mee dat de wethouder heeft gezegd dat bij dit plan in een verdere fase en ook bij de andere plannen die in onze gemeente gaan spelen projectgroepen met daarnaast contactgroepen zullen optreden. Erg belangrijk vind ik de punten die hij heeft genoemd, de aanzetten die gegeven zullen worden, de huizen die aangepakt zul len worden. Ook in dit gebied ligt een groot aantal eigendommen van anderen, eigendommen die de ge meente, dacht ik, niet kan en ook niet moet aankopen. Voor die panden zal het zo moeten zijn dat, door de aanzetten die de gemeente en mogelijk de N.V. Stads herstel of een andere instantie geven, die mensen de bereidheid tonen om ook hun bijdrage aan dat gebied te leveren. Daar moeten wij het voor de hele binnen stad aanstonds heel sterk van hebben. Daarom zijn de aanzetten erg belangrijk; u heeft er 5 genoemd. Ik dacht ook niet dat dit afhankelijk is van een be stemmingsplan. Ik hoop dat wij snel tot uitvoering kunnen komen. Nog even via u, mijnheer de voorzitter, naar de heer Heidinga. Ik ben het met hem eens dat je dit soort gebieden niet te groot moet maken. T.a.v. het gebiedje ten westen van de Vijzelstraat speelde het punt dat, toen er een plangrens werd getrokken, dit gebiedje er bij gehaald werd. De mensen daar deden ook mee, er werd over een bedrijf gediscussieerd, men ging zich on zeker voelen. Ik ben erg voor inspraak, maar wanneer de inspraak zodanig gaat functioneren dat bij de men sen de verwachting gewekt wordt dat er heel snel iets in hun gebied gaat gebeuren, terwijl zij even later mer ken dat zij op een zacht pitje zijn gezet, dan werkt dat frustrerend. In dat verband heb ik er op aangedrongen dat zo snel mogelijk begonnen wordt ook voor dit ge biedje doelstellingen te formuleren. Nog een klein vraagje. Is huursubsidie ook mogelijk voor gerestaureerde of gerehabiliteerde woningen? De heer Van der Wal: Ik wil graag antwoord op mijn vraag over het laden en lossen in de Monnike- muurstraat. De heer Rijpma (weth.)Ik wil eerst even ingaan op de opmerking van de heer Ten Hoeve dat inspraak verwachtingen wekt. Ik dacht dat wij bij de hele in spraakprocedure in het algemeen ook in fasen moeten werken en daarbij dus tot doelstellingen, tot het uitwerken van die doelstellingen en tot realisering hiervan moeten komen. Dat betekent dat er telkens weer overleg gepleegd moet worden, soms met de betrokkenen, hetgeen lang kan duren, en soms met de overheid, waarbij het ook heel lang kan duren voor dat je werkelijk weet waar je aan toe bent. Laten wij zeggen dat je 2 maanden lang heel intensief met el kaar overlegt in welke richting het plan ontwikkeld moet worden. Dan gaat het de molen in, de molen van onderzoek naar wat mogelijk is. Je kunt dan wel con tact blijven houden met de betrokken groepen in dit geval is dat ook gedaan maar het plan zit dan in een heel andere sfeer en daar moet het eerst uit komen voordat je weer naar de betrokkenen terug kunt gaan. Pas op dat moment kan je zeggen: Kun nen de vei wachtingen die mogelijk gewekt zijn ook werkelijk gerealiseerd worden? Dat is het risico dat onherroepelijk aan de inspraak-procedure verbonden is. Dat zullen wij ons goed moeten realiseren en dat moeten wij ook nemen. (De heer Ten Hoeve: Dat heb ik niet ontkend.) Ik benadruk dit nog eens heel extra om te voorkomen dat men denkt: Als de in spraak-procedure maar op gang komt dan is het ook een continu-proces. Het is geen continu-proces, het is een proces met grote hiaten en ook met teleurstel lingen; dat laatste zie je in sommige gevallen ook. In de Monnikemuurstraat is inderdaad een bedrijf waar geladen en gelost moet