w~ i-v n» 20 Wij staan echter op het ogenblik wat dit betreft met de rug tegen de muur. U weet ook wel dat het uitermate moeilijk is om, als er zich plotseling mogelijkheden voordoen om iets te realiseren dat wij zelf met het ons ter beschikking staande budget niet klaar kunnen krijgen, dat maar te laten schieten. Dat geldt dus niet alleen voor dit object, dat is iets waar wij vrij regelmatig mee geconfronteerd worden De heer Heidinga heeft gezegd dat wij vrij plotseling, ook wat de plaatskeuze betreft, voor een beslissing zijn gesteld en dat daardoor vooraf nauwelijks discussies hebben plaats gehad. Ook dat is waar. Ik moet u zeggen dat wij intern al verschillende keren hebben gepraat over het feit dat wij ooit eens een nieuw politiebureau zullen moeten hebben. Zoals al door één van de sprekers is opge merkt voldoet het huidige politiebureau echt niet aan redelijke eisen, noch voor de mensen noch voor de dienstuitoefening. Maar wij werden de afgelopen jaren steeds geconfronteerd met het probleem dat, als wij de problematiek van een nieuw politiebureau aanhangig zouden maken, wij zelf 50% van de kosten op ons zouden moeten nemen. U weet allemaal wel hoeveel dingen wij de afgelopen 5 a 7 jaar urgent hebben gevonden; dan was het steeds: Laat het politiebureau nog maar even rusten, men redt zich daar voorlopig wel; er zijn wel urgentere dingen dan een nieuw politiebureau. Dit ondanks het feit dat wij er ons vart bewust waren dat ook in Leeuwarden ooit een nieuw politiebureau zou moeten ko men. Nu zijn er plotseling 2 nieuwe factoren opgedoemd die wij ook echt niet konden voorzien. In de eerste plaats heeft men ons duidelijk te verstaan gegeven dat men niet bereid is medewerking te ver lenen aan het opknappen van het huidige complex om de eenvoudige reden dat op die plaats in de binnenstad geen redelijke oplossing kan worden verkregen voor een lange reeks van jaren; daar wil men dus geen belangrijke bedragen in steken. Verder is er van de zijde van Binnenlandse Zaken ook te kennen gegeven dat Leeuwarden echt achterop komt wat de huisvesting van het politie-apparaat betreft. Nu er door de moeilijke en vervelende situatie op de arbeidsmarkt mogelijkheden zijn om een politiebureau te bouwen met waarschijnlijk 95% subsidie is dat een mogelijkheid die wij toch wel zouden willen aangrijpen. Dit is de simpele verklaring van het feit dat wij met dit voorstel zijn gekomen Hoe zijn wij tot deze plaatskeuze gekomen? Ik moet bekennen dat ik het niet helemaal zeker weet, maar ik dacht dat bij vroegere besprekingen al wel eens eerder deze plaats aan de Holstmeer- weg is genoemd. Intern hebben wij al vrij lang de strook tussen Aldlansdyk en Potmarge bestemd voor een nieuw Huis van Bewaring. Dat terrein is ook al eens aan het rijk aangeboden. Het Ministerie van Justitie heeft daar nog nooit ja op geantwoord. Dat ging dus om het meest oostelijke gedeelte. Het middelste deel hebben wij nog geen bestemming gegeven, omdat wij aanvankelijk hebben besproken om daar een z.g. groothandelscentrum te creëren. Het overige deel - aansluitend dus aan het terrein van de brandweerkazerne - hadden wij bestemd voor nieuwbouw van het politiebureau als het ooit zo ver zou komen. Dat is dus al vrij lang een gedachte mogelijkheid geweest. Wij zijn op die plaats gekomen omdat wij geen plaats in de binnenstad kunnen vinden die voldoende ruimte biedt om het politiebureau met alles wat daarbij hoort te huisvesten. Er is in het verleden wel eens gedacht aan de Rijks H.B.S. als die t.z.t. weg zou gaan; dan zou het mooi in het centrum blijven. Er zijn zelfs op metingen gedaan. Men moest echter tot de conclusie komen dat het daar niet kan. Op langere ter mijn zou de Klanderijbuurt qua ruimte wel een mogelijkheid bieden. Maar er zijn twee bezwaren tegen. Het eerste bezwaar is dat wij daar niet