#\2b andere werken die wij eveneens in A.C.W.-verband willen gaan uitvoeren dan voor eigen rekening komen. Ik denk dus even aan de huisvesting van de afdeling Bevolking waarvan u ook hoopt dat die in A.C.W.-verband kan worden uitgevoerd, maar die misschien op een tweede plaats moet komen als de raad een hogere prioriteit voor de kunstijsbaan zou stellen. Ik zou graag willen dat u, als u met een nota in deze raad komt, deze punten daar allemaal in zou willen betrekken. Wij hebben, dacht ik, geen enkele moeite met de motie zoals de heer Heidinga die heeft ingediend. De heer Van der Wal:| Ik kan mij kortheidshalve aansluiten bij de vorige sprekers. Wij vinden ook dat deze zaak goed gedocumenteerd in de raad aan de orde moet komen en dat wij er dan rustig over kunnen beslissen. De heer Schaafsma: Zoals ik in mijn algemene beschouwingen al heb aangeroerd lijkt het mij echt wel gewenst om inderdaad de cijfers eensiop [een rijtje te krijgen, juist omdat er van conflictsituaties sprake kan zijn. De heer Weide (weth.): Ik zal proberen een antwoord te formuleren. (De Voorzitter: Ik heb enige aarzeling of dat nodig is. De raad is zo unaniem. Die wil een nota hebben.) Ik heb er toch wel behoefte aan om te antwoorden, want de heer Heidinga heeft ons verweten dat wij een ernstig ver zuim hebben gemaakt en dat wil ik toch wel even rechtzetten. Verder wil ik ook nog graag op enkele andere punten ingaan. Anders zou de schijn kunnen bestaan dat wij helemaal niets hebben gedaan en natuurlijk is niets minder waar. Wij hebben het verzoek in februari 1974 ontvangen. Dat verzoek was het resultaat van een aan tal besprekingen die wij van te voren al met het actiecomité - er was toen nog geen stichting - heb ben gehad. Nadien hebben wij nog gesprekken gevoerd - ik kom daar straks nog even op terug - met de later opgerichte stichting, waarin T ja 11 inga en de Koninklijke vertegenwoordigd zijn. Wij hebben ook in afzonderlijke besprekingen aan de stichting meegedeeld dat wij bezig waren met de sanering en de beleidsnota en dat wij ons standpunt bekend zouden maken in de beleidsnota en dat dan de raad de vrijheid zou krijgen om hierover te discussiëren. Wij hebben alle stukken ter inzage gelegd, wij hebben zelfs stukken ter inzage gelegd die een overzicht geven van alle kunstijsbanen zoals die in Nederland worden geëxploiteerd, met alle informatie die wij daaromtrent hebben ingewonnen. Wij hebben toen ons standpunt kenbaar gemaakt in de beleidsnota. Ik wil er nog aan toevoegen dat wij talloze subsidieverzoeken krijgen voor elke begrotingsbehandeling. Al deze subsidieverzoeken wor den tijdens de begrotingsbehandeling afgedaan en komen meestal niet in een apart raadsvoorstel in de raad aan de orde. Zo zijn er ook nu een groot aantal subsidieverzoeken in de beleidsnota behandeld en daarover wordt bij de behandeling van deze beleidsnota een beslissing genomen. De heer Meijerhof heeft Tjallinga genoemd en ik wil daar ook even op ingaan. Wij hebben in het verleden die geschiedenis met Tjallinga gehad. Wij hebben in het kader van de A.C.W. een ijsbaan annex 3 sportvelden aangelegd in het sportcomplex Aldlan. Toen dat sportcomplex aangelegd zou worden - wij hebben hier de discussie in de raad gehad - heeft Tjallinga laten weten dat zij daar geen belangstelling meer voor hadden, dat zij meededen in de stichting en dat zij geen belang meer hadden bij een natuurijsbaan. De Koninklijke had eerst - de heren Heidinga en Meijerhof hebben er beiden op gedoeld - plannen voor een ijshal. Toen het actiecomité opgericht werd - ook ik heb waar dering voor zelfwerkzaamheid; dat zult u van mij kunnen begrijpen - is het actiecomité met de Koninklijke gaan praten en toen heeft de Koninklijke besloten de plannen voor een ijshal te verande ren in plannen voor een kunstijsbaan. Nadien hebben wij dus talloze gesprekken gehad met de Koninklijke en het laatste gesprek is vorige week geweest. Inmiddels is er een stichting gekomen met de participanten die ik al heb genoemd. Het is inderdaad zo dat de Koninklijke een grote rol ver vult, niet alleen als eigenaar van de ijsbaan bij het Rengerspark, maar ook als participant in de stichting. Wij hebben de Koninklijke, met de kaarten er bij, twee alternatieve banen aangeboden op andere plaatsen in de stad, maar daar zijn zij niet op ingegaan. Wij hebben hen gevraagd ons hun standpunt te laten weten opdat wij dat aan de raad kenbaar zouden kunnen maken en zij hebben ons laten weten dat zij op onze verzoeken niet in zouden gaan alvorens wij hun een garantie zouden geven m.b.t. de exploitatie van de kunstijsbaan. Er is hier o.a. gesproken over de A.C.W. en de universiteit en ik dacht toch wel dat wij de nodige voorzichtigheid in acht zouden moeten nemen en deze zaak niet te optimistisch moeten benaderen. Wij moeten - dat is vandaag al meerdere malen gezegd - met beide benen op de grond blijven staan. Wij hebben sterke twijfels - wij bepalen dat niet, dat zullen anderen moeten doen - m.b.t. de vraag of dit in het kader van de werkgelegenheid zou kunnen worden meegenomen. Degenen die hierover zullen moeten beslissen dienen ook de andere belangen die bij het subsidiëren