22 er wel dag en nacht vóór werken - om !n Leeuwarden zo snel mogelijk een sporthal en een zwembad gerealiseerd te krijgen, want daaraan geven wij de hoogste prioriteit. Ik geef ook hoge prioriteit aan een aantal sportvelden in Leeuwarden,want de sportvelden worden op dit moment haast omgeploegd vanwege de enorme frequentie waarin deze velden worden gebruikt. Het bezettingspercentage is veel te hoog en dat geeft ons verschrikkelijk veel zorg en moeilijkheden, ook voor de komende tijd. Wij moeten zo spoedig mogelijk nieuwe velden in Leeuwarden hebben. Ook het zwembad/sporthalcomplex is erg belangrijk, m.n. het zwembad. Wij komen binnenkort met voorstellen bij de raad m.b.t. een drastische opknapbeurt van onze Overdekte, want vandaag valt er een machine uit, morgen is er weer een luchtkanaal kapot en dan staat er weer een muur op instorten. Het is werkelijk een griezelige zaak. Haast elk dorp in Friesland krijgt een overdekt zwembad en wij als stad van 90.000 inwoners, de hoofdstad van Friesland, moeten het doen met een overdekt zwembad van 40 jaar oud. Dit wilde ik even zeggen m.b.t. de prioriteiten. De heer Meijerhof vraagt naar de waarde van het terrein aan de BI eekerstraat. Die is natuurlijk moeilijk te taxeren, misschien kan de heer Rijpma hier iets van zeggen. Ik wil er wel op wijzen dat deze 3 ha niet bouwrijp is; het is gewoon een stuk weiland, maar wel een mooi stuk weiland. De heer Mei jerhof heeft ook gesproken over de A.C.W .-zaken. De dienst A.C.W. of degene die meehelpt de prioriteiten te bepalen m.b.t. de A.C.W .-werkzaamheden zal ons nooit zwart op wit meedelen wat zij wel of wat zij niet doen. De heer Meijerhof heeft ook duidelijk gezegd hoe moeilijk dit' isBovendien weet je ook nooit wat er uit de A.C.W. komt rollen, omdat er veel factoren zijn waar wij geen enkele invloed op kunnen uitoefenen. De A.C.W. zal nooit tegen ons zeggen: Gemeente, wij doen dit wel en wij doen dat niet. Dit hangt van verschrikkelijk veel omstandigheden af. Wij mogen rustig van onze relaties die wij her en der hebben aannemen dat ook anderen die mede de'prioriteit zullen bepalen'niet direct een kunstijsbaan voor Leeuwarden bovenaan zullen zetten. Leeuwarden dient zelf de prioriteit te bepalen. Als wij er voor willen vechten en er andere dingen voor willèn laten vallen dan hebben wij misschien een kansje dat wij het zullen krijgen, maar dan gaat het wel ten koste van andere sportvoorzieningen en dat zou ik tot 1980 diep betreuren. Op de vraag van de heer Heidinga m.b.t. de centrumpositie hoef ik, dacht ik, niet in te gaan. Ik dacht dat wij talloze andere voorzieningen in Leeuwarden hebben die nog ver uit gaan boven de functie van een provinciehoofdstad en die waarlijk een sieraad zijn voor heel Nederland. Ik noem dan met name de sector cultuur. De heer Heidinga heeft ook wel bedoeld dat wij de cultuur hierin zouden moeten betrekken. De heer De Greef heeft een vraag gesteld m.b.t. de prioriteiten. Ik dacht dat ik hierop in voldoende mate ben ingegaan. De heer De Greef zegt dat wij geen alternatieven hebben genoemd. Hij doet dan de suggestie om de kunstijsbaan te realiseren in combinatie met de bestaande atletiekbaan in Nijlan. Die suggestie is niet' nieuw, wij hebben er desti jds al vrij uitvoerig over gesproken met de Koninklijke i .v.mde grondtransactieDe atletieksport wordt helaas niet zo verschrikkelijk veel beoefend in onze goede stad en de atletiekbaan baart financieel gezien nogal wat zorg. Destijds zijn de mogelijkheden onderzocht om daar een natuuri jsbaan - dit is in eerste instantie onderzocht, want ook dat is daar eventueel