^73
behoudende rijksweg E10 had men grote bezwaren tegen de doeleinden die Leeuwarden met dit nieuwe
stadsdeel, althans volgens de toelichting, zou hebben binnen het geheel van wonen, werken en recreë
ren in de gemeente. In de vergadering van de Commissie Ruimtelijke Ordening van 16 juni 1975 is aan
de leden van deze commissie mededeling gedaan van de visie van de provinciale overheid en tevens van
het standpunt van b. en w. Dit standpunt was omschreven in een brief die b. en w. aan g.s. wilden rich
ten als reactie op dat eerder genoemde gesprek. De Commissie R.O. had tegen de inhoud van de brief
geen overwegende bezwaren; de brief is verzonden op 26 juni 1975, nadat nogmaals een gesprek met de
P.P.D. plaats had gehad. Op 15 augustus 1975 hebben g.s. onder tal van voorwaarden het globale be
stemmingsplan Camminghaburen, behoudens een aantal delen, formeel goedgekeurd. Inmiddels is door
de raad op 27 oktober 1975 een Nota Woningbouwbeleid 1975 behandeld en daarbij is de raad akkoord
gegaan met het standpunt van b. en w. om ten minste uit te gaan van een woningbouwprognose van 500
woningen per jaar. Om deze prognose waar te maken moeten in 1978 in Camminghaburen de eerste wo
ningen worden opgeleverd; dat is een uitspraak van de raad. De heer De Jong kan dan als eenling wel
zeggen dat het hem niets kan schelen dat het een jaar later wordt opgeleverd, maar het college heeft
rekening te houden met de uitspraak van de raad dat minstens een produktie van 500 woningen moet
worden gehaald en dat betekent dat uiterlijk medio 1977 de eerste paal moet zijn geslagen. (De heer
J. de Jong: Wij kunnen in de schil en in de binnenstad ook nog wel wat bouwen.) Na ontvangst van de
goedkeuring van g.s. zijn wij begonnen met de consultatie van diverse deskundigen, disciplines en
diensten. Hoofduitgangspunten bij deze gesprekken waren de volgende. Aan het stedebouwkundige bu
reau Vink is op 26 september 1975 meegedeeld dat de opdracht aan dit bureau met he't voltooien van
het globale plan als beëindigd werd beschouwd. Wij wilden niet een onbepaalde tijd aan dit bureau
vastzitten, ook al omdat de kwaliteit van het gemaakte plan noch door de raad noch door anderen als
eerste klas werd beoordeeld. Er was dus geen enkele reden om het bureau Vink alsnog met de aanpassing
c.q. uitwerking te belasten. Als het tijdstip om met de woningbouw te beginnen medio 1977 is dan is het
irreëel om aan het maken van een geheel nieuw plan te beginnen, daarvoor zijn alleen al de in de wet
voorgeschreven procedures een belemmering. Dat is ook de reden geweest dat g.s. niet zijn overgegaan
tot afkeuring, maar tot voorwaardelijke goedkeuring, want dat was de mogelijkheid om de hele procedu
re niet geheel opnieuw te hoeven beginnen; als u de voorwaarden goed gelezen hebt dan betekent het
dat er toch wel heel wat in het plan veranderd moet worden. Als het plan-Vink blauwdruk blijft - er
gens zul je toch een houvast moeten hebben; dat houdt de goedkeuring van g.s. ook in - voor het nieu
we plan Camminghaburen is het bezwaarlijk een ander stedebouwkundig bureau met de aanpassing c.q.
uitwerking te belasten dan de eigen dienst. De eigen dienst is echter zwaar belast met de plannen in de
binnenstad, de schil en de aanpassing van andere bestemmingsplannen, alsmede met incidentele op
drachten; één van de moeilijkheden die wij op het ogenblik in het Nijlan al hebben is dat g.s. nauwe
lijks of zelfs niet meer bereid zijn om op basis van artikel 19 allerlei verbouwingen toe te staan die de
burgers graag willen en dat betekent dat zo snel mogelijk in ieder geval het herziene bestemmingsplan
Nijlan ter visie gelegd moet worden, want anders staan alle bouwactiviteiten, kleine en grote, in het
Nijlan stop. De personele bezetting van onze dienst is kwantitatief nog onvolledig; kwalitatief zijn er
uitstekende ambities maar de ervaring van velen in deze dienst is nog gering. Aan de genoemde bezwa
ren kan naar ons gevoel tegemoet gekomen worden door assistentie van een bureau dat ervarihg heeft
met projecten van deze omvang in middelgrote steden en dat het vertrouwen heeft va'n de eigen dienst.
