10 open sfeer kan verlopen, zodat alle werkers in de 3 ziekenhuizen de hele zaak kunnen blijven volgen, vooral natuurlijk op die onderdelen die aan hun belangen raken. Er zal dan ook een overlegorgaan gevormd moeten worden - of is dit er reeds? - waarin in samenspraak met de vakbonden heel duide lijk gevolgd wordt in hoeverre er problemen zijn en/of komen m.b.t. de werkers in de ziekenhuizen. Dit is wat ik er op dit ogenblik van wil zeggen. Mijn fractiegenoot, de heer Jansma, wil nog graag even speciaal ingaan op de positie van de werkers. Ik besluit met een vraag. In de stukken die ter inzage gelegd zijn vond ik een heel duidelijke brief van het Diakonessenhuis waaruit blijkt dat het eigenlijk volkomen akkoord gaat met de inhoud van de raadsbrief. Maar van het Bonifatiushospitaal ontbreekt elke reactie. De brief van hef Diakonessenhuis zegt eigenlijk dezelfde dingen die ik net gezegd heb over de overgangsfase en de rechtspositie van het personeel. Dat de overgangssituatie zo kort mogelijk moet zijn zal iets zijn waarover wij het alle maal wel eens zullen zijn, want hoe langer zo'n situatie gaat duren hoe meer onrust en hoe meer financiële problemen er zullen komen. Ik wens u echt van harte toe dat er geen nieuwe moeilijkheden komen,dat de gesprekken prettig en vlot kunnen verlopen en dat wij in het belang van onze stad en de hele regio zullen komen tot het gewenste doel,een ziekenhuis met bovensfedelijke voorzieningen. De hear Jansma: Lyk as mefr. Visser al sei soe ik noch ien en oar sizze wolle oer de personiels- oangelegenhedenMar, hoewol 't dat yn de fraksje net ofpraet is, woe ik nei oanlieding fan itjinge mefr. Brandenburg sein hat - dat is in bytsje nij foar Os, mei namme de eask fan de oerheitsstichting; dér is yn de kommisje dy't ienriedich efter dit ötstel stie yn dy sin ek net oer praet wurden - noch in pear dingen opmerke. De arguminten binne it untbrekken fan in demokratyske kontrolle en de personielsoangelegenheden. Hwat de demokratyske kontrolle oanbilanget tocht ik dat wy op dat punt eins dit stanpunt ynnimme moasten: Hwannear't der dudlik sprake is fan in net foldwaende mooglikheit ta kontrolle by in partikuliere ynstelling as hwannear't der dödlik gebrek oan fortrouwen is by in partikuliere ynstelling dan kinne wy dér wol oer prate. Hwannear't it giet oer de personielsoangelegen heden dan kin ik sizze dat ik fan tige tichteby wit dat it hiel faek foarkomt dat in bipaelde oerheits- ynstelling neist in partikuliere ynstelling op in gegeven momint amtners yn tsjinst hat, dat kinne amtners yn de sin fan de Pensioenwet wêze dy't gewoan yn tsjinst binne fan in partikuliere ynstelling. Ik tink even oan de sosiale forsekeringen hwerby op in gegeven momint de ötfiering fan in bipaelde wet dien wurdt troch de Ried fan de Arbeit of de Sosiale Forsekeringsbank en op in gegeven momint wurdt der utmakke dat dy wet utfierd wurde sil troch in bidriuwsforieniging en it person iel dat amtner is giet dan oer nei dy bidriuwsforieniging ta en bihaldf de status fan amtner yn de sin fan de Pensioen wet. Wy hawwe datselde meimakke by Frigas, op ungefear deselde wize. In oar foarbyld is hwat der bard is mei de busundernimmingen yn Fryslan; de LABO, de LAB, de NOF en de NTM binne byinoar gien, it personiel fan de NTM wie amtner en is amtner bleaun yn de sin fan de Pensioenwet. Nou tocht ik dat der hjir in wurkkommisje wie dy't dizze saken allegearre bistudearret en it komt my foar dat dizze kommisje dizze saek goed bistudearret en dat dy yn elts gefal goed yn de gaten halde moaf dat der net kaem wurde mei oan de rjochten dy't krigen binne troch it personiel fan Triotel. Ik soe dér noch wol hwat fan sizze wolle. Dy kommisje