op korte termijn over kunnen beschikken. In de tweede plaats - ik hoop dat dat binnen afzienbare tijd in de raad komt - is dit in onze gedachtengang de eerst in aanmerking komende plaats voor nieuwe kantoren. Dat is daarvoor o.i. een geschikte plaats, dicht bij de binnenstad. Wij hebben het IJsbaankwartier opgegeven; dat hadden wij aanvankelijk - dat is ook herhaaldelijk in de raad geweest - bestemd als opvolgend terrein na de Tesselschadestraat. In de Tesselschadestraat kunnen wij niet verder. Toen wij het IJsbaankwartier hebben bestemd voor onderwijsvoorzieningen hebben wij duidelijk gesteld dat wij vervangende ruimte zullen moeten heb ben voor het geval er straks nieuwe kantoren moeten worden gebouwd; die zullen toch in belangrijke mate dicht bij het centrum en dicht bij het station moeten kunnen komen als wij werkelijk troeven in handen willen hebben zowel voor vestiging van particuliere instellingen als voor overheidsinstellin gen in het kader van de spreiding van rijksdiensten. Wij zullen een dergelijk gebied achter de hand moeten hebben om nieuwe werkgelegenheid in deze gemeente te kunnen krijgen. Dat zijn dus de twee bezwaren om het nieuwe politiebureau in de Klanderijbuurt te bouwen. Het kan daar niet op korte termijn en het zou daar teveel ruimte opslokken. De Kazerne is genoemd. Ook daar is wel degelijk bij stil gestaan. Wij zitten met de Kazerne in de maag. Het is een monument dat een bestem ming moet krijgen die zinvol is. Niemand weet op het ogenblik wat wij er werkelijk mee zouden kunnen doen. Als wij de Kazerne zouden kunnen afbreken dan was het wat anders want dan zou het vrijkomende terrein voor velerlei doeleinden geschikt zijn. Wij hebben het in overleg met de Domeinen laten taxeren. Wij hebben het eerste recht van koop; dat hebben wij destijds al bedongen bij de Minister van Defensie. Het gebouw is getaxeerd op 1 miljoen. Wij hebben gezegd: in geen miljoen jaar. Zelfs als wij hef voor een gulden zouden kunnen krijgen is hef een blok aan hef been wanneer het gebouw niet mag worden afgebroken. (De heer Ten Hoeve: Wilt u dat dan graag?) Dat zeg ik niet. Wij willen de Kazerne wel graag laten staan, maar als eigenaar moeten wij er wel iets zinnigs mee kunnen. Dat is hef probleem. Maar het politiebureau kan er zo niet in; dan zou het inder daad ondersteboven moeten. De Kazerne is dus ook geen reële mogelijkheid. Dan is er nog een plaats waar wij wel eens over gedacht hebben en dat is de plaats van de Gevangenis; dat is ook zo'n terrein vlak bij de binnenstad; dat zou op zich een goede plaats zijn. Als de Gevangenis ooit weg gaat dan komt er natuurlijk een ruimte vrij die beslist voldoende zou zijn. Ik moet u eerlijk zeggen dat het voor mij langzamerhand een raadsel is wat Justitie met die Gevangenis wil. Aanvankelijk hebben wij onderhandeld over het overnemen van de Gevangenis door de gemeente omdat wij het terrein wilden gebruiken voor een weg en een parkeergarage. De Gevangenis staat leeg. Wij hebben er al herhaal delijk op aangedrongen dat Justitie hef terrein aan de Holstmeerweg koopt voor een nieuw Huis van Bewaring, maar daar beslist men niet over. Maar wij hebben daar geen greep op. Justitie is kennelijk niet in beweging te krijgen. (De heer Ten Brug (weth.): Daar zijn wat moeilijkheden.) (Gelach) Ja, dat is waar. (De heer Ten Hoeve: Er zijn misschien te weinig gevangenen.) Misschien gaaf men zelfs de Gevangenis weer in gebruik nemen Maar goed, laten wij ernstig blijven. Wij hebben echt alles afgezocht en nagegaan, maar wij hebben geen plaats gevonden. Uiteindelijk is de discussie gekomen op de vraag of hef erg is dat het politiebureau aan de rand van de stad komt. De staf van de politie aarzelde aanvankelijk ook erg t.a.v. vestiging buiten de stad. Maar toen wij dit gingen analyseren kwamen wij tot de ontdekking dat er