RAADSVERGADERING van maandag 14 april 1975, aanvang 19.30 uur.
(voortzetting van de middagvergadering)
Aanwezig 37 leden: de dames EBrandenburg-Sjoerdsma, mrE.N.J. Smit, GVisscher-Bouwer,
M.M.Th. Visser-van den Bos, A.J. de Vos en A. Willemsma-de Jong en de heren J. de Beer,
S. Bouma, J. ten Brug (weth.), G. Buising, G.F. Eijgelaar (weth.), ir. C.G.H. Geerts, drs. M.H.G.
de Greef (tot de tweede pauze)O.FIeidinga, J. Hoekstra, H. ten Hoeve, HJansma (vanaf 20.25
uur)J .F. Janssen, C. de Jong, J de JongAKlomp, JKnolW.S .P.Pde Leeuw, H Mei j er hof
(tot de tweede pauze)W. Miedema, drW.A. de Pree (tot de tweede pauze)A. Pronk, ir.C.L.
Rijpma (weth.), J.Schaafsma, J .B. Singelsma, K. Spoelstra, NSterk, P. van der Veen, L. Visser,
G. de Vries (weth.), P.D. van der Wal en K. Weide (weth.).
Voorzitter: de heer J.S. Brandsma, burgemeester.
Secretaris: de heer P.P. de Jong.
Voorts zijn aanwezig: de heren drs. A.J. Burger, ambtenaar van de afdeling Economische Zaken,
Beleidsplanning en Organisatie, mr. L.P.A. van Kats, plv. hoofd van de afdeling Volkshuisvesting en
Openbare Werken, M.F. Koopmans, hoofd van de afdeling Sociale Zaken en Welzi jnsaangelegen-
heden, mr. W.J.G. Reumer, loco-secretaris, mr. H.J. Winkelman, hoofd van de afdeling Kabinet en
Algemene Zaken, en C. IJsbrandij, hoofd van de afdeling Financiën en Belastingen.
De Voorzitter: Dames en heren, ik stel voor dat wij de discussies die wij vanmiddag zijn
begonnen thans voortzetten. Het college zal trachten zo goed mogelijk in te gaan op de vragen en
opmerkingen van uw zijde, dit met inachtneming van de opmerkingen die ik vlak voor de sluiting
van de middagvergadering heb gemaakt. Ik zou met die beantwoording willen beginnen.
Allereerst wil ik namens het hele college grote erkentelijkheid uitspreken voor het feit dat
praktisch alle sprekers waardering hebben uitgesproken aan ons adres en aan het odres van onze
medewerkers voor de wijze waarop wij het beleidsplan hebben opgesteld. Wat mij vooral verheugt
is dat uit uw woorden bleek dat u uw waardering niet hebt beperkt tot de hoeveelheid werk die er
aan besteed is, maar dat uit uw opmerkingen blijkt dat de totale indruk van het beleidsplan bij u
goed is overgekomen wat betreft de wijze van aanpak, de indeling, de overzichtelijkheid e.d. Ik kan
u meedelen dat er inderdaad zeer hard aan getrokken is vooral i.v.m. het feit dat wij in een zo nauw
keurslijf waren gedwongen wat de tijd betreft. Toen wij in september vorig jaar het schema voor de
werkzaamheden opstelden hadden wij echt wel enige twijfel of wij het waar zouden kunnen maken
en dat om de simpele reden dat wij wisten dat m.b.t. een aantal punten op zeer korte termijn stand
punten moesten worden geformuleerd, discussies plaats moesten hebben in de fracties, in onze
adviescommissies en in de raden; natuurlijk kwam dat ook op ons neer. Wij zijn er in geslaagd de
zaak voor elkaar te krijgen en daar zijn wij erg blij om. In dit verband zou ik nog willen opmerken
dat wij inmiddels reeds begonnen zijn met de voorbereiding van de begroting 1976 en het beleids
plan 1976-1980. Wij zijn van plan om deze stukken deze keer tegelijk aan de raad aan te bieden en
die ook in dezelfde fase in discussie te brengen. Dit jaar kon dat niet, omdat voor 1 januari 1975 de
begroting formeel moest worden vastgesteld; daarom moesten wij er later mee terug komen. Wij hopen
er nu in te slagen alles tegelijk af te kunnen handelen. Wij hebben, dacht ik, ook de weg gevonden
om de middellange termijnplanning parallel te laten lopen aan het traditionele patroon van de grote
stapel boekwerken die wij u elk jaar bij de begroting steeds aanbieden. Wij doen dus ons uiterste
best om dat in het vervolg parallel te laten lopen. Wij zullen er ook naar streven om weer in de pas
te komen wat de tijd betreft; dat impliceert dat wij vóór 1 januari 1976 nog eens de hele procedure
van de begrotingsbehandeling zullen moeten afwerken. Wij hebben al een tijdplanning gemaakt die
inhoudt dat die procedure zich voor de Kerstdagen zal kunnen voltrekken. Dan zouden wij weer op
tijd zijn. Wij hopen dat dan elk jaarvol te houden.Wij zullen met elkaarwel prioriteiten moeten stel len
wat betreft het opstellen van nota's en stukken, wij zullen ook wel eens een rem moeten zetten op
de vele wensen om zaken uit te zoeken en daarover te rapporteren. Ik kan u de verzekering geven
dat er de laatste maanden onder een enorme hoogspanning is gewerkt; dat zal nog een tijdje zo door
gaan, anders komen wij niet in de pas wat de tijd betreft. Je kunt niet altijd onder een te hoge
spanning leven want daarvoor krijg je zonder meer de rekening gepresenteerd; daarom zullen college