w-1 ■-^-r v
xl&
verlies op. Nou, dat kan ook niet, want en de heer
Buising heeft dat uitgebreid geciteerd je moet juist
bij de jeugd beginnen met de creatieve vorming. Mijn
vraag is dus concreet waar u denkt dat die f30.000,
vandaan moet komen.
De heer Weidei (weth.)Alles wat hier over het
Kreativiteitscentrum gezegd is kan ik onderschrijven.
Wij hebben altijd een zeer goed contact gehad met
het bestuur zowel als met de projectleider van het
centrum. Het heeft verschrikkelijk veel tijd gekost om
het centrum van de grond te krijgen, maar nu het er
is overtreft het eigenlijk alle verwachtingen. Er zijn
ongeveer 1.200 cursisten en dat is niet gering. De
financiën is duidelijk een moeilijke zaak. Volgende
week komt een aanvullend subsidie voor 1974 in de
raad aan de orde. Het is altijd vervelend om achteraf
met een aanvullend subsidie te komen, maar men zat
met zeer grote startmoeilijkheden omdat men van al
lerlei zaken nog te weinig af wist zodat deze f 40.000,
wel verantwoord is. De personeelsbezetting is inder
daad gering, de projectleider maakt verschrikkelijk veel
uren terwijl zijn honorering daar niet naar is. Net als
bij het Fries Natuurhistorisch Museum het geval is
zullen ook de mensen die het Kreativiteitscentrum run
nen behoorlijk gehonoreerd moeten worden. Het bedrag
van f 108.000,dat wij in de begroting hebben opge
nomen is natuurlijk niet zo maar uit de lucht gegre
pen. Het is gebaseerd op de begrotingen die het cen
trum zelf bij ons heeft ingediend. Nadien hebben wij
nog weer overleg gehad en heeft men herziene begro
tingen ingediend. De laatste begroting was ruim
f 300.000,Wij hebben toen een gesprek met hen ge
had en gezegd dat dat beslist niet kon, dat dat volko
men onmogelijk was omdat wij dat geld niet hadden
en dat er tot een stop overgegaan zou moeten worden.
Dat is destijds bij het Muziekinstituut ook het geval
geweest. Het geld is er gewoon niet, de beleidsnota is
uit en wij kunnen het geld niet vinden. Wij hebben
deze zaak ook besproken met het ministerie om te
zien of het ministerie nog de nodige middelen hiervoor
beschikbaar zou kunnen stellen, maar ook daar laat
men het afweten; men werkt al sinds jaar en dag aan
een soort subsidieregeling voor creativiteitscentra en
de beleidsafdeling van het ministerie heeft de zaak
wel rond, maar de afdeling financiën komt er niet uit.
Tot zolang blijven de creativiteitscentra voor het over
grote deel ten laste van de gemeenten. Ik heb deze
zaak ook al eens aangekaart bij g.s. ik dacht „nee
heb je, ja kan je krijgen" omdat het Kreativiteits
centrum toch ook wel functioneert voor de regio, maar
g.s. waren van mening dat zij daar niet aan konden
beginnen omdat zij dan ook van de andere creativi
teitscentra er zijn er nog 2 of 3 in de provincie
soortgelijke aanvragen zouden krijgen. De kunstzinni
ge vorming en de amateuristische kunstbeoefening heb
ben de hoogste prioriteit in onze beleidsnota. Wij heb
ben voor het jaar 1975 f 68.000,meer geraamd voor
het Kreativiteitscentrum. Dat is bij hen bekend. Zij
hebben nu een herziene begroting ingediend van
f 138.000,er is dus een gat van f 30.000,Ik
zou hen het geld graag willen geven, maar het is er
niet. Dat is mijn antwoord m.b.t. het Kreativiteitscen
trum. Ik vind dat zij het verdienen geholpen te worden,
want zij verrichten hun taak uitstekend en zij voorzien
duidelijk in een behoefte. Wij geven f 68.000,meer
en dat wordt jaarlijks verhoogd met f 5.000,Meer
hebben wij niet.
De heer Buising: Mag ik hier even op reageren?
De begroting die in december j.l. is ingediend is, zoals
de heer Van der Wal ook al zei, een begroting die uit
ging van een ideale toestand. Dat kon niet, dat ben
ik wel met u eens. Nu zijn die mensen aan het denken,
aan het rekenen en vooral aan het schrappen gegaan
en zij kunnen zich eigenlijk niet meer uitkleden dan
zij nu gedaan hebben. Dat is in het kort de reden
waarom ik eigenlijk wel zou willen dat u voor mij
noteert dat ik bij de plenaire zitting even terug wil
komen op het verschil van f 30.000,dat er is.