bistief oant nou ta ut in oantal amtners fan it gemeenlik apparaef, mar it soe neffens my wol goed wêze dat wy hwannear't wy ta in bislissing komme ek de fakorganisaesjes der yndied by ynskeakelje sadat fortsjintwurdigers dêrfan ek mei sit krije yn dizze wurkgroep, hwant dat wurdt dan wol tiid. Dat is yn in earder stadium ek al ris bard - dat wie doe yn it ramt fan de gearwurking tusken Triotel en Diakonessenhus - en dêr binne ek hiel hwat gegevens fan; dy soene dan miskien ek wer ris öf if laed wei komme kinne, miskien dat dat foar in part ek al bard is. Ik wol noch graech even sizze dat wy as leden fan dizze gemeenteried goed biseffe moatfe dat de forantwurdlikheit op dit stik fan saken, hwat it byinoar gean oanbilanget, op dit momint dochs wol hiel dödlik by de gemeenteried leit. Wy moatfe goed witte hokker bislissingen wy hjir joun op dit punt nimme sil Ie, hwant de "gezondheidszorg" yn Fryslan en yn Ljouwert stiet hjirby op in hiel noedlik punt. As ik even yn herinnering rop hwat deputearre Spiekhout sein hat by it oanbieden fan de nota dy't troch de "Provinciale Raad voor de Gezondheidszorg" opmakke is; hy sei: "In de hele opbouw van een provinciaal plan is het een stuk ellende dat de Leeuwarder ziekenhuizen elkaar niet kunnen vinden. Ze missen op zo'n manier de boot. De centrumfunctie wordt wel in de waagschaal gesteld." Wy moatfe joun goede dingen dwaen hwant oars geane wy yndied yn de boat. De heer Schaafsma: Boven de raadsbrief hebt u gezet: "Samenwerking Leeuwarder Ziekenhuizen Dat klinkt optimistisch - en laten wij hef ook zo houden -, maar ik heb zelf gedacht aan een andere titel, n.l. "Het ten lange leste bereikte uitgangspunt om mogelijk te komen tot samenwerking tussen de Leeuwarder ziekenhuizen". De heer De Vries (weth.): Dat is een veel te lange zin.) Dat is inder daad een lange zin, maar ik dacht dat die meer uitdrukte van hetgeen er in het vooroverleg allemaal 11 gebeurd is. Het is gelukkig dat het eindelijk zo ver gekomen is dat het college vanuit de vooroverleg situatie, via de bestuurscommissie van Triotel, uiteindelijk met dit stuk bij de raad is gekomen waarin staat wat uiteindelijk de conclusies zijn geweest van het vooroverleg. Er is één concreet ding dat opvalt en dat is dat er gestreefd moet worden naar een opzet van een tweetal ziekenhuiscomplexen, lokatie Noord en lokatie Zuid, waarvan het dienstenpakket van elk afzonderlijk zowel kwalitatief als kwantitatief groter zal zijn dan dat van een gemiddeld Nederlands streekziekenhuis. Daar gaan wij mee akkoord. Dat is een concrete doelstelling waarop wij verder kun nen. Dat feit op zich geeft bij ons in de fractie geen problemen. Die zijn er echter wel op andere punten. In de eerste plaats iets over hetgeen u op pag. 3 zegt over de eindfase. Ook wij hebben enige twijfel t.a.v. de mogelijkheden van een 5-5-3-verhouding, niet wat de verhouding 5-5-3 als zodanig betreft, want dat ontmoet bij ons geen bezwaar. Wij nemen n.l. aan dat deze getalsverhouding een weerslag is van alle historische moeilijkheden en de argwaan die er misschien nu nog is; die argwaan zal hopelijk in de overgangsfase helemaal uitslijten. Wij begrijpen dus wel dat men op dit moment deze getalsverhouding nog hanteert. Ik geloof ook wel dat het het uiterst mogelijke is op dit moment met de 5-5-3-verhouding te komen. Ik zit eigenlijk met het volgende probleem. Ik kan mij voorstel len dat, als men vanuit de overgangsfase met de besluitencenfraIe komt tot de eindfase, op hef moment dat de eindfase start het Diakonessenhuis a Is vereniging, het BonifatiushospitaaI als stichting en Triotel als overheidsziekenhuis nog duidelijk bestaan. Er worden dan 5 leden aangewezen door het bestuur