16 toen een voor mij althans bijzonder interessant betoog gehouden over weidevogels en bosvogels. Hij heeft toen ook gezegd dat dit bos totaal niet past in dat gebied en ik deel dat standpunt. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. De Voorzitter schorst, om 20.55 uur, de vergadering voor de eerste pauze. De Voorzitter heropent, om 21 ,15 uur, de vergadering. Punt 17 (bi jlage no. 158) De heer Meijerhof: Mijn fractie wil graag haar instemming betuigen met het aan de orde zijnde voorstelWel wil ik nog even ingaan op het op blz. 2 van het besluit genoemde fonds ten behoeve van de sportieve recreatie. Bij de sportieve recreatie wordt vaak gedacht aan sporten buiten vereni gingsverband. Deze gedachtengang brengt weer met zich mee dat de georganiseerde sport, zich haar eigen financiële problemen realiserend, met enige schrik de gang van zaken gadeslaat, m.n. wat betreft C.R.M. die is begonnen met het subsidiëren van een aantal experimenten. Wij juichen het toe dat het college een eerste aanzet geeft op het gebied van de sportieve recreatie. In de beleidsvoor nemens voor 1976 verwachten wij een vervolg op deze eerste aanzet. Wel hebben wij er behoefte aan om duidelijk te stellen dat waar de georganiseerde sport actief is voor de recreatiesport zij uiter aard mede-gegadigde is bij het verdelen van de kruimels die, als de begrotingspost voor 1976 goed tot mij is doorgedrongen, de vorm van een koek krijgen. De heer De Beer: |k wil graag iets zeggen over punt Vlb. Hier wordt gesproken over een bedrag van 2 .000,Wij hebben in Leeuwarden naast de D.O .V., die gericht is op lichamelijk gehandi capten, ook nog een vereniging die zich bezig houdt met de sportbeoefening voor geestelijk gehandi capten. Om beide verenigingen voldoende te kunnen steunen is een bedrag van 2.000,-- niet toereikend. Ik zou u dan ook willen verzoeken dit bedrag te verhogen tot 4.000, De hear Jansma: Nei in oantal alarmearjende ütstellen komt nou dit dtstel üt de bus en dêr stiet ds fraksje folslein efterWy hawwe uteraerd in soad mei de amateursport op. Dat nou ek de jeugdtournoai jen sawol as de sport foar ynvaliden mei yn it subsydzje bi he I Ie wurde hat folslein Os ynstimming. De hear De Beer hat it oer in forheging fan it bidrach foar it funs foar de sport foar ynvaliden fan 2.000,nei 4.C00,As it der yn sit dan wie dit wol moai, mar wy sille wol op de ien as oare manier witte moatte hwer't dit jild dan wei komme moat. Ik bin der lykwols wol ni jsgjirrich nei De heer Pronk is inmiddels ter vergadering gekomen. De heer Weide (weth.): Ik kan kort zijn. Ik ben blij dat wij vanavond deze subsidieregelingen kunnen behandelen na de vele discussies die wij in de afgelopen tijd over dit onderwerp hebben gehad. De heer Meijerhof wijst op het fonds ten behoeve van de sportieve recreatie. Dit is natuurlijk een ontwikkeling die wij terdege zullen moeten volgen. Dit zal de nodige discussies met zich mee brengen, want er zijn verschillende standpunten over deze kwestie. Ik denk maar even aan de enorme strijd tussen het Ministerie van C.R.M. enerzijds en de Nederlandse Sportfederatie anderzijds n.a.v. de nota van de minister van C.R.M. Toch zullen wij, als gevolg van de toename van de vrije tijd, ook als overheid moeten inspelen op deze ontwikkelingen. Vandaar dat wij hebben voorgesteld een bedrag van 2.500,in een fonds ten behoeve van de sportieve recreatie te storten. Aanvankelijk werd dit een instuifproject genoemd, maar op advies van de Raad voor Sportaangelegenheden hebben wij dit gewijzigd in sportieve recreatie. Ik zou hier nog wel aan toe willen voegen dat de georgani seerde sport in eerste instantie de meest aangewezene is gezien de know-how die zij bezitten. De georganiseerde sport is het meest geëquipeerd om in eerste instantie de recreatieve sport ter hand te nemen. Gesprekken hierover heb ik ook al met de georganiseerde sport gehad. De heer De Beer stelt voor - de heer Jansma sluit zich hierbij aan - om het bedrag van ƒ2.000,— voor het fonds ten behoeve van de sport voor gehandicapten te verhogen met 2.000,-- voor de inmiddels opgerichte sportvereniging voor geestelijk gehandicapten. Ik zal een moedige poging doen om dit nog in de begroting mee te nemen. Ik zal hierover overleg plegen met de wethouder van Financiën. (De Voorzitter: Met het hele college.) In eerste instantie moeten de wethouder van 17 Financiën en ik hierover praten en dan hopen wij dat wij samen met een voorstel in b. en w. zullen komen. Wij hebben ook al vrij uitvoerig gesproken over de kwestie van de sport. Ik kan ook nog aan de heer Meijerhof zeggen - dit schiet mij opeens te binnen - dat wij m.b.t. de sportieve recreatie als b. en w. een voorstel aan de raad zullen doen om in 1976 een bedrag op te nemen van 25.000,Als wij nu een streep zetten onder de oude subsidieregelingen