zullen daar bij de behandeling van de geclaimde punten nog op terugkomen en u voorstellen om dat
punt op te nemen op de plaats waar het hoort.
De heer Weide heeft nog een aantal opmerkingen gemaakt over de sport in de zin: wij zijn erg
tevreden, wij zijn op de goede weg. Wij zijn voor een deel op de goede weg, maar er zijn nog veel
wensen. Ik wil daar nu niet verder op ingaan omdat er in de afdelingsvergadering is gezegd dat de
sportnota nog in de raad behandeld zal worden. De opmerkingen die wij hebben kunnen wij dan wel
kwijt.
Ik wil nog even reageren op een paar opmerkingen die door andere raadsleden zijn gemaakt. De
heer Heidinga heeft gezegd dat de ontwikkeling m.b.t. artikel 12 niet nodig was geweest omdat des
tijds van C.C.P.-zijde voorstellen zijn gedaan. Ik dacht dat de heer Ten Brug hem al duidelijk had
geantwoord. Die voorstellen betroffen incidentele bezuinigingen en boden geen oplossing voor de
langere termijn. Wij zijn voor sanering maar dan op grond van een beleidsplan en meerjarenramingen
zoals u het nu ook aan ons hebt voorgelegd.
Het nut en het rendement van de inspraak moet onderzocht worden, heeft de heer Heidinga
gezegd. Wij delen dat standpunt, overigens niet alleen op het terrein van de inspraak, overal waar
wij bezig zijn moeten wij nut en rendement onderzoeken. Zo'n opmerking mag voor mijn gevoel
echter niet de suggestie wekken dat wij er wel zonder kunnen. Plannen die de burgers aangaan mogen
niet over hen en zonder hen gemaakt worden.
Ook met de opmerking dat niet om de haverklap terug gekomen moet worden op raadsbesluiten
ben ik het eens. De continuïteit in het bestuur is belangrijk, niet in het minst vanwege het feit dat
de rechtszekerheid van onze inwoners niet mag worden aangetast. Toch moeten wij niet bang zijn om,
wanneer er nieuwe ontwikkelingen zijn, daar op in te spelen; die durf moeten wij hebben. Op
bepaalde ogenblikken zullen wij dan ook gewoon vanwege de gewijzigde omstandigheden op beslis
singen terug moeten komen, dat is onze plicht.
De heer Schaafsma spreekt over hersenschimmeri j betreffende plannen die toch niet uitgevoerd
zullen worden. Ik heb mij even afgevraagd of hij hiermee de plannen bedoelde betreffende Leeuwarden'
laag of iets dergelijks. Over het verkeers- en vervoersplan heeft hij een aantal negatieve opmerkingen
gemaakt. Ik herhaal wat toentertijd met nadruk van de zijde van onze fractie is gezegd, n.l. dat wij
beslissingen die wij willen nemen willen baseren op een goed onderzoek. Natuurlijk moeten er dan
wel vraagtekens gezet worden en moet duidelijk onderzocht worden of het onderzoek op de meest
efficiënte en goedkoopste manier wordt uitgevoerd, maar dat is een andere zaak.
De heer Schaafsma heeft ook nog een aantal opmerkingen gemaakt over onze wethouders. Die
opmerkingen waren er helemaal naast en misten elke grond. Ik veronderstel dat hij denkt aan een
motie die niets met een raadsstuk te maken had en die in de raad naar voren kwam; aan die motie
hebben onze wethouders hun steun gegeven. Een mogelijk ander punt was dat er op een bepaald
ogenblik verschil van mening was tussen de fractie en de wethouders en beiden zijn op hun stand
punt blijven staan; dat kan in onze fractie. Het gaat hier in wezen om een futiliteit, de heer
Schaafsma wekt hier echter de indruk iets te willen suggereren dat niet aanwezig is. Ik hoop dan ook
dat de heer Schaafsma in het vervolg zijn brommerige, verongelijkte en elke grond missende op
merkingen van deze soort beter zal overdenken.
