14 komt, het plan toch nog een keer in de commissie terug komt opdat wij dan met elkaar kunnen bezien in hoeverre aan de wensen van de commissie' is kunnen worden tegemoet gekomen. De heer Rijpma (wethHet is een reden tot verheugenis dat voor de omgeving van de Grote Kerk een aantal plannen in voorbereiding zijn die dat gedeelte van onze stad straks weer een heel ander aanzien kunnen geven. Ik betreur het dat alles langzaam gaat. Er is dezer dagen weer een sub sidiebeschikking binnengekomen voor het gebied ten noorden van de Grote Kerk, maar dat betreft al leen de saneringstoezegging voor het binnenplein, het betreft nog niet de subsidietoezegging voor de herbouw van een aantal panden die gedeeltelijk verdwenen zijn en gedeeltelijk op instorten staan. Het gaat dus langzaam, maar er is in ieder geval telkens weer enige voortgang merkbaar en dat geeft je ook weer de moed om te hopen dat wij op een bepaald tijdstip toch zo ver zullen zijn dat wij aan de burgers van onze stad en ook de burgers van andere steden die er naar komen kijken met enige trots dit gebied kunnen tonen. Of dat tijdstip oktober 1976 zal worden, ik zou dat graag willen, ik hoop er met de heer Ten Hoeve op. Een toezegging in die richting durf ik echter gezien de ervaringen niet te doen. De heer Ten Hoeve heeft een aantal opmerkingen gemaakt. Ik dacht dat wij er goed aan zouden doen die opmerkingen te noteren - ze zijn ook genoteerd - en mee te nemen bij de verdere ontwik keling van de plannen. Ik dacht niet dat het zinvol was op al die opmerkingen nu in te gaan. De mees te opmerkingen kunnen, dacht ik, onze instemming hebben; dat geldt m.i. zowel voor de raad als voor het college. Zodra over de subsidiebeschikkingen en de daarbij behorende voorwaarden meer bekend is - de aanvraag die er nu ligt is in de eerste plaats bedoeld om een basis te hebben waarop een sub sidie-aanvraag bij de overheid kan plaats vinden - kan tot nadere detaillering van het plan over ge gaan worden. Het is, dacht ik, vanzelfsprekend dat bij de detaillering de Commissie Openbare Wer ken en de Commissie Monumentenzorg nauw worden betrokken. Dan heeft een ieder die opmerkingen gemaakt heeft de gelegenheid om te kijken in hoeverre zijn wensen, mede namens anderen uitgespro ken, in de plannen gerealiseerd kunnen worden. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. De Voorzitter: Ik stel voor dat wij nu eerst pauzeren; ik heb een puntje waar ik nog even over zou willen praten met de fractievoorzitters en daarom vraag ik hen in de Vertrekkamer koffie te drinken. De Voorzitter schorst, om 21 .00 uur, de vergadering voor de eerste pauze. De Voorzitter heropent, om 21 .30 uur, de vergadering. Punt 12 (bijlage no. 2). De Voorzitter: Ik moet u er even op wijzen dat een aantal keren, zowel in de raadsbrief als in het besluit, de naam Benneker voorkomt; insiders hebben natuurlijk al lang begrepen dat dat Beuneker moet zijn. Dit zal gecorrigeerd worden. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het mondeling door de voorzitter gecorrigeerde voorstel van b. en w. Punt 13 (bijlage no. 12). De heer Geerts: Ik wil graag puntsgewijze een aantal aspecten bespreken die met dit voorstel aan gaande Camminghaburen te maken hebben. Allereerst iets over het uitbesteden. In de beleidsnota 1975 hebben wij uitgesproken dat verdere uitbesteding niet zou plaats vinden en dat de plannen die uitbesteed waren afgebouwd zouden worden. Anderzijds is het zo dat wij de stedebouwkundige dienst graag zien uitgebouwd tot een volwaardige dienst. Dat houdt dan in dat deze dienst alle werkzaamheden kan en mag doen. Dat heeft te maken met voldoening van de medewerkers over hun werk, maar het heeft ook te maken met het feit dat de ge meente so wie so gebaat is bij een all round dienst. Wij hebben te maken met een tijdsaspect. Eind 1978 moeten de eerste woningen worden opgeleverd. Daar tegenover staat dan weer dat de stedebouw kundige dienst een gigantische hoeveelheid werk heeft die de binnenstad en de oude wijken betreft. Als wij nu alles op een rijtje zetten dan zeggen wij: Wij kunnen instemmen met uw voorstel al vinden wij wel - dat vinden wij heel nadrukkelijk - dat de raad op een eerder tijdstip bij deze hele zaak betrokken had moeten worden. Er is voor wat ons betreft al teveel gebeurd om nu nog een beslissing te kunnen nemen die af zou wijken van uw voorstel. Wij willen nog voorop stellen dat wij vinden dat de stedebouwkundige dienst ook in het vervolg een volwaardige functie moet hebben bij het ontwikkelen van dit plan en wij zouden het op prijs stellen als u per fase vooraf aan de raad voorlegt in welke ma te het werk uitbesteed wordt of aan de stedebouwkundige dienst gegeven wordt. Wij vinden in ieder 15 geval dat de eindverantwoordelijkheid bij de dienst moet liggen en wat mij betreft ook de hele coó'r- dinatie later. Over de kosten dit. Er is 150.000,nodig voor de eerste fase. Het zou kunnen zijn dat dit niet de meest intensieve fase is. Er volgen nog 3 fasen. M.a.w., dat plan zal toch wel tussen een half miljoen en een miljoen komen te kosten en dat lijkt ons vrij veel voor dit plan. Nu weten wij dat niet helemaal zeker en wij zouden daarom graag van u eens een indicatie