J 10 brief hebf u ter inzage gehad in de Commissie Ruimtelijke Ordening.) De brief gaat dan verder met: "Dezerzijds wordt echter rekening gehouden met een eventuele toekomstige uitbreiding tot ten hoogste 40.000 m2Ik vind uw antwoord in de eerste instantie waarin u sprak over een getal van 40.000 m2 dan ook niet ten onrechte. Ik was er inderdaad van op de hoogte dat dit punt op de bouw- vergadering aan de orde is geweest. Het is nieuw voor mij dat dat verzoek - na rijp beraad neem ik aan - is ingetrokken. Ik wist wel degelijk dat het in discussie was gebracht. Ik wil nog wel even zeggen dat wij op zich geen bezwaren hebben tegen goed gemotiveerde beleidswijzigingen. Wat ik echter uit de ter inzage gelegde stukken heb kunnen lezen is dat het eerst aangeboden terrein, dat praktisch iedereen in principe gunstiger vindt liggen vooral ten opzichte van de binnenstad, in eerste instantie is afgekitst louter en alleen om die weg. Zo komt het uit de stukken naar voren. Andere stukken ken ik niet en ik wil u vriendelijk verzoeken om voortaan bij een dergelijke vrij ingewik kelde materie meer informatie ter beschikking te stellen, desnoods notulen van telefoongesprekken met Den Haag of zo, zodat wij precies op de hoogte zijn. Ik wil ook niet verder ingaan op het overleg tussen D.S.O. en architect. U weet zelf ook wel dat dat lang niet gegaan is zoals het had moeten gaan. Als die kwestie vroegtijdig opgevangen was dan waren er misschien veel minder moeilijkheden op komen dagen dan wij nu gehad hebben. Ik heb nog gevraagd op wat voor kaart de grondaanbieding getekend is. Is dit zomaar een onder legtekening geweest die toevallig beschikbaar was of is dit al een voorlopig bestemmingsplan? Daar staan inderdaad terreinen op van de Kinderboerderij aaneengesloten met die welke nu worden aan geboden aan de hoger onderwijsinstellingen, bestemd voor bijzondere doeleinden. (De Voorzitter: Wel graag "kort om de hoek", mijnheer Van der Walwant wij hebben een erg lange agenda.) Als u kan verklaren dat dit alleen maar een onderiegtekening is geweest waar wij verder geen waarde aan hoeven te hechten dan heb ik daar vrede mee. Ik heb gezegd dat ik het vanuit zakelijk oogpunt van de firma Kats gezien wel begrijpelijk vind dat zij deze voorwaarde stellen, maar dat ik het ietwat naar chantage riekend vind dat er op zo korte termijn - vanwege de openbaarheid die wij gelukkig hebben weet iedereen dat wij in tijdnood zitten - buiten de grondprijs ook nog allerlei toezeggingen door het gemeentebestuur moeten worden gedaan. Dat overleg kan best in een vriendelijke sfeer gebeuren, desnoods met een borreltje, hoor. Als lid van het gemeentebestuur - zo voel ik mij toch ook wel een beetje - kan ik het hier niet mee eens zijn. Het is ook niet alleen de bouw van het politiebureau dat wordt aangeboden, er worden ook andere, toekomstige bouwwerken aangeboden. Wij hebben ons dus voorlopig voor een x-bedrag gebonden aan de firma Kats en ik voel daar niets voor. (De heer Ten Brug (weth.): U wilt dat terrein wel graag hebben.) Inderdaad, maar ik vind het fout dat er, nu in het openbaar is gebleken dat wij als gemeente in tijdnood zitten, op zo'n manier onderhandeld moet worden. Misschien is het gebrui kelijk in de zakelijke wereld, maar ik vind het niet terecht. De heer J. de Jong: Ik heb nog de volgende vraag aan de wethouder. Wij hebben hier te doen met een aantal zaken die min of meer aan elkaar gekoppeld zijn. Wij hebben hef