sr Ui
$/2n
oorspronkelijke bestemming. Het bestuur van De Hofwijck heeft daarop gereageerd met een bezwaar
schrift. Dat is gelukkig nog mogelijk. Dat bezwaarschrift komt dus nog in behandeling. Het is inderdaad
juist dat de heer Jansma er op wijst dat het Ministerie van C.R.M. globale normen hanteert. Men gaat
uit van 7% van het aantal bejaarden; dat is het maximum aantal verzorgingsbedden dat men in een be
paalde regio toestaat. Leeuwarden zit daarboven maar de heer Jansma heeft ook gelijk als hij zegt dat
wij een hoog percentage bejaarden hebben en dat wij daarnaast ook een groot aantal aanmerkelijk ou
dere bejaarden hebben. Men schrikt er van als men op het ogenblik ziet hoe de gemiddelde leeftijd van
de mensen in onze bejaardenhuizen steeds meer opschuift en straks een niveau bereikt waardoor de bur
gemeester misschien eenmaal per maand zal moeten koffie drinken met een honderdjarige. Dit is een
situatie waarmee wij rekening hebben te houden. Het roept natuurlijk wel repercussies op in die zin dat
wij eigenlijk tegen het rijk zouden moeten kunnen zeggen: Wat jullie van plan zijn t.a.v. die 7%-norm
klopt niet voor Leeuwarden. Dat willen wij ook doen, alleen, wij zijn er nog niet helemaal uit. Een
jaar of 6 geleden hebben wij een vrij nauwkeurige analyse gemaakt van onze bevolkingsopbouw, maar
wij menen dat dat opnieuw moet gebeuren om met goede en exacte cijfers hier tegen te kunnen ageren.
Dat vraagt enige tijd. Momenteel wordt daar hard aan gewerkt. De secretaris van de Bejaardenraad
werkt aan een beleidsnota als reactie op de nota die kortelings door C.R.M. is uitgegeven en in dit
raam is men ook bezig om een analyse te maken van de opbouw van de Leeuwarder bevolking boven de
65 jaar. Zo gauw deze gegevens exact bekend zijn gaan wij praten. Wij zijn voornemens - dat hebben
wij al aangekondigd - eerst te gaan praten met het college van g.s. waarvan één gedeputeerde over de
planning van de bejaardenoorden gaat en een andere gedeputeerde over de verpleeghuisbedden - wij
kunnen deze zaken niet los van elkaar zien - en wij zullen dan aan de hand van concrete aantallen en
ook aan de hand van de lijst die wij kennen van de C.C.O.B. proberen om een bres te schieten in die
7% -norm die momenteel nog door C.R.M. wordt gehanteerd. In de desbetreffende nota van het rijk wordt
al gesteld dat die 7%-norm geen absoluut getal is en dat men bereid is om, als aangetoond kan worden
dat de zaken praktisch anders liggen, het beleid bij te stellen. Wij zullen daar ons best voor doen en
wel om twee redenen. In de eerste plaats omdat wij menen dat een verzorgingshuis zoals de Hofwijck kan
worden in onze binnenstad zo uniek gelegen is dat wij daarmee de verzorgden een goede plaats in hun
levensavond kunnen bezorgen. Men kan nog vanuit het verzorgingshuis de Nieuwestad bereiken, men
heeft allerlei mogelijkheden die onze verzorgingstehuizen in de periferie van onze stedelijke samenle
ving gewoon niet kennen en ik dacht dat wij gewoon tekort zouden schieten t.o.v. onze bejaarden
wanneer wij niet alle zeilen zouden bijzetten om te proberen deze 70 bedden alsnog boven water te
halen. Wij hebben met enige voorzichtigheid gemanoeuvreerd de laatste maanden. Wij hebben ook niet
al te fel geageerd over deze zaak omdat hier ook nog een andere zaak in het geding was. St. Jozef is
ook bezig met plannen voor vernieuwing, u weet dat. De raad heeft een besluit tot grondverkoop aan
genomen en St. Jozef is ook voor de bijl gegaan in die zin dat men het aantal verzorgingsbedden heeft
terug gebracht. Daar zit naderhand nog wel weer enig soelaas in maar wij hadden het gevoel dat, als
wij tegelijk deze twee projecten zouden aansnijden, wij dan misschien alleen maar verwarring zouden
