10 in het kader van de bestemming b.d. maar die vinden plaats in het kader van een andere bestemming. Om deze boerderij te kunnen behouden zal er aan verbouwd moeten worden en zal dit voorbereidingsbesluit genomen moeten worden. (De hear Singelsma: Jo kinne de bistimming dy't der nou op leit der ek op lizze litte.) Nee, dat kan niet. De hear Singelsma: It is sa, jo kinne de bistimming dy't der nou op leit der ienfcildich op lizze litte. Mochten de tiden oars wurde en moatte der mooglikheden komme dat der in wyksintrum of hwat ek boud wurde sil dan leit dy bistimming der noch op; dan hoecht men net wer to foroarjen. (De hear Rijpma (weth.)Mar dan is dy pleats der net mear.) Miskien net. (De hear Ten Brug (weth.): Dan is al- linne de bistimming der noch.) Ja, de bistimming is der dan noch wol; dan hoege wy net wer ta in for- oaring to bisluten. De heer Bouma: Als de heer Heidinga als aannemer zegt dat de boerderij in een slechte staat ver keert en de wethouder bovendien nog zegt dat het gebouw voor wijkcentrum eigenlijk te klein is dan heb ik daar zonder meer vrede mee. Ik zou het de wijk niet aan willen doen om een te klein en slecht gebouw te moeten gebruiken. Een tweede punt is dat mijn fractie niet voor het afbreken van de boerderij is. Als wij de grond met opstal kunnen verkopen dan vinden wij dat beter. Mijn derde punt is datwij - het is,dacht ik, goed dat meteen te zeggen - ons toch de vrijheid voor behouden bij de verkoop nee te kunnen zeggen als straks zou blijken dat er niet voldoende waarborgen t.a.v. het te vestigen bedrijf worden gesteld. De hear Buising: Ik woe even in koarte fraech stelle. De wethalder hat my krekt tige nijsgjirrich makke nei de bistimming dy't de twadde gadingmakker fan doel is oan dit pan to jaen. De heer Heidinga: De wethouder heeft mij een beetje geprikkeld. (Gelach) (De hear Miedema: Hoe is it mooglik.) De wethouder heeft gezegd dat de raad het tracé van de weg heeft aanvaard en geen bezwaren heeft gemaakt; hij zegt dat de raad het toen had moeten zeggen als er bezwaren waren. Ik wil u er in de eerste plaats op wijzen dat deze zaak uitvoerig in de Commissie Openbare Werken is besproken destijds en dat die dingen wel degelijk aan de orde zijn geweest. Maar het aardige van het geval is dat de raad ook een voorstel van b. en w. heeft aanvaard om in dat pand een politieman te laten wonen en de schuur te gebruiken voor opslag van auto's die van de weg af moeten. Dat hebben wij hier beslist op voorstel van het college. Nu, de raad is dan wel zo gewillig om na dat besluit over de opslagplaats van die auto's - er moest plaats zijn voor die auto's en deze plaats was bijzonder ge schikt - te zeggen: Met dat tracé van de weg moeten wij om die schuur heen. (De Voorzitter: Als ik even mag interrumperen, die opslag van auto's op die plaats was maar tijdelijk; de boerderij zou daar tijdelijk voor gebruikt worden tot er een andere bestemming voor zou zijn. Dat is toen wel ter sprake geweest, want er waren plannen om van de boerderij een buurthuis te maken.) Wij bestemmen maar raak, in afwijking van de bestemming. (De Voorzitter: Nee, dat klopt niet helemaal.) Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 13 en 14 (bijlagen nos. 152 en 150). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 15 (bijlage no. 151 De heer Meijerhof: Mijn fractie kan akkoord gaan met het stuk waarover vanavond een besluit wordt genomen. Wat mij aanleiding geeft om een opmerking te maken is wat onderaan de eerste bladzijde van de raadsbrief staat over de opknapbeurt van de brug. U stelt voor om de brug te verven. Zo'n zaak komt normaliter niet in de raad aan de orde omdat hiervoor de post Onderhoud bruggen wordt gebruikt, van welke post u de beheerder bent. Aangezien er hier een opmerking over gemaakt wordt wil ik toch even uitspreken dat het mij bevreemdt dat deze brug moet worden geverfd om het aanzien van het dorp niet te schaden. Ik dacht dat datgene wat achter de brug ligt het aanzien veel meer schaadt dan de brug zelf. Ik dacht dat wij deze brug met een klein beetje fantasie zouden kunnen beschouwen als een monument voor de mensen die hebben gestreden voor het weer opknappen van het dorp. Daarom vind ik het een beetje vreemd om er, nu er een nieuwe brug zal komen, nog een kwast verf tegen 11 aan te gooien wat toch ook de nodige centen gaat kosten. In eerste instantie zou ik zeggen: Doe het niet. Maar daar wij daar geen besluit over nemen kan ik moeilijk zeggen dat ik tegen dit voorstel ben. De heer Heidinga: Ik wil namens mijn fractie alleen maar onze blijdschap uitspreken dat er in Hui- zum nu iets gebeurt en dat wij toch met elkaar in staat zijn gebleken, ook via de werking van de pro jectorganisatie, dat in goed overleg met de burgerij te doen. Het is mogelijk gebleken werkelijk tot oplossingen te geraken. Dat verblijdt mijn fractie bijzonder. De heer Rijpma (weth.): Ik geef de heer Meijerhof toe dat er in Huizum nog heel wat opgeknapt zal moeten worden. Maar als wij via een kwast verf de mensen mee het vertrouwen kunnen geven dat het ons werkelijk ernst is om in dat dorp wat te doen dan hebben wij uit de onderhoudspot die kwast verf er gaarne voor over. (De heer Meijerhof: Is dit een variant op een kwast stroop?) Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 16 (bijlage no. 127). De heer Ten Hoeve: U hebt net uit mijn interruptie wel begrepen dat ik niet direct zo voor het af breken van zaken ben. Het is ook daarom dat ik wat moeite heb met dit voorstel. Wij hebben een tijd je geleden het structuurplan voor de binnenstad vastgesteld en wij hebben daarin een aantal verheven doelstellingen neergelegd en vastgesteld. Daarna is het plan Achter de Grote Kerk gekomen en heb ben wij ons uitgesproken voor het bewaren van de karakteristiek van dit gedeelte van de stad. Ik ben het met u eens wanneer u schrijft dat het hier niet gaat om een gebied of een straatwand met een grote emotionele en historische waarde. Het gaat hier echter wel om een straatwand die karakteristiek is, die een aantal individuele panden telt. Het opmerkelijke in dit hele gebied is dat het ook de straat wand is die verreweg het beste is. Aan de Nieuweburen gaan wij rehabiliteren, aan de Monnikemuur- straat wordt gerestaureerd, t.a.v. Achter de Grote Kerk - die wand is het beste - komt nu het voor stel om de wand af te breken. De argumentatie is in hoofdzaak een financiële argumentatie. Dat maakt mij in dit verband bijzonder bezorgd. Uit de verschillende opstellingen die wij hebben gekregen blijkt dat het afbreken van deze wand 70.000,goedkoper is dan het rehabiliteren van de wand, terwijl het hier gaat om goede en redelijk goede woningen. Ik ben ontzettend bang dat wij bij elk gebied dat wij in de toekomst in de binnenstad aan de orde krijgen opnieuw deze cijferopstellingen krijgen - ze moeten er bij - en dat elke keer gaat spelen dat het goedkoper zal zijn om af te breken en nieuw bouw te plegen dan te handhaven wat er staat. Meerdere voorbeelden kunnen genoemd worden. Bij de Vijzelstraat speelt op het ogenblik dezelfde problematiek, de Speelmansstraat komt op ons af, het complex van de Handelsdrukkerij hebben wij gekocht. Bij elk stuk stad - Bagijnestraat en noem maar op - zal dit weer aan de orde komen en zal de raad weer voor de keus staan: Afbreken en nieuwbouw plegen of handhaven. Nu schrijft u wel dat de financiële argumenten niet altijd de doorslag hoeven te geven, maar ik ben bang dat ze toch een heel zware rol gaan spelen en dat er dan tenslotte, vooral wanneer er in gebieden niet direct sprake is van monumentale panden, te gemakkelijk gezegd wordt: Het kan wel weg, wij slagen er wel in om daar goede eigentijdse bouw te plaatsen. Dat is een opmer king die je veel hoort, maar waarvan jammer genoeg nog weinig zichtbaar is. Vandaar ook mijn twij fel. Een ander punt waarop deze zaak nog verdedigd wordt is dat er gezegd wordt dat hef aantrekke lijk is op de begane grond woningen te creëren. Wanneer u het Kleine Krantsje leest dan zult u heb ben gezien dat daarin een grote plaat stond van Achter de Grote Kerk in de 19e eeuw en het waren daar allemaal benedenwoningen. Dat is overal in de binnenstad zo geweest. Ik heb wel eens van ie mand de opmerking gehoord - hij woonde in de binnenstad en het huis tegenover het zijne was weg gebroken -: Dat is prachtig want nu heb ik zon. In wezen wordt die redenatie hier ook toegepast. Wanneer wij die redenatie verder toepassen dan zou dat betekenen dat alle straatwanden die aan de zuidkant staan weggebroken zouden moeten worden omdat dan de benedenwoningen aan de andere kant van de straat bewoonbaar zouden zijn; dat even naar aanleiding van de opmerking die u maakt over het zonnig maken van de woningen. Inherent aan woningen in de binnenstad is dat ze op bepaal de ogenblikken geen zon krijgen. Ontzettend belangrijk - en dan kom ik terug op mijn eerste punt - is de karakteristiek van de binnenstad waar wij ontzettend voorzichtig mee moeten zijn. Ik ben bang dat elke keer de financiële aspecten zo zwaar zullen gaan wegen dat wij die karakteristiek geweld aan gaan doen. De heer Van der Wal: Ik ben het volkomen eens met wat de heer Ten Hoeve heeft gezegd over dit punt. Ik ondersteun hem dan ook volledig.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 6