Aan deze voorwaarden voldoet o.i. het stedebouwkundige bureau Kuiper uit Rotterdam, te meer omdat
één van de door dit bureau gemaakte en uitgewerkte plannen het Leeuwarder Westeinde is waar de raad,
dacht ik, aanvankelijk zeer kritisch tegenover stond, maar waarvan het resultaat qua planologische op
zet toch niet onbevredigend genoemd mag worden. Bovendien is één van de directeuren, de heer Van
der Ree, sinds jaren stedebouwkundig adviseur in onze gemeente en derhalve bekend met de gehele
Leeuwarder problematiek en dat betekent dat de inwerkingsperiode weg kan vallen. Het zal duidelijk
zijn dat de gesprekspunten zoals ik die geformuleerd heb niet door iedereen op dezelfde wijze gewogen
zijn en worden. Als de heer Geerts spreekt over interne spanningen dan dacht ik dat ik met deze zin dui
delijk aanduid dat de waardering van de een anders is dan die van de ander. Binnen de D.S.O. is echter
eenstemmigheid over het feit dat, als hulp van buiten af aangetrokken moet worden, deze hulp moet
komen van het bureau Kuiper c.s. door bemiddeling van de heer Van der Ree; dit is zo ook in de ge
sprekken die in de dienst gevoerd zijn, niet alleen met de directeuren maar ook met anderen, duidelijk
naar voren gekomen. Alle bij het project Camminghaburen te betrekken medewerkers zijn unaniem van
mening dat met de heer Van der Ree de vertrouwensbasis bestaat waarop een eventuele co-produktie
moet berusten. Er is verschil van mening over de vraag waar het zwaartepunt van de samenwerking
moet liggen. De heer Miedema heeft gezegd dat er één kapitein op het schip moet zijn, hij stelt na
drukkelijk dat dat de eigen dienst moet zijn. Dat is een onderwerp van discussie en er is duidelijk ver
schil van mening binnen de dienst over de vraag waar het zwaartepunt van de samenwerking moet liggen,
4-T/v
bij de dienst of bij het bureau Kuiper. Vooral de jongere medewerkers van de stedebouwkundige dienst
wijzen met klem een vorm van samenwerking af waarbij zij in de positie komen - zij hebben daarbij
het woord gedegradeerd gebruikt; ik gebruik nu een eigen formulering - van waterputters en houthak
kers. Ik meen dat met de mening van onze medewerkers op de stedebouwkundige afdeling rekening moet
worden gehouden, niet alleen uit een oogpunt van goed personeelsbeleid, maar ook om te voorkomen
dat dezelfde spanningen ontstaan als na vorige beslissingen van de raad die belangrijke delen van de
stad aan het stedebouwkundige werk van onze afdeling hebben onttrokken. Er hebben een aantal be
sprekingen plaats gevonden, maar eind november zal er hopelijk een afrondend gesprek plaats vinden
dat kort daarna zal moeten resulteren in de beslissing van b. en w. welk voorstel het college zal doen
aan de raad. Teneinde te voorkomen dat organisatorische problemen de noodzakelijke voorbereiding van
Camminghaburen zullen verhinderen is een voorlopige opdracht verstrekt binnen het kader van de mede
werking die de heer Van der Ree al verleent aan onze gemeente. De voorlopige opdracht is niet aan de
heer Van der Ree verstrekt maar aan de dienst in samenwerking met de heer Van der Ree. Kort samenge
vat luidt deze opdracht: Formuleer de problemen en bepaal de speelruimte voor mogelijke oplossingen;
duid mogelijke oplossingen nader aan; weeg de mogelijke oplossingen tegen elkaar af en leid het keu
zeproces in door het formuleren van argumenten. Ik dacht dat dat een zeer duidelijke opdracht was en
dat die ook beperkt was. Dit is dus - dit ook in antwoord op een vraag van de heer Miedema - een
voorlopige opdracht aan degenen die deskundig zijn op dit gebied; die moet ook op korte termijn afge
rond zijn. Ik neem aan dat de afronding van deze opdracht in de maand januari ver gevorderd zal zijn.
