J* *9
was. En als een pand bewoond is en de eigenaar is het daar niet mee eens dan is er een rechtmatige
manier om te zorgen dat de bewoners weer uit dat pand trekken; je moet dan n.l. naar de rechter gaan
en een ontruimingsvonnis vragen. Dat is onder de huidige wetgeving de manier om bewoners uit een
pand te krijgen. Zolang de z.g. Antikraakwet niet is aangenomen - het is de vraag of die wet in zijn
huidige vorm ooit door de Kamer zal worden aangenomen - hebben wij te maken met de huidige wet
geving en kan de eigenaar niet zo maar een bewoner uit zijn pand zetten. Hij kan wel naar de rechter
stappen en hij kan ook een aanklacht indienen. Dat is in dit geval echter niet gebeurd. De tweede
vraag die ik gesteld heb betrof een bespreking die over deze kwestie zou hebben plaats gehad. U ant
woordt daarop glashard: "Een dergelijke vergadering heeft niet plaats gehad." Nu heeft er op 1 maart
j.l. een berichtje in de Leeuwarder Courant gestaan - het stond naast een zeer indrukwekkende foto
van onze voorzitter waarop hij een geweer aanlegt; waarop hij richt is niet zichtbaar(De
Voorzitter: In ieder geval niet op u.) (Gelach) Nee, dat had ik ook niet verwacht; misschien was het
gericht op het artikel. Daar staat in: "Het feit dat de politie tot nu toe niet heeft opgetreden tegen de
krakers van een groot pand aan de Willemskade houdt niet in dat tegen andere mensen die een pand
bezetten evenmin zal worden opgetreden. Dit heeft burgemeester Brandsma van Leeuwarden verklaard.
Zoals bekend heeft een groep werkende jongeren in de Friese hoofdstad zich onderdak verschaft in
het voormalig kantoorpand dat al enkele maanden leeg stond; het huis werd maandagavond gekraakt.
De heer Brandsma die in zijn functie van hoofd van de Politie betrokken werd bij het opstellen van de
gedragslijn tegenover de krakers zei niets te willen meedelen over de plannen met de ongeveer 15
jongelui die in het huis zijn getrokken. Het is heel moeilijk, aldus de burgemeester, elk geval moet op
zich bekeken worden. Wij hebben rekening te houden met de jurisprudentie op dit gebied, met de
houding van de eigenaar, met het eventuele gevaar voor anderen of naastliggende panden. Maar wat
ik over deze zaak weet kan ik op dit moment niet bekend maken." Tenzij u gaat ontkennen dat u dat
gezegd hebt blijkt hier duidelijk uit dat er wel degelijk overleg is geweest; laten wij nu maar even
aannemen dat u het inderdaad zo gezegd hebt en dat het goed overgenomen is in de krant. Ik vind het
ook vrij logisch dat er overleg is geweest. Maar in de beantwoording ontkent u het glashard. Vraag 3
luidt: "In het hierboven aangehaalde bericht in de LC van zaterdag j.l. is er sprake van het optreden
van de politie tegen z.g. krakers. Hoe stelt u zich een politie-optreden tegen die z.g. krakers voor
zonder de daarvoor benodigde bevelende ontruimingsvonnissen van de rechter en de betekening via
een deurwaarder?" Dat is n.l. nodig wil de politie gaan optreden tegen bewoners van panden. Vraag
4 luidt: "Waarom zijn tot twee keer toe" - dat vind ik nog het kwalijkste van de hele zaak -
"telefonische verzoeken van de bewoners van het bewuste pand om hulp en bescherming tegen huis
vredebreuk en bedreiging" - dat heeft n.l. plaats gehad - "door de politie genegeerd en waarom is er
door de ter plaatse aanwezige ambtenaren van politie niet op eigen initiatief een einde gemaakt aan
de uitvoering van de misdrijven braak en huisvredebreuk door de slopers op het moment dat zij op
heterdaad betrapt konden worden? Hoe luidden de consignes van bovenbedoelde ambtenaren van
politie?" Op die vragen 3 en 4 antwoordt u dan: "Het optreden van de politie tegen z.g. krakers
behoort niet tot de competentie van de burgemeester doch tot die van de officier van justitie." Dat
antwoord slaat dus eigenlijk op vraag 3. Op vraag 4 wordt gemakshalve maar helemaal niet geant
woord. (De Voorzitter: Er staat dat dat het antwoord is op de vragen 3 en 4. U moet het goed lezen.)