De heer Weide (weth.): Ik zou nog graag een op
merking willen maken, misschien trekt de heer Bui
sing dan zijn claim terug. Ik heb het bestuur nog wel
in overweging gegeven om, als het in moeilijkheden
zit met het personeel dat is n.l. de bottleneck
gebruik te maken van de werkloosheidsregelingen die
er zijn. (De heer Buising: Kunt u dat misschien nog
even nader omschrijven?) Men kan in de sector ad
ministratie en in de sector van de begeleiding een
beroep doen op de z.g. T.A.P.-regeling. (De heer Van
der Wal: Dat gebeurt ook al.) Nee, nog niet ten
volle.
De Voorzitter: Als de raad meent dat dit punt
weer op tafel moet komen dan noteren wij dat. Wij
hebben ons best gedaan, men krijgt ook al aanzienlijk
meer.
De heer Buising: Dat weet ik ook wel. Maar ik
wil dit punt toch claimen. (De heer Van deï Wal: Ik
ondersteun dat.) Mijn claim betreft punt 476. (De
Voorzitter: U bent, kort gezegd, van mening dat ook
die f30.000,nog op tafel moet komen.) Ja, daar
komt het op neer.
De wethouder heeft niet gereageerd dat was ook
moeilijk want ik heb daar niets duidelijks over ge
zegd op het gefaseerd invoeren van de subsidie
regeling voor de amateuristische kunstbeoefening. Dat
vind ik in wezen net zo'n soort probleem als het pro
bleem waar wij nu over hebben gesproken. Ik heb er
geen bezwaar tegen daar nu niet over te spreken,
maar ik wil ook dat punt graag claimen. (De Voor
zitter: Dat was het punt uit het vorige hoofdstuk?)
Ja, punt 468. (De Voorzitter: Dat impliceert dat u
ten aanzien daarvan meent dat er meer moet gebeu
ren?) Ja, daar komt het wel op neer. (De heer Weide
(weth.): Er is een wijziging in gekomen; er komt
f3.000,meer.) Maar hebben wij dat voorstel al? (De
Voorzitter: Ja, dat staat in het dunne boekje dat wij
u hebben gestuurd.) (De heer Ten Brug (weth.): Het
wordt van f105.000,op f108.000,gebracht.) Dat
zal ik dan nog eens even nakijken. (De Voorzitter:
Is de heer Buising over dit punt tevreden gesteld?)
Nou, dat weet ik niet zeker; ik claim het punt toch
maar. Dat hindert toch ook niets? (De Voorzitter:
Nee, u kunt natuurlijk alle punten claimen.) Daar
gaat het helemaal niet om. Het feit dat iemand een
punt claimt betekent toch niet automatisch dat hij er
ook werkelijk op terugkomt! Ik wil graag, als ik het
nodig vind, daar nog iets over zeggen.
De Voorzitter: Het gaat er alleen maar om dat
wij straks een goede begrotingsvergadering kunnen
houden. Ik doe alleen een beroep op u niet al te ge
makkelijk punten te claimen. Een claim moet toch
wel een duidelijke grondslag hebben. (De heer Buising:
U hebt wat dat betreft toch geen last van mij gehad?)
Nee, natuurlijk niet. Wij zullen ook deze claim noteren.
De heer Weide (weth.): Ik ben nog een antwoord
schuldig aan de heer Van der Veen over de samen
werking tussen de amateurafdeling van het Muziek
instituut en het Kreativiteitscentrum. Daarover is in
tern overleg geweest tussen de wethouder van Onder
wijs en mij; bovendien hebben wij over deze kwestie
overleg gevoerd met C.R.M. Er is een werkgroepje
bezig deze samenwerking te bestuderen; er zitten nog
al wat haken en ogen aan, o.a. wat betreft rechtspo
sitie personeel en subsidieregeling. Het is echt niet
een eenvoudige zaak, maar de eerste stap zou kunnen
zijn om gezamenlijk één zakelijk leider aan te stellen
voor beide instituten. Het huisvestingsprobleem speelt
ook nog een rol, maar daar kan de wethouder van On
derwijs die de muziekpedagogische academie in zijn
portefeuille heeft misschien nog wat nader op ingaan.
De heer Ten Brug (weth.): Als ik de heer Van
der Veen goed begrepen heb dan vraagt hij of wij op
deze affaire niet een onderwijsinstituut kunnen bou
wen. Als voorbeeld zou je dan kunnen nemen dat wij
op de amateuristische muziekbeoefening de vakoplei
ding hebben gebouwd. Nu is dat inderdaad het geval
geweest, alleen, wij moeten het niet te eenvoudig zien
dat de vakopleiding alleen maar het natuurlijke vervolg
is van de amateuropleiding. Wij misten de vakoplei
dingsmogelijkheid in Leeuwarden en om die mogelijk
heid te openen hebben wij oorspronkelijk aan de ama
ifr-»iaiaLSTÜ» aZ'sBStBms!
