meestal ook bij hoe snel. Ik vind het jammer dat er dan nooit een paar bij staan die 120 km. per uur heb ben gereden, want die zijn er wel. Dat zijn echter ken nelijk weer de handige rakkers die als de politie er staat net niet zo hard rijden; dat zijn echter de ergste overtreders. Dan nog even iets over de fietsen bij V. en D. Ik moet u zeggen dat dat ook voor ons een grote ergernis is. Wij hebben dat in de afgelopen tijd min of meer gedwongen moeten tolereren omdat de vele fietsers geen andere adequate mogelijkheden hadden. Onder tussen is die mogelijkheid geschapen achter V. en D. Wij hebben besloten dat het verboden zal worden nog fietsen voor V. en D. te zetten. Ik dacht dat de voor ziening achter V. en D. inmiddels klaar was; ik meen dat ik een foto in de krant heb zien staan. Ik weet niet wat precies het uur U is dat men de fietsen niet meer voor V. en D. mag zetten, maar dat uur breekt, dacht ik, wel spoedig aan, want wij hebben dat besluit al genomen. (Mevr. Brandenburg-Sjoerdsma: Zater dag stonden ze er nog wel.) Ja, vandaag ook nog. Waarschijnlijk is de voorziening achter V. en D. nog niet helemaal klaar. Wij letten er echt wel op; het zal spoedig geregeld zijn. Wij hebben afgewacht tot een alternatief aanwezig was. Het mag dus straks niet meer; het is ook veel te gevaarlijk. Verschillende raadsleden hebben gesproken over de privé-clubs die soms de Drank- en Horecawet met voe ten treden. De politie doet daaraan wat hij kan; het is echter niet gemakkelijk te constateren en te con troleren. Wij hebben daar een aantal gesprekken over gehad, ook met de Officier van Justitie. Er wordt aan dacht aan geschonken; wij leggen echt niet het moede hoofd in de schoot. Dit is echter moeilijk effectief te bestrijden; wij proberen het wel. Ik vind dit ook een nare zaak. Het bedrijfsleven is erg gebonden aan al lerlei voorschriften op het terrein van de Drank- en Horecawet, men moet aan allerlei voorwaarden vol doen als men het legaal doet en dan is het een bittere zaak dat anderen zich er geen fluit van aantrekken, hun gang maar gaan en net doen of er geen wetten zijn. Dat is een heel moeilijke zaak, want er is dan ook nog het onderscheid tussen wat puur besloten en wat meer openbaar is; dat is een bijzonder moeilijk probleem. Als iemand in zijn eigen huis het een en ander doet heeft de politie niet veel te vertellen. Het resultaat is nogal pover; daar ben ik mij wel van be wust. Het is dus niet zo dat wij niets doen en die men sen maar aan laten rommelen. Als ik mijn notities bekijk ben ik klaar met ant woorden. Mevr. Smit: Er is maar één instantie maar één van uw antwoorden geeft mij aanleiding tot een nieuwe vraag. Het blijkt dat weet ik ook uit ervaring erg moeilijk te zijn om controle uit te oefenen op ge luidssterkte in bars e.d. Wel is er met bouwkundige voorzieningen heel goede isolering t.a.v. nabuurpanden en ook t.a.v. buitenlucht te bereiken. Kan de gemeen te in bouwvergunningen voorwaarden stellen t.a.v. dc isolering? Is het mogelijk om b.v. bij nieuwe vergun ningen voor bars of bij vervangende vergunningen als er een nieuwe bedrijfsleider of beheerder komt voor waarden te stellen op dat punt? De Voorzitter: Er worden natuurlijk voorwaarden gesteld, maar of die voldoende zijn weet ik niet. Ik wil u wel toezeggen mijn medewerkers zullen dat ongetwijfeld noteren dat wij nog eens nagaan met Bouw- en Woningtoezicht of men voor nieuwe bouw werken en voor verbouwingen voor bestaande za ken kan het natuurlijk niet wel in voldoende mate waarborgen inbouwt om te bereiken dat er zo weinig mogelijk geluidsoverlast plaats kan hebben. Ik ben van mening dat er niet moet worden gezegd dat dit toch wel erg moeilijk is; wij moeten op dit punt zover gaan als de wettelijke voorschriften toelaten. Ik wil graag nog eens nagaan of hier wel al het juridisch mogelijke aan gedaan wordt. (Mevr. Smit: Ik meen dat T.N.O. rapporten heeft waarin staat dat resultaten bereikt zijn met volledige isolering in heel luidruchtige om standigheden.) Wij zullen dit aan de heer Tolsma door geven; als hij die rapporten niet kent zullen wij hem