Ja, dat staat er wel, maar er is geen antwoord gegeven op de vraag waarom de telefonische ver
zoeken van burgers aan de politie genegeerd zijn, terwijl de politie duidelijk in staat was op dat
moment in te grijpen. Er werd op dat moment geantwoord: Nou, jullie hebben de moed om te kraken
en dan draag je de gevolgen ook maar. Dat is in ieder geval een passief meewerken aan een weder
rechtelijke daad die op dat moment werd gepleegd. In ieder geval had de politie er voor kunnen
zorgen dat er een soortement status quo-situatie was ontstaan waardoor de normale rechtsgang plaats
had kunnen vinden. Ik vind het een zeer kwalijke zaak. Ik ben trouwens uit eigen ervaring bekend
met het optreden van de politie in een dergelijke zaak. Dat ging dan om een geval van huisvrede
breuk in een pand dat ik dan wel huurde. Dat is door de politie op een zeer amateuristische wijze
aangepakt. Dus kennelijk tillen ze hier niet zo zwaar aan. Ik heb een motie gemaakt waarvan ik niet
direct verwacht dat de raad er enthousiast achter zal staan. Ik zou dat wel graag willen, maar
gezien de reacties die ik in de zaal meen te moeten bespeuren verwacht ik het niet. De motie luidt:
"De gemeenteraad, in vergadering bijeen op 15 april 1975, spreekt zijn afkeuring uit over het
feit dat de gemeentepolitie tot twee keer toe verzoeken om hulp en bescherming heeft genegeerd
toen op maandag, 3 maart j.l. de bewoners van het pand Willemskade 8, alhier, daarom verzochten.
Zij meldden toen per telefoon dat er een tiental mannen hun woning was binnengedrongen zonder dat
zij daarvoor toestemming hadden verleend, een duidelijk geval van huisvredebreuk dus. Ondanks het
feit dat ambtenaren van politie in de onmiddellijke omgeving van het pand aanwezig waren hebben
zij niets ondernomen dit misdrijf te voorkomen of te onderbreken. De gemeenteraad dringt er bij de
/O
burgemeester op aan maatregelen te nemen die tot doel hebben een herhaling van deze handelwijze
van de politie in de toekomst te voorkomen."
Dan wil ik ook nog iets kwijt over de beantwoording van vragen in het algemeen; het gaat dus
om vragen die gesteld worden door gemeenteraadsleden, hetzij via de Commissie van Rapporteurs,
hetzij(De Voorzitter: Dat is op dit moment niet aan de orde.) Jawel, dat is wel aan de
orde. (De Voorzitter: U moet zich houden aan het punt dat nu aan de orde is.) Daar ben ik mee bezig.
(De Voorzitter: U moet op dit onderwerp verder gaan, anders ontneem ik u het woord.) Ik spreek
alleen mijn grote afkeuring uit - dat heb ik ook in de motie neergelegd - dat de politie dit soort
telefonische verzoeken om hulp en bescherming domweg naast zich neerlegt en in ieder geval passief
meewerkt aan het begaan van een wederrechtelijke daad. U kunt het er niet mee eens zijn, u kunt
wel vinden dat de wet op dit punt veranderd dient te worden, maar op het ogenblik is deze wet nog zo.
Ik heb nog een tweede motie en die is algemener gesteld. Er is zopas al aan herinnerd dat de
heer Heidinga in de le afdelingsvergadering toen vraag 5 aan de orde kwam zich zo heeft opgewonden
dat hij de zaal uitliep. Ik wil proberen mijn verontwaardiging over de beantwoording van de vragen
wat constructiever te formuleren. De motie luidt:
"De gemeenteraad, in vergadering bijeen op 15 april 1975, is van mening dat het te vaak voor
komt dat schriftelijke vragen van raadsleden aan burgemeester en wethouders op zeer ontwijkende en
onbevredigende wijze worden beantwoord en dringt er bij b. en w. op aan hier in de toekomst ver
betering in te brengen."