af/33
teuropleiding een cursus vakopleiding verbonden. Die
is tot ons groot genoegen uitgegroeid tot de eerste
muziekpedagogische academie in het land. Dat bete
kent nu ook dat is duidelijk; dat is in beginsel,
dacht ik, hier ook al besproken dat je de vakoplei
ding en de amateuropleiding moet scheiden. Dat is ook
een eis van de minister; het ene is een school en het
andere is een instituut. Ik geloof dat bij het Kreativi
teitscentrum niet dezelfde ontwikkeling aan de orde
zal zijn want de docenten voor dit soort instituten ko
men van de zijde van de academies voor beeldende kun
sten; daar is dus al een opleiding voor. Wij hebben er
hier in Leeuwarden een avondopleiding voor. Verder
is er hier de opleiding aan de Akademie voor Woord
en Gebaar. In beginsel hebben wij deze opleidingen dus
al die u op het Kreativiteitscentrum zou willen bouwen.
De hear Van der Veen: Soe it finansieel ek noch
hwat ütmeitsje? Soene jo dan üt de ien of oare ün-
derwiispot subsydzje krije kinne?
De heer Ten Brug (weth.): De eerste opleiding die
ik noemde is een onderwijsinstituut, wat de tweede
opleiding betreft wordt op het moment getracht die
als onderwijsinstituut erkend te krijgen. Via de ama-
teurlijn zijn geen gelden binnen te krijgen; dat gaat
n.l. via C.R.M. De opleidingsinstituten krijgen geld via
het Ministerie van Onderwijs. (De hear Van der Veen:
Ja, dat bigryp ik.)
Hj. Beeldende Kunst.
De heer Pronk: U zegt in het antwoord op vraag
482 dat u van mening bent dat in het algemeen bij
ieder door de gemeente te realiseren gebouw de 1%-
regeling dient te worden toegepast. Verder zegt u
„In het krediet voor de brandweerkazerne is hiervoor
geen bedrag opgenomen. Wij zullen trachten van de
A.C.W. machtiging te verkrijgen de 1% -regeling als
nog in de bouwkosten te mogen opnemen." De vraag
is dan of dat gebeurd is en of er resultaten van bekend
zijn. Ik zou hier nog een vraag aan vast willen koppe
len. Is er voor het zwembad/sporthalcomplex in het
plan Kalverdijkje rekening gehouden met de 1% -rege
ling?
De heer Buising: Ik zou graag willen weten hoe
ver uw overleg met de provincie is gevorderd over
een bijdrage van provinciale zijde t.b.v. de S.B.K. Dat
is punt 485.
Dan heb ik nog een vraag over punt 486. Ik meen
te weten dat het de bedoeling is dat van het geld dat
uitgespaard wordt doordat het kunstcentrum Prinsetün
niet meer wordt gesubsidieerd een pand ten behoeve
van de S.B.K. zal worden aangeschaft. Ik meen dat
dat subsidie ongeveer f 80.000,bedraagt en de vraag
is of het genoeg zal zijn om een dergelijk pand te ko
pen. Bovendien wilde ik u nog vragen of het allemaal
al zo ver is gevorderd dat een en ander nog dit jaar
zijn beslag krijgt. Wij hebben vanmiddag in de Cultu
rele Raad het ontwerp van de statuten voor de S.B.K.
behandeld; dat gaat met een positief advies naar het
college terug, dus wat dat betreft kan dat allemaal wel
doorgang vinden. Alleen, dat moet natuurlijk wel uit
lopen op het feit dat er vandaag of morgen een gebouw
wordt aangeschaft, als ik het zo even mag zeggen.
De heer Ten Ho^ve: Even iets over punt 483. Wij
hebben in Leeuwarden een unieke topografische atlas.
Die is waardevol in materiële zin, maar vooral ook in
esthetische en historische zin. De laatste jaren is aan
de uitbouw van die topografische atlas niets gedaan.
U zegt nu dat u wilt bevorderen dat aan de uitbrei
ding van de topografische atlas wat gedaan wordt.
Ik vind dat prachtig, maar ik denk wel dat u daar
enige moeilijkheden mee krijgt. Er staat een bedrag
van f3.000,voor op de begroting; momenteel wordt
dat gebruikt voor plaksel, karton en kaartenkasten.
Schilderijen en afbeeldingen die daar eigenlijk van ge
kocht zouden moeten worden worden niet gekocht. Ik
kom niet met een voorstel dat bedrag te verhogen en
het op een andere manier te besteden, maar ik switch
dan even naar punt 464 en u geeft daar eigenlijk al
een antwoord in die zin, maar ik zou het nog even wil
len benadrukken en zou u willen verzoeken te zoe
ken naar een mogelijkheid om in het kader van de re
geling voor beeldende kunstenaars één of meer mensen
in te schakelen bij het uitbouwen van deze topografi
sche atlas.