worden. Het probleem is voorgelegd aan de Verkeerscommissie die daar bin nenkort over zal rapporteren. Ik geloof dat je, zonder dat je de hele verkeersstructuui' in dit gebied in sa menhang met het binnenstadsrapport bekijkt, moeilijk incidentele geboden en verboden kunt vaststellen zon der daarbij in de situatie te komen dat betrokkenen je voor het nadeel dat je hun berokkent aan gaan spreken. Dat mag de een wat meer aanspreken dan de ander, maar ik geloof dat je hier niet een verbod op kunt leggen nadat je eerst hebt toegestaan dat er geladen en gelost wordt. (De heer Van der Wal: Is het toegestaan dat heel grote vrachtwagens de Mon nikemuurstraat volledig versperren Daar komt het toch op neer.) Dat gebeurt niet alleen daar, dat gebeurt in verschillende straten. Dat betekent dat wij dat probleem niet incidenteel op één plekje kunnen aanpakken, dat moeten wij in groter verband aanpak ken. Ik kom hierbij dan ook nog even op het takjes systeem, wij moeten dit wel zoveel mogelijk per gebied aanpakken, omdat het anders waarschijnlijk onover zichtelijk wordt. Wij zullen dit echter niet incidenteel op één bedrijf kunnen toepassen. Dat is ook wel geble ken uit het gesprek met de verkeersdeskundigen. Men zit in grote moeilijkheden wanneer er voor zo'n inciden teel geval een andere regel gevolgd wordt dan voor soortgelijke gevallen in andere straatjes. Het is na tuurlijk een punt dat wel tot een oplossing gebracht moet worden, want de bewoonbaarheid van deze straat hangt hier ten nauwste mee samen. Nog even een opmerking over de particuliere wonin gen. De panden die in gemeentelijk bezit zijn krijgen over het algemeen een flinke beurt, als ik het zo mag zeggen. Sommigen vinden dat zelfs heel flinke beurten en zeggen dat het daardoor wat prijzig wordt. De eigenaren van de particuliere huizen kunnen zelf be palen in welk tempo en in welke mate zij verbeteringen aan hun panden willen aanbrengen. Dat kan ook ge beuren door hun eigen handen te gebruiken. Het is niet bij voorbaat gezegd dat alles moet gebeuren, zoals bij onze panden, op een wijze die elk arbeidsuur tot gelding doet komen. Deze mensen kunnen ook zelf aan hun panden werken. Net als in de Transvaalwijk kunnen zij waarschijnlijk subsidie krijgen voor alles wat zij in hun eigen huis verbeteren. Maar dat is nu net de volgende fase. De kosten die men aan het pand besteedt bepalen ook of men er kan blijven wonen of niet. Ik moet er bij zeggen dat het probleem wat gecompliceerd wordt wan neer eigenaar en bewoner niet dezelfde zijn. Daarover wordt op het ogenblik gedacht. Ik heb gezien dat men in Rotterdam een initiatief heeft ontwikkeld. Dat heb ik ook aan onze deskundigen voorgelegd, met de bedoe ling om het eens te bestuderen en eens te kijken of er niet een modus is te vinden waardoor eigenaren, die niet in staat zijn of b.v. in verband met leeftijd niet n I willen meewerken aan de verbetering van hun pand, minder consequenties dragen m.b.t. de verbetering van hun pand, terwijl de restauratie toch voortgang kan vinden. Daarover wordt gestudeerd en in de volgende fase kan dat nader uitgewerkt worden. Ik dacht dat ik alle vragen nu beantwoord heb. (De heer Buising: U hebt de vraag over de huursubsidie nog niet beantwoord.) Ik ben geen huurspecialist, maar ik neem aan dat deze huizen er niet van uitge zonderd zijn; ik zou tenminste niet weten waarom. De Voorzitter: Kan de heer Eijgelaar daar mis schien nog iets van zeggen? De heer Eijgelaar (weth.)Ik kan op die vraag geen exact antwoord geven. Ik meen te weten dat deze woningen er niet voor in aanmerking komen. (De heer Van der Wal: