16
structuur nauwelijks verantwoord is vanavond over de structuur beslissingen te nemen en zo ja, lijkt u
een werkwijze mogelijk waarbij dit bezwaar is op te vangen?
In onze fractie werd het als een bezwaar ondervonden dat een zo korte tijd beschikbaar was voor
bestudering van de stukken, met name van de adviezen van de raden, de commissies en de diverse in
stellingen die pas vanaf vorige week maandag op de Leeskamer ter inzage lagen.
Tot zover de algemene aspecten; ik wil mij nu graag tot de inhoudelijke kant van de modellennota
be palen.
Allereerst wil ik uitspreken dat het woord "wervend" niet mag inhouden dat alleen voor de catego
rieën premiebouw en vrije sectorbouw een aantrekkelijke woonomgeving geschapen wordt. Het mag
niet zo zijn dat voor deze categorieën de mooiste plekjes gereserveerd worden. Betreffende de groen
voorzieningen kunnen wij het eens zijn met het voorstel zoals dat in de model lennota is uitgewerkt
onder G2. Wij hebben m.b.t. het onderdeel winkelvoorzieningen goede nota genomen van de reacties
die van verschillende zijde zijn binnengekomen over de vraag of wij moeten kiezen voor een gecon
centreerde voorziening of voor verspreide voorzieningen, ten ieder die gereageerd heeft stelt dat een
niet geconcentreerde voorziening uit economisch oogpunt niet haalbaar is. Enig verschil in opvatting
bestaat er over de plaats van het winkelcentrum, n.l. situering in het geografisch middelpunt van het
plan of op de door u voorgestelde plaats. U stelt dat de situering ook samenhangt met de woningdicht
heid. Kennelijk gaat u er van uit dat de woningdichtheid in het noordwestelijk gedeelte groter is dan
in andere gedeelten. Op welke aannames baseert u dat? Zitten er nog meer aannames in het plan die
in de modellennota niet expliciet gemaakt zijn? Wij kunnen gevoel hebben voor het argument van
snelle realiseringsmogelijkheid op de door u voorgestelde plaats. Eciiter één van de u adviserende in
stanties, n.l. de vaste commissie voor het midden- en kleinbedrijf, ziet de realiseringsmogelijkheid in
dit stadium so wie so niet zitten en denkt de oplossing te vinden in het gebruik van rijdende winkels
en de winkelvoorzieningen in Heechterp. Kortom, wat is de realiteitswaarde van de opmerking in de
raadsbrief dat de realisering op de door u voorgestelde plaats niet te lang op zich behoeft te laten
wachten? Zijn er naast genoemde overweging nog andere overwegingen geweest die u voor deze
plaats hebben doen kiezen?
Over de plaats van de scholen neemt onze fractie een ander standpunt in dan het college. Wij ach
ten het in verband met de levendigheid in de woonbuurten en het vermijden van al te eenzijdige bouw
noodzakelijk dat de scholen verspreid worden. Wij erkennen de moeilijkheden die dit standpunt kan
geven bij de verdeling van de scholen over de verschillende gezindten, maar wij achten het argument
van het multifunctioneel gebruik waarbij gewezen wordt op de publikatie "Bouwen voor school en
buurt" niet terecht, enerzijds daar in deze publikatie gedoeld wordt op een andersoortig multifunctio
neel gebruik dan u blijkens de raadsbrief voor ogen staat, anderzijds omdat nog wel oplossingen denk
baar zijn waarin dit multifunctioneel gebruik mogelijk blijft, b.v. door te bouwen in drie groepen van
twee waarbij de meest centrale indien mogelijk en noodzakelijk extra voorzieningen krijgt. Een en
ander zal geregeld dienen te worden in nauw overleg met de schoolbesturen. Ik weet niet of, indien
er veranderingen in de modellennota dienen te worden aangebracht, dit dient te geschieden door mid
del van een motie of dat u kennis neemt van de standpunten en die verwerkt bij de uitwerking van het
bestemmingsplan. Ik zou dit gaarne van u vernemen.
