RAADSVERGADERING Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van maandag 6 januari 1975 van maandag 6 januari 1975 Aanwezig 36 leden de dames E. Brandenburg- Sjoerdsma, rar. E.N.J. Smit, G. Visscher-Bouwer, M. M.Th. Visser-van den Bos, A.J. de Vos en A. Willemsma de Jong en de heren J. de Beer, J. ten Brug (weth.), G. Buising, G.F. Eijgelaar (weth.), ir. C.G.H. Geerts, drs. M.H.G. de Greef, O. Heidinga, J. Hoekstra, H. ten Hoeve, H. Jansma, J.F. Janssen, C. de Jong, J. de Jong, A. Klomp, J. Knol, W.S.P.P. de Leeuw, H. Meijerhof, W. Miedema, dr. W.A. de Pree, A. Pronk, ir. C.L. Rijp- ma (weth.), J. Schaafsma, J.B. Singelsma (tot de kof fiepauze), K. Spoelstra, N. Sterk, P. van der Veen, L. Visser, G. de Vries (weth.), P.D. van der Wal en K. Weide (weth.). Afwezig: de heer S. Bouma. Voorzitter: de heer J.S. Brandsma, burgemeester. Secretaris: de heer P.P. de Jong. Voorts is aanwezig na de koffiepauze de heer drs. A.J. Burger, ambtenaar van de afdeling Economische Zaken, Beleidsplanning en Organisatie. Te behandelen punten: 1. Vaststellen van de notulen van de vergaderingen van de raad van 3 september 1974 en 16 september 1974. 2. Mededelingen. 3. Aankoop diverse percelen (bijlage no. 12). 4. Verkoop van een in het bestemmingsplan Goutum gelegen perceel bouwterrein aan mevrouw S. Vissers- Ui tzen (bijlage no. 3). 4a. Uitgifte in erfpacht van een terrein, deel uitma kende van het jachthavencomplex ten westen van de Greuns, aan R. Bosma (bijlage no. 13). 5. Verhuren brugwachtershuisje van de Wirdumer- poortsbrug aan J.A. Boomsma (bijlage no. 2). 6. Ontbinden huurovereenkomst met betrekking tot het pand Steijnstraat 30 (bijlage no. 1). 7. Tarieven voor het gebruik van gemeentelijke sport en recreatie-accommodaties (bijlage no. 8). 8. Jaarstukken en begrotingen Stichting Het Nieuwe Stadsweeshuis (bijlage no. 7). 9. Wijzigen van de voorwaarden voor aan de Stich ting Bedrijfsgebouwen Leeuwarden verstrekte geldle ningen (bijlage no. 10). 10. Vervangen balies in de Frieslandhal (bijlage no. 6). 11. Wijzigen van het besluit tot instelling van markten (bijlage no. 5). 12. Wijzigen van de gemeentebegroting en van de be grotingen van het Markt-, Haven- en Slachthuisbedrijf, het Woningbedrijf en de Dienst Stadsontwikkeling voor het dienstjaar 1975 (bijlage no. 9). 13. Benoemen van twee leden van het algemene be stuur van de Stichting Het Nieuwe Stadsweeshuis (bij lage no. 4). De Voorzitter: Dames en heren, leden van de raad, hartelijk welkom op deze eerste vergadering van de gemeenteraad in het nieuwe jaar. Een lange reeks ver gaderingen staat u dit jaar te wachten, zoals u hebt kunnen constateren uit de desbetreffende kennisgeving die ik u in de laatste maand van het vorige jaar heb toegezonden. Van harte hoop ik dat wij er gezamenlijk in zullen slagen in het jaar 1975 veel en belangrijk werk te doen voor de gemeente Leeuwarden, zowel voor de stad als voor de dorpen. Daarbij is een goed samenspel tussen de raad als beleidsbepalend en het college van burge meester en wethouders als beleidsvoorbereidend en -uit voerend orgaan van essentiële betekenis. De nieuwe raad en het nieuwe college hebben reeds vier maanden tijd gehad om in te spelen. In het begin van het vorige jaar werden wij gecon fronteerd met een zich nogal plotseling voordoende schaarste aan olie en andere grondstoffen op de wereld markt. Dat ging gepaard met forse prijsstijgingen. Een en ander gaf nogal wat onzekerheid en bij velen ook ongerustheid. Wij zaten zelfs midden in de voorberei ding van een benzinedistributie. Het