Dat zoeken wij nog wel even uit?) (De Voorzitter: Dat is een goed antwoord.) Ja, wij zullen het uitzoeken; meer kan ik er op dit mo ment ook niet van zeggen. De Voorzitter: Ik zou nog graag even aan willen sluiten bij de opmerking van de heer Heidinga. Ik moet u zeggen dat er bij het college grote waardering bestaat voor de wijze waarop een aantal mensen uit onze gemeente veel tijd en energie besteden aan het uitwerken van plannen in het kader van de N.V. Stads herstel. Er zijn intussen met een betrekkelijk gering kapitaal al heel wat panden aangepakt. Wij waarderen het ook heel erg dat, los van de driemaal f 100.000, waar wij mee gestart zijn, de burgerij door het kopen van aandeeltjes van f 100,nog een bedrag van f65.000,beschikbaar heeft gesteld. Ik kan u de ver zekering geven dat die mensen allemaal weinig heil van die aandeeltjes verwachten wat het rendement be treft. Als zij er ooit enig rendement van krijgen dan kunnen zij er misschien een St. Nicolaas-cadeautje voor kopen, maar daarmee is het dan, dacht ik, ook wel be keken. Het zijn allemaal mensen die echt iets voor de goede zaak over hebben. Wij hopen echt wij zitten daarover in spanning dat deze n.v. door kan draaien, niettegenstaande het feit dat wij helaas slechts zeer lage verwachtingen hebben m.b.t. een te bereiken ren dement. Ondanks het feit dat er subsidie wordt gegeven voor de restauraties moet men er alles aan doen om de gerestaureerde panden voor een betaalbare prijs aan de man te brengen. Men kan zich gewoon niet permit teren de huren iets hoger te maken dan strikt noodza kelijk is, want de huren dit is net ook al door ande ren opgemerkt blijven toch nogal, ondanks alle subsidiebedragen, aan de hoge kant. Wij zijn erg blij met deze n.v. en wij hopen dat die nog heel wat pandjes kan aanpakken. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. De Voorzitter: Wij hebben hiermee weer een be langrijke stap gezet op de weg naar de verbetering van de binnenstad. Punt 12 (bijlage no. 356). Mefr. Visscher-B.ouweir: Myn fraksje hat noch net salang lyn yn de ried frege om in nota oer de doarpen, omt wy founen dat wy üs hjir meiinoar ris op 'e nij oer biriede moasten. Yn de tiid tusken it riedsbislüt oer „Great Wurdum" en nou hawwe der bipaelde ünt- jowingen west en binne ek de idéen hjiroer dochs wol foroare. As wy sjogge nei de doarpen yn de om Ljouwert hinne lizzende gemeenten dan sjogge wy hoe't de sfear dér foroare is, dat de bütenwiken fan dizze doarpen greater binne as it doarp seis en der krekt sa üt- sjogge as in bütenwyk fan hokker stêd dan ek. Dat set jo oan it tinken. Ek op de byienkomst yn Wurdum fan 't maeitiid oer it plan Marwerd, doe't de ütwrei- ding oan de oarder wie fan 200 wenten yn ien kear, wiene dizze gelüden to hearren. Foaral spile ek by de bifolking dat Wurdum-süd noch altiten net echt by Wurdum heart. Dy biwenners dogge oer 't alge- mien net mei oan it doarpslibben. Dat wie wol in to- loarstelling, dat hie men dêr hiel oars forwachte. It sil dus düdlik wêze dat myn fraksje bliid is mei de ütspraek fan dep. steaten: gjin suburbanisaesje mear. It is tige spitich dat dizze ütspraek net earder kaem is, spitich foar de doarpen buten üs gemeente mar ek foar de stêd Ljouwert. It docht frjemd oan dat dan de Kommissaris fan de Keninginne yn in doarp büten üs gemeente tasizzingen docht oer takomstige ütwrei- dingen. Wy geane dus akkoart mei it foarstel oer Wurdum, wol ütwreidzje, mar folie stadiger en stribje nei in harmonysk model, sa mooglik sirkelfoarmich om 'e tsjerke hinne. Dat sil wol in finansiéle krêfttoer wur- de; dêr binne wy üs wol fan