jrj Stf J4151 werkers van S.Z.W. vertegenwoordigd zijn. Zij zijn of als vaste leden in die projectgroepen opgenomen of zij worden zo af en toe ad hoe gehoord. Er is dus wel een duidelijke relatie tussen de sector ruimte lijke ordening en S.Z.W. m.b.t. deze voorzieningen. De heer Meijerhof heeft ook nog even gevraagd naar de sportinstuiven en dan vooral m.b.t. de rijksgenoten Wij hebben nu 3 sportinstuiven gehad in de sporthal Bilgaard. De belangstelling - ik ben daar zelf getuige van geweest - is tot nu toe overweldigend geweest. Er zijn dan honderden kinderen die a raison van 2 kwartjes die sporthal binnen stormen; het is hier en daar soms wel een beetje chao tisch want 400 is in wezen wel wat veel. Mede op initiatief van de heer Wiersma van de Stichting So ciaal en Cultureel Jongerenwerk hebben hieraan een keer een aantal Surinamers vanuit de Kazerne deel genomen. Het was op zich wel een beetje triest om deze Surinamers sport te zien beoefenen; wat dat betreft zouden zij van ons nog verschrikkelijk veel kunnen leren. Het is haast onverantwoord om de ze kindertjes op de werktuigen te laten spelen. Maar goed, zij hebben er aan deel genomen. Bij de vol gende instuif was er geen belangstelling van de zijde van de Surinamers maar toen was de Kazerne ook haast leeg. M.b.t. de derde keer is er mij niets van bekend. De heer Meijerhof heeft ook nog gevraagd of wij niet op de hoogte zijn met de situatie van TjaI- linga. Dat zijn wij wel. Wij weten heel goed dat het exploiteren van een ijsbaan een gans niet eenvou dige zaak is. Wij hebben hier ook meerdere malen met de ijsvereniging Tjailinga over gesproken. Tjal- linga heeft zich nu duidelijk in deze stichting gestort en heeft zich wat minder vast gebeten op de toe komstige ijsbaan. Nu de kunstijsbaan van de baan is begint men wel weer op die buitenbaan te azen. Zij hebben onze medewerking gekregen; de ijsbaan wordt dus beschikbaar gesteld, die wordt op gelijke basis beschikbaar gesteld als elke andere sportvereniging de sportaccommodaties krijgt. Zij hebben - dit in tegenstelling tot andere ijsverenigingen; dat is wel een precedent - deze ijsbaan om niet ter be schikking. De exploitatie zullen zij echter volledig voor eigen rekening moeten nemen. De laatste cij fers wijzen er op dat het aanbrengen van verlichting op deze baan 150.000,zal moeten kosten; dat geld zit op dit moment niet in onze begroting en wij kunnen dus op dit moment nog geen verlichting op deze baan aanbrengen. Mocht er een strenge winter komen dan is er misschien in nauw overleg met Tjailinga wel een noodverlichting aan te brengen. Dat is echter een zaak van nauw overleg. Er wordt mij hier net nog op gewezen dat deze ijsbaan niet eerder beschikbaar kan worden gesteld dan voor het seizoen 1976/1977 omdat de baan nog niet klaar is. Daar was ik echter ook al van uitgegaan. De heer Visser heeft nog gevraagd of wij ook het onderwijs willen betrekken bij het onderzoek naar de speel- en sportvoorzieningen in de binnenstad en in de schil. Ik dacht dat dat een duidelijke zaak was. Dat zullen wij ongetwijfeld doen. Het gaat natuurlijk wel om de speelterreinen rondom de scholen. Bij de gemeentelijke scholen zal dat meestal niet zo'n probleem zijn omdat de gemeente dan zelf het bestuur van de school vormt, alhoewel vele schoolhoofden wel een eigen standpunt hierover innemen. Misschien zou mijn collega van Onderwijs hier nog nader op in kunnen gaan. Bij de bijzon