De heer Weide (weth.)Allereerst de opmerkin
gen van de heer Pronk m.b.t. de 1%-regeling. U weet
dat het college al het mogelijke doet om deze regeling
uit te kunnen voeren. Maar de A.C.W. weigert dit;
die neemt dit niet mee. Dat is een keihard gegeven.
Wanneer wij de begrotingen bij de A.C.W. indienen
worden deze posten er stellig uit gehaald. Het blijft
echter wel voortdurend onze aandacht houden. Mocht
er ruimte in de begrotingen overblijven dan kunt u
er van overtuigd zijn dat wij dan, eventueel aangevuld
uit het fonds voor stadsverfraaiing of voor monumen
tale kunst, de beeldende kunst wel aan zijn trekken
laten komen m.b.t. gemeentelijke gebouwen. Zowel
m.b.t. het zwembad/sporthalcomplex als m.b.t. de
brandweerkazerne mag het van de A.C.W. niet wor
den meegenomen, maar als er ruimte is kunt u er van
overtuigd zijn dat wij er alles aan zullen doen om
het wel gerealiseerd te krijgen. (De Voorzitter: Ruim
te in ons eigen aandeel.) Ja, in ons eigen geld. (De
heer Van der Wal: Er zijn wel veel kosten die door
de A.C.W. niet worden meegenomen, advieskosten b.v.
mag je ook niet meenemen. Je moet gewoon ruimte
maken.) Het is zeer verschillend bij de advieskosten.
De A.C.W. hanteert zijn eigen regeling en niet de
onze. (De heer Van der Wal: Nee, daarom zeg ik ook
dat de 1% -regeling wat dat betreft helemaal geen
uitzondering is. Er zijn veel meer kosten die wij zelf
op moeten brengen.) Het gaat nu over de 1%-regeling.
(De heer Van der Wal: U zegt „als er geld overblijft",
maar die ruimte moet u natuurlijk zelf maken.) (De
Voorzitter: Kunt u ons dat geld dan geven?) (De
heer Van der Wal: Nee, natuurlijk niet. Ik bedoel
te zeggen dat ik vind dat het nu veel te veel als sluit
post wordt gebruikt. U wilt eerst eens kijken of er
nog iets overblijft van het krediet.)
De Voorzitter: Wij zullen, dacht ik, eerst een ge
bouw neer moeten zetten; dat moet wel gebeuren.
Als er dan nog ruimte is is dit een heel urgent punt.
Ik kan ook verwijzen naar wat er in de praktijk ge
beurt. Daar waar enigszins mogelijk realiseren wij
het, maar het is te simpel om te stellen dat het altijd
gebeurt.
De heer Weidd (weth.): Het meer is natuurlijk
nooit vol, maar ik dacht dat de beeldende kunst de
laatste tijd in Leeuwarden behoorlijk aan zijn trekken
komt als je de monumentale versieringen in de stad
zo ziet.
De heer Buising heeft gevraagd hoe het staat met
de bijdrage van g.s. aan de S.B.K. Ik hoef hier niet zo
diep op in te gaan. De heer Buising weet ook wei dat
wij een zeer intensief overleg hebben gevoerd met g.s.
Prov. staten hebben al eens nee gezegd en de zaak te
rug verwezen naar g.s. Nu wordt 23 april een nieuw
voorstel van g.s. in de staten behandeld. Het gaat wel
om een aflopend subsidie, maar gehoopt wordt dat het
rijk in de toekomst een groot gedeelte zal gaan over
nemen. Wij hopen nog dit jaar met het S.B.K.-centrum
te kunnen starten. De zaak komt uiteraard nog in de
raad aan de orde. Het geld dat wij nu beschikbaar stel
len aan de Fryske Kultuerried voor de tentoonstellings
activiteiten in de Prinsetün wordt ingebracht in de
gelden voor de S.B.K. en zal o.m. ook worden aange
wend voor de eventuele aankoop van een pand. Het
gaat om een bedrag van f 86.000,en een pand zal
misschien wel meer kosten. Dit zijn natuurlijk niet de
kapitaallasten van een pand, want die f 86.000,staat
in de begroting op jaarbasis. Dit wordt in het totaal
van de begroting van de S.B.K. meegenomen.
De heer Ten Hoeve heeft nog even gevraagd naar
het inschakelen van beeldende kunstenaars bij de topo
grafische atlas. Het zal dat ben ik met hem eens
niet eenvoudig zijn om die zaak snel en goed van
de grond te krijgen, maar van onze kant zullen wij er
alles aan doen om de beeldende kunstenaars hier zo
veel mogelijk bij in te schakelen. Ik zeg er echter bij
dat dat niet zo eenvoudig is, maar het moet wel ge-