van hef Diakonessenhuis, 5 leden door het bestuur van het Bonifatiushospitaal en 3 leden door de gemeenteraad. Het aanwijzen van leden door de raad is geen punt, want als de zittingsperiode van de leden om is is het voor de raad eenvoudig om nieuwe leden in het hoofdbestuur aan te wijzen. Maar ik vraag mij eerlijk gezegd af hoe ik hef woord "bestuur" voor Diakonessenhuis en Bonifatius hospitaal moet interpreteren, want van besturen van de huizen als zodanig is op hef moment dat de zittingsperiode van het hoofdbestuur is afgelopen geen sprake meer. Dan kan je nog wel spreken van de Vereniging het Diakonessenhuis, maar die vereniging heeft dan geen direct contact meer met het huis; m.b.t. de Stichting Bonifatiushospitaal geldt eigenlijk precies hetzelfde. Er komt een gaping. Ik kan mij voorstellen dat men daar de eerste tijd geen problemen mee krijgt en ik weet ook wel dat wij niet in lengte van jaren deze dingen vastleggen; het kan allemaal nog wel gewijzigd worden en dat zal op den duur ook wel groeien. Maar op dit moment zeg je; die 5-5-3-verhouding is als start van de eindfase wel acceptabel, maar het kan zo eigenlijk niet doorgaan omdat er wijzigingen in de situatie gaan ontstaan als je elkaar in de eindfase volledig hebt gevonden. Wat ons m.b.t. de overgangsfase bezig houdt is het volgende. Een besluitencenfra Ie zoals u die in de raadsbrief noemt - dit is in het vooroverleg ook al eens genoemd, dacht ik - is op zichzelf wel aardig, maar als je naar de bevoegdheden kijkt die die besluitencenfra Ie in de overgangsfase krijgt dan zijn daar dingen bij ten aanzien waarvan je zegt: Kan dat allemaal wel zo vrijblijvend? Genoemd worden: a. vaststelling van de totaliteit van de dienstverlening, de verdeling der taken over de drie loka- ties, wijzigingen in de totaliteit c.q. onderlinge taakverdeling; b. de vaststellingen van de investeringsplannen en -begrotingen; c. de vaststellingen van de exploitatiebegrotingen en -rekeningen; d. de financiering van investeringen en exploitatie; e. de invoering van ingrijpende wijzigingen in de interne organisatie van één der instellingen; f. een verdere voortgang van de integratie. Daar zitten dingen bij waarvan je zegt: Zo'n besluitencenfra Ie kan niet een vrijblijvende zaak zijn; dingen die je bij meerderheid al inbrengt zullen toch ergens gefundeerd moeten worden op een rechtspersoon. En dan komt voor ons het punt hoe dat dan verder moet. Als wij ons aan die overgangs fase gaan binden - ik neem aan dat de overlegcommissie terug komt bij de raad met zaken die pro blemen gaan geven - dan zou het zo moeten zijn dat je niet in de eindfase nog eens opnieuw moet beginnen met een nieuwe rechtspersoon waarbij je dan op een gegeven moment alsnog de problemen van het personeel inbrengt. Ik dacht dat je moest proberen van de besluitencenfra Ie (als trait d'union tussen de huidige ziekenhuisbesturen) in het groeien naar de eindfase (het hoofdbestuur) al een zo danige rechtspersoon moest maken dat je daar alles in kunt brengen; anders moet je alles nog eens opnieuw doen. Ik wil graag dat dit punt spoedig in het overleg wordt betrokken omdat wij menen dat één van de punten waar voorheen vaak wrevel uit voortgekomen is de personeelsproblematiek is. Wij zitten met 3 verschillende rechtsvormen. Ik dacht daarom dat de personeelsproblematiek naar voren geschoven moest worden. Er moet voor gezorgd worden dat het personeel weet dat, als er een fusie komt, zijn baan, zijn positie, zijn vooruitzichten gegarandeerd zijn. U krijgt geen personeelslid zo gek om aan fusiebesprekingen deel te nemen als dat zou betekenen dat hij daarmee bezig is zijn

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 6