vragen ze te lezen. De heer C. de Jong: U hebt gezegd dat wij met de situatie moeten leren leven; dan ben ik toch niet te vreden, vooral niet wat betreft punt 64 aangaande het toezicht op eigendommen en goederen in de bin nenstad tijdens de nachtelijke uren. U hoeft hier niet meer op te reageren, maar ik wilde het toch even zeggen. Wij moeten er mee leren leven, wij moeten er- attent op zijn en wij moeten ons er op instellen, maar dat vind ik t.o.v. deze zaak toch wel moeilijk. De hear Klomp: Jo hawwe net wjerlein dat it foar- komt dat de plysje soms it advys jowt: Bimuoi jimme der net mei hwant dan oerkomt jimme miskien hwat. As it better is dat dizze kwestje net yn it iepenbier bihannele wurdt, dan gean ik dér akkoart mei. De Foarsitter: Ik wol dér wol in algemien antwurd op jaen; ik kin dit gefal dus net. Ik soe graech wolle dat dejinge dy't dit oerkommen is my dat swart op wyt meidielt. Ik siz jo ta dat ik dat dan mei de plysje opnimme sil. As him sokke gefallen foardogge dan wurdt dér oandacht oan jown. Ik wol ek hiel düdlik sizze dat ik soksoarte getallen hiel slim fyn. As hjir as dér feest fierd wurdt kin men wol ris hwat troch de fingers sjen; sa nuchter moatte wy wêze. Mar dat der minsken dy't nearne mei fan dwaen hawwe sa mar molestearre wurde op 'e dyk kinne wy net ta- stean; wy binne forplichte alles hwat mooglik is to dwaen dat dat net bart. Wy moatte üs yn de stêd allegearre frij biwege kinne. Wy moatte hjir om tinke en dat dogge wy ek foar safier 't dat yn üs formogen leit. Ik wol dus graech dat my dit gefal trochjown wurdt; dan sil ik dér oandacht oan bisteegje. 15. Beheer Politie. Mevr. Willemsma-de Jong: Wij vinden de personeels aangelegenheden m.b.t. de politie nogal zorgelijk. U zei zojuist heel optimistisch dat er weinig kritiek ge komen is op hetgeen in de beleidsnota staat, maar ik wil er juist wel kritiek op leveren. In het jaarverslag van de politie wordt vermeld dat de criminaliteit toe neemt. De minister heeft destijds een overschrijding toegestaan met 3 man. Dat heeft echter geen voldoende soelaas geboden. Ik heb gelezen dat wij nog wel de beschikking over deze 3 man hebben. U hebt zojuist gezegd dat wij 9 man boven de sterkte hebben, dat is geen organiek personeel. Verder vinden wij de kwestie van de overuren zorgelijk en ook het uitlenen van perso neel aan de eilanden in de vakantietijd. In dit verband heb ik ook gedacht aan de arbeidstijdverkorting die 1 april ingaat, waardoor iedereen 5 kwartier per week minder gaat werken. Uitgaande van een personeelsbe zetting van 150 zou dat betekenen 150 x 5 kwartier is ongeveer 313 manuren per week en dat betekent 7 man. En daar zijn geen financiën voor. Wij zouden bij de begrotingsbehandeling graag over deze kwestie wil len praten en ook vanavond zouden wij graag al een antwoord hebben op hetgeen ik zonet gevraagd heb. Ik vond het heel verwarrend toen ik las over 9 mensen boven de sterkte waarvan 4 onder de sterkte. Ik moest het heel vaak overlezen voordat ik begreep wat er be doeld wordt. Het gaat dus om 9 man boven de sterkte en 4 onder de sterkte; 5 worden uit de algemene mid delen betaald. Dit betreft administratief personeel. Bo vendien wordt er op pagina 58 van het beleidsplan aan gekondigd dat er een bezuinigingsmaatregel zal worden genomen. In 1974 mocht de politie in Leeuwarden wor den uitgebreid met 2 man; ik geloof dat wij dit geac cepteerd hebben. De uitbreiding met 2 man in 1975 accepteren wij niet. Op dezelfde pagina van het be leidsplan lees ik dat er voor 1975 een correctie aange bracht dient te worden op de uitgavenpost i.v.m. func tioneel leeftijdsontslag. Dat betekent dat hier ook weer vacatures uit voortkomen. Al met al vinden wij de situatie niet zo rooskleurig en wij zouden wel graag een nadere specificatie willen hebben van de aantallen die voorhanden zijn om diensten te verlenen. De Voorzitter: U hebt kritiek in omgekeerde zin dan ik net bedoelde. U hebt er geen kritiek op dat wij een aantal mensen boven de sterkte hebben, maar u vindt dat wij nog te weinig mogelijkheden hebben. Ik heb net in het algemeen al gezegd