dere scholen zullen wij moeten onderhandelen met de besturen van de scholen in hoeverre zij bereid zijn om deze speelterreinen beschikbaar te stellen voor openbare speel- en sportvoorzieningen. Bij het aanbrengen van nieuwe speel- en sportvoorzieningen bij nieuwe scholen proberen wij zoveel mogelijk in nauw overleg te treden met de besturen, maar dat heeft niet altijd resultaat en soms is het ook niet mogelijk. Een paar raadsvergaderingen terug hebben wij vrij uitvoerig gediscussieerd over de stedelijke scholengemeenschap waarbij wij drie gymnastieklokalen konden ombouwen tot één sporthal. Dat kon omdat het alleen een zaak van de gemeente was. Maar als wij met andere scholen rond de tafel moeten gaan zitten dan wordt het anders want elke school eist zo zijn eigen voorzieningen en dan is het moei lijk die ook open te stellen voor andere doeleinden. Het streven is er wel, binnen de gemeente bestaat daarover geen enkel meningsverschil, maar het is ook een zaak van Den Haag. De relatie tussen C.R.M. en Onderwijs is de laatste paar jaar naar mijn mening wel verbeterd, maar de moeilijkheden liggen bij Onderwijs en niet bij C.R.M. De heer Visser: Ik dacht dat ik deze zaak net andersom benaderd had dan de wethouder nu doet. Ik heb het benaderd vanuit het onderwijs. De wethouder spreekt over "het onderwijs betrekken bij", maar ik heb, omdat ik meen dat er plannen bestaan om nieuwe voorzieningen in de binnenstad te treffen, gesteld dat wij daar de speelterreinen er bij zouden moeten betrekken binnen het raam van de vraag stelling. Dat is wat een ander uitgangspunt. De heer Weide (weth.): Het antwoord kon zowel in de ene richting als in de andere richting gaan; ik heb het inderdaad een klein beetje verkeerd begrepen. Voor de exploitatie van onze sportaccommo daties heeft het onderwijs de grootste inbreng. Een duidelijke relatie tussen sport en onderwijs is naar mijn gevoel hoogst noodzakelijk. Mevr. Brandenburg—Sjoerdsma: Ik zit eigenlijk nog te wachten op een antwoord op de vraag van de heer Pronk of in de komende kerstvakantie dat zwemstimuleringstarief voor de Overdekte kan gelden. Nu begrijp ik best dat het antwoord op 1976 slaat, maar ik hoor net dat het in de commissies al zo ver is dat het allemaal besproken is. Zou het niet leuk zijn om dat een klein beetje naar voren te halen en daarmee in de eerstvolgende raadsvergadering te komen? De heer Weide (weth.): Ik wil u wel graag ten dienste zijn, maar de tarieven worden door de raad vastgesteld. Deze kwestie moet nog in b. en w. worden besproken. Ik ben best bereid te proberen die tarieven nog eerder in de gemeenteraad te krijgen, maar dan zou het in de raad van 8 december a.s. moeten en dat lijkt mij niet mogelijk. (De Voorzitter: Die krachttoer kunnen wij praktisch niet maken.) Mevr. Brandenburg—Sjoerdsma: Kan het dan niet in de begrotingszitting worden behandeld? Ik zit gewoon een uitweg te bedenken omdat het mij leuk lijkt dat deze regeling ook voor de kerstvakantie kan gelden. Wij hebben als gemeente de naam - zo ziet het publiek dat - dat het allemaal zo lang zaam gaat. Er komt in de krant te staan dat het tarief ook voor de Overdekte zal gelden maar dan moet men een tijd wachten voordat de eerste vakantie is, in ieder geval tot Pasen. Het zou leuk zijn als het ons zou lukken het voor de kerstvakantie voor elkaar te krijgen. Dat kan ons de kop niet kosten. De heer Weide (weth.): Ik stel voor dat wij deze zaak