Een groot deel van de opmerkingen van de heer Van der Wal - dat ben ik met u eens - moeten
worden behandeld bij de lijst van geclaimde onderwerpen die wij waarschijnlijk morgen zullen
behandelen. Het doet mij deugd dat Axies de door mijn fractie ingenomen standpunten betreffende
de Willemskade, de oude stadswijken en de parkeergarage aan de Minnemastraat onderschrijft. Wat
betreft de verhandeling van de heer Van der Wal over het onderwijs - het was een interessant stuk -
zou ik hem aan willen raden dat stuk als discussienota in de Commissie Onderwijs te brengen.
De heer Singelsma heeft vooral gesproken over het groeisyndroom; daar heb ik net al iets over
gezegd. Ik dacht dat hij uit mijn algemene beschouwingen al had begrepen welk standpunt de fractie
van de P.v.d.A. ten aanzien hiervan inneemt.
De heer Heidinga: Ik zal nog veel minder, korte opmerkingen maken dan mijn voorganger. (De
heer Van der Wal: Veel minder korte?) Nog veel minder, korte, dus minder in aantal.
Wij waarderen het, mijnheer de voorzitter, dat u op bepaalde beleidspunten zoals de gewest
vorming en wat daar allemaal achter zit diep bent ingegaan opdat de raad daar zijn voordeel mee
kan doen, daar zo nodig op kan inspelen en daar attent op zal kunnen blijven.
U hebt ook een aantal inlichtingen gegeven over de vestiging van bedrijven en hoe hef zit met
de rijksdiensten; ook dat stellen wij op prijs, dank daarvoor. Het zal u wel bekend zijn dat de B.B.
een rijksdienst wordt. (De hear Singelsma: Dat is it nou ek.) Nee, dat is nu niet een rijksdienst, dat
is een intergemeentelijke regeling. Misschien dat de vestiging van de B.B. hier in Leeuwarden kan komen.
2350
Nog even iets over hetgeen de heer Ten Brug heeft gezegd; ik beperk mij even tot de automati
sering van de bevolkingsadministratie. Hij heeft gezegd dat daar een besparing in zou zitten van
55.000,en dat er op den duur misschien een verlies van arbeidsplaatsen in zou zitten. Dat nu is
volkomen in tegenstelling met het beleid dat wij voeren, wij willen n.l. arbeidsplaatsen creëren.
Nu geven wij 250.000,uit waar op zijn best 55.000,revenuen tegenover staan en wij
verminderen het aantal arbeidsplaatsen. Wat er uit zal komen is nog volmaakt onduidelijk. Ik zou
zeggen, dit is een beleid dat wij beslist niet moeten voeren. Bij u is 4 x 250.000,niet 1 miljoen,
bij ons nog altijd wel(De heer Ten Brug (weth.): Dat is waarschijnlijk ook het duidelijke verschil
tussen u en mij.) (Gelach) Als wij dit bedrag willen voteren dan lijkt het mij in ieder geval verstan
diger dat wij daarvoor 5 of 6 mensen te werk stellen; daar hebben wij behoefte aan. U hebt niet aan
getoond dat er enige behoefte is aan deze automatisering.
Eén opmerking aan het adres van de heer Rijpma en dat is dan een sfellingname mijnerzijds - zo
zou ik het willen noemen - die u gerust voor kennisgeving aan kunt nemen. Men zegt dat het wel
standstoezicht zorgen baart. Dat is altijd al zo geweest, nooit anders. Dat zal ook altijd zo blijven
omdat het niet objectief maar slechts subjectief kan werken, dat kan ook niet anders. Het zal naar
mijn mening nooit meer kunnen en moeten zijn dan een keren van duidelijke uitwassen of misslagen.
