12
is het hoofd van de gemeente, het bestuursorgaan dat het hele gemeentelijke beleid bepaalt en,
zoals de burgemeester zegt, coördineert. Maar de praktijk is wel even anders. In de praktijk zijn het
in de eerste plaats b. en w. die met de steun van een korps deskundige ambtenaren regeren. Het initi
atief voor wat er in de gemeenteraad gebracht wordt komt, na allerlei selecties achter gesloten deu
ren, van het stadhuis, waarop de raadsleden mogen volgen, bijsturen, wat kritiek leveren. Daarom
moet er naar de mening van onze fractie veel meer openheid komen ten aanzien van wat er op het
stadhuis aan beleid wordt voorbereid en moeten de raadsleden meer mogelijkheden krijgen om allerlei
actuele zaken direct in de raad aan de orde te kunnen stellen om nog niet eens te praten over de
inspraakmogelijkheden van de burgerij. Inspraak zonder openheid en informatie heeft geen zin en
alle fasen van beleidsvorming dienen open en doorzichtig te zijn om te voorkomen dat raadsleden en
burgers pasklare plannen krijgen voorgeschoteld waarop alleen maar ja of nee kan worden gezegd.
Wij zouden als raadsleden in de eerste plaats moeten weten wat er omgaat in het achter gesloten
deuren vergaderende dagelijks bestuur van onze gemeente, waarom en hoe allerlei plannen worden
uitgebroed, wat men doet met adviezen van raden en commissies en met aan b. en w. gerichte vragen
en verzoeken vanuit de burgerij. De meest eenvoudige oplossing zou natuurlijk zijn met zijn allen nu
te besluiten dat de vergaderingen van het college van b. en w. in het vervolg openbaar zullen zijn.
Dit zal toch eens moeten gebeuren als sluitstuk van het gemeentelijk democratiseringsproces, doch
wij beseffen dat een dergelijk besluit nu nog niet haalbaar is. Maar berusten in de situatie van thans
dat b. en w. zonder enige controle zelf maar bepalen wat niet en wat wel openbaar is lijkt ons
bepaald niet te passen in het jaar 1975, in een situatie van bezuinigingen en ingrijpende, vaak
pijnlijke beslissingen. Wij vragen u dan ook met enkele moties om:
1van alle b. en w.-vergaderingen een besluitenlijst voor de leden van de raad ter inzage te leggen,
teneinde de raad langs deze weg meer en beter te betrekken bij het bestuur van onze stad;
2. een grotere openheid en doorzichtigheid van wat er binnen b. en w. gebeurt, door er op aan te
dringen om, net als in andere gemeenten al lang gebeurt, de raad inzage te verlenen in alle
ambtelijke en niet-ambtelijke adviezen aan b. en w.
Wij hoeven daar in onze benarde financiële situatie, nu er zulke grote en tegenstrijdige belangen
op het spel staan, niet mee te wachten tot er straks eens een nader standpunt van de regering over
komt. Wij kunnen er door onze moties aan te nemen nu al mee beginnen. De Commissie-Biesheuvel
verscheen jaren geleden als een licht aan de horizon, maar sindsdien zitten wij alsmaar te wachten
op wat er verder komen moet. Wij hebben al lang genoeg gewacht, wij moeten ten aanzien van
echte openheid en inspraak het heft nu zelf in handen nemen. Aan een besluifenlijstje van b. en w.
zonder meer heb je natuurlijk niet veel. Het zal u allen duidelijk zijn dat daarbij waar nodig een
korte samenvatting moet worden gegeven waar het om gaat. Het dreigement van de burgemeester in
de afdelingsvergadering dat er dan in het bes luitenlijstje lang niet alle conclusies komen te staan
neem ik niet ernstig. De raad en niet de burgemeester maakt de dienst uit en de burgemeester dient
er op toe te zien dat raadsbeslissingen worden uitgevoerd, ook als hij er persoonlijk wat kriegel van
wordt. Bij deze door ons voorgestelde grotere openheid van het b. en w.-gebeuren mag en kan niet
ontbreken een besluit om alle commissies van advies en bijstand ook openbaar te maken. Het is een
logisch vervolg op wat hiervoor werd betoogd en het heeft weinig zin nog eens alle door onze fractie
bij vorige algemene beschouwingen naar voren gehaalde argumenten voor openheid van deze commis
sies te herhalen. De achtergrond van de moties die ik thans aan u voor wil leggen is onze opvatting
dat in de beslotenheid van de vergaderingen van b. en w. de kaarten al teveel worden geschud en
dat wij als raadsleden onvoldoende of te laat kunnen meedenken en meewerken bij de beleidsvorming.