welke tendensen 17 er zich landelijk ontwikkelen, dus dat hoef ik niet te herhalen. Dat sluit d,uidelijk aan op hetgeen u vraagt en ik hoop dat ook wij in dat kader in de ko mende jaren enige uitbreiding van de sterkte kunnen krijgen. Dan had u nog een aantal concrete vragen. U sprak over het uitlenen van personeel aan de eilanden. Ik kan u zeggen dat wij met ingang van dit jaar geen per soneel meer uitlenen aan de eilanden. Wij hebben daar een aantal jaren ernstig bezwaar tegen gemaakt en ik heb uitvoerige gesprekken over deze kwestie gehad met de Commissaris van de Koningin. Ik ben dan ook erg verheugd dat hij heeft kunnen bewerkstelligen dat de eilanden vanaf 1975 gedurende de zomermaanden op een andere manier extra politiesterkte krijgen. Wij leveren dus dit jaar niet één man meer aan de eilan den. Dat probleem is opgelost. De uitlening viel ook altijd net in een periode dat wij onze mensen slecht konden missen. Dan noemde u de arbeidstijdverkorting. Ik kan u meedelen dat hier compensatie voor wordt gegeven. Wij zitten echter wel met een tijdelijke handicap. In het algemeen is het zo dat de regering tot arbeidstijd verkorting besluit, waarna de minister van Binnenland se Zaken toestemming geeft om het personeelstekort aan te vullen dat daardoor ontstaat. Ongeveer 2 jaar na zo'n beslissing wordt zo'n personeelsuitbreiding pas effectief; je moet adverteren, selecteren, de mensen een opleiding laten volgen en dan komen ze na een jaar hier. Wij zitten dus tijdelijk met een handicap. Ik kan dus zeggen dat er voor de arbeidstijdverkorting perso neelsuitbreiding wordt gegeven. Het algemene beeld blijft dus bestaan; de situatie wordt niet verergerd. Uw laatste opmerking ging over het feit dat wij wat de personeelsbezetting betreft boven de sterkte zitten. Wij hebben een tijdlang 9 man boven de sterkte gehad. De afgelopen jaren is de overheid begonnen wat ver ruiming te geven. In die zelfde periode kwam de te kortsituatie op ons af. Toen hebben wij gemeend dit gaf ons wel enige zorg dat wij de toegestane uit breiding met 2 man per 1 januari 1974 en de uitbrei ding met 2 man per 1 januari 1975 niet moesten effec tueren, maar dat wij die van de 9 man die wij boven de sterkte hadden moesten aftrekken waardoor wij op dit moment nog 5 man boven de sterkte hebben. Dat staat ook in de beleidsnota. Het aantal van 5 man bo ven de sterkte tasten wij pas aan als er een duidelijke uitbreiding mogelijk wordt; het moet gaan om meer dan 1 of 2 man. Als de minister volgend jaar weer 2 man toestaat zullen wij ook wel eens wat extra's moe ten doen. Wij hebben onze bezetting nu al 2 jaar niet uitgebreid. Integendeel, wij hebben dit administratief gecompenseerd. Wij hebben de 9 man die wij boven de sterkte hadden per 1 januari 1974 naar 7 terugge bracht en per 1 januari 1975 naar 5. Als er per 1 januari 1976 weer 1 of 2 man bij komen dan zal dat niet gaan ten koste van het aantal van 5 man boven de sterkte. Wij zijn van plan het aantal van 5 boven de sterkte pas te verminderen als een royaler uitbrei ding wordt toegestaan. Wij hebben daarvan een taxatie gemaakt en in het beleidsplan kunt u lezen dat wij hiermee in 1977 hopen te kunnen beginnen. In 1977 en 1978 werkt het royaler beleid dan dus door en kun nen wij van de 5 man die wij nu nog boven de sterkte hebben elk jaar 1 man inlopen. Deze 5 man blijven dus voorlopig boven de sterkte. Pas op langere termijn zal daar iets aan veranderen. In feite is dat natuurlijk on juist, want voor de kosten van de politie krijgen wij doeluitkeringen. Het is ik heb dat zopas ook al op gemerkt ten principale onjuist dat wij in verband met het beleid t.a.v. de politie middelen blokkeren die wij eigenlijk voor andere doeleinden, b.v. onderwijs, sport, cultuur, zouden moeten aanwenden, waarvoor wij algemene uitkeringen krijgen. Die zijn niet bestemd voor het aantrekken van personeel voor de politie. In het college bestaat hierover ook geen meningsverschil. Nogmaals, ik heb de hoop dat wij de komende jaren dit is een algemeen verschijnsel enige uitbreiding aan de sterkte kunnen geven. Het zal echter wel