van een kunstijsbaan een grote rol spelen in hun overwegingen te betrekken. Wanneer je zo dezer dagen eens de gewijzig- de begrotingen naast elkaar gaat leggen dan is de begroting zoals zij die bij ons hebben ingediend toch wel bijzonder optimistisch geraamd. Het komt ons voor dat de uitgaven wat te laag en de inkom sten te hoog geraamd zijn. Wat is n.l. het geval. Ik trek voor het gemak maar even een vergelijking met de baan van Heerenveen. Ik weet wel dat die baan iets anders van opzet is en dat de stichting deze baan wat eenvoudiger op wil zetten, maar de ervaring met dit soort accommodaties leert ons wel dat, wanneer je eenvoudig begint, je automatisch weer uitbreidingen e.d. krijgt met bijbehorende voorzieningen. De personeelslasten zijn door de stichting aanzienlijk lager geraamd dan in Heeren veen. U weet dat voor de baan in Heerenveen een behoorlijk stuk subsidie is ingekomen, maar dat die baan een exploitatieverlies heeft van om en nabij de 6 ton. Het bezoekersaantal in Heerenveen is 240.000; men raamt dat hier op 494.000, wat meer dan 2 keer zoveel is. De toegangsprijs - ik dacht dat de gemeenteraad daar wel zeer gevoelig voor zou moeien zijn gezien de standpunten die zijn ingenomen m.b.t. de zwembadtarieven - zoals die voor de Leeuwarder baan wordt begroot is 2 keer zo hoog als die voor de Heerenveense baan. Wij kunnen hier nog lang en breed over praten. Als de raad er op staat om hier nog een keer apart over te discussiëren dan heb ik daar van mijn kant geen bezwaar tegen. Wij stellen vandaag pchter het beleidsplan vast. Gezien de grote financiële consequenties die stellig aan de kunstijsbaan verbonden zijn - daar moeten wij toch rekening mee houden - zien wij in de komende jaren - dat standpunt staat ook duidelijk in de beleidsnota - geen mogelijkheden om de kunstijsbaan in onze prioriteitenlijst in te passen. Ik sluit even aan bij hetgeen de heer Ten Hoeve gisteren in zijn alge mene beschouwingen heeft gezegd, n.l. dat er nog zo verschrikkelijk veel accommodaties, zowel binnen- als buitenaccommodaties, gerealiseerd moeten worden. Wij hebben die opgenomen in de beleidsnota en om er dan deze nog tussen te wringen voor de komende jaren lijkt ons onmogelijk gezien de financiële consequenties die dit waarschijnlijk zal hebben. De Voorzitter: Ik stel voor dat wij er nu niet verder over discussiëren. Er is duidelijk uit de ver schillende uitlatingen gebleken dat de raad graag een motivering wil hebben. In de motie wordt gevraagd de zaak voor de vakantie in de raad te brengen. Wij zullen een poging doen om voor de vakantie een nota aan de raad voor te leggen waarin u dan veel terug zult vinden van hetgeen de heer Weide zojuist heeft gezegd. Ik hoop dat een en ander dan ook zoveel mogelijk met cijfers zal zijn gedocumenteerd. Ik zou van mijn kant nog graag één opmerking willen maken m.b.t. het feit dat wij niet eerder inde raad zijn gekomen met deze zaak. De besturen van de betrokken organisaties waren er van op de hoogte dat wij pas thans in de raad zouden komen met deze kwestie. Weth. Weide heeft, meen ik, ook al gezegd dat wij duidelijk hebben besproken dat het pas zinvol was hier dieper op in te gaan na de behandeling van het beleidsplan. Ik kan met één zin zeggen waarom wij gemeend hebben het zo te moeten doen, n.l. omdat het voor ons vrij indifferent was of het ging om 3 ton, 4 ton, 5 ton of 6 ton per jaar. De gegevens waarover wij beschikken wijzen heel duidelijk uit dat het om grote bedra gen zal gaan die opgenomen zullen moeten worden in het beleidsplan. Wij waren ondertussen begon nen met de saneringsnota en wij hebben gesteld: Wij zien vast geen kans om die grote uitgaven waar temaken; wij moeten dan eerst van de raad weten of die meent dat er ruimte voor moet komen en als dat zo is is het pas zinvol om nader in de gegevens te duiken. Wij zullen die gegevens op papier zetten en hopen daar voor de zomervakantie mee in de raad te komen. Als de raad dan zou besluiten het op korte termijn wel te doen dan zullen wij met elkaar ook moeten discussiëren over de vraag waar de ruimte daarvoor vandaan moet komen, maar dat zal u ook wel duidelijk zijn. Zullen wij aldus handelen? De Raad stemt hiermee in. Toerisme. De heer C. de Jong: Ik wil het heel kort maken. Veel suggesties gedaan tijdens de afdelings vergaderingen zijn door een ingediende nota van het college alsnog gehonoreerd. De wethouder van Financiën stelde voor een voorstel in te dienen de storting in het fonds voor bijzondere activiteiten te verhogen tot 10.000,uit de post onvoorzien. Ik ben verbaasd dat dit niet direct is over genomen, maar ik reken er op dat het college dit voorstel alsnog wil overnemen. (De Voorzitter: Vanavond nog?) De heer Weide (weth.): Ik dacht dat dit een zuiver financiële zaak was. Ik wil nog wel opmerken - ik heb dat in de afdelingsvergadering ook al gezegd - dat hier natuurlijk wel iets tegenover staat. Wij hebben deze post wel verlaagd, maar daar staat tegenover dat er een andere post in het kader van bijzondere activiteiten is opgenomen in de begroting, n.l. de activiteiten in het kader van de

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 21