Jr&
mijn verhaal in eerste instantie. Men is al zo lang bezig om die bedrijfsgeneeskundige zorg op te
zetten en natuurlijk zijn de initiatiefnemers toen aan het werven geweest bij al die bedrijven. Maar
geen van die bedrijven heeft definitief ja gezegd. Waarom verwacht u nu plotseling dat ze wel ja
zullen zeggen? Wij hebben in onze gemeente een vuilverbrandingsinstallatie waar wij grote verwach
tingen van hadden m.b.t. de deelneming. (De Voorzitter.' Niet van het bedrijfsleven.) Het is tegen
gevallen en wij komen er nog steeds erg veel op tekort. Nu kan ik mij zo voorstellen dat het met de
bedrijfsgeneeskundige zorg net zo'n toestand zal worden.
Ik heb m.b.t. Triotel een voorstel gemaakt dat luidt:
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 28 oktober 1975, besluit dat de
deelname nog niet zal gelden voor het personeel van Triotel."
Ik dien dit voorstel, dat mede-ondertekend is door de heer Miedema, nu in.
De heer Meijerhof: Mevr. Visser heeft al even gesproken over de 44.000,maar er staat ook
nog een opbrengst van 75.000,die wij zouden kunnen vangen als de ruimten in het Kooperberg
huis zouden worden verhuurd. U gaat voor 1976 de 44.000,ten laste van het begrotingsover
schot brengen; u gaat nog bekijken hoe u het voor de jaren 1977, 1978 en verder zult doen. Mijn
vraag is nu of die 75.000,- het kan iets minder zijn als de meerkosten er af gaan - hier ook
nog een rol in kunnen spelen. (Mevr. Visser—van den Bos: Die 75.000, is aI afgetrokken.) De
Voorzitter: Mevr. Visser is nog geen wethouder.) (De hear Miedema: Dat komt noch wol.)
De heer De Vries (weth.): Mevr. Visser zegt: Men is al zo lang bezig en doen de bedrijven die aan
het overleg hebben deelgenomen nu wel mee. Zij heeft ernstige twijfel op dit punt, dat meen ik al
thans te kunnen beluisteren. Wij gaan er van uit dat ze wel meedoen. Die bedrijven staan deze week
voor precies dezelfde situatie als waarvoor wij op dit moment staan. Zij hebben n.l. ook de statuten
binnen hun muren gekregen en er is hen gevraagd of zij op grond van deze statuten bereid zijn om
deelnemer te worden van deze stichting. Ik dacht waarachtig dat het overleg dat gevoerd is in een
vrij snel tempo is geregeld. Wij zijn in de ambtelijke wereld wel eens met langere processen onder
weg geweest. Dus wat dat betreft geloof ik dat wij moeten tegenspreken dat dit een lang proces van
voorbereiding is geworden. Integendeel, er is vrij snel beslist. Er had vermoedelijk nog iets sneller
beslist kunnen worden wanneer niet op het laatste moment de vakbonden t.a.v. de bestuurssamen
stelling bepaalde eisen op tafel hadden gelegd. Op het moment dat de zaak praktisch al geknipt en
genaaid was kwamen de vakbonden n.l. met hun eis t.a.v. de paritaire bestuurssamenstelling. Dat
heeft gemaakt dat er nog een intermezzo gekomen is van vrij intensief overleg.(Mevr. Visser—van den
Bos: Maar wie hebben nu al ja gezegd?) Dat weet ik niet. In ieder geval heeft de provincie al ja ge
zegd. Van de bedrijven weet ik het niet want deze week, ik dacht a.s. donderdagmiddag, is er een
vergadering van oprichting en daar komen de deelnemers bij elkaar. (Mevr. Visser—van den Bos: En wat
gebeurt er als ze nee zeggen?) Ze zeggen niet nee. Er zou misschien een enkele tussen kunnen zitten
die t.a.v. de paritaire samenstelling van het bestuur bezwaren maakt en die vindt dat de vakbonden
een te dikke vinger in de pap krijgen. Zo'n bedrijf is er wel, dat is mij bekend. Maar de meeste be
drijven - dat hebben wij ook laten afchecken - staan op het standpunt dat zij de zaak zoals die
hier is voorgelegd zullen accepteren. Wij weten alleen van de provincie dat die meedoet, want deze
zaak is al in de provinciale staten behandeld; die hebben deze zaak geaccepteerd. Wanneer u van
avond ook ja zegt, dan zijn wij van de provincie en de gemeente Leeuwarden in ieder geval zeker.
Deze week bij de oprichtingsvergadering zal pas blijken in hoeverre de bedrijven bereid zijn toe te
treden, maar, nogmaals, wij vertrouwen er op dat alle bedrijven die meegedaan hebben aan het voor
overleg deze week ook zullen toetreden.
Mevr. Visser handhaaft haar bezwaren t.a.v. de toetreding van Triotel. Wij hebben deze zaak van
de kant van Triotel heel goed gewikt en gewogen. Hier is ook onze beheerscommissie rechtstreeks
bij betrokken geweest; de commissie heeft aan b. en w. geadviseerd om Triotel hierin te laten parti
ciperen. Als ik zeg dat wij het in het ziekenhuisoverleg hebben ingebracht dan zeg ik het misschien
verkeerd; ik had misschien moeten zeggen: Wij hebben hiervan mededeling gedaan aan de gespreks
partners. N.a.v. die mededeling heeft geen van de andere 2 ziekenhuizen negatief gereageerd. Zeg
ik het verkeerd, mijnheer Schaafsma? U bent er bij geweest. (De heer Schaafsma: Nee, het is juist.)
