W De heer Geerts: Ik sluit mij eveneens aan bij die claim. De Voorzitter: Dit punt is dus geclaimd door 3 raadsleden. Wij gaan er in de begrotingszitting op nieuw over praten zonder dat er een nota van b. en w. is. De Voorzitter schorst, om 21 .10 uur, de vergadering voor de eerste pauze. De Voorzitter heropent, om 21.30 uur, de vergadering. Punten 50 t.e.m. 52. De heer Geerts: De punten 51 en 52 betreffen de bestemming van het industrieterrein Hemrik. Zoals het nu lijkt zal Hemrik in geen 30 tot 50 jaar vol gebouwd worden. Dat zal natuurlijk aanleiding geven tot enorme kapitaal lasten op deze gronden. Misschien ga ik van een verkeerd uitgangspunt uit, maar dat is even mijn taxatie. Mijn vraag is nu of het toch niet overweging zou kunnen verdienen dat wij eens gaan bekijken in het hele kader van de structuur van Leeuwarden of het aanbeveling verdient om ook in het plan Hemrik woningbouw te gaan realiseren. Ik heb dan ook op het oog de plaats b.v. ten opzichte van de Froskepólle. Misschien is een andere mogelijkheid er dienstverlenende bedrijven neer te zetten, misschien zou ook een deel van de kantoren die voor de toekomst verwacht worden in hef plan Hemrik kunnen komen. Ik zou het toch wel op prijs stellen als u over niet al te lange tijd ons hier inzicht in zou kunnen geven. De heer Rijpma (weth.): Ik dacht dat in de stukken stond dat er een groep is die deze zaak nader bekijkt. Wij hebben ook al gespeeld met de gedachte dat een deel van dit gebied, als het zo ver komt, misschien geschikt is voor woningbouw. Dat is maar een gedachte, net zoals de heer Geerts hier zo een gedachte weergeeft. Er is, dacht ik, één handicap. Het gebied dat opgespoten is is het zuidelijke deel en dat is juist het aantrekkelijkste deel. Het andere gebied, tegen de spoorlijn aan, is niet opgespoten. Het zou wel eens kunnen zijn dat wij binnen een jaar al de eerste stukken grond - niet aan de Greuns- kant want daar is de jachtwerf al, maar aan de andere kant van het in voorbereiding zijnde oosttangent - zullen moeten verkopen. B. en w. hebben aan de groep die het onderzoekt gevraagd of het mogelijk is een terrein te ontsluiten dat zo noordelijk mogelijk ligt om daarmee het zuidelijke gebied niet te frustreren. Het betekent alleen wel dat de heer Muller nog eens weer moet gaan filosoferen over de weg die hij al getekend heeft en die ook al aangemeld is voor subsidie. Maar goed, zo blijven wij aan het werk en zo nu en dan krijgen wij er nog een opdracht bij ook. Ik heb niet veel hoop dat wij op vrijwillige basis dienstverlenende bedrijven naar dat gebied krijgen. (De Voorzitter: Althans in dit sta dium niet; als het er wat anders uit ziet over een paar jaar dan is het misschien anders. Wij zouden het wel in gedachten moeten houden.) Ja, op wat langere termijn ligt het anders, maar onze problemen betreffen de korte termijn. Punten 53 en 54. De hear Miedema: Punt 53 giet oer winkelfêstigingen yn Aldlan. Binne der noch neijere gegevens oer? Is der yn de tiid sjoen ek iennich sicht hwannear't dat winkelsintrum réalisearre wurde kin? Fier der soe ik it op priis stelle as it kolleezje foar noch kommende wenwiken gjin ofspraken makket en for- plichtings oangiet mei forskillende minsken oer winkelfêstigingen, hwant dizze gong fan saken bifredi- gef ós net bisunder. De heer Rijpma (weth.): Ik dacht dat voor Aldlan-west de bouwvergunning verleend was; daar is men, naar ik net hoor, al bezig. In Aldlan-oost heeft het, dacht ik, betrekking op de vlek waar die flats zouden komen en de stedebouwkundige herziening van die vlek is in een vergevorderd stadium. (De heer J. van der Wal: Die is bijna klaar.) Op dat moment is dan het gesprek met betrokkenen weer mogelijk. (De hear Miedema: Dan is it plan dus klear, mar dat haldt noch net yn dat de bilizzer dan ek mei de bou bigjint.) Op basis van die uitgangspunten moet het gesprek weer hervat worden. (De hear Miedema: Fierder is der dus neat to melden.) (De heer J. van der Wal: De basis moet eerst gelegd zijn en dat is het stedebouwkundige plan.) De Voorzitter: De heer Miedema is niet enthousiast, maar voorlopig is het voldoende? (De hear Miedema: Yn sa'n gefal binne der trije mooglikheden, jo kinne jou fraksjefoarsitter freegje it yn syn algemiene skogings mei to nimmen, jo kinne it oanhalde en jo kinne it ofwachtsje.) It léste is it for- stannichste. (Laitsjen) (De hear Miedema: Ik kies tusken it earste en it léste.) Goed. Punten 55 t.e.m. 57. Mevr. Visscher—Bouwer: Ik zou de wethouder een vraag willen stellen. In het antwoord op vraag 55 worden verschillende dorpen genoemd. Wij weten uit de dorpencommissie dat Hempens een erg groot probleem heeft. Hempens heeft de laatste jaren een aantal woningen verloren doordat die moesten wor den afgebroken en wil er verschrikkelijk graag een paar woningen bij hebben. Nu is er in de dorpen commissie verschillende keren over gesproken. Er is tegen die mensen gezegd dat ze naar de P.P.D. moe ten gaan; dat hebben zij gedaan en zij