willen hebben wat soortgelijke plannen kosten of gekost hebben in andere steden. Dan nu het punt projectorganisatie. In 1971 1972 en 1973 is er een zeer langdurige discussie ge weest over de reorganisatie van de dienst. Het resultaat was projectorganisatie, projectmanagement. Dat houdt in het werken met horizontale verbanden, belangrijk i.v.m. de betrokkenheid van alle werk nemers bij de projecten; er is sprake van gedelegeerde bevoegdheden waarbij elke in de projectgroep aangewezen persoon kan spreken voor zijn eigen discipline daarbij wel contact houdend met zijn di recte chef. Bij de behandeling in de begrotingsvergadering hebt u gezegd dat de projectorganisatie over het algemeen goed werkt. Er zijn enige fricties geweest omdat de projectgroepen de neiging heb ben zich te isoleren van het andere gebeuren, te weinig contact met hun chefs zoeken en te weinig rapporteren naar hun chefs toe. Toch vindt u dat de fricties niet van ernstige aard zijn en oplosbaar moeten zijn in een goede sfeer. Dat geeft ons toch wel aanleiding om te zeggen dat wij voor de pro jectorganisatie kennelijk terecht hebben gekozen. Een onbekende figuur in de projectorganisatie is de stuurgroep. Ik heb het schema er nog eens weer bij gepakt dat indertijd gespeeld heeft en daar staat naast een kerngroep - die dan bestaat uit de directeuren - een projectgroep, waarbij vanaf beide groepen naar de verschillende directies toe verbindingslijnen zijn. De stuurgroep komt in de hele orga nisatie niet voor. U hebt voor Camminghaburen de beslissingslijnen korter willen maken door de kern groep te laten opereren als projectgroep; u doet dit om des tijds wille. Ik wil echter toch wel graag constateren dat het een duidelijke afwijking is van hef door de gemeenteraad aangenomen model van de organisatie van de D.S.O. Ik acht dit ingaan tegen een principiële beslissing van de raad die dit model gekozen heeft om om te schakelen van een sterk hiërarchische en gespecialiseerde werkwijze naar meer horizontaal en interdisciplinair overleg. Mijn fractie beseft dat i.v.m. tijdverlies dit voor de nota modellen niet is terug te draaien, maar staat op het standpunt dat in folgende fasen, te begin nen bij het vlekkenplan, de projectorganisatie weer onverkort dient te worden gebruikt. De zin op blz. 2 van de raadsbrief: "Voor de goede orde wordt opgemerkt dat in de verschillende fasen project groepen zullen worden ingeschakeld, zoals thans gebruikelijk is bij deze werkzaamheden." is wat ons betreft niet voldoende omdat hier geen tijdstip genoemd is wanneer dit zal plaats vinden. Wij zeggen dus zeer nadrukkelijk: Bij de volgende fase moet de projectorganisatie onverkort worden gebruikt. Nog iets over de kosten. De kosten van 150.000,zullen voor 60.000,gedekt worden uit de post bestemmingsplannen; het resterende bedrag van 90.000,zal ten laste komen van de post reserve voor correcties wegens taxatiefouten. Nu is het zo dat wij voor dit plan mogelijk lokatie- subsidies zullen krijgen. In dat geval zullen de kavels bepaalde prijzen krijgen en de rest van het be drag zal in de vorm van lokatiesubsidie aan de gemeente gegeven worden. Ik zou mij kunnen voorstel len dat het in dat geval voor de gemeente voordeliger zou kunnen zijn als deze kosten dan op de grondkosten geboekt zouden kunnen worden. Mijn vraag is: Is het op het tijdstip dat wij daar zeker heid over hebben nog mogelijk alsnog die posten over te boeken van de eerstgenoemde post naar de post grondkosten? De heer J. de Jong: De heer Geerts heeft de organisatie af aangesneden; ik geloof dat ik dat hier niet meer hoef te doen. Ik heb er in het verleden wel hef nodige van gezegd, de raad heeft toen zijn beslissingen genomen. Ik zou graag eens van de wethouder willen horen hoe hoog de grondkosten bij de nieuwe planop zet in fasen - de heer Geerts heeft daar ook al even op gedoeld - zullen worden wat betreft verwer ving, bouwrijp maken en alles wat daar omheen zit. Een globale berekening aan de hand van enkele gegevens bracht mij ver boven de 20.000,per kavel. Misschien zou dat niet zo erg zijn als wij een rijkskas hadden met een groot overschot. Als ik dit echter eens afweeg aan de hand van lokatie- subsidies die zijn gegeven voor gebieden die als kerngebieden zijn aangewezen dan zou het er op neer komen dat per kavel meer dan 10.000,lokatiesubsidie moet worden gegeven. Wanneer ik dit om reken naar een dichtheid die nu wordt aangegeven van ongeveer 25 woningen per hectare - oorspron kelijk was het, meen ik, 30 - dan houdt dat in dat het extra subsidie op dit moment al boven de 50 miljoen ligt. Hef zou wenselijk zijn om de raad eerst eens in te lichten wat de kosten zouden kunnen zijn en de raad ook eens in te lichten of lokatiesubsidie t.a.v. deze bouw wordt gegeven. Ik dacht dat het interessant was dat te weten alvorens het plan verder uitgewerkt wordt. Een ander punt - daar til ik nogal zwaar aan - is dit. Er is in het verleden nogal eens gesproken over het aanwijzen van adviseurs. Hoe komt dat hier nu aan de orde? Het plan Camminghaburen (stedebouwkundig bureau Vink) is destijds in de Commissie R.O. door mij nogal aangevallen en ik was

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 8