Wij achten het zinvol dat u in het plan, ook in verband met de integratie van werken en wonen,
gebieden voor kleinschalige werkgelegenheid hebt opgenomen en wij kunnen ons vinden in de door u
daarvoor aangegeven gebieden.
Wij vinden het een principiële fout dat vertegenwoordigers van het openbaar vervoer niet betrok
ken zijn geweest bij het ontwerpen van het wegenstramienIn zijn brief wijst de Fram op het feit dat
hij de nieuwe wijk Westeinde niet optimaal kan bedienen wegens het ontbreken van een voor dit doel
geschikt wegenstramien. Het is een bekend feit dat, indien het openbaar vervoer reeds bij de eerste
aanzet van het plan goed functioneert, het daarna ook beter zal functioneren. Nieuwe bewoners wen
nen aan het al of niet aanwezig zijn van goed openbaar vervoer en zullen ook in de toekomst hierdoor
hun keuze van vervoermiddel laten bepalen. Alle argumenten afwegend kunnen wij het eens zijn met
het door u voorgestelde stramien V4, o.a. wegens de mogelijkheid die dit plan biedt de verschillende
verkeerssoorten voor een deel uit elkaar te halen. Er zal voor gewaakt dienen te worden dat er geen
sluiproute in oost-westrichting ontstaat dwars door een woonwijk en de suggestie van de Commissie
Groene Ster om de brug over het Ouddeel voorlopig niet aan te leggen dient m.i. sterk te worden over
wogen.
Een zeer belangrijk punt vindt onze fractie de verder te volgen werkwijze t.a.v. de totstandkoming
van het bestemmingsplan CamminghaburenAls ik het goed begrijp stelt u in de raadsbrief voor het
vlekkenplan te laten ontwerpen door de z.g. stuurgroep en pas bij de uitwerkingsplannen de project
organisatie weer in te schakelen. Toch blijkt zeker voor het eerste gedeelte ook de verantwoordelijk
heid voor de uitvoeringsplannen te liggen bij die z.g. stuurgroep; ik vermoed tenminste dat dat de
17
consequentie is van de door u gestelde parallelschakeling van de ontwikkeling van het globale bestem
mingsplan en het uitvoeringsplan voor het eerste gedeelte aangegeven in de ingekorte procedure op
blz. 68 van de nota. Ook zal de stuurgroep met de coördinatiegroep van de functionele raden en met
de schoolbesturen en anderen overleg plegen. U stelt dat in een later stadium dit overleg zal geschie
den in het kader van de projectorganisatie. Ik zie niet in wat voor overleg er dan nog gepleegd moet
worden en waarom dan niet hetzelfde argument dat u nu de projectorganisatie op zij doet zetten, n.l.
continuïteit, gebruikt zal worden. In de nota is een organisatieschema uitgewerkt. In dit gehele sche
ma komt de projectorganisatie niet voor. Wel stelt u op blz. 71 voor de uitwerking te laten geschieden
door bouwteams die onder leiding van de stedebouwkundige zullen werken en waarin ook opdrachtge
vers enz. zitting hebben. In de raadsbrief stelt u onder het hoofd Woningbouw dat er geregeld overleg
dient plaats te vinden tussen projectgroepen, opdrachtgevers en architecten, waarbij in gebieden van
individuele bouw de architect een zo groot mogelijke eigen inbreng moet kunnen hebben. Bij deze to
tale opzet is zoveel werk aan de projectgroepen ontnomen dat ik niet kan inzien dat die nog een vol
waardige taak hebben. In het najaar heb ik deze zaak bij de begrotingsbehandeling aan de orde willen
stellen. U stelde toen voor de discussie uit te stellen tot een nota m.b.t. de projectorganisatie gereed
zou zijn. Wegens overbelasting van degenen die deze nota moeten samenstellen is deze nog niet ge
reed. Wij zijn er akkoord mee gegaan dat de modellennota uitgewerkt zou worden door een z.g. stuur
groep, in de organisatie overigens onbekend. Tenzij er zeer zwaarwichtige redenen zouden zijn die
hiertegen pleitten moest in de volgende stadia de projectorganisatie weer in werking gesteld worden.