terrein van de rijksscholengemeenschap in overleg met het ministerie vrij moeten maken en wij hebben het terrein in Westeinde in overleg ter beschikking gekregen. Er is overleg gevoerd met de firma Kats en ik dacht dat dat op een terechte wijze is gevoerd. Ik denk hier wat anders over dan de heer Van der Wal Het is ook zeer terecht, dacht ik, dat, als een bouwondernemer een terrein heeft waar moge lijkheden zijn om te bouwen en hij dat terrein van de hand doet, hij naar andere mogelijkheden uitziet voor continuïteit in zijn bedrijf. Hoe ziet u het wanneer hef ministerie aanstonds eens zou zeggen: Wij wensen dat deze bouw openbaar aanbesteed wordt. Dan kan de firma Kats meedoen, maar stel nou eens dat zij het niet krijgen. Is de firma Kats dan nog genegen om dit terrein te ver kopen? Het is best mogelijk dat dit al lang met u overlegd is, maar ik zou hier toch wel duidelijk heid over wil I en hebben. Als dit n.l. niet zo is dan krijgt u problemen met het rijk t.a ,vhef terrein van de rijksscholengemeenschap. Nogmaals, dit is eigenlijk een soort koppeling en mijn vraag is: Is dit rond? De heer Rijpma (weth.): Wanneer ik bij hef laatste mag beginnen, hef is zo dat wij met de firma Kats overeen zijn gekomen dat wij aan de raad zullen voorstellen om deze transacties met hen te voeren; dat is dus onder voorbehoud van de toestemming van de raad. Ten tweede is er de uitdruk kelijke voorwaarde dat de directie van de A.C.W. in Assen hiervoor toestemming geeft. Wij hebben de firma Kats toegezegd dat wij zullen bepleiten bij de A.C.W. dat zij worden ingeschakeld. Deze toezeggingen waren voor de firma Kats voldoende om ons in staat te stellen hef terrein in hef West einde aan het ministerie aan te bieden. (De heer J. de Jong: Ik dacht niet dat dat het juiste ant woord is. Ik heb er begrip voor dat dit moeilijk is. U kunt nu wel de raad toestemming vragen en de raad 11 zal misschien met algemene stemmen zeggen: College, ga uw gang want dit is de enige weg. Wanneer het ministerie echter i.v.m. de werkgelegenheid die op dit moment steeds meer wordt zegt: Wij wen sen dat deze bouw openbaar aanbesteed wordt, hoe komen wij dan te ziften met dit terrein? De firma Kats gaaf dan dus een terrein verkopen - zij hebben hef althans aangeboden, het is nog niet verkocht - terwijl zij geen andere bouwmogelijkheaen hebben.) Er blijft inderdaad een knelpunt zitten. Wij zullen deze kwestie op zo intensief mogelijke wijze bij de A.C.W. bepleiten. Als het niet in Assen alleen gaaf dan zullen wij het ook op andere plaatsen proberen en wij hopen dat wij op die manier rond zullen komen. (De heer J. de Jong: Wij hopen dat hef kaartenhuis blijft staan.) (De Voorzitter: Nog even heel concreet. Als de raad nee zegt dan is Kats vrij. Dat is heel duidelijk, dat hebben wij zelf in Leeuwarden in handen. Wethouder Rijpma en ik hebben namens hef college toegezegd dat wij ons sterk zullen maken dat de firma Kats ook door andere instanties - dat is in dit geval alleen maar de A.C.W. - ingeschakeld wordt. Wij zullen ons sterk maken; als wij dat kunnen aantonen en de zaak sneuvelt dan zijn wij het terrein niet kwijt. Dat is de "deal" met Kats. (De heer Van der Wal: Ik wil ook graag een interruptie maken. Wat u zegt is het niet alleen. Mocht de bouw van hef politiebureau om een of andere reden niet doorgaan - misschien vanwege de A.C.W. - dan staaf er nog een zinnetje in de raadsbrief, n.l"In een later stadium zal de gemeente nog