moei lijk blijven. Nog één opmerking. U hebt in de stukken kunnen zien dat het aantal overuren bij de recherche enorm groot is; dat is uit personeelsoverwegingen een aan fluiting, dat lijkt beslist nergens op. Ik wil u zeggen dat ik ter bescherming van deze mensen vorig jaar opdracht heb gegeven dat de recherche niet meer dan een x-aantal overuren mag maken. Dat betekent dat men scherper moet selecteren m.b.t. het werk dat er te doen is. Er werd een dermate groot aantal overuren gemaakt dat het m.b.t. het personeelsbeleid daar ben ik ook verantwoordelijk voor niet meer verant woord was. Ik heb de Commissaris van Politie op dracht gegeven er voor te zorgen dat de recherche niet meer overuren maakt dan zoveel per jaar. Als hij zou zeggen dat dit niet kan dan moet hij maar scher per selecteren. Dat heeft dan de nare consequentie dat er nog meer dingen blijven liggen waar men eigenlijk iets aan moet doen, maar waar men gewoon niet ach teraan kan. Dat zal dan door middel van een perso neelsuitbreiding opgelost moeten worden, want er zijn grenzen. Je kunt wel eens een paar weken veel over werken, maar als dat continu wordt dan is dat ook voor de politie een niet reële zaak. U mag rustig weten dat wij deze maatregel vorig jaar hebben genomen. Mevr. Willemsma-de Jong: Nog 2 dingen. Voor het personeel dat met functioneel leeftijdsontslag gaat worden ook geen mensen aangesteld, want dat duurt eerst weer 2 jaar. De Voorzitter: Wij weten natuurlijk exact welke mepsen Jmet functioneel leeftijdsontslag gaan. De krachten die wij ter vervanging aanstellen worden op een zodanig tijdstip naar de opleiding gezonden dat zij de vacatures die door functioneel leeftijdsontslag ont staan tijdig kunnen opvullen. Wij zijn hier niet altijd in geslaagd, er zijn wel eens tijdelijke vacatures omdat er onvoldoende mensen zijn. Kort geleden heeft er een advertentie in de krant gestaan waarin mensen wor den gevraagd. Er is gelukkig nogal wat respons op gekomen hetgeen misschien veroorzaakt wordt door de zorgelijke arbeidssituatie. Wij hopen dan ook dat wij binnenkort weer op de sterkte zitten. Tijdelijk is er wel eens een klein hiaat geweest, maar de kwestie die u noemt kunnen wij zelf regelen. Mevr. Willemsma-de Jong: Dan nog even iets over de post van f 85.000,die geraamd is voor overuren. Ik heb heel simpel gedacht dat je daarvoor 3 man kunt aantrekken die gemiddeld zo'n f30.000,zullen kosten. Is dat niet een oplossing? (De Voorzitter Nee, dat is beslist niet de oplossing.) Maar wel een oplos sing, dacht ik. De Voorzitter: Wij werken wel in die richting. Wij beperken het aantal overuren door te streven naar per soneelsuitbreiding. (Mevr. Willemsma-de Jong: Kun nen wij hierop terug komen tijdens de begrotingsbe handeling? Mag dat?) Het mag wel, maar ik moet u zeggen dat ik dan geen grotere wijsheden kan ver kondigen dan ik nu gedaan heb. Ik kan mijn ant woord van nu hoogstens herhalen. Maar als u meent het punt te moeten claimen dan is dat uw goed recht. Ik zeg u nu vast dat ik u dan geen nieuwe informatie zal kunnen geven, want ik ben al vrij ver gegaan met het verstrekken van informatie. (Mevr. Willemsma-de Jong: Maar de raad zou eventueel kunnen uitspre ken dat er dekking gezocht moet worden om meer personeel te kunnen aanstellen.) Dat moet ik aan u overlaten. Als u een uitspraak van de raad wenst moet u dit punt inderdaad claimen. (Mevr. Willemsma-de Jong: Ik wil dit punt dan toch wel claimen; ik wil dit nog even in de fractie bespreken.) Wij zullen dit noteren. O. Reinigingspolitie. De heer De Greef: Punt 75 gaat over de processen- verbaal die de reinigingscontroleur het afgelopen jaar heeft gemaakt. Ik zou graag iets willen weten over .de aard van de overtredingen. Verder zou ik willen weten of er door de reinigingscontroleur wel eens lucht- en watermonsters worden genomen. De Voorzitter: Dat gebeurt niet; dat is niet de taak van de reinigingscontroleur. Ik weet niet precies wie het doet, maar die taak ligt bij de provincie. Ik weet wel dat het gebeurt. De provincie heeft daar een

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 9