22 De heer Knol heeft nog even gevraagd naar de 65-plussers. Het staat wat ongelukkig in het be sluit, maar het is zo dat de 65-plussers gedurende het hele seizoen gebruik kunnen maken van de kor ting die het paspoort 65+geeft. (De Voorzitter: Als wij "en" wijzigen in "c.q." dan is het, dacht ik, i n orde Ik dacht dat ik nu in voldoende mate geantwoord had. Ik zeg nogmaals dat ik bereid ben op korte termijn met alle hierbij betrokkenen nog eens overleg te plegen; ik dacht dat het ook een vorm van goed bestuur was dat er niet zonder enig vooroverleg een belangrijke wijziging - want dat is het - wordt aangebracht. Het is ook een wijziging die nogal wat consequenties heeft omdat het gewoon on mogelijk is om alle auto's op te vangen elders in het gebied. Ik vraag daarom de raad met klem mij de ruimte te gunnen om binnen afzienbare tijd hierover nog eens overleg te plegen. De Voorzitter: Het is niet zo dat wij binnen enkele weken daadwerkelijk met dit probleem gecon fronteerd worden; het duurt noq wel even voor het zo ver is. Dit is een qecompliceerd probleem van beschikbare ruimte, daqtarieven, jaartarieven enz. Mijn indruk is dat de raad wel algemeen van me ning is dat het parkeren van auto's op de camping dient te worden afgeremd; ook het college is die mening toegedaan. Ik dacht dat het vers.tandig zou zijn deze verordeninq nu vast te stellen zoals die aan u is voorgelegd, maar dat wij dat ene tarief er even uitlichten, dus het seizoentarief voor de auto's. Als wij dat tarief nu niet veranderen dan betekent dat niet dat het in het geheel niet veran derd wordt maar dat wij daar nog nader op teruq komen. De wethouder pleeqt over dat ene punt noq eens overleg met de commissie. Ik vraag de heer Pronk zijn motie noq even te bewaren tot het moment dat wij met deze zaak in de raad teruq komen; dat kan over 3 of over 6 weken zijn. Dan is de zaak goed uitgepraat; dit is toch wel een complexer probleem dan het oqenschijnlijk lijkt. Het lijkt mij ge woon verstandig om deze zaak nog eens nader te bekijken; dat kan best want het duurt noq een paar maanden voordat wij hier daadwerkelijk mee geconfronteerd worden. Dit is het voorstel dat ik u zou willen doen; wij komen hier nader op terug. De heer Knol krijgt ook gelijk, "en" wordt "c.q.". (De heer Janssen: Dan verandert er noq niets.) Ja, dan is het niet meer dezelfde maar een andere groep. (MevrBrandenburg-Sjoerdsma: Maar is het dan werkelijk de bedoeling dat 65-plussers voor 75 cent zwemmen in de schoolvakanties?) Ik heb mij dat niet gerealiseerd, ik keek alleen even naar de tekst. Er moet inderdaad noq een wijziging komen. Onder 6.1 .1 moet "en" worden gewijziqd in "c.q.", moet het woordje "idem" worden qeschrapt en moet daarvoor in de plaats komen te staan: "voor personen t/m 15 jaar". Dan klopt het. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het mondeling door de voorzitter qecorrigeerde voorstel van b. en w. met uitzonderinq van het voorstel t.a.v. het tarief voor het parkeren van auto's op de campinq. Punten 20 en 21 (bijlagen nos. 28 en 41). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 22 (bijlage no. 46). Gemeentebegroting, punt 11. De heer Visser: Het is misschien al lanqer dan 5 jaar geleden dat tijdens een afdelingsverqadering is aangedrongen op een onderzoek naar de brandveiligheid van alle schoolqebouwen in de qemeente. Dat heeft geleid tot het rapport dat in juni 1973 door de Brandweer is uitqebracht. Ik kan u zeqqen dat mijn fractie akkoord qaat met uw voorstel. Het bevat echter wel een element waar ik een vraag over wil stellen en dat is de laatste alinea van uw voorstelDaar schrijft u= "Tenslotte merken wij nog op dat de brandveiligheidsvoorzieningen in de scholen voor bijzonder kleuter- en lager onderwijs langs de weg van artikel 50 van de Kleuteronderwijswet en van artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920 kunnen worden gerealiseerd." Ik zou dus de vraag kunnen stellen waarom de qemeente de betrok ken besturen niet eerder heeft ingelicht over de voorzieninqen die naar de mening van de Brandweer getroffen moeten worden. Anders heeft het, qeloof ik, weiniq zin; ik dacht dat het van belanq was dat de besturen zo vluq mogelijk alsnog inqelicht worden om te voldoen aan de wettelijke bepalingen van de artikelen die in de door mij geciteerde zin genoemd zijn. De heer Ten Brug (weth.)De heer Visser heeft gelijk met zijn opmerkinq; het staat hier formeel wel helemaal juist, de schoolbesturen kunnen qebruik maken van de bevoeqdheden die hen in de arti kelen 50 en 72 van resp. Kleuteronderwijswet en Lager-onderwi jswet zijn qegeven; de qemeente is er echter uit anderen hoofde bij betrokken. Zij zullen moeten weten wat zij zullen moeten aanvragen en ik kan de heer Visser meedelen dat het inderdaad de bedoelinq is dat de schoolbesturen bericht krijqen. (De heer Heidinga: 3 jaar te laat.) Nee, dat is niet waar. Er is indertijd een rapport geweest. (De heer Heidinga: In 1973.) Ja. Dat rapport concludeerde dat er dermate dure voorzieningen moesten komen 23 dat wij ons achter de oren gekrabt hebben en gezegd hebben: In feite is het niet mogelijk dit op korte termijn te realiseren. Het gevolg daarvan is geweest dat wij deze zaak opnieuw door de dienst hebben laten bekijken met de vraag'- Wat is dringend noodzakelijk, maak onderscheid in wat wenselijk is en wat dringend noodzakelijk is. Er is toen een tweede lijst gekomen en dit is dan de uitvoerinq wat het openbaar onderwijs betreft van die lijst; daar moeten de schoolbesturen noq bericht van hebben. (De heer Heidinga: En wanneer is die lijst er gekomen?) Dat weet ik niet. De heer Heidinga: Ik heb er bezwaar teqen dat, als er vanuit de raad wordt aanqedrongen op voor zieningen m.b.t. de brandveiligheid van de scholen van welke kleur of richting dan ook - dat kan mij persoonlijk niets schelen -, het rapport dat door de Brandweer wordt uitgebracht niet op het mo ment dat het verschijnt wordt doorgegeven aan de verantwoordelijke besturen van de scholen. Het is een eerste plicht dat de mensen die verantwoordelijk zijn voor de scholen - ik zei al, de kleur of richting kan mij niets schelen, dat speelt geen rol - daarvan op de hooqte worden gesteld. De veilig heid van de kinderen die naar die scholen gaan speelt wel een rol. Ik vind dat dat direct aan de be treffende besturen had moeten worden meegedeeld en dat is niet gebeurd. Dat vind ik niet juist. De heer Ten Brug (weth.): Ik kan u zeggen dat mij ook pas kort geleden gebleken is dat dat niet gebeurd is. Wat hier in feite behandeld wordt is de onderwijskant van de affaire. Ik qeloof ook inder daad - wie het had moeten doen weet ik niet precies - dat dit een omissie van de qemeente is en wij zullen het herstellen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 23 (bi jlage no. 45) Aanbeveling: de heer G- de Vries. Benoemd wordt de heer De Vries met 34 stemmen (de heer Ten Brug 1 stem). Mevr. Smit en de heer De Greef vormden met de voorzitter het stembureau. De Voorzitter sluit, om 22.30 uur, de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 12