38
De hear Singelsma: Ik moat sizze dat ik allinne mar hwat gefoelsmjittich oer it rekkenreau
prate kin. Ik kin my yn gjin inkeld opsicht deskundich neame, dit yn tsjinstel ling mei foarige sprek-
kers dy't der folie mear forstan fan hawwe as ik. Ik moat der by sizze dat ik my altyd unwis fiel as
ik foar in tsjinstanner oer kom to stean dy't feilleas reprodusearje kin hwat ik 10 jier lyn sein haw.
Sokke lju binne der; dy hawwe in absoldt unfhald. Sa'n man is noch neat forgeleken mei in rekken
reau dêr't wy it joun oer hawwe. Der stiet: "De kost gaat voor de baat uit", ja, dat is in moaije
slachsin, mar jo soene ek sizze kinne: Mei in goed gelove en in koarken siele bringe jo it fier yn de
wrald. Dy koarken siele bitsjuf safolle as: Jo moatte it net al to nau nimme mei jou gewisse. Hwant
de privacy dy't hjir yn if geding is - dêr is hjir al folie oer sein - docht my sterk tinken oan de
skiednis fan in freon fan my, nochal in man fan kwizekwansje, in pommerant sil ik mar sizze dy1 f
foar de oarloch nochal faek mei die oan allerhanne passifistyske demonstraesjes. Dat wie foar 1940
foar de autoriteiten fansels in oanlieding om him op to skriuwen yn it plysjeburo oan de Nijestêd.
Mar yn de oarloch wie dy man in geweldich forsetsstrider, in man dy't hiel hwat Joaden Onderdak
brocht hat. Mar prompt kaem de Grüne Polizei yn de oarloch by him oan de doar om de gegevens
dy't hja fan de goede bistjurders fan foar de oarloch oernommen hiene tsjin him to bruken. Wy hawwe
hiel hwat prikken yn it wurk stelle moatten om dit as it ware to eliminearjen. Hiel hwat amtners
binne opbrocht yn de trant fan: "Vreest God, eert de koning". If is sa dat hiel hwat minsken by it
kearen fan it gesach ienfaldich de gegevens dy't opslein binne yn if rekkenreau dtleverje. Wy hawwe
dat sjoen mei if persoansbiwiis dat ynfierd is dat in trouwe amfner seis nei Berlyn reizge om it
persoansbiwiis noch better to meitsjen as it al wie, hwat 10.000 minsken de dea ynstjurd hat. Ik bin
hielendal net sa wiis mei de untjowing dêr't wy nou foar steane. It is de fraech oft wy alles hwat wy
kinne ek dwaen moatte. Der komt in kear in momint - dat kin foar de iene earder lizze as foar de
oare - dat wy sizze: Alles hwat wy kinne moatte wy net dwaen. Ik tref hjir itselde probleem oan dat
wy ek by de Ontwikkeling fan de kearnenergy sjogge: De gefaren dy't der oan forboun binne yn
for ban mei if offalseit men, dy losse wy yn de rin fan de tiid wol opDaf is hjir ek saDe proble
men dy't der binne t.o.f. de privacy dêr fine wy wol in wei foar. Salang dy einsfasjons net under de
kontrolle fan de boargerij komme - de minsken dy't der oer to bislissen hawwe salang dat net
absolüt wis is fiel ik der neat foar oer to gean fa de aufomatisearring dêr't wy nou foar steane.
Ik móat dus sizze dat ik tsjin bin. Wy hoege net foarop to rinnen by if ynfieren fan dit soarte
dingen dy't fierstrekkende gefolgen hawwe foar de boarger en hwerby my net frege wurdt oft ik der
al as net yn wol Sa'f de hear Schaafsma al seit kin it keppeljen fan komputers liede ta in maet-
skippij dy't Aldous Huxley al biskreaun hat yn "Brave new world", in maefskippij dêr't net mear de
minske de baes is mar hweryn de fechnyk Os oerhearsket en 0s undergong foroarsaket.
