p.
hl*
26
dan proberen wij ook metelkaar om dat er uit te halen. Wij zeggen dan dat wij deze voorziening voor
onze gemeente van belang achten en dan zetten wij ons hier achter en dan trekt de wethouder die dit
opgedragen is het jasje uit en die zegt: Daar gaan wij voor knokken.
De hear Miedema: len opmerking. Der is yn twadde ynstansje wer frege nei de priis fan it
terrein. Ik tocht dat it net ridlik wie om op dit momint oer in priis to praten. Dy priis moat yn de
underhannelingen op tafel komme en net op dit momint yn in iepenbiere gearkomste. (De Foarsitter:
Dat hawwe weth. Rijpma en ik ek sein; wy binne dat mei jo iens.)
De heer De Greet: Ik zou even willen reageren op hetgeen de heer Heidinga heeft gezegd en
dan speciaal wat zijn motie betreft. Wij kunnen de consequenties van hetgeen er voorgedragen wordt
niet overzien. Wij hebben er dan ook helemaal geen trek in om deze motie aan te nemen. Wel hebben
wij uit het antwoord van de wethouder begrepen dat er al eerder overleg is gepleegd met de
betrokkenen over het terrein in het Nijlan, de atletiekbaan. Wij zouden dit graag verder onderzocht
willen hebben en dan tot een conclusie willen komen. Wij hebben hiervoor een motie opgesteld die
als volgt luidt:
"De gemeenteraad, in vergadering bijeen op 23-6-1975, draagt het college op alsnog een nader
onderzoek in te stellen naar de technische en financiële mogelijkheden die de atletiekbaan biedt
voor de realisering van een kunstijsbaan in Leeuwarden, hierover overleg te voeren met de belang
hebbenden en daarover via een preadvies aan de raad te rapporteren voor het einde van dit jaar."
De motie is ondertekend door de heer Van der Wal en mij.
De hear Singelsma: Ik haw mei ynmoed harke nei de wurden fan de foarige sprekkers en nei de
greatske wurden fan myn lofterbuorman, de hear Heidinga, dy't seit: De ried bipaelt it bilied. Krekt
oft der gjin oare ynstansjes binne dy't ek hwat to sizzen hawwe. Ik hoech mar efkes to wizen op
bipaelde bistimmingsplannen dêr't de ried ek net it léste wurd yn hat, mar dêr't hegere ynstansjes
fan sizze hwat wy to dwaen hawwe. Sa is it ek mei de A ,C ,W.-wurken dêr't men dit projekt foar
oanmelde woe. Hwannear't wy dit oanbiede dan hawwe wy fierder ek neat to sizzen hoe't dat ütpakt.
Ik haw mei in sekere wranteligens harke nei de wurden dy't de hear Heidinga sein hat, hwant dy fyn
ik yn wezen net ridlik. Ik hoech it kolleezje net yn biskerming to nimmen, hwant dat kin it seis wol.
Wy witte mar al to goed dat ek it kolleezje noed stiet foar de sport yn dizze gemeente en dat wy,
hwannear't wy dit plan trochsette wolle, in bisldt nimme dêr't wy de draechwiidte net fan oersjen
kinne. Wy soene oare taken ófstjitte moatte, bygelyks it Frysk Orkest. De hear Weide hat niis sein
Yn bipaelde kulturele foarsjennings binne wy unyk yn Nederlan. Op it gebiet fan it Frysk Orkest
nimme wy yndied in unyk plak yn yn hiel Nederlan. Der waerd sapas in bytsje muskoppe op 'e tribune,
mar it is sa wolDe wurden dy't de foarsitter sapas sein hat binne my min ofte mear ut it hert grepen.
