Wr' -v: v v
mo
zult u moeten beslissen. Er is dus nog geen enkele
beslissing genomen.
De heer Weide (weth.): Ik zou hier nog aan toe
willen voegen dat het ministerie in het kader van de
nieuwe Bibliotheekwet niet meer akkoord kan gaan
met de huidige huisvesting van de Openbare Biblio
theek. Wil de Openbare Bibliotheek in de toekomst
volledig binnen de subsidienormen van het ministerie
vallen dan moet men voor 1 januari 1977 een nieuw
huisvestingsplan bij het rijk hebben ingediend.
De Voorzitter: Dat zal een element zijn dat de
raad moet incalculeren bij het nemen van een beslis
sing. Zodra het zover is dat wij spijkers met koppen
kunnen slaan komen wij bij de raad.
De heer Ten Hoeve: Dan zijn de onderhandelingen
natuurlijk al een heel eind gevorderd. Waar het mij nu
eigenlijk bij deze vraag om ging is het volgende. Ik
ben het helemaal met de wethouder eens, de Beurs is
uitstekend geschikt dienst te doen voor de Openbare
Bibliotheek met alle taken die daarbij horen. Daar is
dus geen verschil van mening over. Maar door de aard
van het gebouw is dat gebouw voor een heleboel din
gen geschikt. Dat blijkt nu. De Sportraad heeft ook
een aanbeveling gedaan. Het is steeds zo dat in de Beurs
bepaalde activiteiten plaats vinden. Wij hebben daar
naast in onze stad andere gebouwen waar voor mijn
gevoel ik laat dan even de grote buiten beschouwing
op dit moment wel een bibliotheek in zou kunnen
maar niet een sporthal of een grote manifestatie of
wat dan ook. Wij hebben dus te maken met een aantal
gebouwen die wij aanstonds moeten vullen. En in dit
verband leg ik even een relatie tussen het weeshuis en
de Beurs. Beide moeten gevuld worden. Nu is al op
gemerkt dat het weeshuis te klein is; er ligt nog ruim
te bij, maar daar wil ik nu niet verder op ingaan. Wat
ik nog wel wil vragen is dit. U schrijft hier dat de rijks
inspectie het Nieuwe Stadsweeshuis minder geschikt
vindt. De wethouder zei net dat de rijksinspectie zijn
voorkeur heeft uitgesproken voor de Beurs. Dat kan ik
mij levendig voorstellen; als je laat kiezen tussen een
meer geschikt en een minder geschikt gebouw dan kie
zen ze het meer geschikte gebouw. Hij heeft verder
ook nog het woord „afgewezen" gebruikt. Wat is nu
precies het geval?
De Voorzitter: Wij hebben heel duidelijk laten we
ten wat ons standpunt is. Ik kan u de verzekering
geven dat het standpunt van de rijksinspectie niet de
doorslag heeft gegeven. Zijn standpunt speelt natuur
lijk wel een rol mee; dat is ook logisch. Wij zijn in
derdaad van mening dat, op grond van de argumenten
die weth. Weide net noemde o.a. de omvang en
de ruimte van hét gebouw; de bibliotheek vereist nog
al wat en op grond van de discussies die in de
raad hebben plaats gehad, gekozen moet worden voor
de Beurs. Er zijn verschillende, zelfs bewogen discus
sies gevoerd in de raad over een goede plaats voor de
Openbare Bibliotheek; verschillenden van u kennen
die discussies. Wij zijn van mening dat deze vestiging
op deze plaats in de stad een uniek stuk levendigheid
zou brengen. Op elk moment zullen er dan mensen
in- en uitlopen. Wij zijn van mening dat ook de ligging
zodanig is dat het de meest geschikte plaats is die
wij zouden kunnen aangeven voor de Openbare Biblio
theek. Wij hoeven nu niet verder te praten over het
besluit dat genomen zal moeten worden en de conse
quenties daarvan, maar als de raad van mening zou
zijn daarom hebben wij ons ook zo concreet uitge
sproken om deze gedachtenwisseling met de raad mo
gelijk te maken dat de Openbare Bibliotheek beslist
onder geen beding in de Beurs gehuisvest zal mogen
worden dan willen wij dat wel graag weten. U bent
niet gebonden, ook niet als wij met een voorstel ko
men; dat wil ik met nadruk zeggen. Maar het is toch
aan de andere kant zo dat het niet erg zinvol zou zijn
dat wij ons uitsloven in gesprekken met het bestuur
van de Openbare Bibliotheek, het ministerie en de rijks
inspectie als de raad toch van plan is nee te zeggen.