De Voorzitter: Het tweede punt is buiten de orde. Het eerste gedeelte breng ik nu in discussie.
De heer De Pree: Naar aanleiding van het geval waar het om gaat in de vragen die de heer
Van der Wal heeft gesteld en dat nu ook opgenomen is in de geclaimde punten heeft onze fractie
zich tamelijk uitvoerig zowel met deze concrete zaak als met het probleem in een wat algemenere
context bezig gehouden. Ik heb er behoefte aan de visie zoals die bij ons leeft t.a.v. deze problemen
hier naar voren te brengen. Het betreft hier weliswaar een specifieke situatie met een specifieke
wetsovertreding, het kraken van een pand, maar ik denk dat het goed is om niet alleen deze techni
sche juridische benadering, maar een wat algemenere benadering te geven. Ik wil dan twee opmer
kingen maken die u wel moet zien in de volgorde waarin ik ze maak.
Mijn eerste opmerking is deze. In de eerste plaats, als het dan gaat over het vraagstuk van legaal
handelen en illegaal handelen - kraken is illegaal handelen -, kan het voor ons als socialistische fractie
in ieder geval nooit zo zijn dat wi j bij voorbaat i I legale handelingen afwijzen omdat zij il legaal zijn. Dat
kan ook haast niet anders, want wanneer wij naar onze eigen traditie ki jken dan moeten wi j constateren dat
wij hier niet geweest zouden zijn wanneer in het verleden niet mensen illegale handelingen hadden
verricht. Ik denk daarbij aan stakingen en andere handelingen. Onze rechtsorde en de regels die
daarbij gelden zijn niet een statisch voor eens en altijd vaststaand gegeven, maar een dynamische
zaak die in het verleden en ook nu nog bevochten moet worden. Dat geldt trouwens niet alleen voor
socialisten, dat geldt ook voor andere politieke partijen, dat geldt, dacht ik, voor het C.D.A.
zeker voor wat het protestants christelijke deel er van betreft - ik hoef maar te wijzen naar de 80-
jarige oorlog - en dat geldt ook, al zou je het daar het minst van verwachten misschien, voor een partij
als de V.V.D., want ook de liberale waarden zijn ooit bevochten, ook door het plegen van, in die
tijd, illegale handelingen. Ook de rechtsorde zoals wij die op het ogenblik kennen met de rechts
regels en de bepalingen van wat legaal en wat niet-legaal is is niet af. De ontwikkeling staat niet
stil. Dat is altijd zo geweest, alleen al vanwege het feit dat elke rechtsorde en alle regels per
definitie achter de praktijk aan lopen. Dat is nu eenmaal een kenmerk van elke juridische regel. In de
tweede plaats komt daar voor ons als P.v.d.A. nog bij - dat hangt samen met onze maatschappijvisie -
dat de bestaande rechtsorde de rechtsorde is van de bestaande samenleving, de bestaande maatschap
pij. Welnu, wanneer je kritisch staat t.o.v. de bestaande maatschappij dan ligt het voor de hand dat
je ook kritisch staat t.o.v. de rechtsorde die een weerspiegeling is van die maatschappij. Voor ons -
en dat zult u begrijpen - zijn woorden als "law and order" begrippen die wij zeker niet met hoofd
letters schrijven; die zijn voor ons niet heilig. De geschiedenis is over het algemeen nu juist gemaakt
door die groepen en door die mensen die de bestaande "law and order" hebben doorbroken en daar
door hebben veranderd. En ik denk dat dat een besef is dat in onze tijd weer levend begint te worden,
dat wij langzamerhand een veel positievere instelling krijgen - niet overal helaas - tegenover dat wat
dan heet burgerlijke ongehoorzaamheid; daar kunnen ook kraakacties onder vallen. Een aantal jaren
geleden is aan wijlen Martin Luther King zelfs een eredoctoraat aan de V.U. toegekend, maar dat zal
ook wel samenhangen met het roemruchte verleden van juist een V.U. en dan denk ik weer aan de
80-jarige oorlog. Het is, dacht ik, overeenkomstig een aantal tradities - wat dat betreft zouden wij