laten ontstaan. Wij hadden het gevoel: St. Jozef moet eerst maar boven water, dan kunnen wij daarna
de zaak van De Hofwijck met des te meer vrijmoedigheid opnieuw aan de orde stellen. Natuurlijk speelt
hier ook het feit een rol dat het komende jaar Erasmushiem gereed komt en dat daarin ook 220 verzor
gingsbedden bestemd zullen zijn voor onze Leeuwarder verzorgingbehoevendenWij hebben evenwel
de indruk dat - ik verwijs er daarbij naar dat de doorstroming in onze bejaardenoorden bijzonder ge
ring is - bij de C.C.O.B. een dermate groot aantal bejaarden staat geregistreerd die inderdaad tot de
verzorging behoevende categorie behoren dat ook het vol stromen van Erasmushiem geen enkel probleem
zal betekenen. Samenvattend zou ik aan de heer Jansma willen antwoorden dat wij ons best zullen doen,
m.n. via ged. staten, om voor De Hofwijck datgene te bereiken wat het bestuur op het ogenblik voor
ogen staat. Daarbij speelt dan ook als tweede argument een rol dat wij op deze wijze ook ons hele over
leg t.a.v. de samenwerking van de verpleeghuizen de mist in dreigen te zien gaan. Het bestuur van De
Hofwijck heeft in de desbetreffende brief vrij scherp gereageerd. Men heeft gezegd: Wanneer wij niet
de toezegging krijgen dat wij weer als verzorgingshuis kunnen gaan functioneren dan zullen wij ook
geen verdere medewerking kunnen verlenen aan de zaken van de verpleeghuissituatie. Dat is een bij
zonder triest voorland. Wij hebben alle mogelijke begrip voor het standpunt van het bestuur van De
Hofwijck, maar wij willen daarbij wel aantekenen dat wij daarmee een vrij scherpe verschuiving krij
gen van de moeilijkheden naar de kant van de psycho-geriatrie. Wij zitten op het ogenblik heel con
creet met een vrij groot beddentekort in de sfeer van de psycho-geriatrie. Wij hadden dit willen
oplossen middels een samenspel van de 3 verpleeghuizen. Er is ook overleg geweest tussen Parkherstel
lingsoord, De Hofwijck en Triotel. Maar wanneer deze zaak op deze wijze op slof komt te staan dan
zitten wij in een nare impasse en dan zullen wij ons ook vanuit onze gemeentelijke verantwoordelijk
heid opnieuw op de situatie die daardoor ontstaat moeten beraden.
Mevr. Brandenburg heeft de zaak van de samenwerking van de Leeuwarder ziekenhuizen aangesne
den. Zij heeft daarbij geconstateerd - dat is ook bekend, dat hebben wij in de vorige begrotingszit
ting toegelicht - dat na interventie van de burgemeester het overleg tussen de 3 ziekenhuisbesturen
weer op gang is gekomen en dat er sinds augustus een zo geheten voorbereidingscommissie werkzaam is
die probeert om onder leiding van dokter Kijlstra zo spoedig mogelijk te komen tot een definitieve om
schrijving van de inhoudelijke functie van een samenwerkingsverband dat er toe zal leiden dat het aan
tal ziekenhuislokaties zal worden terug gebracht van 3 naar 2 en dat er tevens toe zal leiden dat er op
de lokatie zuid een nieuw instituut zal ontstaan en dat vanuit één overkoepelend ziekenhuisinstituut
Leeuwarden zal streven naar een centrumfunctie op het terrein van de volksgezondheid. Dit overleg in
de voorbereidingscommissie is onderweg, concrete resultaten vallen op dit moment nog niet te melden,
maar wij hebben goede hoop dat dit overleg binnen 2 a 3 maanden kan worden afgerond. Het streven
van dokter Kijlstra is er op gericht om dan te komen tof een rapportage die ongeveer een toekomstig
ziekenhuisplan voor Leeuwarden inhoudt. Hij hoopt dat aan de hand van dat rapport de betreffende be
sturen, waaronder dus ook de gemeenteraad, ja zullen zeggen en toe zullen treden tof het nieuwe sa
menwerkingsverband waarbij dus ook de gemeente de hele Triotel-handel en wandel zal moeten inbren
gen. Mevr. Brandenburg heeft gevraagd of er al eenstemmigheid is over de rechtspersoon in de eindfase.