In dat geval zouden wij graag zien dat u tijdens de dis
cussie zegt: Houd maar op, zoek maar een andere
plaats want met de Beurs gaan wij onder geen beding
akkoord. Zo zou ik het even willen stellen. Als u dat
nu niet zegt betekent dat niet dat u straks hangt. Wij
komen dan met een voorstel met alle financiële con
sequenties e.d. Op grond van dat voorstel moet u dan
beslissen. Het kan zijn dat u zegt dat het niet in het
totale beleidspatroon van de gemeente Leeuwarden
kan.
De heer C. de Jong: Verdient het geen aanbeveling
om het Nieuwe Stadsweeshuis als alternatief te ge
bruiken? Bekeken zou dan moeten worden of dat af
gewezen dan wel gunstig beoordeeld moet worden. De
raad weet dan t.a.v. dat pand waar hij aan toe is.
Als er een mogelijkheid is in dat gebouw kan de raad
kiezen. Het kan ook zijn dat u tot de conclusie komt
dat het niet haalbaar is of veel te duur zou worden.
Ik zou wel graag willen dat het Nieuwe Stadswees
huis bij de overwegingen wordt betrokken.
De heer Weide (weth.)Het bestuur van de Open
bare Bibliotheek wil op dit moment wel verder gaan
met het uitwerken van de plannen e.d. Wij hebben
gezegd: Doe dat nu niet, want de raad moet eerst een
juitspraak doen over het wel of niet vestigen van dc
bibliotheek in de Beurs. Pas daarna kunnen wij praten
over de vraag wie er gaat verbouwen. Er moet worden
gesproken over de eigendomssituatie. Ik zou mij kun
nen voorstellen dat de gemeente de Beurs in eigendom
houdt. Het verbouwplan moet aangemeld worden voor
de A.C.W. en dan is het de vraag of wij 95% of 75%
subsidie krijgen. Er is een soortgelijke toestand m.b.t.
de eigendomssituatie als bij de Harmonie. Op dit mo
ment gebeurt er niets. Zowel het bestuur van de Open
bare Bibliotheek als het rijk wacht de beslissing van
de raad af.
Dan nog iets over het Nieuwe Stadsweeshuis. Dat
pand wordt betrokken bij het onderzoek m.b.t. de ruim
te die wij nodig hebben voor de amateuristische kunst
beoefening. Wij worden van alle kanten bestormd met
aanvragen voor ruimte voor orkesten, jeugdclubs, hob
byclubs e.d. die overal klem zitten. Juist het Nieuwe
Stadsweeshuis zou daarvoor een heel geschikt gebouw
zijn. Het overleg is nog gaande en verkeert nog maar
in een pril stadium. Wij proberen wel te voorkomen
dat dit gebouw lang leeg blijft staan.
De Voorzitter: Wat betreft het Nieuwe Stadswees
huis als alternatief voor de Openbare Bibliotheek kan
ik u nog meedelen dat, toen er nog geen sprake was
van de Beurs als vestigingsplaats voor de bibliotheek
wij spraken toen nog over een concertzaal in de
Beurs het bestuur van de Openbare Bibliotheek
ons al kenbaar heeft gemaakt dat het Nieuwe Stads
weeshuis niet kon. Toen wij bezig waren met de plan
nen voor de G.S.D. hebben wij het bestuur van de
Openbare Bibliotheek een aantal mogelijkheden in
overweging gegeven waaronder ook het Nieuwe Stads
weeshuis. Men is daar serieus in gedoken. De Beurs
was toen nog helemaal niet in het geding want wij
waren toen nog bezig met de plannen om van de
Beurs een concertzaal te maken. Men heeft ons toen
al kenbaar gemaakt dat het Nieuwe Stadsweeshuis
ongeschikt was voor het onderbrengen van de biblio
theek.
De heer Ten Brug (weth.): Ik wil nog graag iets
zeggen over de bestemming van het Nieuwe Stads
weeshuis. Het is niet zo dat wij daar niets van weten.
Er staan op het moment al een aantal scholen in de
rij om daar een eerste overbruggingsperiode in huis
vestingsnood te krijgen. Dat Nieuwe Stadsweeshuis
kunnen wij naar het nu lijkt naar alle kanten kwijt.
Daar hoeft niemand zich ongerust over te maken.
De Voorzitter: Ik zou dit willen vragen. Wij heb
ben dus als college een duidelijk standpunt ingenomen.
