11 10 Mevr. Brandenburg-Sjoerdsma: In april 1974 ging de raad akkoord met de vestiging van de 3 instituten voor hoger onderwijs in het IJsbaankwartier/Camstra- buren. Er zou toen begonnen worden met de bouw aan de kant van de stad, dus in het vroegere IJsbaankwar- tier bij de Spanjaardslaan. Daarna is de brief gekomen van de minister die voor ons ter inzage is gelegd. Daar in staat dat men wel graag 'n versnelling in de bouw zou willen bewerkstelligen, maar men verbindt daaraan de voorwaarde dat de gemeente aan het rijk een terrein aanbiedt van 3,6 ha groot. In die brief staat ook een soort dreigement; er staat in dat, als de gemeente niet op korte termijn aan die voorwaarde zal kunnen vol doen, één van de 3 participanten wie dat dan is wordt in de brief niet gezegd waarschijnlijk met zijn ves tiging naar elders zal uitwijken. Wij vragen ons af of dat de rijksuniversiteit was. Wij dachten eerst dat eigenlijk zeker te weten, maar later hoorden wij dat het misschien ook wel Ubbo Emmius zou kunnen zijn. Wij vinden het eigenlijk een heel vreemde gang van zaken dat een gemeente een brief krijgt van het rijk en dan mag raden: Wie van de drie? Achteraf denk je: Zo'n brief had je natuurlijk meteen terug moeten sturen met de mededeling: Wij zitten hier niet om raadsels op te lossen. Hoe hard is die uitspraak dat één van de 3 participan ten zich terug zal trekken? Wij weten dat niet. U zegt in de raadsbrief op pag 2: „Wij hebben de bo vengenoemde oplossing voorgesteld aan het ministerie en de deelnemende onderwijsinstellingen. In principe hebben deze instanties zich met het vorenstaande kun nen verenigen." Nu hebben wij zopas een brief op onze tafel gekregen waaruit blijkt dat in ieder geval de akademische raad van de Agogische Akademie zich van die uitspraken distantieert. Het zijn allemaal on zekerheden. Wij hebben dan ook grote moeite met het voorstel waar u nu mee komt om het terrein thans in gebruik bij de Kinderboerderij te bestemmen voor de bouw van het project voor hoger onderwijs. In de ongeveer 15 jaar van het bestaan van de Kinderboerderij is de Kin derboerderij een begrip geworden in Leeuwarden en omgeving. De beplanting is eigenlijk nu zo ver dat zij beschutting geeft aan speeltuinen en weiden. Bij ver plaatsing naar de westkant van de Jeugdweg moeten wij weer opnieuw beginnen en het duurt jaren voordat wij weer iets hebben dat zo besloten is en beschermd tegen de wind. Daar komt ook nog bij dat het terrein aan de westkant juist open zou moeten blijven omdat het een stukje ruimte-idee geeft tegenover de flatbouw van Bilgaard met een uniek uitzicht op de boomwallen van het Rengerspark en de oude begraafplaats. Onze fractie heeft zich afgevraagd welke mogelijk heden er nog meer in zitten. Enige tijd geleden hebben wij een stuk grond verkocht aan het rijk voor de ver vangende bouw van de Rijksscholengemeenschap die nu aan het Zaailand is gevestigd. Dat stuk grond grenst aan het gebied waar wij nu over praten. De bouw van de school staat niet op het scholenplan van de eerste 5 jaar. Kan in overleg met het rijk voor die school niet een andere oplossing worden gevonden? Er komen in de omgeving van het Zaailand en de Willemskade ge bouwen leeg en er wordt afgebroken. Wij doen maar een suggestie. Het zou ook nog een voordeel zijn dat wij tenminste één middelbare school overhouden die gesitueerd is in de binnenstad, dicht bij het station van de ,N.S. en het busstation. Maar er zullen stellig nog andere mogelijkheden te vinden zijn. Wij menen te weten dat het college deze mogelijkheid niet met het ministerie heeft besproken; wij vinden het wel nood zakelijk dat dat gebeurt en dat u van deze beraadsla gingen verslag uitbrengt aan de raad. Dan wilde ik nog even ingaan op de bouwplannen op zich. Er wordt gebouwd voor opleidingen in de wel zijnssector. Aan het eerste globale plan lag een daarbij passende filosofie ten grondslag van integratie naar de stad toe. Er was meer gehandhaafd van wat nu in het gebied aanwezig is aan boomsingels en water. De schets die nu ter inzage ligt geeft de indruk dat de eerste filosofie is verlaten en dat het weer de traditio nele schoolgebouwen zullen worden, tot 6-hoog in dit gedeelte aan de Dammelaan. Verder zijn er nog allerlei strijdpunten over de ontsluiting door wegen, over het parkeren waar ook de wijkbewoners