In de speelruimte voor mogelijke oplossingen moet betrokken worden het gesprek dat gevoerd is met mi
nister Gruyters over het verlenen van lokatiesubsidie voor Camminghaburen. Enkele van onze buiten-
gemeentelijke gesprekspartners zijn van mening dat het ontvangen van dit subsidie een conditio sine
qua non moet zijn bij de uitwerking van de plannen. Degenen die er mee bezig zijn zijn dus medewer
kers van onze dienst, maar er zijn ook medewerkers van het bureau Kuiper bij betrokken. Er zal gerap
porteerd worden aan een stuurgroep ad hoe waarin zitting hebben de heer Van der Wal, hoofddirecteur
D.S.O.ondergetekende, de heer Van der Ree, de heer Achterhof, de heer Muller, de heer Corée, de
heer Van Kats en de heer Lassche, secretaris. Wanneer de raad meent dat de wijze van benaderen zo
als die u zopas geschetst is geen basis is voor een voorstel dan stellen wij het op prijs dat u dat zo snel
mogelijk kenbaar maakt en daar is in ieder geval gelegenheid voor in de raadszittingen van 1 5 en 16
december a.s. Voor deze data is een afgewogen voorstel van het college nauwelijks of niet mogelijk.
Als u de geschetste gedachtengang in principe ook tot uw uitgangspunt wilt maken dan hopen wij op
een positief kritische benadering zodat u ook op een goede wijze kunt bijdragen aan de verdere orga
nisatievorm van het plan Camminghaburen. Ik heb dit, zoals u begrepen hebt, met opzet op papier ge
zet om woorden te gebruiken die ik weloverwogen heb gekozen. Er bestaat voor Camminghaburen dus
op het ogenblik alleen een stuurgroep en nog geen projectgroepen. In de laatste vergadering die wij
over deze zaak gehad hebben is met nadruk gesteld dat dit alleen maar een beperkte aanloopperiode is
om geen tijd te verliezen, om dan na januari weer duidelijk over te gaan tot de projectvorm met in
schakeling van alle mensen van onze dienst maar ook met hulp van anderen, gezien tegen de achter
grond van toch beperkte mogelijkheden. Het betekent niet bij voorbaat dat, zoals de heer Miedema ge
zegd heeft, wij jarenlang begeleid worden door een bepaald extern stedebouwkundig bureau. Dat zal
in fasen geknipt moeten worden waarbij de mogelijkheden van onze dienst model staan voor wat er ge
beuren moet. Het beleid zal er op gericht moeten zijn dat wij er in slagen om zo snel mogelijk een goed
uitgangspunt te hebben voor een herzien plan, een gereconstrueerd plan en dat op korte termijn de
gesprekken mogelijk zullen moeten worden met diegenen die in aanmerking komen om in Cammingha
buren te bouwen alsmede met hun adviseurs.
Ik heb mij niet helemaal gehouden aan de gestelde vragen, maar ik dacht toch dat ik in deze be
schouwing vrijwel alle dingen opgenomen heb. Ik wil alleen nog zeggen dat het gerucht waarover de
heer Geerts gesproken heeft, n.l. dat er politieke druk uitgeoefend zou zijn, onjuist is.
Ik dacht dat ik in het door mij gegeven overzicht wel duidelijk heb aangegeven in welke richting
op het ogenblik gedacht wordt.
De hear Miedema: Ik woe dit punt mar oanhalde foar de bigreatingssitting. (De Voorzitter: U wilt dus
niet op onze nota wachten?) Né.
De heer J. de Jong: Ik wil graag nog één ding duidelijk weten. De wethouder heeft gesteld dat wij
erop aan moeten dat in 1978 de eerste oplevering van woningen in Camminghaburen plaats kan vinden
op grond van de uitspraak van de raad over een woningproduktie van 500 per jaar. Ik zou er op willen
wijzen dat in Aldlan-oost op dit moment een begin kan worden gemaakt met de bouw van 500 woningen
en dat er ook nog 700 woningen in het Westeinde kunnen worden gebouwd. Het verhaal t.a.v. de nood
zaak in Camminghaburen te bouwen gaat dus niet op. Ik sluit mij bij de claim van de heer Miedema aan.