Niet voor niets is 3 jaar geleden na uitgebreide discussie voor projectorganisatie gekozen. Ik zal de
toen gebruikte argumenten niet uitgebreid herhalen, maar het heeft te maken met participatie, het
werken met horizontale verbanden, het doorbreken van hiërarchische structuren. U hebt volgens een
zeer groot deel van mijn fractie de door mij genoemde zwaarwegende argumenten niet aangedragen
en daarom dien ik de volgende motie in:
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 20 april 1976, spreekt als zijn
oordeel uit dat met het verdere ontwerpen van het globale bestemmingsplan voor Camminghaburen in
plaats van de stuurgroep een projectgroep moet worden belast."
Deze motie is behalve door mij ondertekend door de heer Ten Hoeve.
U stelt dat door het uitgeven in kleine eenheden diversiteit te bereiken is. Wij nemen aan dat hier
bij gedoeld wordt op zowel bouwers als architecten en dat de organisatie hierop zal worden afgestemd.
Onze fractie kiest voor de fasering voor mogelijkheid B. Bij de verdeling 40% woningwetbouw, 40%
premiebouw en 20% individuele bouw zetten wij echter in verband met onzekerheden betreffende de
woningbehoefte en de financiering c.q. lokatiesubsidie een vraagteken. Mogelijk zou later een andere
verhouding wenselijk blijken. Het meest veilige lijkt ons het accent te verleggen naar de premiebouw
en de individuele bouw, waarbij bij latere uitwerkingsplannen de mogelijkheid van correctie aanwe
zig is. Ook willen wij aandacht vragen voor bouw in het kader van beschut eigen woningbezit.
Ik wil niet eindigen dan nadat ik mijn waardering heb uitgesproken'over de bijzonder overzichte
lijke wijze waarop deze modellennota qua tekst, kaarten en tekeningen samengesteld is.
De hear Miedema: Ik soe der graech bigjinne wol Ie hwer't de hear Geerts ophalden is - dat leit my
nou noch farsk yn it unthald - en myn tank utsprekke wol Ie foar de ynformaesje en de stikken dy't wy
foar dit punt krigen hawwe. Ik soe der myn tank foar utsprekke wol Ie dat de model lenota neffens it
skema dat it kolleezje opsteld hat om yn 1978 oan it bouwen to kinnen op tiid klear kommen is. Ik
tocht dat wy dêr mei eardere plannen wol ris mei sitten hawwe; dan kamen de stikken wol ris to let en
roun it tiidskema ut. Ik haw it idé dat wy op dit momint noch op it skema sitte dat wy ös ta taek steld
hiene en ik tocht dat dat wol in tankwurd wurdich wie.
Ik haw inkele algemiene opmerkingen. Dit is in öfgrysiik great projekt foar us gemeente; ik haw
ris oan it rekkenjen west hwat dit allegearre komt to kostjen mar ik bin mar ophalden hwant ik wie al
fier oer it heal miljard en doe tocht ik: Nou, ik sjoch it wol. Dochs is dit in bieangjende saek, hwant
hwat greater it projekt wurdt hwat greater de kans is dat der fouten makke wurde, dat men jin forrek-
kenet en dat der ramingen binne dy't net klopje. Ik haw yntusken fia kommisjes fornommen dat der al
les oan dien wurdt om dizze saek yn balans to halden. Ik leau lykwols dat it in goede saek is dat wy
dit sa goed mooglik folgje, hwant lytse forskillen op dit projekt binne al greate bidragen.
Dan noch hwat oer de modellenota sa't dy foar us leit. Sa't ik sapas al sein haw, it is in oersicht-
like nota. It is fansels bisunder ynteressant op alle fasetten fan de nota yn to gean, mar ik leau net
dat dat nedich is. De iennige opmerking dy't ik der oer meitsje wol is: Stiet der ek tofolle yn? By in
modellenota en by in flekkeplan moatte jo der foarsichtich mei wêze dat jo net tofolle dingen fêstliz-
ze dêr't jo letter lest fan hawwe. Ik haw lykwols it idé dat wy alles hwat der yn de nota stiet hjir noch
wol ris krije, dus om de flotheit fan de bihanneling to bïfoarderjen bin ik ré hjir op dit momint oerhinne
to stappen.