zm] 9 Ws Wij zouden u met klem willen vragen, onder de motivering die ik gisteravond reeds namens het college heb gegeven, wel in te stemmen met een tijdelijke huisvesting van de afdeling Bevolking en Burgerlijke Stand in de Beurs en daartoe nu te besluiten. Als de raad dat nu niet besluit dan ontgaat ons de gelegenheid om voor een schappelijke prijs de outillage van de Bondsspaarbank over te nemen en op een relatief goedkope wijze gedurende de komende 2 b 3 jaar deze afdeling een aanzienlijk betere huisvesting te geven dan thans het geval is. Dan wordt ons ook de mogelijkheid gegeven reeds volgend jaar stappen te ondernemen om de afdeling Onderwijs beter gehuisvest te krijgen. De huisvestingskwestie van deze beide afdelingen is werkelijk bijzonder dringend. Deze zaak kan los worden gezien van de kwestie van de automatisering. Wij hebben gisteravond ook al uiteen gezet dat de uitgaven hiervoor ons budget niet blijven belasten; het gaat om eenmalige kosten. Wij zien kans die op te nemen in een sluitende begroting 1976; wij weten natuurlijk niet of de raad die begroting zal aanvaarden zoals wij die voorstellen. Voor zover het nodig is zullen deze kosten ook worden opgenomen in het beleidsplan; dat hoeft alleen voor het eerste jaar, voor 1977, want dan is het afgelopen. Het is een hard gegeven dat wij de Beurs voor 1978 weer moeten verlaten opdat er geen enkele belemmering zal zijn voor een eventuele huisvesting van de Openbare Bibliotheek in de Beurs. De voorstellen die ik u nu heb voorgelegd impliceren een wijziging van de voorstellen die wij u in de raadsbrief hebben gedaan, onder A, B, C en D. Wij nemen de voorstellen gedaan onder A en D nu terug en stellen die afhankelijk van een nadere discussie in de raad die zo mogelijk in december of januari plaats zal hebben. Wij verzoeken u echter met klem wel de voorstellen gedaan onder B en C te aanvaarden. Dit is dus het nadere voorstel van het college na de uitvoerige discussie die wij gisteravond in de raad hebben gehad. De heer De Pree: Ik kan heel kort zijn. Mijn fractie staat achter uw voorstel tot het formeren van een commissie ad hoe. Ik denk dat mijn fractiegenoot Meijerhof nog even in zal gaan op de andere zaken die u aan de orde hebt gesteld. De heer Meijerhof: Het enige punt dat voor mij over blijft is de kwestie van de huisvesting van de afdeling Bevolking in de Beurs. Ik had de stille hoop dat deze tijdelijke huisvesting bij het niet overgaan tot automatiseren niet door zou hoeven te gaan en dat deze afdeling nog een tijd in het oude pand zou kunnen blijven, maar uit uw woorden heb ik toch wel moeten opmaken dat, al zouden wij niet automatiseren, er toch een tijdelijke huisvesting moet worden gezocht voor deze afdeling die bijzonder beroerd gehuisvest is. Daarom wil ik toch wel akkoord gaan met uw voorstel t.a.v. de tijdelijke huis vesting die ons dan 75.000,zal gaan kosten. Ik neem aan dat, als de commissie zijn werk heeft gedaan, de automatisering van de bevolkings administratie opnieuw in de raad komt en dat wij dan nog op een aantal detailpunten in kunnen gaan die ik gisteravond ook aan de orde heb gesteld. De heer Heidinga: Ik zie niet zoveel in die commissie ad hoc. In het rapport over de automatisering staat op blz. 25: "Er is overigens een wet in voorbereiding die onder meer de bescherming van de privacy ten aanzien van onder andere geautomatiseerde bevolkingsadministraties zal regelen." Zouden wij nu niet heel gewoon kunnen heen gaan en wacht af tot die wet er is? Dan zouden wij opnieuw kunnen praten. Dan weten wij hoe het landelijk geregeld wordt en welke zekerheden er door de wet geboden worden. Dan hoeven wij geen geld, moeite en tijd aan een commissie te besteden. Ik zie het nut daarvan niet in. (De heer Buising: U hebt anders gisteravond een hele serie vragen gesteld, juist over de veiligheid van die gegevens.) Ja, en daarvoor is een wet in voorbereiding. Laten wij nu afwachten wat daar in de Tweede Kamer over wordt besproken en wat de regering daarvan denkt. Wij kunnen wel afwachten wat daar uit komt. (De heer Buising: Ik ben dat wel met u eens, maar ik begrijp niet dat u dan gisteravond zo'n serie vragen moest afvuren als u dat wilt afwachten.) Gisteravond ging het er om of wij nu al zouden besluiten tot automatisering, ongeacht wat er zich allemaal afspeelt op landelijk niveau. Daarom heb ik vragen gesteld m.b.t. een aantal aspecten. (De heer De Pree Maar ik heb u zo vaak horen zeggen dat het zo jammer is dat al les maar landel i jk gebeurt en dat je daar dan plaatselijk aan vast zit. Nu hebben wij hier een mogelijkheid om ons ook plaatselijk een mening te vormen en nu bent u er tegen. Ik zou het jammer vinden als het niet doorging.) Mevr. Willemsma - de Jong In tegenstelling tot het standpunt van mijn fractievoorzitter voel ik alles voor die commissie. Ik dacht dat het een zeer zinvolle zaak was dat wij daarover eens van gedachten gaan wisselen. Mevr. Visser - van den Bos: Ik wil ongeveer hetzelfde zeggen als mevr. Willemsma. Mijn eerste opwelling was: Als men er landelijk mee bezig is dan kunnen wij dat rustig afwachten. Maar aan de andere kant is het toch zo dat wij zo vaak bezwaar hebben tegen maatregelen die vanuit Den Haag over ons heen komen. Als wij ons er hier op bezinnen kunnen wij hopen en verwachten dat men er misschien zelfs in Den Haag lering uit trekt. Je kunt het nooit weten. De heer Schaafsma: Ik dacht dat een commissie op zich niet zoveel kwaad kon, in ieder geval minder kwaad dan de automatisering. Dus wat mij betreft mag het. Ik zie eerlijk gezegd ook niet het grote nut van die commissie als men al landelijk met deze zaak bezig is. Maar och, baat het niet, het schaadt ook niet. Het belangrijke punt is m.i. op dit moment de verhuizing. Wij zien die ook wel als noodzakelijk. Onze fractie zal dan ook voor de verhuizing naar de Beurs zijn. De heer Van der Wal Wij kunnen wel akkoord gaan met het voorstel dat u net gedaan hebt. Het lijkt mij ook dat de commissie ad hoe als eerste taak zou moeten hebben te onderzoeken wat er in Den Haag in voorbereiding is. Blijkt dat dat teveel onzekerheden geeft dan kan de commissie de raad rapporteren dat zij voorlopig geen kans ziet tot het trekken van conclusies; dan kunnen wij er wel opnieuw over discussiëren. De verhuizing naar de Beurs ontmoet bij ons ook geen bezwaren. U hebt gezegd dat de Beurs op tijd zal vrij komen voor de huisvesting van de Openbare Bibliotheek en daar rekenen wij op. De heer J. de Jong: Meerdere leden van de raad hebben de oorlog 1940- 1945 meegemaakt; ik ben daar één van. Ik ben positief tegen centralisatie van bevolkingsadministraties van welke aard dan ook. Ik zal mij dan ook blijven verzetten tegen automatisering. De hear Singelsma: De wurden fan de hear De Jong sprekke my wol oan. Dat haldt lykwols De hear Ten Brug (weth.): Troch it wurd "centralisatie"?) Né, né, jo sjogge my foar in to simpel e geast oan. De hear Ten Brug (weth. Hoe kom ik dêr nou op. Jo tinke: As hy it wurd sintral isme heart dan is hy al breinroer. Mar né, sa is it net. It liket my dat désintral isaesje net in „panacee" is foar eltse oplossing fan it probleem. Mar yn de rounten fan myn buorman wurdt praet oer "souvereiniteit in eigen kring", as wy der seis hwat oan dwaen kinne fan underen op dan moatte wy dat net I itte. De rjochtlinen dy't it regear foarskriuwt kinne wy fansels kennis fan nimme, mar as wy der seis hwat oan dwaen kinne moat dat ek barre. Ik fyn it foorstel t.o.f. de kommisje in goed foorstel en ik sil dêr graech oan meiwurkje alhoewol't ik myn biswieren haldt dy't oerien komme mei itjinge de hear De Jong nei foaren brocht hat. Mei de punten B en C fan it riedsbrief kin ik wol ynstimme; dat giet dus oer de husfêsting yn de Beurs. De Voorzitter: Wij vinden de door ons voorgestelde commissie wel van belang; anders hadden wij ook niet een voorstel daartoe gedaan. Wij vinden het een goede zaak dat een aantal raadsleden samen met een aantal van onze medewerkers die op deze zaak gestudeerd hebben over deze kwestie gaan discussiëren. Uit de besprekingen van gisteravond is wel gebleken dat dit een indringende aangelegenheid is en het lijkt mij goed dat een aantal uwer zich over deze zaak buigt en alle problemen die hieraan vast zitten bekijkt. Ik ben het met de heer Van der Wal eens dat het best kan zijn - dat sluiten wij ook niet uit - dat de commissie tot de conclusie komt dat het niet zinvol is iets te doen voordat er centrale regelingen zijn„ Maar het kan toch ook best zijn dat de commissie tot de conclusie komt dat er tussentijds zodanige waarborgen ingebouwd zouden kunnen worden dat een eerste stap wel gezet zou kunnen worden in afwachting van een betere afgrendeling door middel van een rijksregeling. Die twee mogelijkheden zijn beide open. Verlangt iemand stemming over het gewijzigde voorstel? De heer Heidinga: Ik wil graag de aantekening dat ik tegen ben.De heer J. de Jong Ik sluit mij daarbij aan.Goed, die aantekening krijgt u. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het mondeling door de voorzitter gewijzigde voorstel van b. en w. met aantekening dat de heren O. Heidinga en J. de Jong wensen te worden geacht tegen te hebben gestemd. De Voorzitter Ik zou de fractievoorzitters willen uitnodigen mij mee te delen wie van de fracties in de commissie ad hoe zitting zullen nemen. Ik vraag dat dus aan de heren Buising, Heidinga

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 2