De Voorzitter: Ik zal een poging doen in te gaan op de vele opmerkingen die van de zijde van
de raad zijn gemaakt. Ik heb de indruk dat ik het antwoord vrij kort kan houden, want het gaat om
een probleem waarvoor ook wij geen oplossing kunnen geven. Ik duid hierbij op de kwestie die door
alle sprekers is aangeroerd, n.l Wat gebeurt er met de gegevens die in de computer worden vast
gelegd op enkele centrale punten in het land. Dat is eigenlijk het "crucial point" van de hele
discussie. U zou kunnen vragen waarom wij nu met het voorstel komen. De heer De Pree heeft in
zijn betoog duidelijk aangegeven voor welk conflict wij staan. Uit beleidsoverwegingen - je hoeft
niet knap te zijn om daf te onderkennen - zou het van belang zijn dat wij sneller en beter over
allerlei gegevens kunnen beschikken voor het voeren van een goed beleid, niet alleen wij maar ook
de raad. Als wij voorstellen moeten doen en wij zouden die beter kunnen onderbouwen met een goed
patroon van gegevens waarom iets veranderd moet worden, waarom iets aangepakt moet worden,
waarom iets beter beëindigd kan worden, dan is het een goede zaak als dat geen natte-vinger-werk
is - hoewel daarbij van een heel goede feeling sprake kan zijn -, maar dat dat goed onderbouwd is.
Als je overgaat tot automatisering is het duidelijk een winstpunt dat je over meer gegevens kunt
beschikken. Dat is ook de reden dat heel wat gemeenten daarmee bezig zijn; het gaat daarbij zowel
om grote als om kleine gemeenten. Er zijn op dit ogenblik al 90 gemeenten die gebruik maken van
het geautomatiseerde systeem van de bevolkingsregisters in Nederland. Ook in het Noorden zijn er
al verscheidene grote en kleine gemeenten mee bezig; als voorbeelden noem ik Groningen, Smallin-
gerland, Leeuwarderadeel en het Bildt. Degenen die de discussies in de gemeenteraden van die
gemeenten hebben gevolgd weten dat men daar de kwestie van de privacy, waaraan u terecht veel
aandacht hebt geschonken, niet aan zijn laars lapt. Daar heeft men ook gewikt en gewogen; men
heeft gemeend dat de ontwikkeling zodanig is dat je bij het voeren van een goed beleid niet achter
kunt blijven en dat je mee moet gaan om sneller over de benodigde gegevens te kunnen beschikken
om allerlei beleidsmaatregelen goed te kunnen onderbouwen. Het is jammer daf dat niet in cijfers
uit te drukken is; daf kan niet. Maar het is duidelijk - nogmaals, je hoeft niet knap te zijn om dat
te onderkennen - dat dit systeem voor de beleidsbepaling belangrijk is.
Dan hef andere facet. Allereerst zou ik willen zeggen dat het niet in de bedoeling ligt om meer
gegevens vast te leggen - stellig niet als wij het over de bevolkingsadministratie hebben - dan op
dit moment al het geval is. Het is ook niet de bedoeling om meer gegevens aan anderen te verstrekken
dan op dit moment het geval is. Daarin verandert gewoonweg niets. Hef enige verschil is dat inder
daad gegevens die op dit moment op ruim 800 gemeentehuizen beschikbaar zijn op tussen 10 en 20
plaatsen beschikbaar komen. Onmiskenbaar is dat dat zekere risico's kan inhouden vooral onder
omstandigheden waarvan wij allen hopen dat zij zich nooit voor zullen doen. Maar misschien zou men
er ook onder andere omstandigheden misbruik van kunnen maken, hoewel ik - dat is een persoonlijke
mening - dat beslist niet geloof. Want wat is het geval. Dit is geen Leeuwarder, Fries of noordelijk
probleem, men is op het ogenblik nationaal bezig met deze zaak. Ik weet dat ook uit de vergaderin
gen van het bestuur van de V.N.G. Er is ook al enkele keren overleg geweest met de staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken juist over deze problematiek. Het gaat er daarbij om op welke wijze men
zoveel mogelijk veiligheden kan inbouwen opdat hier geen misbruik van zal worden gemaakt, leder
een zal echter moeten toegeven dat, als er zich omstandigheden voordoen dat wij hef met elkaar
niet meer te vertellen hebben, het zou kunnen zijn - wij hoeven alleen maar te denken aan hetgeen
er in 1940 is gebeurd; daar hoeven wij niet omheen te draaien - dat met één pennestreek elke wet en
elke regeling van de baan wordt geveegd en daf er anderen andere spelregels gaan vaststellen die
dan misschien bi jna niemand aanstaan; dan zouden de centrale punten gebruikt kunnen worden op een
manier die wij geen van allen willen. Daar helpt dan maar één middel voor - of wij daarvoor dan de
gelegenheid krijgen weet ik niet -n.l het vernietigen door middel van granaten of iets dergelijks.