dinsdag in b. en w. bespreken. De com missie was unaniem en dat maakt de zaak er gemakkelijker op. De Voorzitter: Wij zullen bekijken of het mogelijk is. De heer Meijerhof: Bij het antwoord van de wethouder over mijn vragen t.a.v. punt 297 is het mij niet helemaal duidelijk geworden hoe het met die projectorganisatie nu precies in zijn werk gaat. De wethouder zegt dat de vertegenwoordigers van de afdeling die jeugd- en sportzaken en recreatie be handelt soms vaste leden zijn, soms ad hoe worden toegevoegd. Ik wil graag weten wie dat bepaalt. Gebeurt dat op aanvraag van de D.S.O. die de belangrijkste inbreng m.b.t. de ruimtelijke ordening heeft of kan de betreffende afdeling op een bepaald moment zelf ook zeggen dat zij in zo'n werkgroep of projectgroep vertegenwoordigd wil zijn? De Voorzitter: Even een algemene opmerking t.a.v. het samenstellen van projectgroepen. Project groepen kennen vaste leden en ad hoc-leden. Dat is alleen maar uit een oogpunt van efficiency want er zijn projectgroepen waar bepaalde disciplines wel bij betrokken moeten worden maar niet continu. Met de projectgroepen waar hier op gedoeld wordt is het zo dat daarin een kern zit van mensen die er steeds bij moeten zijn en dat er disciplines zijn die ad hoe de vergaderingen bijwonen als er onderwer pen aan de orde zijn waar zij bij betrokken zijn. Die ad hoc-leden krijgen wel alle verslagen. Al bij het instellen van de projectgroepen wordt vastgesteld wie vaste leden zijn en wie ad hoc-leden zijn. De discipline die de heer Meijerhof bedoelt is ad hoe vertegenwoordigd in de betreffende projectgroe pen. (De heer Meijerhof: Zij worden dus van de gang van zaken op de hoogte gehouden door middel van de verslagen.) Zij krijgen alle verslagen en kunnen dus zelf het initiatief nemen als er iets zou gebéu ren waar zij het niet mee eens zijn. Zij kunnen, als zij menen dat zij ten onrechte niet zijn ingescha keld, dat direct aanhangig maken. Die verslagen krijgen zij om continu op de hoogte te zijn. De hear Klomp: Kin dat punt fan de swimtariven ek behannele wurde yn de bigreatingssitting? De Foarsitter: Dy suggestje die mefr. Brandenburg ek en wy hawwe tasein dat wy us der earnstich op biriede soene. (De hear Klomp: Ik tocht dat dat op 8 desimber sloech.) Né, dat kin net en dêrom kaem de suggestje fan de bigreatingssitting. B. Accommodaties. De heer Meijerhof: Mijn vraag betreft punt 305. N.a.v. uw opvatting over de verwarming van was- en kleedgelegenheden zou ik graag van u willen weten wat de reden is dat uw opvatting niet is toege past op vrij recent tot stand gekomen was- en kleedgelegenheden, m.n. die in Lekkum en Goutum. Of is deze opvatting zo recent dat die daar niet voor kon gelden en was er eerst een andere opvatting? De heer Weide (weth.): De gebouwen in Lekkum en Goutum worden hoofdzakelijk gebruikt door de beide korfbalverenigingen en korfbal is een zomersport en geen wintersport. Daarom is verwarming niet zo noodzakelijk. Het antwoord dat ik geef is misschien niet helemaal correct maar in de praktijk komt het hier wel op neer. Ik blijf er voorstander van dat, wanneer wij was- en kleedgelegenheden gaan aanleggen, er meteen verwarming wordt aangelegd. Wij hebben dat ook in het beleidsplan opgenomen voor 1979/1980. Dat het in Goutum en Lekkum niet gebeurd is ligt zuiver en alleen aan het feit dat bet daar om korfbalsport gaat.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1975 | | pagina 9