biwust. Hwat de oare doarpen oanbilanget, it soe, tocht üs, goed wêze dat ek dëroer troch de ried in bilied üt- sprutsen wurdt sadat ek dizze doarpen witte hwer't se oan ta binne en üs stêddeboukundige tsjinst hjir fier der oan wurkje kin. De Doarpekommisje hat krekt alle doarpen óf west en dêr nochal hwat toloarstelling brocht omt de wethalder sein hat dat foarearst alles stop stie omt der yn de stêd seis urginter dingen barre moasten. Nou bigripe wy wol dat net alles tagelyk kin, mar binammen foar Snakkerbuorren kaem üs dit dochs hwat frjemd foar, omt men fan 't simmer op 'e tsjint al in hiel ein hinne wie mei dit bistim- mingsplan. (De Foarstter: Jo binne op 't stuit wol in hiel ein fan Wurdum óf.) Ja, mar it hat der wol mei to meitsjen; it giet om de problematyk fan alle doarpen. (De Foarsitter: Mar Snakkerbuorren heart net by Wurdum.) Né, mar it heart wol by de ütspraek fan dep. steaten, tocht ik. (De Foarsitter: Meitsje jo it net al to lang. Wy hawwe noch in lange agenda.) Né, it duorret net lang mear. Ik hie al hast klear west as jo my net ünderbrutsen hiene. By Snakkerbuorren gyng it om in hiele lytse ütwreiding; it wie mear noch rjochte op konsolidaesje. Neffens ynformaesje stiet dit bistimmingsplan foar Snakkerbuorren ik gean dochs noch mar efkes fierder, mynhear de foar sitter op de prioriteitenlist per 1 april en kin it üngefear 1 augustus yn prosedure gean. Myn fraech is Kin dit wier net earder nou't dit dochs al sa'n ein klear is, mei ynspraek en al? It is nou ienkear sa dat der yn de doarpen en nou kom ik dus ek wer op Wurdum wol tige for- let is fan lytse ütwreidingen om alles hwat op gong to hólden, hwant stilstan is efterütgong. De hüs- haldingen wurde lytser en der binne dus folie mear hüzen nedich as eartiids om it tal ynwenners hwat gelyk to halden. Dat is in hiel bilangryk punt. Hwant nei de oarloch binne de doarpen tige yn ynwenners efterüt gien, net omt der minder hüzen wiene, mar omt de biwenningstichtheit efterüt gyng. Wy sille de doarpen dus earst wer op it foaroarlochske peil bringe moatte dat is yntusken miskien al bard mar as wy se op peil hélde wolle dan sille wy dochs hjir en dêr bouwe moatte. Wy ünderskriuwe dus de opfettingen fan dep. stea ten oer de ütwreiding fan Wurdum. Ik haw al sein dat wy leaver sjoen hiene dat de ütspraek fan dep. steaten earder kaem wie, mar better let as net. Litte wy dus nou bisykje Wurdum sa gau mooglik syn bi stimmingsplan to jaen. Ik woe noch foar ien ding de oandacht freegje. Soe men ek ris tinke kinne oan de mooglikheit om in bytsje mear romte oer to hélden yn in bistimmings plan foar de minsken üt it doarp dy't in hüs sette wolle, sa't dat eartiids ek wie. Der trout ris in bern en as it bistimmingsplan folboud is dan is der gjin mooglikheit, dan kin dy dêr gjin hüs sette. Miskien is it mooglik om yn to kalkulearjen yn it bistimmings plan dat dit wol kin. Wy wolle dus graech in biliedsplan fan b. en w. oer de doarpen en oandacht foar it bistimmingsplan fan Snakkerbuorren. De heer Van der Wal: Wij zijn ook niet zo erg enthousiast over de ontwikkeling van Wirdum zoals die in het plan Marwerd ter tafel is gekomen. Wij vinden dat een veel te grote vlek ten zuidwesten van en hele maal buiten de dorpskern van Wirdum. Om het kort te houden sluit ik mij voor een groot deel aan bij hetgeen mevr. Visscher heeft gezegd. Ook wij denken meer aan een uitbouw van zo'n dorp, meer concentrisch, als een soort spiraal uitwaaierend vanuit het centrum. Wij voe len niets voor zo'n grote vlek naast het dorp; dat geeft

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1974 | | pagina 4