28
tonnen, dat is een kwestie van miljoenen. Ik denk maar even aan het koelwatercircuit en alles wat
daarmee annex is. Bovendien heeft de sintelbaan niet de juiste afmetingen die een ijsbaan zou moeten
hebben. (De heer Van der Wal: Het is een recreatieve baan, niet?) De bijbehorende accommodaties
zullen ook de nodige aanpassingen moeten ondergaan. Het vraagt dus talloze voorzieningen. De heer
De Greef vraagt ons om een onderzoek vóór 1 januari 1976. Dat lijkt mij een volkomen onmogelijke
zaak. Verder is het ook nog zo dat wij tot 1980 geen financiële ruimte in ons beleidsplan hebben
voor een kunstijsbaan.
De heer Meijerhof heeft nog even gevraagd naar het andere terrein inhetNijlan. Hetgingomhet
gebied achter de tennisbaan. Wij hebben daar met hen over gesproken. De ruimte voor de baan was
net aanwezig, maar voor bijbehorende accommodaties - gebouwen, parkeerplaatsen e.d. - zou
praktisch geen ruimte zijn. Het ging ten koste van de rolschaatsbaan en het groen dat momenteel
achter de tennisbanen ligt, maar bijbehorende accommodaties konden niet worden gerealiseerd.
De Voorzitter: Ik zou nog even willen reageren op de motie van Axies. Ik had misschien niet
bij interruptie moeten reageren. Ik zei al dat de motie niet reëel was. De heer Knol sloeg de spijker
op de kop, er is tot 1980 geen geld. Aannemen van de motie is vluchten in een soort mist; het
probleem verandert er niet door. Het maakt niets uit waar je met een kunstijsbaan begint, het
probleem blijft hetzelfde. Het bedrag kan op de ene plaats een tikje hoger zijn dan op de andere
plaats maar dat verandert niets aan het probleem op zich. Ik heb bij interruptie al gezegd dat wij
bereid zijn door te onderhandelen. Wij hebben dat aanbod ook gedaan. Wij zijn echt bereid door te
praten met de stichting en met de Koninklijke om tot een terreinruil te komen zodanig dat er een
tijdelijke voorziening zou kunnen komen waar in de toekomst, als er reële mogelijkheden komen,
misschien een kunstijsbaan kan komen. Dat was misschien het interessante van de atletiekbaan; die
hebben wij ook wel eens onder water laten lopen. Wij willen u graag toezeggen dat wij open staan
voor een voortgaan van de onderhandelingen om in Leeuwarden een geschikt terrein te zoeken. Dat
terrein mag niet te ver uit het centrum liggen, ergens bij de Wielen of zo; dat zou ook niet kunnen
voor een kunstijsbaan. Wij zijn dus bereid met hen te zoeken naar een terrein dat voor hen
acceptabel is. Die toezegging willen wij wel doen.
Ik stel voor nu de discussie te sluiten. Er liggen 2 moties. Ik vraag allereerst of de heren
Heidinga en Klomp hun motie handhaven. (De heer Heidinga Ja.) Goed, dan gaan wij daarover
stemmen.
De motie van de heren Heidinga en Klomp wordt verworpen met 30 tegen 4 stemmen. Voor stem
men mevrouw A .Wil lemsma-de Jong en de heren O .Heidinga, H. Jansma en A. Klomp.
De Voorzitter: Handhaven de heren De Greef en Van der Wal hun motie? (De heer De Greef:
Ja.) Dan gaan wij daar nu over stemmen.
De motie van de heren De Greef en Van der Wal wordt verworpen met 28 tegen 6 stemmen.
Voor stemmen mevrouw A. Willemsma-de Jong en de heren M.H.G. de Greef, O. Heidinga,
H. Jansma, A. Klomp en P.D. van der Wal
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 19 (bi jlage no. I 56)
De Voorzitter: Zoals aan het begin van de vergadering al is besproken wordt de behandeling
van dit punt uitgesteld.
Punt 20 (bijlage no. 184).