Er is door de gesprekspartners niet negatief op gereageerd, integendeel, wij weten officieus dat men
graag zal overwegen om ook toe te treden tot deze stichting voor bedrijfsgeneeskundige zorg, m.n.
nu bekend is dat deze zaak ook in de ziekenhuistarieven wordt meegenomen. Daarvandaan dat ik de
motie van mevr. Visser op dit moment ernstig ontraad. Het zou m.n. voor Triotel een moeilijk te ver
teren brok zijn. Ook het personeel van Triotel, 600 man sterk, is op de hoogte met deze situatie en
zij zullen er niets van begrijpen als wij vanavond als raad deze zaak op slot zouden zetten.
■r L/q
De heer Ten Brug (weth.): Die 75.000,is inderdaad verrekend, die komt niet boven water. Van
daar dat er ook maar 44.000,bij moet.
De heer Meijerhof: Zo staat het niet in de raadsbrief. Dit grapje kost ruim 134.000,als uitge
gaan wordt van een personeelsbestand van 1 .777 waar ook al het nodige over is gezegd. In onze be
groting hebben wij reeds rekening gehouden met 53.000,omdat wij eerst met de provincie
Friesland een dergelijke overeenkomst hebben gehad. Dan blijft er 81 .000,over. Van dat bedrag
kunt u 37.000,toerekenen aan rendabele onderdelen van de gemeentelijke huishouding, resteert
44.000,waarvoor u nog dekking moet vinden. Voor 1976 brengt u dat bedrag ten laste van het
begrotingsoverschot van het betreffende jaar en voor de jaren daarop zult u het nog nader gaan uit
werken. Ik lees hier niets over 75.000,-- of het moet zijn dat wij als gemeente voor een prijsje
van 75,55 wat aan de lage kant zitten.
Mevr. Visser—van den Bos: Het blijkt uit de stukken die in de Leeskamer ter inzage lagen, als ik
weer even helpen mag. Het was mij net zo duister als de heer Meijerhof. Het stond in de financiële
stukken in de map.
De heer Ten Brug (weth.): Mevr. Visser heeft inderdaad gelijk dat het in het stuk staat dat ter in
zage lag. De totale kosten van de dienst zijn aanmerkelijk hoger. Ik heb hier nog een andere bereke
ning van de kosten, maar dat doet er niet toe; 1.777 maal 75,55 wordt plm134.000,voorde
gemeente, maar daar komt op in mindering de 75.000,die de gemeente aan huur ontvangt. (Mevr.
Brandenburg—Sjoerdsma: Zo staat het hier niet. Maar zou het niet logisch zijn dat je die 75.000,
als voordeel laat toekomen aan de G.G.D., want die heeft de lasten van het Kooperberghuis op zijn
nek.) Jawel, maar een eventueel tekort van de G.G.D. zit heel duidelijk in de totale gemeentebe
groting. Als het tekort minder zou zijn dan die 75.000,dan verbetert daardoor de positie van de
totale begroting. Ik kan de cijfers niet zo vlug op een rijtje zetten, maar de 75.000,is duidelijk
verrekend met onze totale kosten. Het is niet zo - dat mag dan het probleem zijn dat de heer Meijer
hof even zag - dat die 75.000,nog extra in het tekort zit. Er is voor 1976 een overschot ge
raamd van 74.000,en daar zit de totaal-situatie van die 75.000,in. Het is dus niet een
extra overschot van 75.000, (De heer Meijerhof: Dat neem ik dan maar aan.) Wij kunnen er bij
de begroting straks nog wel nader over spreken. Is dat niet de eenvoudigste oplossing?
De Voorzitter: Als de heer Meijerhof bereid is dit op dit moment even aan te nemen - ik neem
aan dat hij daarmee de tolk van u allen is - dan kunnen wij hier bij de begrotingsbehandeling nog
wel op terug komen. Mocht het niet kloppen dan komt u er dan op terug. Intussen duikt de wethouder
van Financiën nog eens in dit probleem.
Mevr. Visser—van den Bos: Ik had een motie aangekondigd, maar ik heb zoveel toezeggingen ge
kregen en zoveel vertrouwen toegezegd gekregen dat het niet meer correct zou zijn die motie te
handhaven. U begrijpt dat ik de ontwikkeling nauwlettend zal blijven volgen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt27 (bijlage no. 299).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt28 (bijlage no. 303).
De heer Spoelstra: Wij zijn blij met de activiteiten die de Centrumwinkeliers organiseren. Wij zijn
ook van mening dat deze vergunning uitgebreid kan worden tot het hele stadsgebied. Wij hebben ons
echter wel afgevraagd of u niet heeft kunnen voorzien welke moeilijkheden de grote groep kleine
zelfstandige markthandelaren door deze vergunning ondervindt. Wat is n.l. het geval? Voor de vrij
dagmarkt worden de kramen op donderdagavond opgebouwd. In normale omstandigheden levert dit
reeds grote moeilijkheden op, want men bouwt van 6 uur tot 9 uur op donderdagavond en van 3 uur
tot8 uur op vrijdagmorgen. Als de winkels tot 9 uur 's avonds geopend zijn kan pas na 9 uur met het
opbouwen van de kramen worden begonnen. Dit betekent in feite dat men de hele nacht door moet
«erken. Ik zou graag van u willen weten welke maatregelen u voor deze groep zelfstandigen heeft
genomen of nog denkt te nemen om het bouwen op donderdagavond mogelijk te maken.