Ik fyn dat wy net unridlik wêze moatte. Wy moatte net underhannel je mei in klub dy't it skerp fan :t
swurd nei boppen op tafel leit; mei sokke minsken kin men net underhannel je. De gemeente sit yn in
twangposysje en om dêr misbruk fan to meitsjen fyn ik gewoanwei chantaezje. De gemeente hat in
ridlik foorstel dien om ta in terreinruil to kommen mei de tasizzing der by dat dêr yn de takomst
mooglik in kuristiisbaen réalisearre wurde kin. Nou, dat liket my in goede saek. Wy moatte dit
gewoan hwat utstelle en wy moatte de tiid efkes foar ds wurkje litte. Men kin nou ienkear net alles
wolle. Wy hawwe al safolle easken dy't wy fan de oerheit freegje, mar alles kin nou ienkear net
réalisearre wurde. Ik bin it mei de wethalder iens dat der bipaelde saken binne dy't prioriteit hawwe.
Dat binne de sportfjiIden, dat is miskien in oerdekt swimbad en al sokke dingen mear. Wy moatte yn
dizze saken ridlik bliuwe en wy moatte fan de lokale oerheden net it unmooglike freegje. Dit wie
hwat ik to sizzen hie.
De heer Knol: Een korte opmerking n.a.v. de motie die door Axies is ingediend. Als wij deze
motie zouden aannemen dan betekent dat dat wij om de hete brij heendraaien; wij schuiven dan de
beslissing voor ons uit. Het is gewoon een keihard feit dat wij 3 tot 6 ton op tafel moeten leggen en
dat is er tot 1980 niet. Wij hebben dan ook geen enkele behoefte aan deze motie.
De heer Van der Wal: Ik wil hier graag even op reageren. Kijk, als wij dit stuk van b. en w.
aannemen dan zit alles op slot. (De Voorzitter: Nee, wij onderhandelen door, wij zetten de boel
niet op slot. U moet geen fabels vertellen. Wij onderhandelen door, dat is de realiteit.)
Eerst even een puntje van orde. Ik word nu ook al weer onmiddellijk door de burgemeester
geïnterrumpeerd. Ik heb daar op zich geen bezwaar tegen, maar bij een eerder punt - misschien een
onplezierig onderwerp voor het college - werd ik verzocht om kort om de hoek te gaan of zoiets.
27
Als ik dan de latere discussies van de raadsleden hoor,die hele prozawerken voordragen en zoowaar
niet op gereageerd wordt, dan wens ik voortaan ook verschoond te blijven van dat soort opmerkingen.
Dit wilde ik in de eerste plaats even zeggen.
In de tweede plaats wil ik zeggen dat de motie die de heer De Greef zopas heeft voorgelezen
gewoon een oplossing biedt. Deze oplossing is ook al eerder door de gemeente aangeboden en het is
misschien een uitweg. In de winter zou dit terrein als kunstijsbaan gebruikt kunnen worden. In de
Frieslandhal worden ook demontabele ijsvloeren neergelegd en waarom zou dat daar niet kunnen.
Zomers zou het terrein als atletiekbaan gebruikt kunnen worden. Misschien zou er dan ook nog een
constanter personeelsbeleid m.b.t. dit terrein gevoerd kunnen worden. Ik weet niet wat dan de
gevolgen voor de rechtspersoon zouden zijn en wie het terrein in eigendom zou moeten houden.
Misschien zouden wij het terrein in eigendom kunnen houden of misschien zou het overgedragen
moeten worden en ondergebracht moeten worden in een of andere stichting waar wij dan in mee-
participeren. Ik wil dit graag onderzocht zien. Ik vind dit een reële mogelijkheid die nog een uit
weg biedt uit iets dat ik zie als een impasse. Dat is de motivering waarom wij deze motie hebben
ingediend; wij zien dit als een reële mogelijkheid.