in de buurt van Camstraburen zich ongerust over maken. Kortom, wij weten veel te weinig om te kunnen be slissen. Wij menen dan ook dat het wenselijk is dat de beslissing over dit agendapunt wordt uitgesteld. Om dit te bereiken komen wij met een motie die ik nu zal voorlezen. „De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 12 mei 1975, besluit de behandeling van het voorstel betreffende de vestiging van hoger onderwijs instellingen in het bestemmingsplan Camstraburen uit te stellen en draagt het college van b. en w. op: le in overleg te treden met het rijk om te onderzoeken o het t.b.v. de Rijksscholengemeenschap verkochte stuk grond gebruikt kan worden voor de vestiging van bo vengenoemde hoger onderwijsinstellingen en van deze besprekingen verslag te doen aan de raad; 2e te on derzoeken of in het gebied Camstraburen op een an dere manier de genoemde 3,6 ha is te vinden; 3e op zodanige wijze in overleg te treden met alle betrokke nen dat sprake kan zijn van reële inspraak." De motie is behalve door mij ondertekend door de heren Ten Hoeve en Van der Wal. De heer Heidinga: De raad staat vanavond voor een beslissing die nogal enige consequenties heeft. Ik neem aan dat het college zich ook zeer wel bewust is dat het de raad daarvoor stelt; het zal het college, dacht ik, ook niet zo gemakkelijk vallen dat te doen Nu is het natuurlijk wel zo dat de raad al geruime tijd geleden heeft besloten het gebied, gelegen tussen de Dammelaan en de Spanjaardslaan, te bestemmen voor de vestiging van hoger onderwijsinstellingen. Wat dit betreft is er dus helemaal niets nieuws aan de orde. De dikke brok die wij vanavond moeten door slikken is eigenlijk dat wij nu beginnen bij de Damme laan en dat wij daarvoor een stukje van het terrein van de Kinderboerderij moeten hebben. Nu ben ik vandaag door tientallen mensen opgebeld over deze kwestie en iedereen zei tegen mij: Hoe krijgen jullie het nou in je hoofd om de Kinderboerderij te willen afbreken! Vanavond bleek hier op het plein voor het stadhuis ook weer dat iedereen het er over had dat wij de Kinderboerderij willen afbreken. Wie dit sprookje heeft verzonnen en daarmee tracht de pu blieke opinie te beïnvloeden maakt zich, vind ik, schuldig aan misleiding, want dat is helemaal niet het geval en zo mag het ook niet worden gesteld. Wij moeten trachten de discussies zindelijk te houden, wij moeten het plunt behandelen dat wierkelijk aan de orde is. Nu is het zo dat het enige verschil is dat de adspirant koper op vrij korte termijn plotseling de eis heeft gesteld dat hij voor de eerste fase veel meer grond nodig heeft dan eerst was verwacht; dat is eigenlijk het punt. Er is vandaag ook al van ver schillende zijde tegen mij gezegd: De raad gaat toch zeker niet aan kant voor chantage van de rijksin stanties! Naar mijn mening is daar echter helemaal geen sprake van. Er is gewoon door de adspirant ko per gesteld: Wij willen graag snel beginnen, maar het blijkt dat wij meer grond nodig hebben; kunnen jullie ons die leveren? En daarover kan de raad vanavond beslissen. Omdat het terrein aan de Spanjaardslaan toch al met grote moeite vrij gemaakt kon worden op zo korte termijn ik heb mijn bedenkingen dat wij dat klaar hadden gekregen en ook omdat tot nu toe verzuimd is om met de Koninklijke tot overeen stemming te komen overi het terrein dat aan die ijs- club toebehoort ik meen nog altijd dat dat wel mo gelijk was geweest wordt ons nu voorgesteld om die dikke brok door te slikken aan de Dammelaan Voor wij ons hier echter aan wagen wil ik toch graag: een paar dingen nader bezien. Als wij dit besluit nemen dan houdt dat in mevr Brandenburg zei dat ook al dat wij de Kinderboer derij zeker in eerste instantie schade berokkenen; daar kunnen wij niet onderuit, dat is zo. De Kinderboerderij heeft zich in de jaren van haar bestaan een grote plaats in onze samenleving verworven en dat is hele maal niet verwonderlijk. De Kinderboerderij ligt vlak bij grote dichtbevolkte woonwijken en voorziet in een vrij grote behoefte aan recreatie- en groenvoorzienin gen van de hele stad; zo mag het wel gesteld worden. Op het gebied van groen- en recreatievoorzieningen zo dicht bij huis is Leeuwarden toch al schaars bedeeld, dus mogen wij daar echt wel met de nodige zorgvul digheid mee omgaan. De raad heeft, dacht ik, ook de plicht