Om werkelijk t.a.v. dit beleid inspraak te kunnen hebben moet het mogelijk worden gemaakt dat
ieder raadslid in principe en in feite evenveel kan en mag weten als de burgemeester en de wethou
ders. De tekst van de moties meen ik nu al te moeten indienen, zodat wij er al bij de algemene be
schouwingen over kunnen praten en er straks bij de behandeling van de punten van bijlage 90 uitvoeri
ger op in kunnen gaan. De moties luiden als volgt:
1. De raad der gemeente Leeuwarden, op 14 april 1975 in vergadering bijeen, besluit het college
van b. en w. op te dragen t.a.v. alle b. en w.-vergaderingen een besluitenlijst met toelichting
voor de leden van de raad ter inzage te leggen.
2. De raad der gemeente Leeuwarden, op 14 april 1975 in vergadering bijeen, besluit het college
van b. en w. op te dragen alle ambtelijke en niet-ambteli jke adviezen aan b. en w. voor de leden
van de raad ter inzage te leggen.
3. De raad der gemeente Leeuwarden, op 14 april 1975 in vergadering bijeen, besluit dat de bijeen
komsten van commissies van advies en bijstand als regel in het openbaar zullen worden gehouden.
Om met de door eventuele aanneming van deze moties beschikbaar komende informatie meer te kun
nen doen zullen wij uiteraard pleiten voor aanvaarding van het z.g. Heerenveense systeem van vragen
13
stellen tijdens de raadsvergaderingen, maar op dat punt komen wij straks ook nog met voorstellen. De
grotere openheid van het b. en w.-gebeuren zien wij principieel en praktisch als een noodzakelijke
voorwaarde om in deze tijd van bezuinigingen als raad onze gemeente goed en verantwoord te kunnen
besturen
Op het gebied van de ruimtelijke ordening is door ons ook dikwijls gepleit voor meer openheid en
inspraakmogelijkheden van de bevolking. Op dit terrein zijn de laatste jaren duidelijk stappen in de
goede richting gezet door het tijdiger betrekken van de bevolking bij het maken van plannen voor
wijkverbetering of reconstructie. Het moet gezegd worden dat in nogal wat gevallen het initiatief
voor het er bij betrekken van de wijkbewoners niet altijd van de gemeentelijke plannenmakers kwam
maar van de bewoners zelf. Er zijn voorbeelden te over: Vegelinkwartier, Oldegalileën, Molenpad,
Huizum-BorniaHuizum-Dorp en natuurlijk de TransvaaIwijkOp zich is dit een gunstige ontwikke
ling geweest, maar dit houdt toch het gevaar in dat in wijken waar, om welke reden dan ook, de
bewoners niet op eigen initiatief zich gaan organiseren en waar toch ontwikkelingen gaande zijn die
het noodzakelijk maken zo'n wijk aan te pakken, het meedenken van de meest direct betrokkenen
achterwege blijft, waardoor de kans wordt gelopen dat in een later stadium als de concrete plannen
bekend worden grote moeilijkheden kunnen ontstaan met die bewoners, hetgeen weer tot gevolg kan
hebben dat panklare plannen, waar door de gemeente veel tijd en energie in is gestoken, in de
prullebak verdwijnen. Ik ben het wat dat betreft helemaal niet eens met hetgeen de heer Heidinga
hierover heeft gezegd. Ik denk dat, mits het goed wordt aangepakt en goede informatie wordt ver
strekt, het helemaal niet tot belemmering van de besluitvorming of vertraging van plannen hoeft te
leiden. Vroegtijdige inschakeling van de bewoners bij de plannenmakerij hoeft niet tot vertragingen
te leiden, het kan zelfs fijdbesparend werken. De gemeente gaat nu voor elk gebied waar plannen
worden voorbereid z.g. ambtelijke projectgroepën instellen met daarnaast een contactgroep, waarin