weinig reële argumenten tegen waren en dat het meer een gevoelskwestie was omdat hef politiebureau altijd in de binnenstad heeft gestaan. Wij konden niet veel redenen bedenken waarom het politiebureau echt in de binnenstad gevestigd moet blijven. De Holstmeerweg ligt nu nog aan de rand van de stad maar dat verandert nog wel want als wij nog een paar jaar verder zijn is het Aldlan klaar, is de brug in gebruik en is er een nieuwe verbinding met de Groningerstraatweg. Er zijn mensen die denken dat wij nooit in Camminghaburen zullen bouwen, maar ik hoor daar niet bij; wij zouden daar wel eens vlugger kunnen gaan bouwen dan velen op het ogenblik in en buiten de raad vermoedenAls dat aI lemaal gerealiseerd is ligt het politiebureau weliswaar niet meer in het centrum, doch ook niet meer aan de rand van de stad. Zakelijk gezien is het dus geen probleem om het politiebureau aan de Holstmeerweg te bouwen, echter onder één voor waarde. Er zal in het centrum van de stad - dat is ook in diverse andere steden het geval - een politiepost moeten komen; daar zijn ook al vragen over gesteld. Dat moet wel want er zijn dingen waarvoor je de mensen niet naar de Holstmeerweg kunt sturen; ik denk dan b.v. aan mensen die zo gelukkig zijn een bonnetje op hun auto te vinden. Die mensen moeten in de binnenstad terecht kunnen dat is een te groot aantal om naar de Holstmeerweg te sturen. (De heer Ten Hoeve: Als je tenminste gezagsgetrouw bent.) Het moet ook mogelijk zijn dat mensen in de binnenstad terecht kunnen voor informatie. Het is de bedoeling ook dat mogelijk te maken. Als hef nieuwbouwplan doorgaaf komt er dus een politiepost in de binnenstad. De heer Ten Hoeve heeft gevraagd waar die post zal komen. Ik moet u zeggen dat wij er op het ogenblik over denken die ergens in de buurt van het stadhuis te vestigen, om de simpele reden dat het ons niet gek lijkt de zaak te laten integreren; de politie is tenslotte een onderdeel van de gemeente. Het zou ook wel eens de goedkoopste oplossing kunnen zijn, want je zou dan geen voorzieningen hoeven te treffen voor telefoon, schoonmaken, elektrisch e.d.; dat kan dan meegenomen worden in het geheel. Als wij hef ergens aan een van de pleinen rond het stadhuis zouden kunnen onderbrengen - hef hoeft niet een grote ruimte te zijn - dan zou dat een niet te dure oplossing betekenen. Wij hebben het idee dat wij er wel in zullen slagen die ruimte te vinden. Onze eerste gedachte is dus om de vaste politiepost op een van deze pleinen te vestigen; dat is dicht bij de binnenstad en dat lijkt ons de meest praktische oplossing. Er is echter nog geen beslissing over genomen. Als wij tot een andere praktische combina tie zouden kunnen komen op een andere geschikte plaats in de binnenstad dan is die nog compleet open. Ik heb u alleen maar gezegd in welke richting op dit moment de gedachten zijn gegaan. De heer Ten Hoeve heeft ook nog gevraagd of door de realisering van het politiebureau andere objecten in Leeuwarden in de knel komen. Wij hopen dat dat niet het geval zal zijn en wij verwach ten hef ook niet. (De heer Buising: Waarom verwacht u dat niet?) De uiteindelijke beslissing wordt in Den Haag genomen, maar wij laten er niet iets voor vallen; dat kan ik u verzekeren. Voor zover wij invloed hebben, voor zover wij er iets in hebben te zeggen laten wij er niet een ander object voorvallen en gaan wij er van uit dat dit alleen moet gebeuren als wij dit extra kunnen krijgen in de sfeer van - zo liggen de kaarten nu eenmaal; verschillende ministeries hebben hun inbreng - Binnen landse Zaken. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken houdt zich o.a. bezig met de politiebureaus en het Ministerie van C.R.M. o.a. met zwembaden en sporthallen. Zo maakt elk ministerie zich druk over

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 11