21
20
komt; wy wol Ie groech dat bisjoen wurdt oft de grienstroken oan de kant perfoarst tarekkene wurde
moatte oan it plan; wy wol Ie graech safolle mooglik grien halde foar yn de wyk. It winkelsintrum moat
in oansluting krije mei it iepenbier forfier en de greate wegen en it butenoansjoch moat alle oandacht
krije. De koördinaesje fan bouwe en fo'keapje moat fan de groun brocht wurde. De forkaveling moat
yn earste ynstansje net foar 500 mar foar 1 .000 wenningen dien wurde. De organisaesje fan de forkave
ling jowtus soargen mar wy winskje jimme alle sterkte ta.
De heer De Beer: Alvorens enkele opmerkingen te maken wil ik de samenstellers van de modellen-
nota hartelijk danken voor de uitvoerige wijze waarop zij dit hebben gedaan.
Als eerste punt zou ik iets willen zeggen over het vastleggen van de groengebieden en de water
partijen. Wij zijn met diverse sprekers van mening dat wij die niet al te vast moeten plannen. Wij zul
len rekening moeten houden met eventuele verschuivingen die nog mogelijk zijn, want wanneer wij
deze voorzieningen te vast gaan situeren komen wij misschien in moeilijkheden met de verkaveling.
Vooral de groenstrook langs het Ouddeel - de heer Miedema heeft hier ook al over gesproken - kan
wat ons betreft wel min of meer verdwijnen, zodat wij meer groen over houden waar wij mee kunnen
schuiven naar het centrum van de wijk. Voordat wij de waterpartijen gaan vastleggen zal er toch eerst
op zijn minst bepaald moeten worden wat wij gaan bouwen, waar wij gaan bouwen - hiermee bedoel
ik vooral welke soorten woningen wij gaan bouwen - en op welke wijze wij dit zullen gaan realiseren.
Wij moeten ons niet te vast pinnen met verschillende gegevens.
Wat de winkelvoorzieningen betreft zijn wij van mening dat wij aan één goed centrum voldoende
hebben, ook gezien de afstand vanuit de hele wijk naar dit centrum toe. Wij achten de steunpunten
eigenlijk niet zo nodig. Wij willen echter wel graag dat dit winkelcentrum centraal komt te liggen, dus
niet zoals gesitueerd is op de tekening maar iets meer naar het centrum toe. In dit centrum zouden wij
ook graag verwezenlijkt zien - de heer Miedema heeft dit ook aangeroerd - een projectbureau i.v.m.
de uitvoering en de verkoop van de verschillende kavels.
Het lijkt ons niet verstandig om vooruitlopend op het overleg dat nog gevoerd zal worden met di
verse schoolbesturen de situering van de scholen nu reeds vast te leggen. Wij willen wel graag dat de
resultaten van dit overleg op tijd weer bij ons zijn opdat wij t.z.t. hierover een beslissing kunnen nemen.
Dan heb ik, evenals de heer Miedema, nog een vraag over de verhouding tussen onze eigen dienst
en het bureau Kuiper. Op pag. 4 wordt een bedrag genoemd van 180.000,en ik zou graag van de
wethouder willen weten hoe men tot deze verdeling komt, wat de afspraken hieromtrent zijn en hoe
het verder ligt met de uitvoering. Dit sluit dus aan bij de vragen van de heer Miedema.
Mijn laatste punt is dit. In de nota wordt gesproken over de verhouding 40% woningwetwoningen,
40% premiewoningen en 20% individuele bouw. Dat lijkt ons om nu met deze wi jk te beginnen niet een
juiste verhouding. Wij zouden, ook al in verband met de te verwachten hoge kavel prijs, het accent
vooral willen leggen op de individuele bouw om de kosten van de voor andere bouw nodige kavels
binnen aanvaardbare proporties te houden. Wij kunnen dan eventueel later deze hele verdeling nog
wel bijstellen. Verder ben ik het met de heer Miedema eens dat wij beter de verkaveling kunnen aan
pakken met de verdeling van 1 .000 woningen.