Maar dan moet er wel iemand zo machtig zijn dat hij op tijd kan bevelen de zaak te laten springen.
Je kunt daar heel ingewikkelde verhalen overhouden, maar zo ligt diesituatie in feite. Dit is een
kwestie van wikken en wegen. De machinerie is in Nederland op gang gebracht en stap voor stap
gaan er meer gemeenten over tot automatisering, ledereen heeft dezelfde aarzeling.
Wij moeten hier een besl issing over nemen .Als u ben w. vraagt of di t besl ist noodzakel i jk is
dan moet ik zeggen: Wat is noodzakelijk? Ook vandaag voeren wij een beleid en produceren wij
rapporten. De gegevens waarop wij ons beleid baseren mogen nu dan minder exact zijn en minder snel
geproduceerd kunnen worden, maar de zaak draait wel. Ik zou dus overdrijven als ik zou zeggen
dat hef per se noodzakelijk is dat wij hieraan beginnen. Wij kunnen alleen zeggen dat het uit
beleidsoverwegingen een goede zaak is.
Wij gaan dus niet meer gegevens verzamelen, maar de gegevens worden opgeslagen op een aan
tal centrale punten en daf kan meer risico's inhouden. Men is met die kant van de zaak druk bezig
fen bij het CEVAN ên bij de V.N.G. én in Den Haag. Het rijk heeft overleg met de V.N.G. over de
vraag hoe deze zaak moet worden aangepakt, op welke manier zoveel mogelijk veiligheden kunnen
worden ingebouwd; men is daar nog niet uit.
Er is gevraagd of wij de voorstap moeten nemen. Ik heb al gezegd dat al een flink aantal
gemeenten met deze zaak bezig is. In dit verband wil ik meteen even een antwoord geven op de
vraag van de heer Heidinga of wij door deze stap te zetten ook andere gemeenten dwingen tot
automatisering over te gaan. Ik kan daar nee op zeggen, want wij hebben hier alleen gegevens van
de eigen gemeente en niet van andere gemeenten.
De heer Heidinga heeft geconstateerd dat onze bevolkingsadministratie niet verouderd is of
achter loopt. Dat is inderdaad waar; dat staat ook wel in het rapport. Wij hebben niet gesteld dat
onze administratie achter loopt, wij hebben alleen gezegd dat het uit beleidsoverwegingen belang
rijk is om sneller over gegevens te kunnen beschikken; om die reden gaan ook grote bedrijven
beginnen met het verzamelen van gegevens en verwerking daarvan via de computer. Onze admini
stratie op zich loopt echt niet achter, ik dacht dat er heel waf gemeentehuizen waren waar de zaak
er beroerder voor staat. Maar wij kunnen niet snel vanuit de computer gegevens verschaffen.
Op het betoog van de heer De Pree over de kwestie van de privacy hoef ik, dacht ik, niet meer
nader in te gaan. Ik heb daar al een aantal dingen over gezegd. Hij heeft aan het slot van zijn
betoog gezegd dat een aantal leden van zijn fractie tegen het voorstel zullen stemmen tenzij b. en
w. hen kunnen overtuigen; ik maak mij totaal geen illusies dat ik hen heb kunnen overtuigen, want
je moet gewoon vertrouwen hebben dat er geen verkeerde dingen zullen gebeuren met deze gegevens.
Er is een vrij groot aantal mensen in den lande die daf vertrouwen wel hebben; anderen hebben dat
niet. U zult vanavond uw standpunt moeten bepalen t.a.v. deze vraag. Ik denk niet dat welk verhaal
dan ook van onze kant iets aan uw standpunt zal kunnen veranderen. Elk moet dat voor zich uitmaken.
Daf zal dan in een stemming tot uitdrukking moeten komen, als wij vanavond zover komen.
Aan het eind van zijn verhaal heeft de heer De Pree een aantal concrete vragen gesteld. Aller
eerst wil hij weten of overgaan tot automatisering hef invoeren van een centraal persoonsnummer