voor een of meer aanvullende opdrachten moeten zorgen.") (De hear Miedema: Dat hawwe wy allegearre wol lézen.) (De heer Van der WalGaat de bouw van het politiebureau om een of andere reden niet door dan ziften wij nog voor 15 miljoen aan die aannemer vast.) Wij hebben ons verplicht tegenover Kats om te zorgen voor compenserende opdrachten. (De heer Van der Wal: Voor 15 miljoen?) Inderdaad, voor 15 miljoen; dat bedrag hebf u goed gelezen. Dat hebben wij beloofd en u zult ons moeten toe staan die belofte waar te maken 6f door hef bouwen van het politiebureau of door hef bouwen van iets anders. (De Voorzitter: Dat is dus duidelijk.) De heer Van der Wal is verder alle zaken nog weer eens langs gegaan. (De heer Van der Wal: Ik heb gereageerd op uw antwoord in eerste instantie.) Ik dacht niet dat dit geresulteerd heeft in een duidelijke vraag. De heer Van der Wal handhaaft een zekere kritiek op het beleid; als het niet het beleid van het college is dan is het wel hef beleid van de dienst die er achter staaf. Ik heb er geen behoefte aan hier uitgebreid op in te gaan. Ik geloof dat alle partijen zich correct hebben opgesteld. Dat in de onderhandelingen de standpunten niet altijd met elkaar overeen komen, ik geloof dat dat in de onderhandelingssfeer een heel normale zaak is. De loyaliteit van geen van de partijen is ook maar een ogenblik ter discussie geweest. Het bestemmingsplan zal snel rond moeten komen, is er van diverse kanten gezegd. Ik heb u al gezegd dat wij indertijd gestreefd hebben naar 1 april. Ik weef niet of wij het waar kunnen maken, maar ik dacht dat wij nu als streefdatum zouden moeten hebben 1 oktober. Dat is wel een streefdatum, want u voelt wel dat er allerlei zaken tussendoor spelen. Persoonlijk heb ik echter het gevoel dat alle groepen die bij het project betrokken zijn, zowel de onderwijsinstellingen als de bewoners, de Kinderboerderij, de wijk Bilgaard en noem maar op, al zover op één noemer zijn komen te zitten dat ik mij wel heel sterk zou moeten vergissen als er nog grote problemen te voorschijn zouden komen. Ik heb dus wel enig vertrouwen in de datum van 1 oktober. Hier wilde ik het graag bij laten. (Mevr. Brandenburg—Sjoerdsma: De wethouder vergeef weer antwoord te geven op de vraag over de kaart.) Het is een heel gewone kaart waarop de contouren aangegeven zijn van de aanbieding die wij aan het ministerie gedaan hebben. Deze kaart is voor intern gebruik, maar u mag hem rustig zien. (MevrBrandenburg—Sjoerdsma: Er staan dingen op die ik vreemd vind en daarom willen wij weten (De heer Van der Wal: Hef is een andere kaart dan die u daar hebt; het hele gebied staat er op.) (Mevr. Brandenburg—Sjoerdsma: Op de kaart die ter inzage lag staaf BD 50% bij de Kinderboerderij.) Dat is dus de kaart waarover wij in de vorige vergadering hebben gediscussieerd. Die heeft toen ter visie gelegen, daar hebt u toen op ingespeeld en wij hebben nu een andere grondaanbieding gedaan. Een bestemmingsplan is er uiteraard niet. Wat nog rechtsgeldig is voor dit gebied is een bestemmings plan uit 1958; dat is het bestemmingsplan Leeuwarden-noord ook wel genoemd Leeuwarden-lelan Verder is er niets rechtsgeldig. .-.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de heer P.D. van der Wal f.a.v. de aanbieding aan de firma Kats wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd. Punten 10, 11 en 12 (bijlagen nos. 182, 162 en 159). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 6