De heer Knol: Wij gaan akkoord met het garanderen van deze geldlening en wij vinden het een
goed stuk werk dat hier op poten wordt gezet. Het is echter, dacht ik, een hoogst merkwaardige
zaak dat de beheerder van dit gebouw, t.w. het Gemeentelijk Woningbedrijf, en de Commissie voor
hef Woningbedrijf uit de krant moeten lezen dat er voor 3 ton in een van de gebouwen van het
Woningbedrijf zal worden verklost. Dan rijst dus ook de vraag bij Woningbedrijf en commissie of er
iets wordt gedaan aan de woning die bij dit complex hoort. Want, als je iets gaat verbeferen - ik
denk dan aan de elektrische installatie, de c.v.-installatie e.d. -, kan je dat niet laten ophouden
bij de woning. Een ander merkwaardig punt is dan nog dat er in de Commissie Woningbedrijf zolang
29
ik er in zit zeker wel een keer of 6 op aangedrongen is dat er wat zal gebeuren. Wij hebben b. en w.
uiteindelijk dan ook het advies gegeven - anderhalf jaar geleden - de zaak af te breken en er een
nieuw gebouw neer te zetten. Nu wordt het gebouw dus verbouwd en ik hoop dat hef resultaat het
zelfde is, maar ik zou toch wel graag even antwoord willen hebben op de vraag hoe hef kan bestaan
dat het Gemeentelijk Woningbedrijf in deze van niets weef.
De heer Weide (weth.): Ik betreur hef dat het Woningbedri jf of al thans de commissie niet op de
hoogte was van deze aanvraag, maar wij hebben in b. en w. altijd de adviezen van de Commissie
Woningbedrijf gevolgd wat betreft de vraag wat wij met dit gebouw zouden moeten doen. Het gebouw
verkeert in een bouwvallige toestand en hef jeugdwerk moest toch een onderkomen hebben; wij
hebben een tijdlang een alternatief gezocht. De Stichting Sociaal Kultureel Werk voor de Jeugd
heeft deze zaak aanhangig gemaakt bij het Ministerie van C.R.M. en het ministerie - dus niet wij -
heeft het ingebracht in de A.C.W. De A.C.W. heeft rechtstreeks aan de huurder van het gebouw
bericht gestuurd dat men dit bedrag zou willen investeren in dit gebouw; dat is hef bedrag dat wij er
voor over zouden hebben, maar dat wij niet beschikbaar hadden. Ik geef toe dat, toen wij bericht
kregen van de stichting dat de A.C.W. het had toegekend, wij het wel even door hadden kunnen
geven aan de Commissie Woningbedrijf; ik wil graag toegeven dat dit een omissie is geweest. De
verbouwplannen van Sinneljochf kunnen wij alsnog wel aan de commissie voorleggen hoewel dat
weinig invloed zal hebben op de verdere realisering van deze plannen.
De heer Knol heeft ook nog even gevraagd naar de woning. Voor zover mij op dit moment
bekend is zal een groot gedeelte van de woning in het hele complex worden meegenomen.
De Voorzitter: Wij zijn, populair gezegd, ook een beetje voor het blok gezet.
De heer Knol: Er schijnt een bouwcommissie te zijn en daar zit niemand in van hef Woning
bedrijf, de eigenaar van de woning. Ik zou er voor willen pleiten dat in ieder geval iemand van het
Woningbedrijf bij de verbouwing wordt betrokken zodat die woning meegenomen wordt ook al zullen
wij dat dan misschien zelf moeten betalen; daar is dan wel wat geld voor beschikbaar, dacht ik.
De heer Weide (weth.): De heer Knol heeft gelijk, er is een bouwcommissie. Er zit wel iemand
van de secretarie in, maar wij zullen er alsnog voor zorgen dat er iemand van hef Woningbedrijf
(De heer Buising: Een timmerman?) Nee, geen timmerman. Wij zullen er dus voor zorgen
dat er nog iemand in die commissie komt.
De Voorzitter: Wij kunnen misschien direct afspreken dat weth. Eijgelaar dit in de Commissie
Woningbedrijf bespreekt. Goed? Dan is dat opgelost.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt21 (bijlage no. 1 83)
Vaststelling jaarrekening 1973
De heer Knol: Bij de ter inzage gelegde stukken ligt een rapport van het verificatiebureau en
daarin worden een aantal opmerkingen gemaakt betreffende de administratieve organisatie, m.n. waf
betreft de voorraadregistratie. Ik zou de wethouder willen vragen of inmiddels bij de stichting aan
dacht wordt geschonken aan deze opmerkingen en of op dit moment inderdaad die administratieve
organisatie voldoet aan de eisen die zijn gesteld en de wensen die zijn geuit door het verificatie
bureau
De heer Weide (weth.): Wij hebben ons de opmerkingen van het verificatiebureau zeer aan
getrokken. Er zijn inmiddels maatregelen getroffen om precies volgens de wensen van het verificatie
bureau te handelen. (De heer Knol: Dat is dus nu gebeurd?) Ja.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Goedkeuring begroting 1975.
De heer Knol: Ik heb al eens vaker gevraagd naar een meerjarenplan voor de exploitatie van
de Stichting Culturele Centra in Leeuwarden. Het is zo dat het tekort in l 972 527.000,was; hef