dat te doen; de raad zal dat ook zeker niet na laten. De belangen moeten dan ook zorgvuldig worden afgewogen. Bij de eerste beschouwing van het voorstel van b. en w. zou men kunnen zeggen: Er verandert niets; er komt geen recreatie- en groengebied bij, maar er gaat ook niet af, het wordt alleen maar verplaatst. En voor vandaag is dat zonder meer waar. Maar op de lange duur is het niet zo. Als wij verder in de tijd zien dan zien wij dat wij het Rengersparkgebied, zoals wij ons dat voorstellen te maken, aantasten en dat wij dat niet zullen kunnen uitvoeren zoals wij dat gepland hebben. Daar gaat dus een gedeelte van verloren en wij zullen dat plan drastisch moeten herzien. Mijn frac tie is van mening dat er toch een zo groot mogelijk groengebied in dat deel van de stad moet blijven be houden. Daarom zouden wij graag het gebied dat be grensd wordt door de Dammelaan, de nieuwe grens van de Kinderboerderij, vandaar rechtuit naar de hoek van de IJsbaanstraat, het Rengerspark, de Spanjaardslaan en de Jelsumerstraat helemaal willen bestemmen tot groengebied. Ik weet wel dat er een paar scholen in staan, maar goed dat vindt zich dan wel, dat heeft nu eenmaal die bestemming en dat is op dit moment niet van groot belang. Ik geef ook maar globaal het ge bied aan. Dit gebied is 20 ha of wel 200.000 m2 groot. Het heeft ook al de bestemming groengebied of mijn geheugen moet mij in de steek laten; dat doet het wel eens want ik word een dagje ouder. Ik heb hier een tekening van het bestemmingsplan Rengerspark en daar staat dit hele gebied op als groengebied. Hier staat ook nog die weg op, die grote toegangsweg die van Bilgaard via de Gemeentewerf zou lopen naar de Bleeklaan; die weg hoeft er natuurlijk niet te komen. Het lijkt mijn fractie van essentieel belang dat in ieder geval dat gebied achter het Rengerspark en ten wes ten van de Kinderboerderij blijft bestemd voor groen gebied; dat is een behoorlijk groot gebied. Ik heb voor de aardigheid het gebied op deze tekening rood ge maakt; als dat even bij de wethouder gebracht wordt kan hij zien wat ik bedoel. Misschien weet hij het ook al, want hij is wel op de hoogte van de situatie daar. Het verplaatsen van een terreingedeelte van de Kin derboerderij van oost naar west is toch wel een heel ding. De Kinderboerderij gaat er in feite wat de op pervlakte betreft niet op achteruit; zij kan een even groot gebied terug krijgen aan de westkant. Wat mijn fractie betreft kan men ook nog wel wat meer krijgen; er kunnen dan nog wat meer voorzieningen worden gemaakt aan die kant van de Kinderboerderij. Wat op het ogenblik het zwaarste weegt dat ben ik volko men met mevr. Brandenburg eens zijn de mooie groensingels die in de loop der jaren zo mooi zijn op geschoten en een prachtige dichtheid hebben bereikt. Er zijn natuurlijk enige jaren voor nodig om datzelfde weer te krijgen. ,Nu is het zo dat wij op het ogenblik wat dat betreft wel wat meer weten dan een aantal jaren geleden. Het is n.l. heel goed mogelijk om derge lijke bomen in ieder geval een heel aantal er van te verplaatsen; die kunnen ook op de plaats waar ze gezet worden weer opschieten. De technische mo gelijkheden zijn wat dat betreft bijzonder vooruit ge gaan. Mijn fractie zal er dan ook wel bijzonder prijs op stellen dat op dit stuk van zaken het uiterste wordt gedaan dat mogelijk is om die singel zo snel mogelijk weer te doen groeien en de nodige dichtheid te doen verkrijgen. Volgens mijn inlichtingen is dat in 2 a 3 jaar mogelijk. Maar in die tijd doen wij die voorzienin gen werkelijk enige schade aan. Dan wil ik nog iets zeggen over het terrein van de Rijksscholengemeenschap aan de Dammelaan. Wij heb ben dat terrein verkocht en wij zijn niet zo dat wij nu als raad tegen het college gaan zeggen: Maak die koop ongedaan. Dat kan niet, in het burgerlijk verkeer is dat niet mogelijk. Verkocht is verkocht; het is ook al betaald. Dat terrein is nu van iemand anders; die men sen zijn in het terechte bezit van dat terrein. Nu is dat een terrein met een oppervlakte van ongeveer 2,7 ha. Het terrein grenst aan de 3^j ha grond die wij op het ogenblik aan de hoger onderwijsinstellingen ter be schikking willen stellen. Het is dus van bijzonder groot belang want stel je voor dat wij op de een of andere manier voor de vestiging van de Rijksscholengemeen schap een