gehele spektakel is met een sisser afgelopen en het lijkt een beetje op een droom die de ouderen onder ons doet herinneren aan de donkere bezettingsjaren. Toch heeft die situatie sporen achter gelaten. Wij zijn ons, althans wij moeten ons bewust zijn dat voorraden olie en basisgrondstof fen niet ongelimiteerd aanwezig zijn. Ook in ons dicht bevolkte landje zijn wij meer kwetsbaar dan de dage lijkse gang van zaken doet veronderstellen. Als wij ons dan ook nog trachten te realiseren dat in grote delen van de wereld schaarste en tekorten zich nu reeds in alle hevigheid voordoen en somtijds catastrofale vor men dreigen aan te nemen, dan is het duidelijk dat wij niet kunnen doen alsof er niets aan de hand is en ons nauwelijks iets zal kunnen gebeuren. Wij zijn als lokaal bestuur niet de eerst verantwoordelijken voor deze en soortgelijke problemen. Maar wij zouden anderzijds tekort schieten als wij maar net zouden doen alsof wij daar niets mee te maken hebben. Bij voortduring zullen wij dit totaalbeeld hebben in te calculeren als wij bezig zijn met b.v. vervoers- en energievraagstukken, milieu aangelegenheden, subsidies aan instellingen als de Stichting Friesland voor Ontwikkelingssamenwerking en dergelijke organisaties. Inmiddels worden wij geconfronteerd met andere en voor onze samenleving meer direct indringende vraag stukken. Waarschijnlijk is er wel een zeker verband met de eerder door mij bedoelde problematiek. Ik heb het oog op de economische ontwikkeling. Die is aller minst geruststellend. In het kortgeleden verschenen halfjaarlijks rapport van de Organisatie van Econo mische Samenwerking en Ontwikkeling wordt een lang duriger en ernstiger stagnatie van de economie voor speld dan ooit sedert de tweede wereldoorlog het geval is geweest. De vraag is in hoeverre wij te maken heb ben met een structurele en in welke mate met een con juncturele ontwikkeling. Daarover wordt verschillend gedacht. In ieder geval zal er rekening mee gehouden moeten worden dat de minder rooskleurige situatie van dit ogenblik mede van structurele aard is. Het zal dan uitermate moeilijk zijn binnen redelijke termijn adequa te oplossingen te vinden. Vooral het vraagstuk van de toenemende werkloosheid knaagt ernstig aan de sa menleving. Deze heeft in de noordelijke provincies on aanvaardbare vormen aangenomen. In onze provincie was er in de na-oorlogse periode alleen in de jaren 1951 en 1952 een hoger percentage werklozen. In pro centen van de afhankelijke mannelijke beroepsbevol king was per ultimo november 1974 de geregistreerde arbeidsreserve in het gewest Leeuwarden 5,3, in de provincie Friesland 6,4 en in Nederland 4,1. De toe name van de geregistreerde arbeidsreserve van man nen en vrouwen tesamen bedroeg in de periode novem ber 1973 tot november 1974 voor het gewest Leeuwar den ca 550 (tot een totaal van ca 1.825) en voor de provincie Friesland ca 2.800 (tot een totaal van ca 8.400). Het mag waar zijn dat de sociale voorzieningen aanmerkelijk beter zijn dan in de dertiger jaren en dat geen bittere armoe behoeft te worden geleden als ge volg van het geen werk hebben, toch hebben wij hier te maken met een afschuwelijk probleem. Het is heel erg als man of vader thuis moet zitten omdat er voor hem totaal buiten zijn schuld geen plaats meer is in het arbeidsproces. Eveneens is het erg als jonge mensen na een volbrachte studie en opleiding niet bin nen redelijke tijd aan de slag kunnen komen en zich soms wanhopig afvragen welk perspectief de toekomst hen biedt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 1