mogelijk - of deze combinatie te realiseren. De Koninklijke heeft dit toen afgewezen, zij willen uitsluitend op basis van een garantie van een kunstijsbaan praten m.b.t. de Bleekerstraat. Ik ben het met de heer Miedema eens m.b.t. de relatie die hij trekt met Heerenveen. Ik dacht dat ik zo wel een antwoord gegeven heb op de vragen die gesteld zijn. De Voorzitter: In aansluiting op hetgeen weth. Weide heeft gezegd zou ik ook nog graag een enkel woord willen zeggen over deze problematiek. Ik wil ook graag een poging doen om heel duidelijk op tafel te leggen waar het in feite om gaat. Ik zal niet ingaan op de aantijging van de heer Heidinga dat degenen die achter de tafel ziften zich nauwelijks bewust zijn van wat zij zouden moeten doen als bestuur van de hoofdstad van de provincie Friesland. Ik zou hem slechts willen verwijzen naar het beleidsplan dat het college heeft uitgebracht en dat de algemene instemming van de raad heeft gekregen. Ik waag zelfs te betwijfelen of de uiteenzetting die de heer Heidinga gemeend heeft hier te moeten geven zo erg in hef belang is van de Friese hoofdstad. Waf is in feite de problematiek? Wij hebben - en dat is niet zo maar een verhaaltje - in het overleg dat wij met betrokkenen hebben gevoerd gezegd - dat staat ook in de raadsbrief - dat ook wij op zich een kunstijsbaan juist zouden vinden, mede gelet op de mening die onder de bevolking leeft. Wij zouden dat een element vinden dat ook wij graag gerealiseerd zouden willen zien in het kader van onze sportvoorzieningen. Dat is geen fabeltje, hef is gewoon de realiteit. Op een bepaald moment moet men echter kiezen en dan moet men ook de waarheid durven te zeggen. En waf is de 23 realiteit? Die realiteit is ten eerste dat wij, welk mooi verhaal er in deze zaal ook wordt verteld, in ieder geval tot 1980/1981 geen geld hebben om de kunstijsbaan te financieren, om hef exploitatie tekort op onze nek te nemen. Ongeacht de vraag - ik sluit mij dan aan bij de heer Miedema - of dat 380.000,of 650.000,is, in beide gevallen is hef zo dat wij daartoe niet de gelegenheid hebben, tenzij de raad beslist - wij hebben voorstellen gedaan in het beleidsplan - om iets anders te laten vallen. Het gaat dan niet om een paar kleinigheden, maar als de raad zou zeggen: Stop met Cambuur, stop met hef Frysk Orkest - ik noem maar een paar voorbeelden -, o.k dan scheppen wij ruimte. Wij zullen echter de realiteit onder ogen moeten zien en moeten bekijken of wij bereid zijn om een streep te halen door iets dat wij reeds hebben of door iets waar wij al tijden mee bezig zijn. Als dat hef geval is dan is er een weg om een exploitatietekort van een kunstijsbaan op ons te nemen. Dat is de simpele realiteit waar wij als college voor stonden. Wij meenden dat dat niet zou moeten, dat wij geduld zouden moeten hebben en dat wij enkele jaren zouden moeten wachtenDat hebben wij ook tegen de mensen gezegd die zich - overigens met alle waardering - zo beijveren voor een kunstijsbaan. Wij hebben hen ook aangeboden om te komen tot een terreinruil. Wij hebben daarbij gezegd dat een dergelijke terreinruil duidelijk impliceert dat daar in de toekomst een kunstijsbaan op gebouwd kan worden. Wij hebben hiervoor een aanbod gedaan. Wij hebben, onder voorbehoud van instemming van de raad, een terrein aangeboden in het Nijlan waarop in de toekomst eèn kunstijs baan gebouwd kan worden als wij daartoe de gelegenheid hebben en het geld er Voor kunnen krijgen. Dit is de kaart zoals die er ligt. Er blijft echter nog één punt over en dat betreft het toverwoord: de A.C.W. Het is geen fabel waf er in de