ander terrein zouden kunnen vinden dat voor die mensen acceptabel is. Dan waren we helemaal uit de nesten. Dan zouden wij, als dat nodig is, de Kin derboerderij kunnen laten zoals die op het ogenblik is. Mijn fractie stelt het wel bijzonder op prijs dat het college overleg voert over de vraag of er een andere mogelijkheid is. Wij willen ook graag dat het college zelf gaat uitzoeken of er een geschikt vervangend terrein is. Als dat gevonden is is het misschien mo gelijk een ruiling aan te gaan. Wij achten een oplossing in die richting van bijzonder groot belang en wij zou den erg graag willen dat dat gebeurde. U zult inmiddels wel hebben begrepen dat wij niet staan te juichen' voor de door het college voorgestelde oplossing; dat doen wij beslist niet. Wij zijn het er echter niet mee eens dat, zoals in de stad gesuggereerd wordt, dit een werkelijke aantasting is van de Kinder boerderij die onherstelbaar is, want zo is het beslist niet. Er komt even een moeilijke periode; die kan 2 a 3 jaar duren. Dan is het voorbij, dan kan de Kinder boerderij weer in al zijn „hear en fear" gebruikt wor den zoals die nu ook gebruikt wordt. Mijn fractie stelt er prijs op dat er een behoorlijk groengebied blijft; dat kan ook. Naar onze mening tasten wij hiermee niet teveel aan van het groen in Leeuwarden. Als wij in onze fractie al deze dingen overwegen dan zeggen wij: Wij gaan akkoord met het voorstel van b. en w. omdat wij de vestiging van de hoger on derwijsinstellingen zo belangrijk vinden dat die bij ons de voorkeur heeft boven de zeer geringe aantasting van ons groen- en recreatiegebied bij de Kinderboer derij. Wij willen echter wel graag dat er serieus re kening wordt gehouden met de door ons geuite wen sen. Wij willen ook graag dat wij met elkaar proberen een beetje verder vooruit te zien zodat wij niet voor ad hoe beslissingen gesteld worden. Het is wel jammer dat er hier in de raad, als wij een beslissing moeten nemen over het terrein voor de kermisexploitanten, toch weer enige raadsleden zeggen: Er is helemaal geen haast bij, wij hebben de tijd wel. Dat is naar mijn mening volkomen verkeerd bekeken. Wij hebben de tijd niet. Wij moeten nu met deze dingen vooruit, an ders zitten wij straks weer in een positie waar wij niet in willen zitten, waarbij wij niet in vrijheid kunnen be slissen, maar waarbij wij gedwongen worden door alle mogelijke dingen. Wij moeten er nu rekening mee hou den dat wij dat terrein bestemd hebben voor de vesti ging van hoger onderwijsinstellingen; wij moeten dat terrein daarvoor vrij maken. Ik dacht dat dat op het ogenblik ons beleid moest zijn. Nu nog één ding. Het lijkt mij ik weet het niet helemaal zeker dat het wel eens verstandig zou kunnen zijn dat wij, als wij een bestemmingsplan ma ken voor dat gebied, niet van het standpunt uitgaan dat er over het terrein van de Dammelaan naar de Spanjaardslaan een vrij grote openbare weg moet ko men. Als wij die weg zoals die ons in de Commissie Ruimtelijke Ordening is getoond op een schets er uit halen dan geloof ik dat wij het terrein van de Kinder boerderij zelfs niet eens behoeven aan te raken. Per soonlijk zie ik niet dat die weg er moet komen. Dat zouden wij kunnen overlaten aan de kopers. Die kun nen zeggen: Wij zouden de gebouwen zo en zo willen groeperen. Daar kunnen wij in overleg met het college en de dienst altijd een oplossing voor vinden. Maar als wij zeggen dat die weg daar per se moet komen dan moeten zij de gebouwen zo groeperen dat ze aan die weg komen. Als wij die weg niet vastleggen maar hen de vrijheid geven t.a.v. het tracé dan zou dat wel eens tot gevolg kunnen hebben ik wil graag dat u daar naar informeert dat wij de Kinderboerderij niet eens behoeven aan te raken. Al met al is het zo dat wij het college volgen, maar dat wij wel graag willen dat het college rekening houdt met onze wensen. De heer Schaafsma: Als het voor de universitaire vestiging nodig is de Kinderboerderij af te breken dan lijkt mij de deal niet moeilijk. Het is m.i. namelijk zo dat de vestiging van het hoger onderwijs dusdanig belangrijk is dat, als je tot een afweging van belangen komt, de Kinderboerderij zal moeten verdwijnen. Maar is dat wel nodig? Mevr. Brandenburg heeft gesproken over het terrein van de Rijksscholengemeenschap. Ik

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 6