32 Punten 23 t.e.m. 26 (bijlagen nos. 132, 140, 131 en 136). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 27 (bijlage no. 137). De Voorzitter: Aan de raadsbrief ontbreekt een zin. Die luidt: "Voorgesteld wordt aan de daarvoor in aanmerking komende ambtenaren met ingang van 1 januari 1976 een toeslag naast het salaris toe te kennen, een en ander als aangegeven in het aan de achterzijde afgedrukte ontwerp-besluit." De heer Heidinga: Ik wil graag de aantekening dat ik tegen dit voorstel ben. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het mondeling door de voorzitter aangevulde voorstel van b. en w. met aantekening dat de heer Heidinga wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd. Punt 28 (bijlage no. 138). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 29 (bijlage no. 160). De Voorzitter: Op de tweede pagina van de raadsbrief moet een correctie worden aangebracht. On der Beleidssector 13 moet in de laatste regel het woord "verlaging" worden gewijzigd in "verhoging". U hebt op uw tafel ook nog een kleine aanvullende informatie aangetroffen die wij hebben gekre gen nadat de stukken waren verzonden; die kan bij de discussie worden betrokken. De heer Meijerhof: Ik wil beginnen met de constatering dat hier een handzaam stuk ligt om de fi nanciële gang en stand van zaken te beoordelen, een constatering die mijn fractiegenoot Knol tijdens een van zijn financiële beschouwingen al iets uitvoeriger heeft gedaan. Wij hebben hier een stuk voor ons waarin wijzigingen naar voren komen die - u geeft dat zelf al aan - veroorzaakt worden door a. externe factoren, b. autonome ontwikkelingen, zoals u dat noemt, c. genomen raadsbesluiten en d. nog te nemen raadsbesluiten. Dat laatste punt verdient, dacht ik, vanavond enige extra aandacht. Deze laatste categorie zouden wij ook weer kunnen splitsen. Van de nog te nemen raadsbesluiten behoren er nu na vanavond twee tot de genomen raadsbesluiten; dat be treft de punten onder beleidssector 3. Daar hoeven wij, dacht ik, niet verder over te praten. Wat de rest betreft valt mij op dat er een aantal punten zijn ten aanzien waarvan wij vanavond kunnen vol staan met de omschrijving zoals die in de stukken staat. Ik doel daarbij m.n. op beleidssector 1; de omschrijving die u daar geeft luidt: "personeelsuitbreiding secretarie (afd. S.Z.W.)". Die is m.i. vol doende om er vanavond een oordeel over uit te spreken. Er zijn ook een aantal punten waarvan ik verwacht had dat wij daar een afzonderlijk raadsbesluit voor zouden krijgen en dat wij die vanavond ook bij de stukken zouden hebben gekregen, zoals ook gebeurd is bij beleidssector 3. Ik noem dan m.n. de personeelsuitbreiding Sociale Dienst (beleidssector 11en de inrichting van de zolder van het Prin- cessehof, de verbouwing van de keuken van de Harmonie en de verbouwing van Zalen Schaaf (beleids sector 13). Nu is mijn vraag of wij voor de door mij net genoemde punten vanavond een voorlopige beslissing nemen om de ruimte binnen de begroting te reserveren om dan t.z.t. een uitgewerkt raads voorstel m.b.t. deze punten te krijgen waarin dan o.a. de kredieten worden aangevraagd. Mocht dit niet het geval zijn dan heb ik er toch wel een probleem mee dat wij deze punten vanavond op deze manier behandelen, want er is maar een vrij summiere beschrijving gegeven van datgene wat wij be slissen. Ik zou daar dus graag een antwoord op willen hebben. Dan heb ik nog een klein puntje. Boven het tabelletje in de raadsbrief staat de zin: "De vermelde cijfers over 1977-1980 zullen uiteraard in de komende maanden wijziging ondergaan bij het opstellen van de begroting 1977 (beleidsplan 1977-1981)." Hier spreekt een vanzelfsprekendheid uit. Ik zou toch wel graag van u willen vernemen wat die vanzelfsprekendheid is. Is dat alleen het feit dat wij op een ander prijspeil gaan zitten of zijn er ook nog andere factoren die hierbij een rol spelen? Misschien kunt u dat nog even toelichten want dat wordt hier niet vermeld. De hear Jansma:: Wy wol Ie graech in taljochting hawwe by bil iedssektor 10, Folkssounens. Der stiet "Bijdrage aan de provincie in de kosten van de keuringsdienst ingevolge de Warenwet" en dan giet it us om de "Verdubbeling bijdragen met ingang van 1977 in verband met de beëindiging van de provin 33 ciale bijdrage in de kosten van de dienst". Dat is foar us eins hwat nijs en dat giet om 81 .000, hwat dan nou foar rekken fan us komme moat. Kin dêr miskien in taljochting op jown wurde? De heer Ten Brug (weth.): De heer Meijerhof heeft, dacht ik, terecht een aantal rubriceringen aangebracht m.b.t. hetgeen hier vanavond aan de orde is. Wij hebben dat ook globaal gedaan in ex terne en interne factoren en verder het in cijfers in de begroting brengen van besluiten die de raad een tijd geleden al heeft genomen. Daarnaast is er dan nog de sector van zaken die nu eigenlijk voor het eerst in de raad aan de orde komen. Duidelijke voorbeelden daarvan zijn de personeelsuitbreiding van de Sociale Dienst