Ik dacht wel dat het college het op prijs zal stellen
dat de raad, als hij meent dat wij deze koers niet ver
der moeten volgen, dat tijdens de plenaire zitting dui
delijk laat weten. Ik zeg dat nu want dan kunt u er in
de fracties ook nog eens rustig over praten. Als u er
dan geen bezwaar tegen maakt dan ik wil dat nog
maals met nadruk zeggen hangt u niet want dan
komen wij natuurlijk nog met een voorstel waarin al
lerlei elementen zijn verwerkt waarover dan nog een
beslissing moet worden genomen. Maar als u ons stand
punt aanvaardt is het wel zo dat voor ons het groene
licht brandt dat wij door kunnen gaan met de onder
handelingen met de Openbare Bibliotheek over de
Beurs als vestigingsplaats. Meer betekent die aanvaar
ding van ons standpunt niet. Ik zou dus graag willen
afspreken dat u er in de fracties nog eens rustig over
praat en dat u tijdens de plenaire zitting uw mening
laat weten. Het kan misschien in de algemene beschou
wingen worden ingebouwd, maar u zou het punt ook
kunnen claimen.
De heer Ten Hoeve: Het punt kan wat mij betreft
wel onder voorbehoud op het bekende lijstje geplaatst
worden.
De Voorzitter: Wij zullen noteren dat de heer Ten
Hoeve dit punt onder voorbehoud claimt.
G. Kreativiteitscentrum.
De heer B.uising: Sinds het Kreativiteitscentrum
draait is het een begrip geworden in de stad. U hebt
er als college indertijd hard voor geijverd om het van
de grond te krijgen, u hebt indertijd gebruik gemaakt
van gunstige omstandigheden die zich plotseling voor
deden om het centrum aan een onderkomen te helpen.
Als dat toen niet was gebeurd zou je je nu eigenlijk
kunnen afvragen of het er überhaupt op dit moment
zou zijn geweest. Maar het is er gelukkig en boven
dien draait het ook nog als een trein. Men kan er het
werk, heb ik vernomen, alleen maar aan als er van
de kant van de mensen die het laten draaien een enor
me inzet wordt getoond en dat wordt er. Het is mij
bekend dat de projectleider ook al in de tijd dat hij er
nog maar voor 30 uur per week werkte regelmatig
weken maakte van 60 uur en meer. Dat hij inmiddels
in een volledige betrekking is aangesteld dus niet
meer voor 30 uur is een zaak geweest van het recht
trekken van een scheve toestand waarover ook de wet
houder zijn tevredenheid schijnt te hebben uitgespro
ken. Maar verder schijnt jammer genoeg zo langza
merhand de indruk te ontstaan dat voor het Kreativi
teitscentrum, althans bij het college, min of meer het
spreekwoord gaat gelden dat het hebben van de zaak
het eind betekent van het vermaak. Ik zal niet zeggen
dat deze indruk wordt gewekt door het feit dat de op
10 december van het vorige jaar ingediende ontwerp
begroting voor 1975 in de ogen van het college geen
genade kon vinden, want er bereikt u deze week een
brief het is al donderdag en misschien heeft die
brief u al bereikt van het stichtingsbestuur waarin
het bestuur zich duidelijk bewust blijkt te zijn van de
noodzaak om een pas op de plaats te maken. Die brief
bevat n.l. een gewijzigde ontwerp-begroting voor 1975
en daarop is vergeleken bij die van december fors be
zuinigd, misschien zelfs wel te fors. Maar het bestuur
was te verstaan gegeven dat dat moest. Daarom staan
de stafdocent en de secretaresse die beiden eigenlijk
broodnodig zijn er nu weer pro memorie op. Men is dus
duidelijk bereid om te roeien met de riemen die men
heeft. Daarom vind ik het ook niet zo sympathiek dat
er in het antwoord op vraag 476 met stijgingen van
120% en 200% wordt geschermd, want die stijgingen
zijn gebaseerd op ramingen uit de tijd dat het centrum
nog niet of nog maar nauwelijks draaide. Deze ramin
gen waren niet op ervaringscijfers gebaseerd en boven
dien waren ze in zeer nauw overleg met de gemeente
zeg maar rustig: vanuit de gemeente gemaakt.
Daarom is het fout, vind ik, om het centrum daar nu
aan op te hangen. Wat betreft de inkomsten uit cur
sussen speelt er ook nog een verwarrende omstandig
heid mee en daarom citeer ik even uit die brief. Daar
staat n.l. dit in: ,,De post cursusgelden wijkt evenwel
af van de verwachtingen die in het najaar van 1973
bestonden. Deze zijn destijds ten gevolge van onerva
renheid met de materie te hoog geraamd. Gerekend is
toen op een langere periode waarin deze zouden bin
nenvloeien en voorts is toen het verband met de post
docentenhonoraria wat uit het oog verloren. Ter zijde
zij vermeld dat deze zelfde fout ook voor 1974 heeft
gegolden. Tegenover de thans geraamde lesuren kan
niet worden gerekend zonder tot zodanige verhoging
van de cursusgelden te komen dat daardoor het be
staan van het centrum wordt bedreigd, op een bedrag
van meer dan f 70.000,Ik moet u zeggen dat ik
hier volledig achter sta. Ik durf ook in dit verband een
beroep op u te doen omdat u zelf op blz. 192 van de
beleidsnota schrijft dat de komende periode prioriteit
zal moeten worden gegeven aan de ontwikkeling van
de sectoren kunstzinnige vorming, creativiteitsontwik-
keling en amateuristische kunstbeoefening. „Uit een
oogpunt van" ik vind het een prachtige zin „het
stimuleren van de maatschappelijke betekenis van de
kunst zijn juist deze sectoren motoren voor het op gang
brengen van een gewenste ontwikkeling. Het voor de
komende jaren leggen van een duidelijk accent in deze
sectoren heeft als eerste uitgangspunt een leidraad
voor de werkzaamheden gevormd."