naast ambtenaren uit de projectgroep ook bewoners zitting hebben. Wij vinden dit een stap in de
goede richting, alleen begrijpen wij niet waarom er niet een vertegenwoordiger van de bewoners
mee kan draaien in de projectgroep. Dit biedt volgens ons een nog betere garantie tegen misverstan
den, of zo u wilt communicatiestoornissen, die gemakkelijk bij deze gevoelige materie onnodige
moeilijkheden tussen gemeente en bewoners kunnen veroorzaken. Wij pleiten er dus voor om in de
projectgroep ook een vertegenwoordiger van de bewoners op te nemen, zodat de bewoners direct op
de hoogte zijn van eventuele nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot hun wijk. Ook bij het maken
van nieuwe structuurplannen wil Axies pleiten voor een vroegtijdige fundamentele discussie aan de
hand van duidelijke en harde doelstellingen met de bevolking en de gemeenteraad. Door bij de vast
stelling van het structuurplan 1971 voor de gehele gemeente als enige fractie tegen te stemmen heb
ben wij duidelijk willen maken dat wij het zeer onjuist vinden om als uitgangspunt voor dat structuur
plan een hoofdwegenstructuur te nemen zonder dat er een fundamentele discussie is gevoerd over de
vraag hoe van Leeuwarden een stad te maken waar het ook in de toekomst goed wonen, werken en
ontspannen is. Bij de vaststelling van het structuurplan voor de binnenstad is een heel andere werk
wijze gevolgd. Daar is tot op zekere hoogte wel grondig gediscussieerd over fundamentele doelstel
lingen, vooraf gegaan door een uitgebreide inspraakprocedure. Het was alleen wat jammer dat toen
er in een later stadium concrete beslissingen, m.n. over het particulier autoverkeer, moesten worden
genomen, deze in strijd waren met de eerder vastgestelde standaard- en richtdoelen. Zo werd op de
Oosterkade een tangentfunctie gelegd die behalve met de standaard- en richtdoelen ook nog in
strijd was met een aangenomen motie die de z.g. stroomfunctie over binnenstadstangenten verbood,
iets wat wel degelijk stond te gebeuren als de toekomstige Oostergoweg rechtstreeks werd doorge
trokken over de Oosterkade. Ondertussen lijkt door de vaststelling, een paar maanden terug, van
hef rekenmodel de Oosterkade gespaard voor deze verkeersdoorbraakoverigens gepresenteerd met
dezelfde motivering als Axies destijds tevergeefs gebruikte. De tweede reden waarom mijn fractie
destijds tegen het structuurplan voor de binnenstad heeft gestemd was de geplande parkeergarage
aan de Minnemastraat. Deze parkeerbunker, op één van de drie terpen waarop Leeuwarden is ont
staan, is ook strijdig met een stuk of tien richtdoelen, een feit dat zelfs b. en w. in de raadsbrief
ter vaststelling van het structuurplan hebben moeten toegeven. Bij de vaststelling van dit structuur
plan heb ik al aangekondigd dat wij, zodra de gelegenheid zich voor zou doen, alsnog de nieuw
gekozen raad - dat is deze raad dus - om een uitspraak zouden vragen over deze destijds, met één
stem meerderheid, in de vorige raad genomen beslissing. Daarom hebben wij dit punt ook geclaimd.
De laatste ontwikkelingen aan de Willemskade zien ook wij met lede ogen aan. Ik ben het wat dit
betreft helemaal niet eens met hetgeen de heer Schaafsma namens de V.V.D.-fractie naar voren heeft
gebracht, n.l. om de kapitaalkrachtige bedrijven daar hun economische groei maar voort te laten
zetten, ledereen vindt het een enorme misser dat het nieuwe Amicitia is gebouwd. Wij zien nu een
"blikken" bank verschijnen aan het Zaailand, met daarachter ook nog een grootschalig geval voor de