Voor het overige heeft het hele welstandstoezicht geen taak. Hef tegengaan van uitwassen en mis
slagen is eigenlijk het enige wat zij zouden moeten doen, wat dus in het oog van de gemeenschap
een kennelijke misslag is is onaanvaardbaar, verder moet je alles toelaten. Dat is de enige taak van
het welstandstoezicht, anders is het volkomen subjectief. Ik heb jaren geleden al eens tegen de
burgemeester gezegd - hij weet het nog wel -: Wat u mooi vindt vind ik niet mooi. En waf de heer
Ten Hoeve leuk vindt kan wel zo wanstaltig wezen als wat. Maar dat zijn(De heer Ten Hoeve:
Dat is wel erg hypothetisch.) Maar dat zijn geen criteria. Hier komt gewoon de persoonlijke visie
van de mensen die dat toezicht uitoefenen naar voren. Dat is zuiver subjectief, dus hecht daar als
jeblieft niet teveel waarde aan, want er zijn geen maatstaven voor te geven. (De heer Ten Hoeve:
Wij hebben, zoals wij hier zitten, wel te zorgen voor de welstand in de stad. Dat welstandstoezicht
functioneert dan mogelijk anders. B. en w. verlenen vergunningen; zij hebben daartoe een middel,
de Bouwverordening. Het is niet een middel dat aan alle kwalen een eind kan maken, maar tenslotte
zijn b. en w. ook voor hetgeen zij doen op dit terrein verantwoording schuldig aan de raad en zijn
wij er daardoor dus ook verantwoordelijk voor.) B. en w. natuurlijk wel, maar ik ontken ten stel
ligste dat het bouwtoezicht, het welstandstoezicht ook maar iets te maken heeft met de Bouwver
ordening, niets, hebben ze niets mee te maken. De Bouwverordening is een vast gegeven. Daar
toetsen ons apparaat en b. en w. een bouwaanvraag aan. Maar het welstandstoezicht is heel wat
anders, dat is of ik een mooie baard heb of dat ik helemaal kaal ben of zo, het is de vraag hoe je
er uit ziet, hoe een bouwwerk er uit ziet. (De heer Ten Brug (weth.): Dat is monumentenzorg.)
(Gelach) (De heer Ten Hoeve: Valt u ook onder de subsidieregelingen?)
Nu nog één ding en dan hou ik weer op. Het frappeert mij dat vooral de P.v.d.A. - eigenlijk ook
het college met de heer Ten Brug als woordvoerder - het zo zwaar opneemt dat wij herinneren aan
het feit dat de C.C.P. destijds bepaalde voorstellen heeft gedaan om de begroting sluitend te maken
en sluitend te houden. Nu zegt men dat dat werken met het domme rode potlood was. Maar dan is
het toch wel frappant dat vrijwel alle voorstellen die wij toen hebben gedaan op het ogenblik deel
uitmaken van deze beleidsnota. Van visie gesproken. (De heer Ten Brug (weth.): Visie?) (De heer
De Vries (weth.): Toeval.)
De heer Schaafsma: Allereerst iets over de spreiding van rijksdiensten en daaraan gekoppeld
hetgeen ik gezegd heb over de rijkswegen. Ik dacht dat het verre van een groeisyndroom was als je
voor een provinciehoofdstad die in de periferie van het land ligt op zijn minst vraagt om snelle ver
bindingen. Je kunt Den Haag en Leeuwarden in kilometers niet dichter bij elkaar brengen, maar je
kunt ze wel in tijd dichter bij elkaar brengen. Dat geldt niet alleen voor het particuliere autover
voer en het vrachtvervoer langs gescheiden rijbanen, dat geldt ook voor het openbaar vervoer. Het
is nog altijd zo dat wat het openbaar vervoer en m.n. de treinen betreft Amsterdam-
Leeuwarden een verbinding is die een uur te lang duurt. Dat zijn factoren die ogenblikkelijk mee
gaan spelen als men gaat spreken over spreiding van rijksdiensten. Leeuwarden is wel een heel eind,
dat is jammer, maar ik dacht toch wel dat het rijk daar oog voor moet hebben en vooral moet zorgen
dat enkele hoofdverbindingen met provinciale hoofdsteden met waf meer spoed worden uitgevoerd.
Dat geldt voor Leeuwarden, dat geldt voor rijksweg 43, dat geldt m.n. ook voor snelle treinverbin
dingen. Het is verheugend dat eindelijk 30 jaar na de oorlog het laatste stuk Wolvega-Steenwijk
dubbelbaans geworden is, het is nu alleen maar te hopen dat de N.S. met dezelfde schwung die zij
in de vijftiger jaren hadden toen zij hun bedrijf moderniseerden nu ook de volgende stap weten te