Nu was ik ook van plan, onder meer op grond van
deze zelfde zinsnede, terug te komen op de subsidiëring
van de amateuristische kunstbeoefening. Er is een re
geling onderweg; de Culturele Raad heeft hem al aan
genomen en heeft tot zijn grote spijt wel moeten ac
cepteren dat die regeling vanwege de financiële nood
slechts gefaseerd ingevoerd kan worden. Maar ik moet
u zeggen dat ik op dit moment eigenlijk een beetje
door tijdgebrek wordt geplaagd om er voldoende op
in te gaan, maar ik zou bij de plenaire zitting het recht
willen hebben om daar nog even op terug te komen
en eventueel ik wacht even het antwoord van de
wethouder af ook op het Kreativiteitscentrum.
De hear Van der Veen: Even oer punt 481. As de
amateuröfdieling by it Kreativiteitssintrum komt, is
dan de wei frij om fan it Musykynstitüt in folsleine
biropsskoalle to meitsjen of om dy fierder üt to bou
wen? Soe mei de amateuröfdieling by it Kreativiteits
sintrum to lüken al net in ünderwiisprojekt fan de
groun komme kinne? Hoenear tinke jo dat der oer it
gearwurkjen advisearre wurde sil?
De heer Van der Wal: Ik wil mij voor 100% aan
sluiten bij wat de heer Buising gezegd heeft over het
Kreativiteitscentrum. Er ligt dus een vrij recente sub
sidie-aanvraag i.v.m. de begroting 1975 die sluit voor
wat het subsidie van de gemeente betreft op
f 138.200,In het beleidsplan staat een bedrag ge
noemd van f 108.000,Er is dus een gat van
f 30.000,De Culturele Raad heeft n.a.v. een begro
ting die ingediend is in het najaar van 1973 dat
was ook een begroting voor 1975 en die sloot met
een bedrag van f 123.000,geadviseerd dat bedrag
als basis te nemen voor het beleidsplan. Nu is er vrij
recent de heer Buising heeft al uitgebreid aange
geven dat er nu veel meer ervaringscijfers bekend
zijn een nieuwe begroting ingediend; er blijft een
bedrag over van f 138.200,De gemeente raamt dus
f 108.000,Nu is de vraag waar die f 30.000,van
daan moet komen. De heer Buising heeft ook al aan
gegeven dat er enorm is gekapt, vooral wat betreft
personeel, t.o.v. de ideale begroting die in december
j.l. bij de gemeente is ingediend. Ik zou er nog op
willen wijzen dat ook de invalidenentree die eigenlijk
broodnodig is en die C.R.M. eigenlijk ook als voor
waarde heeft gesteld(De heer Buising: Het is
zelfs vereist.) nu toch weer is geschrapt en een jaar
is opgeschoven. Je kan die f 30.000,dus op 2 manie
ren halen. Je kunt de inkomsten met f 30.000,ver
hogen. Dat zou dus op de begrote inkomsten van
f70.000,ongeveer een verhoging met 40% beteke
nen als je het grof over de hele linie verspreidt; dat
zou volgens het bestuur en ook naar mijn mening een
onaanvaardbare cursusgeldverhoging inhouden. Je zou
het bedrag ook in de uitgaven kunnen zoeken. Maar
omdat er al zoveel geschrapt is is er op de post perso
neel al helemaal niets meer te vinden. Dan blijft het
kappen in de activiteiten over en dan vooral het kap
pen in de activiteiten die verlies opleveren. Op het
ogenblik is het zo dat, sec de activiteiten gerekend,
per uur ongeveer f 9,overblijft, even afgezien van
alle overheadkosten, voor de volwassenenactiviteiten
en dat bij de jongerenactiviteiten f 10,bij moet. Nu
speelt dat ongeveer quitte. Dat zou dus betekenen dat,
als je op activiteiten wilt bezuinigen, je dat juist moet
doen in de jongerensector, want als je het in de vol
wassenensector doet levert het alleen nog maar extra