De heer Schaafsma: Nog even een kleinigheid. Wij zullen geen van beide moties, noch die van
de heer Heidinga noch die van Axies, steunen. Nog geen 4 maanden geleden hebben wij de hele
beleidsnota doorgespit. Toen hebben wij toch eigenlijk alle prioriteiten gesteld die bij monde van
weth. Weide naar voren gebracht zijn. Deze prioriteiten zijn ons uit het hart gegrepen. Wij vinden
dat de eenvoudige voorzieningen, zoals sportterreinen, en de minder eenvoudige voorzieningen,
zoals een tweede overdekt zwembad, ver de voorkeur verdienen boven het avontuur waar wij ons
vanavond misschien in dreigen te storten. Wij zien het niet zitten. Er zijn ook nog andere dingen
genoemd waarom ik hier nog even op in wil gaan. Het Frysk Orkest en Cambuur zijn genoemd. Of
wij hier voor of tegen zijn doet vanavond, dacht ik, niet ter zake. Als je 3 maanden geleden een
beleidsnota hebt aangenomen waarin je je beleid eigenlijk hebt vastgelegd voor 4 of 5 jaar dan
hebben deze mensen recht op continuïteit. Het lijkt mij een onjuiste zaak om dit soort zaken nu bij
dit punt aanhangig te maken. Wij praten op het ogenblik over dit punt. Het is overigens uiterst merk
waardig dat de heer Heidinga wel verwijten richt aan b. en w. over te weinig details wat cijfers
betreft, maar zelf in het vage blijft wat betreft de prioriteiten; wat zou hij b.v, in concreto af
wil len stoten?
De heer Weide (weth.): Ik heb er, na alles wat er gezegd is, niet zoveel meer aan toe te
voegen. Voor alle duidelijkheid wil ik nog wel iets zeggen m.b.t. de brief. Het standpunt van b. en
w, is aan de stichting meegedeeld; dat standpunt is ook in het beleidsplan duidelijk naar voren
gekomen. Het beleidsplan is eind vorig jaar verschenen en dat was niet zolang na de laatste onder
handelingen die wij met de stichting gehad hebben.
Dan nog iets over de prioriteiten. De heer Schaafsma heeft hier ook over gesproken en de heer
Fleidinga wil kennelijk iets aan deze prioriteiten doen. Ik moet u wel zeggen dat deze prioriteiten
in nauw overleg met de commissie van advies en bijstand zijn vastgesteld. De Sportraad heeft zich
er over uitgesproken en de raad - in eerste instantie de afdelingen en later de raad - heeft zich
over deze investeringslijsten tot 1980 uitgesproken. Alle accommodaties zoals ik die heb opgenoemd
zijn hierin verwerkt; u kunt die in het beleidsplan vinden.
De heer Heidinga blijft mij verwijten dat ik de waarde van het schaatsen onderschat. Niets is
minder waar. De waarde van het schaatsen is echter op dit moment niet in het geding. Het gaat
zuiver en alleen om de kwestie van het stellen van prioriteiten. Tot 1980 hebben wij voor een kunst
ijsbaan m.b.t. de recreatieve sport in Leeuwarden geen plaats. Ik wil er nog wel even op wijzen dat
het aantal bezoekers dat men suggereert zeer discutabel is. In onze 2 buitenbaden hebben wij
300.000 bezoekers per jaar en in 1 overdekt zwembad kunnen wij met verschrikkelijk veel pijn en
moeite per jaar 400.000 bezoekers verwerken. Het is zeer de vraag of je t.b.v. de kunstijsbaan, als
je prioriteiten zou moeten stellen, een zwembad - dit zou eventueel de consequentie zijn als je de
lijn van de heer Heidinga zou volgen - verder naar achteren zou moeten schuiven.
Er is ook nog gesproken over de prijs van het terrein. Ik dacht inderdaad dat het op dit moment
niet verstandig zou zijn om, gezien de onderhandelingen die er stellig in de toekomst nog zullen
volgen, hierover te praten.
De heer De Greef heeft een motie ingediend m.b.t. een onderzoek naar de technische en
financiële mogelijkheden in het Nijlan. Diverse raadsleden hebben zich hier al over uitgesproken.
Overal waar wij een kunstijsbaan zouden willen realiseren moeten extra voorzieningen komen boven
de voorzieningen die in het plan staan dat door de stichting is ingediend. Dat is geen kwestie van