raadsbrief staat. Wij kunnen de kunstijsbaan wel opgeven voor de A.C.W., wij zijn vrij om op te geven waf wij willen en u moet echt van mij aannemen dat wij daarop geen afwijzing krijgen. Niemand, noch in Den Haag noch op hef Provinciehuis, zal zeggen: Wat is dat voor onzin dat u die kunstijsbaan op hef lijstje hebt gezet. Maar hij komt er niet uit, kennende de stemming'bij hef provinciaal bestuur. Deze mensen zijn n.l. mee-verantwoordelijk voor hef tekort dat er al is in Heerenveen en dat is een zware last op hun schouders. Zij aanvaarden een dergelijke last niet voor een tweede kunstijsbaan; dat is heel duidelijk uit de gesprekken gebleken. Als wij dan vragen of ze dat zwart op wit kunnen zetten zodat wij dat de raad voor kunnen houden dan zeggen ze: Nee, u moet uw eigen beleid maar kiezen, u moet maar met voorstellen komen. U kunt rustig aannemen dat wij het fiat daarop niet krijgen. Hetzelfde geldt voor de instanties in Den Haag, vóór C.R.M., die op dezelfde manier zullen reageren. Wij bedotten ons zelf als wij een motie aannemen Om de kunst ijsbaan aan de A.C.W. op te geven, want hij komt er niet uit. Het is reëel om te stellen: Laten wij even geduld hebben, laten wij onderhandelen met het bestuur van de stichting en van de Koninklijke om tof een terreinruil te komen. Ik houd staande dat het niet reëel is dat zij ons op het ogenblik het mes op de keel zetten en geld vragen nu wij in een dwangpositie zitten; ik vind dat heel erg. Wij hebben een terrein van 12 ha nodig voor hoger onder wijsvoorzieningen; daarvoor moet een bestemmingsplan komen. Niemand wil het Rengersparkkwartier aantasten; daar is ook het college hef mee eens. Daarom hebben wij hëf terrein van de ijsbaan nodig en dat weef men. Het bestuur heeft zelf gezegd dat een natuuri jsbaan voor hen niet meer belangrijk is. Wij hebben een eerlijk aanbod gedaan en wij willen er in de toekomst aan meewerken dat er hier een kunstijsbaan komt. Ik heb alle respect voor de mensen die zo voor de kunstijsbaan ijveren; hef hele college trouwens. Men kan wel emotioneel reageren, maar ik noem het een fabel vertellen als gezegd wordt dat een kunstijsbaan binnen afzienbare tijd te realiseren is. Dat zijn de feiten. De heer Meijerhof: Ik heb in de beantwoording van de wethouder nog een paar puntjes gemist. Hij heeft het wel even gehad over de waarde van het terrein aan de Bleekerstraat, maar hij heeft gezegd dat het een moeilijk geval is om dat te taxeren. Het lijkt mij wel wat een vreemde zaak dat wij niet weten wat de waarde is van dit niet bouwrijpe terrein inclusief de opstallen. Wij hebben daar, dacht ik, meerdere terreinen in eigendom verworven en de waarde van dit terrein zullen wij toch ook moeten weten. Wij weten ook dat dit terrein te zijner tijd nodig is voor de bouw van de hoger onderwijsinstellingen. Op welke termijn dit zal zijn is mij niet bekend, maar misschien kan de wethouder hier nog iets over zeggen. Verder heb ik een antwoord gemist op mijn vraag naar de bestemming van het terrein dat in het Nijlan is aangeboden; het sportcomplex dus. Gaat dit ten koste van sportvelden, van sintelbanen of van groenvoorzieningen daar? Ik wil ook nog even reageren op het vuurwerk van de heer Heidinga dat, dacht ik, zeer wel op zijn plaats is. Er is vrij veel vuurwerk afgestoken op de ijsbaan, het was nu eens vuurwerk over de ijsbaan. Ik heb eigenlijk in het verhaal dat hij hield ovér de man met zijn koe gemist of deze man op dit moment misschien in de sanering zit. (Gelach) Dat zou natuurlijk wel de consequentie kunnen zijn.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 12