Daarover is het overleg op dit moment nog gaande. Wij hebben juist in de laatstgehouden vergadering
van de voorbereidingscommissie een landelijke deskundige op dit terrein in ons midden gehad die een
aantal informaties en aanbevelingen heeft gedaan. Daarover zijn wij ons op het ogenblik bezig te be
raden. Ik heb goede hoop dat m.n. de zaak van de rechtspersoon - dat hebben wij u, dacht ik, ook
toegezegd - als eerste element boven tafel gebracht zal worden. Mevr. Brandenburg heeft nog gevraagd
of de Leeuwarder ziekenhuizen al een gezamenlijke aanvraag voor nieuwbouw op lokatie zuid hebben
ingediend bij het ministerie. U weet dat er nog een oude aanvraag ligt. Die zou dan dus ingetrokken
moeten worden en plaats moeten maken voor een nieuwe. Deze nieuwe aanvraag is nog niet geformu
leerd. Er wordt wel aan gesleuteld. Zo gauw de voorbereidingscommissie klaar is met de eindrapportage
Kijlstra staat m.i. niets in de weg die aanvraag zo gauw mogelijk bij de staatssecretaris aanhangig te
maken, waarbij het uiteraard zo is dat wij dan de hoop koesteren dat de vervanging van het Diakones-
senhuis binnen een redelijke termijn zijn beslag zal kunnen krijgen. Mevr. Brandenburg heeft verder de
situatie genoemd dat het Kankercentrum Friesland pogingen doet om te komen tot uitbreiding van de
accommodatie. Daar is inderdaad dringend behoefte aan. Zij hebben zich ook inderdaad gewend tot
Triotel. Wij hebben hierop dit stuk van zaken nog geen definitieve beslissingen kunnen nemen. Er is
een verzoek gedaan aan de D.S.O. om na te gaan of een uitbreiding van het Kankercentrum reeds nu
te realiseren zou zijn op de terreinen van Triotel, vooruitlopend op de toekomstige samensmelting van
Triotel en Diakonessenhuis. Dit is niet zo'n eenvoudig probleem. Dit maakt ook deel uit van het over
leg in de voorbereidingscommissie. Verder dan het wat stoeien met de materie zijn wij op dit moment
eigenlijk nog niet gekomen.
De heer Klomp heeft gevraagd naar het Gabbema Gasthuis en wat daarmee annex is. Wij hebben
het plan om t.a.v. deze gasthuizen eens systematisch na te gaan hoe op dit moment de situatie is en
welke mogelijkheden deze instellingen nog hebben om verder te kunnen functioneren. Het is uiteraard
zo dat deze gasthuizen al van oudere datum zijn. Als daar jonge, hippe mensen in zouden wonen zou
men er graag genoegen mee nemen, denk ik, maar daar woont een oudere generatie die op het ogen
blik ook zijn eigen eisen stelt aan de accommodatie van verzorgingshuizen. Daar heeft men ook gelijk
in. Hef is in de praktijk zo dat, wanneer er in deze instellingen ruimte vrij komt, men er niet dan met
de grootste moeite en soms helemaal niet in kan slagen daar nog gegadigden voor te vinden. Wij gaan
dus contact opnemen met het bestuur van het Gabbema Gasthuis om eens te kijken hoe de accommoda
tie er voor staaf en in hoeverre misschien stimulerende maatregelen genomen zouden kunnen worden
om t.a.v. de toekomstige functie van dit gasthuis na te gaan in hoeverre het aan de moderne eisen van
deze tijd aanpasbaar zou zijn, misschien door rehabilitatie of renovatie. (De hear Klomp: Mei ik der
noch even tusken komme? It probleem is by de minsken dy't der noch wenje foaral dat hja just yn de
binnenstêd bliuwe wol Ie en dat hja bang binne dat hja byg. nei Erasmushiem dirigearre wurde; dat is it
probleem.) Er wordt niet gedirigeerd. Wij gaan bekijken hoe de situatie er voor staat en als er met het
bestuur over te praten is om toch te komen tot een stukje vernieuwing dan zullen wij dat proberen te
stimuleren. Wij staan op het standpunt dat wij zuinig moeten zijn met deze plaatsingsmogelijkheden zo
dicht bij en in onze binnenstad.
De vraag van mevr. Visser over de hartbewakingsinstallatie in Triotel en de vraag van de heer Klomp
over de verhouding tussen Leeuwarden en Franeker zou ik graag ter beantwoording aan dokter Bonnema
over willen laten.