en de verbouw van de keuken van de Harmonie. De heer Meijerhof heeft nog twee andere voorbeelden genoemd. De eerste is de inrichting van de zolder van het Princessehof; dat is een vrij kleine uitgave en tot nu toe is het de gewoonte geweest om het met dit soort kleine uitga ven op deze manier te doen. Het tweede punt, n.l. Zalen Schaaf, is een ander geval. T.a.v. Zalen Schaaf zijn door de raad reeds besluiten genomen; wij komen alleen nu met wat andere cijfers. Het besluit over het beschikbaar stellen van een krediet voor de verbouw van Zalen Schaaf is reeds door de raad genomen. Voor de verbouw van de keuken van de Harmonie wordt hier een bedrag genoemd. U moet dit enkel zien als een raming van de kosten. Een besluit om het te doen en over wat er zal ge beuren zal nog aan de raad worden voorgelegd. Ook de personeelsuitbreiding van de Sociale Dienst is een nieuwe zaak, m.n. gezien tegen de achtergrond van de discussie die is gevoerd bij het allereerste beleidsplan. Het is m.i. het beste dat weth. De Vries daar nog even een toelichting op geeft. De heer Meijerhof heeft nog een nadere toelichting gevraagd over de zin die in de raadsbrief bo ven de tabel staat en waarin, populair gezegd, staat dat er wel op gerekend moet worden dat er nog een aantal wijzigingen komen in het beleidsplan 1977-1981 Daar zit niets anders achter dan dat wij straks met een gewijzigd beleid 1977 komen en dat daardoor in 1977 andere cijfers naar voren zullen komen dan nu in deze tabel zitten. Dat heeft uiteraard consequenties voor de jaren t.e.m. 1981 Wij hebben er alleen op willen wijzen dat het niet zonder meer vast staat - uit de cijfers van nu blijkt b.v. dat wij in 1980 zo'n 3 ton over hebben - dat wij de nu bekende cijfers ook werkelijk zullen kun nen blijven hanteren; dat zullen de begroting 1 977 en het beleidsplan 1977-1981 moeten aantonen. De heer Jansrna heeft informatie gevraagd over de affaire m.b.t. de keuringsdienst. De zaak is deze. Op grond van de Warenwet wordt van rijkswege een gebied aangewezen waarbinnen een keurings dienst moet werken. Er wordt ook door de Kroon aangewezen in welke gemeente die dienst zou moe ten worden gevestigd, welke gemeente die dienst dan in feite moet runnen. In Friesland, Groningen en Drente is indertijd gestart met een provinciale keuringsdienst en dat heeft het rijk, populair gezegd, genomen. Een tweede punt is dat in de Warenwet ook staat dat het rijk - daar zijn bepaalde voor waarden aan verbonden - de helft van de kosten draagt en dat de andere helft van de kosten voor re kening van de gemeente komt. Nu was het hier zo - ik meen dat dat ook in Groningen en Drente het geval was - dat een deel van de kosten die voor rekening van de gemeente kwamen op vrijwillige ba sis door de provincie werd betaald. Op dit moment is het zo dat dat nog alleen in Friesland gebeurt. De provincie heeft, mede in het kader van het schonen van de verhouding tussen de provincie en de gemeente wat subsidies betreft, gemeend dit nu verder aan de gemeente over te moeten laten. De kaarten liggen zo; dit is een beslissing die aan de provincie is omdat het gaat om een vrijwillige bij drage van de provincie. Wij hebben dit in feite te nemen. Het is wel wat onverwacht bij de gemeente terecht gekomen. De V.N.G., afdeling Friesland, heeft ook al aan de provincie gevraagd of dit niet in een aantal jaren zou kunnen worden afgebouwd. Daar is nog geen beslissing over genomen. Wan neer de provincie hier echter aan vasthoudt dan komen de kaarten zo te liggen. In ieder geval moeten wij er in ons beleidsplan toch op rekenen dat deze 50%-uitgave volledig voor rekening van de ge meenten komt en dus ook wat het aandeel van Leeuwarden betreft voor rekening van de gemeente Leeuwarden. (De hear Jansma: Der steane dus gjin baten tsjinoer?) Nee, dat is niet het geval. De heer De Vries (weth.): De bijstelling van het beleidsplan voor de Sociale Dienst - dat hebt u ook in de cijfers kunnen zien - heeft betrekking op een vrij sterke toeneming van de werkzaamheden bij deze dienst. U ziet uit de cijfers ook de enorme groei van de uitgaven van de bijstandbedragen; het gaat om de bijstandverlening zowel voor de A.B.W. als voor de rijksgroepsregelingen. Dit betekent uiteraard dat dit ook consequenties heeft voor de personeelsformatie bij de Sociale Dienst. U herin nert zich dat wij u 2 jaar geleden een afbouw van de bezetting hebben voorgesteld (98-91-87-84-81 en dan kijken wat er verder over bleef). Inmiddels is de situatie aldus dat het ambtelijke onderzoek dat gaande is geresulteerd heeft in een duidelijk overzicht omtrent de groei, de toename van het werk. Op grond daarvan menen wij op dit moment dat de Sociale Dienst zeker over 1976 zal moeten kunnen beschikken over 91 formatieplaatsen. In de begroting 1976 zaten er 87 formatieplaatsen zodat wij u nu voorstellen om er kredieten bij te doen voor 4 functionarissen. Ik kan u over het onderzoek nog

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 17