zijn ook bij de dienst geweest. Dat is ook allemaal wel bekend. Er zijn van de zijde van de provincie echter nogal wat eisen gesteld t.a.v. riolering, toiletten op de persleiding enz. die de zaak duur maken. Ik zou graag van de wethouder willen weten of er al ergens een lichtpuntje is. Worden deze mensen ook verder geholpen op het moment? De heer P.D. van der Wal: Even iets over punt 57, het pand Vierhuisterweg 74. In het antwoord staat: "Dit pand verkeert in zeer slechte staat van onderhoud." Het is een gemeentepand, dus dat is niet ver wonderlijk. Maar hoe is het zo ver gekomen? Ik kan mij herinneren dat er nog niet zo lang geleden nog een compleet gezin in gewoond heeft. Daarna is het leeg blijven staan en heeft de jeugd er zich mees ter van gemaakt; enfin, het is de bekende weg gegaan. Nu wordt het dus maar afgebroken. Het is één van de aardigste dingetjes die er nog over waren in de buurt van Bilgaard. Waarom is er nooit voldoen de zorg besteed aan het onderhoud van juist dit pandje dat zo uniek ligt en zeker voor de wijk Bilgaard nog een soort geweten vormt, planologisch gezien dan. De heer Rijpma (weth.): Wij hebben inmiddels de dorpennota behandeld in de Commissie Ruimtelijke Ordening; hij is nog niet aan de raad gepresenteerd. Voordat de nota in de Commissie R.O. kwam heb ben wij een gesprek gehad met de P.P.D. en wat daar omheen hangt. De P.P.D. heeft er op zich geen bezwaar tegen dat er een aantal woningen in Hempens gebouwd wordt, maar geeft er sterk de voorkeur aan dat dat binnen het bebouwingsgebied gebeurt en niet aan de noordzijde van de weg omdat dat ook in hun visie toch nogal op bezwaren stuit. Wij hebben nog geen gelegenheid gehad om het gesprek met Hempens verder voort te zetten(De heer J. van der Wal: Dat is wel gebeurd.) De heer Van der Wal weet meer dan ik; misschien is het beter dat hij daar even over verteld. De heer J. van der Wal: Wij hebben op de dienst een gesprek gehad met mensen uit Hempens. Wij hebben alle mogelijkheden en moeilijkheden samen onder ogen gezien. Er is afgesproken dat de dienst zal proberen een uitgewerkt schetsje te maken met prijsberekeningen. Daarna zal er nader contact wor den opgenomen. Er is echter wel gezegd: Als het ooit zou lukken dan zien wij het niet zitten in de wo ningwetsector omdat wij op kavelprijzen komen die er niet om liegen. De heer Rijpma (weth.): Het pandje Vierhuisterweg is herhaalde malen in discussie geweest. Het pand is ondergebracht bij het Woningbedrijf. Ik dacht dat het ook in de Commissie Woningbedrijf is behandeld; ik heb tenminste in de notulen gezien dat dit pandje nogal eens ter sprake is gekomen. Men heeft geen kans gezien met dit pand iets aan te vangen. Dat betekent dat in het Woningbedrijf de beslissing is ge vallen om het pand te amoveren. (De Voorzitter: Het is in b. en w. geweest.) Ja, b. en w. hebben zich met het voorstel van de Commissie Woningbedrijf akkoord verklaard. (De heer P.D. van der Wal: Maar waarom is het pand niet onderhouden? Het is toch een gemeentepand?) (De Voorzitter: Dat moet u de volgende keer maar vragen als wethouder Eijgelaar er is. Het behoort tot zijn portefeuille.) (De heer P.D. van der Wal: Goed, dan bewaar ik die vraag nog even.) (De Voorzitter: Misschien kunt u het in lassen als de afdeling van weth. Eijgelaar aan de orde is.) 3. Grondkosten en —transacties. De heer J. de Jong: Onder punt 58 wordt een specificatie gegeven van een grondplan met allerlei zaken die daar bij horen. A/laar waar ik eigenlijk naar toe wilde is dit. Wij hebben t.a.v. het Grondbe drijf na de integratie van dit bedrijf in de D.S.O. in de raad, dacht ik, duidelijk aangegeven dat de financieel-economische begeleiding van alles wat er gebeurde zou gaan via de Commissie Grondbedrijf. Nu krijgen wij daar wel alle mogelijke informatie, maar de informatie die daar eigenlijk altijd ont breekt is een mogelijk tussentijds inzicht in de bestedingen t.a.v. de begroting en de kredietstelling. Ik zou eigenlijk de vraag willen stellen - dat is ook in de Commissie Grondbedrijf al eens gebeurd; ik dacht echter dat de raad er belang bij had het te weten - hoe het eigenlijk staat met de hele financi ële verhouding in de D.S.O. t.a.v. alle mogelijke uitgevoerde werken. Mevr.Visscher—Bouwer: Op vraag 62 wordt geantwoord dat het moeilijk is om het juiste moment om grond aan te kopen vooraf te bepalen. Ik had gesteld dat er verwachtingen worden gewekt bij de be woners door bepaalde zinnen in brieven en dat men daardoor denkt dat iets vlug zal worden uitgevoerd. Wij weten natuurlijk allemaal wel dat er op tijd aangekocht moet worden. Maar de mensen kregen - en daarom vraag ik het - een brief thuis gestuurd van de D.S.O. en daar stond de zin in: "Hierbij deel ik u mede dat het in het voornemen van de gemeente ligt om indien mogelijk binnenkort over te gaan tot het verbeteren van de Lekkumerweg, gedeelte Gebr. Wierdastraat-Canterlandseweg." Die brief is van

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 8