Wat betreft de groenstrook langs de Groningerstraatweg wil ik graag eerst het antwoord van de
wethouder afwachten.
De heer Van der Wal: Met de globale opzet van het plan Camminghaburen op basis van model 2 kan
mijn fractie in grote lijnen akkoord gaan. Of het plan Camminghaburen een wervend of een aantrek
kelijk alternatief gaat vormen voor het wonen in de buitengemeenten zal naast de lage bebouwings
dichtheid en de grondprijs vooral afhangen van de kwaliteit van de woonomgeving. Het verheugt ons
daarom dat in het rapport Camminghaburen 1976 zo'n ruime aandacht is besteed aan de kwalitatieve
aspecten van het plan. In de beslissing die vanavond van ons verwacht wordt komen deze kwalitatieve
aspecten nog niet ten volle aan de orde, maar wel in de volgende fase, n.l. in die van de structuur
schets die vooraf gaat aan het vaststellen van het globale bestemmingsplan; dit staat tenminste te le
zen op blz. 68 van het rapport. Het komt ons wat vreemd voor dat de fase van de structuurschets,
waar eigenlijk veel meer aan af te lezen valt dan van een globaal bestemmingsplan, niet in de raads-
brief en het bijbehorend concept-besluit wordt vermeld. Uit het overleg in de Commissie Ruimtelijke
Ordening heb ik begrepen dat het in de bedoeling ligt deze schets wel aan de raad ter beoordeling
voor te leggen zodat ook bij de voorbereiding van het globale bestemmingsplan hiermee rekening kan
worden gehouden. Een belangrijk aspect van de belevingswaarde van het toekomstige Camminghaburen
zal gelegen zijn in de afwisseling en in de vormgeving van de woonbebouwing. Het college denkt dit
o.a. te bereiken door een zodanig gronduitgiftebeleid te voeren dat gebouwd zal worden in kleinere
eenheden dan gebruikelijk; het denkt hierbij aan maximaal 50 woningen per bouwer. Nu kunnen wij
hier van harte mee instemmen te meer daar de wethouder in de Commissie Ruimtelijke Ordening heeft
meegedeeld dat hiermee ook is bedoeld eenheden van maximaal 50 woningen per architect, iets wat
natuurlijk wel zo belangrijk is willen wij een grotere afwisseling in de vormgeving van de woonbe
bouwing brengen dan in Leeuwarden de laatste jaren gebruikelijk is geworden. Nu binnenkort de di
rectie van de D.S.O. de eerste gesprekken met de potentiële bouwers in Camminghaburen start is dit
een zeer belangrijk gegeven.
Ook wij zijn van mening dat er zo snel mogelijk teruggekeerd moet worden naar de projectgerichte
organisatie. Reeds bij de ontwikkeling van de structuurschetsen lijkt het ons noodzakelijk dat vroeg
tijdig alle bij de samenlevingsopbouw betrokken deskundigen worden ingeschakeld. Dit lijkt ons het
beste bij de projectgerichte organisatie gewaarborgd.
Het is volgens ons ook een uitstekend idee om een projectbureau in het centrum van de toekomstige
wijk te plaatsen, zeker als dit gecombineerd kan worden met het toekomstige wijkgebouw. O.i. zou
dit een welkome aanzet kunnen betekenen voor een vroegtijdige ontwikkeling van het centrum van de
wijk.
Het is jammer dat er op dit moment niet meer bekend is over de behoefte aan woningwetwoningen.
Vooralsnog kunnen wij voor de eerste 500 woningen akkoord gaan met de door u voorgestelde verde
ling van de sectoren woningbouw. Belangrijk voor ons is de verdeling van de woningwetbouw, de pre-
miebouw en de vrije sectorbouw over de aantrekkelijke en minder aantrekkelijke gebieden. Hoewel
nergens uitgesproken proeft men hier en daar in gesprekken - de heer Geerts heeft er ook op gewezen
- toch een tendens om de mooiste plekjes vooral voor de duurdere bouw te bestemmen.