dan hebben wij nog een bedrag van ruim 52.000,-- beschikbaar; daarover is een toezegging aan de heer Jansma gedaan bij de behandeling van het beleidsplan. Misschien is het mogelijk dat wij nu alvast 2.000,uit dit fonds halen en dit bestemmen voor de sport voor geestelijk gehandicapten. Ik moet dit echter allemaal even bekijken, maar ik sta hier wel zeer positief tegenover. De Voorzitter: De wethouder gaat dus nog in een paar problemen duiken waar u te zijner tijd wel nader van zult horen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 18 (bi jlage no. 1 64) De heer Meijerhof Bij de behandeling van het beleidsplan 1975-1978 is door middel van een motie van de heer Heidinga aan het college opgedragen voor de zomervakantie de problematiek m.b.t. de kunstijsbaan opnieuw in de raad te brengen. Reden van deze beslissing van de raad was: de complexiteit van het geheel en de raakpunten met de vestiging van de hoger onderwijsinstellingen. De raadsbrief die nu voor ons ligt vangt aan met de opmerking dat in 1972 de Raad voor Sport aangelegenheden besloot een werkgroep in te stellen om een aantal partijen bijeen te brengen ten einde de bouw van een kunstijsbaan mogelijk te maken. Hieruit zou kunnen worden afgeleid dat het idee van een kunstijsbaan in Leeuwarden is geboren in de Sportraad. Het feit dat op het moment van de instelling van de werkgroep reeds een actiecomité voor een kunstijsbaan actief was wijst echter in een andere richting. Voor de duidelijkheid was het gewenst geweest dat de geschiedschrijving bij een eerder tijdstip was gestart. Wat is er in grote lijnen aan 1972 vooraf gegaan? In oktober 1970 kwam de Koninklijke Vereniging De IJsclub met de mededeling bij b. en w. dat men een plan wilde laten ontwerpen voor een i jshockeyhalwaarbij de gemeente garant zou moeten staan voor het eventuele exploitatietekort. Het college van b. en w. kwam met de Koninklijke overeen dat deze voor eigen rekening en onder risico dat de gemeenteraad negatief zou kunnen beslissen de plannen verder zou uitwerken. Omstreeks de jaarwisseling 1971/1972 kwam het nader uitgewerkte plan voor de ijshal in de publiciteit. In maart 1972 heeft de Sportraad het plan van de ijshal besproken. Hieruit kwam naar voren dat a. de behoefte aan een ijshal niet erg aansprak, b. de exploitatie-opzet aanzienlijk minder rooskleurig zou zijn dan werd verondersteld, c. een 400-meterbaan de voorkeur boven een ijshal verdiende. Geconstateerd werd dat er reeds een Stichting Kunstijsbaan Tjallinga bestond en verder dat er een actiecomité in het leven was geroepen als reactie op de plannen van de ijshalDe Sportraad besloot, mede op aandrang van de wethouder van Sport en Recreatie, geen uitspraak te doen omtrent de ijshal maar wel een werkgroep in te stellen met de in de aanhef van de raadsbrief omschreven doelstelling. Deze doelstelling is door een werkgroep gerealiseerd en wel door intensief overleg met de betrokkenenHet ui te inde li jke resultaat was dat de Sportraad in maart 1 974 een nota m .b.tde kunstijsbaan aan de raad richtte die tevens haar advies was op het plan van de inmiddels in het leven geroepen Stichting Kunstijsbaan Leeuwarden. Veel tijd en energie is door een grote groep besteed om te ijveren voor een accommodatie voor de ijssport. Acties zijn gevoerd waarbij zich o.a. een 6.000 begunstigers hebben aangemeld. Tevens zijn door de gang van zaken bepaalde verwachtingen gewekt. In hoeverre dit terecht is is moeilijk te achterhalen. Het is daarom bijzonder spijtig voor het initiatief en het enthousiasme waarmee aan de plannen is gewerkt dat het voorstel dat b. en w. van avond aan de raad voorleggen is zoals het is, n.lgeen medewerking verlenen aan het stichten van een kunstijsbaan. Blijkens een krantenartikel van vorige week is de stemming bij de plannenmakers geprikkeld. Het gemeentebestuur wordt o.a. verweten dat de raadsbrief subjectief is opgesteld en dat de getallen door het gemeentebestuur berekend onjuist zijn. De stichting berekent een tekort van 380.000,en het col lege komt op 650.000,Met de motivering op blz2 van de raadsbrief kunnen wij wel meegaan. Met name de afschrijving van een geluidsinstallatie over 20 jaar spreekt mij niet erg aan, maar dat is maar een detail. Wel ben ik benieuwd naar de cijfermatige berekening van de 650.000,Op welke onderdelen wijkt de berekening van het college af van die van de stichting? Nog afgezien van de vraag of er jaarlijks 4 of 6 ton op tafel moet komen is er op dit moment geen ruimte in het beleidsplan 1975-1978. Twee factoren kunnen een rol spelen om het te verwachten exploitatietekort op een voor de gemeentelijke huishouding aanvaardbaar niveau te brengen. Di t is ten eerste het werk aanmelden voor uitvoering in A.C.W .-verband. Hierbij wil ik echter

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 9