Wij pleiten voor een evenredige verdeling van de aantrekkelijkheden van deze wijk. Voor de aan
trekkelijkheid zullen vooral de water- en groenpartijen moeten zorgen. De waterpartijen zullen be
vaarbaar moeten zijn hetgeen betekent dat er echte bruggen zullen moeten worden aangelegd, brug
gen waar je ook onderdoor kunt. Bij de verdeling van het groen is duidelijk voor een gespreide aanpak
gekozen. Wij kunnen hier wel in meegaan maar toch vragen wij ons af welke functie het groengebied
bij de huidige fietsbrug over het Ouddeel heeft. Ik bedoel dan duidelijk niet de groenstrook langs het
Ouddeel, want je kan ondereen groenstrook natuurlijk ook de huidige situatie verstaan, n.l. een
groenwal waar alleen maar gras op staat en hier en daar een struikje. Dat lijkt mij eigenlijk wel zo
wenselijk, gezien de overgang naar het Groene Stergebied. In de Commissie Ruimtelijke Ordening is
al gezegd dat eigenlijk niet gekozen is voor een grootschalige groenvoorziening - zeg maar park,
even voor het gemak - omdat de Groene Ster zo nabij is. Daarom vind ik het des te vreemder dat een
vrij groot groengebied bij de huidige fietsbrug over het Ouddeel toch tegen het Groene Stergebied is
aangeplakt, relatief een vrij groot gebied dat ik eigenlijk meer verdeeld zou willen zien - ik kom
dan meer in het straatje van de heer Miedema - over de wijk en m.n. in het centrum. Ik ben het wel
eens met de motie van de heer Miedema dat wij de strook langs de Groningerstraatweg zo snel moge
lijk moeten beplanten. Wij hebben daar echter ook al behoorlijk veel groen, n.l. langs het huidige
fietspad. Als ik model 2 bekijk dan zal dat groen voor een groot gedeelte moeten verdwijnen. Het lijkt
mij dan ook wenselijk dat wij de beplanting langs het huidige fietspad alsnog inpassen in model 2
waardoor er automatisch meer groen in het centrum komt.
Wij zijn het eens met het geplande werkgebied noordwestelijk in de wijk. Het moet volgens ons
mogelijk zijn een kleinschalig werkgebied te creëren in een woonwijk zonder overlast te veroorzaken.
Bovendien kan dit een aanzet betekenen om de scheiding tussen wonen en werken een beetje op te
heffen en daardoor ook de oorzaken van onze grote verkeersoverlast terug te dringen.
Wat betreft onderwijs, dit is in de raadsbrief een beetje in het midden gelaten. Ik kan mij eigen
lijk helemaal aansluiten bij hetgeen de heer Geerts over dit punt heeft gezegd. Aan de ene kant vin
den wij ook dat een gecentraliseerde onderwijsvoorziening meer mogelijkheden oplevert voor een mul
tifunctioneel gebruik, aan de andere kant is het zo dat als je het onderwijs wel verdeelt over de wijk
je daar ook een stuk levendigheid brengt. Ik denk dan met name aan normale gymnastieklokalen in de
wijk, in de buurt dus eigenlijk. Het idee om 2 poten in buurten te zetten en de andere poot, mis
schien samen met de secundaire onderwijsvorm, in het centrum te realiseren spreekt ons vooralsnog het
meeste aan. Dit zal in elk mogelijk overleg nog wel naar voren komen.
Bij ons is ook onzekerheid over de financiële situatie. De vorige sprekers hebben hier ook al duide
lijke uiteenzettingen over gegeven.
Ik wil eindigen met mijn waardering uit te spreken over de overzichtelijke en goed leesbare model-
lennota Camminghaburen 1976.
De hear Singelsma: Yn it algemien kin ik my wol fine yn de opset fan de model lenota dy't wy ta-
stjurd krigen hawwe. De foarige sprekkers hawwe my al hiel hwat gers foar de fuotten weimeand.