18 over en weer het recht het over te nemen perceelsgedeelte vooruit lopende op het verlijden van de akte van ruiling in gebruik te nemen." En dat is van de zijde van de gemeente dus ook maar prompt gedaan. Dus is de gemeenteraad heel gewoon voor het blok gezet, die kan eigenlijk geen kant meer uit. Maar wij kunnen nog wel een kant uit, wij kunnen zeggen: Zo willen wij als raad niet worden behandeld. Zo wil ik in ieder geval niet worden behandeldniet door de D -S-O en ook niet door het col legeIk zal dan ook in ieder geval de aantekening willen hebben dat ik tegen deze manier van behandelen ben en dat ik tegen dit voorstel ben, want dit neem ik niet. De heer Rijpma (weth.): Ook ondergetekende heeft inmiddels geconstateerd dat op het stukje grond dat hier in het geding is spiksplinternieuwe tegels aangebracht zijn en dat daar een mooi hek is aange bracht; het sluit prachtig aan op de trottoirs die ook in de Binnentun zijn aangelegd, ik neem aan dat het gelijktijdig meegenomen is. Ik ben mij er volkomen van bewust dat dit voortijdig is geweest en het is ook niet gebeurd met instemming van het college. Dat betekent niet dat wij er niet de verantwoorde lijkheid voor moeten dragen, maar er zijn in bepaalde gevallen dingen die je niet altijd in de hand hebt en die je niet altijd kunt voorzien. Dus dat wat de actuele situatie betreft. Dan het punt van de overeenkomst. De heer Heidinga heeft volkomen gelijk dat wij er indertijd onder een zekere dwang, in een soort druktoestand, toe over zijn gegaan om die 1 .800 m2 aan te kopen omdat wij de boer in staat moesten stellen een verbinding te leggen tussen de boerderij en het land dat veel verder weg was. Als wij die overeenkomst niet aangingen dan zouden alle koeien ten minste twee keer per dag door de woonbuurt moeten wandelen om de melkstal resp. het land te bereiken, dit nog af gezien van de karren en tractoren enz. Wij moesten dus op dat moment die transactie aangaan en de raad heeft die transactie ook aangegaan, ik neem aan met volle instemming, anders was die transactie niet tot stand gekomen. Op dit moment is het zo dat de boerderij in andere handen over is gegaan, dat de boerderij niet meer voor landbouwkundige doeleinden gebruikt wordt en dat het terrein dat wij ge kocht hebben er dus nodeloos en renteloos bij ligt. Wij kunnen er niets mee. In het bestemmingsplan dat voor Goutum geldt is aangegeven - het is een goedgekeurd bestemmingsplan - dat achter de bomenrij die langs dit pad loopt een trottoir zal worden aangelegd. Dat trottoir sluit duidelijk aan op de voor zieningen die in de Binnentun verder genomen zijn. Ik zeg niet - dit is ook in de Commissie Grondbe drijf aan de orde geweest - dat het direct een onteigeningsprocedure zou moeten worden; zo urgent is de zaak daar bepaald niet. Het is echter wel plezierig dat het pad daar aangelegd kan worden. Goed, er is een transactie tot stand gekomen of wel er is een voorstel tot een transactie gekomen om het stuk dat wel duur gekocht is maar waar wij niets meer aan hebben te ruilen voor een stukje grond waar wij wel wat aan hebben. Als wij deze transactie niet aangaan dan worden wij er niets rijker van, wij wor den er ook niets armer van, wij hebben dan alleen een stuk grond liggen op een plek waar wij er niets aan hebben. Wij kunnen op een gegeven moment een onteigeningsprocedure aanspannen, wij kunnen misschien onder dwang met betrokkenen een verkoopakte sluiten die op 4,of 5,per m2 uit komt, maar dat betekent dat wij nog een extra bedrag op tafel moeten leggen. De man is helemaal niet verplicht om het stukje grond dat wij van hem gekocht hebben terug te nemen; die verplichting kunnen wij hem in de transactie niet opleggen. Vandaar dus dat het het verstandigste leek om zonder onteige ningsprocedure en alles wat daarbij hoort toch maar tot ruil van deze stukjes grond over te gaan. Het betekent niet direct dat de kleuterschool nu ideaal aangesloten is, maar het betekent wel dat de rom mel die er voor de kleuterschool ligt geëgaliseerd kan worden, dat er eventueel een tegelplein tegen de school aan aangelegd kan worden en dat er eventueel met beschutkettingen voorkomen kan worden dat de kinderen zonder meer de straat op lopen. Kortom, de voorwaarden voor een veilige oversteek zijn in ieder geval in principe aanwezig. Het was mooier geweest wanneer wij de ruimte gehad hadden aan de andere kant van de straat; daar is de ruimte echter met welke middelen dan ook niet te vinden. Op basis van het bestemmingsplan is daar geen transactie af te dwingen. Ik erken dat er in de uitvoe ring feilen zijn geslopen, maar aan de andere kant zeg ik: Ik geloof toch dat het verstandig is dat de raad deze transactie, misschien contre coeur maar met aanvaarding van de excuses voor de gang van zaken, aanvaardt. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de heer Heidinga wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd. Punt 14 (bi jlage no- 237) De heer Buising: Ik moet u zeggen dat er over de kwestie van de torensilo's in mijn fractie genuan ceerd wordt gedacht. Dat is overigens ook al gebleken bij de vorige gelegenheid dat wij in deze raad 'over een dergelijke kwestie gepraat hebben. Mijn opmerkingen zijn dan ook van persoonlijke aard, zo m 19 zou ik het het beste kunnen zeggen. Ik herinner mij nog goed een opmerking van collega Geerts van de vorige keer over de schoorsteenpijpen van steenfabrieken die een integrerend en kenmerkend deel uit maken van het landschap waarin ze staan. Ik weet wel dat die dingen er al jarenlang staan evenals zui velfabrieken en dergelijke. Ik erken ook graag dot er in de tegenwoordige tijd even degelijk behoort te worden nagedacht voordat er wel of niet toestemming wordt gegeven tot de bouw van een geval dat ook het aanzicht van zijn omgeving mede zal bepalen. Ik erken niet bij voorbaat de pretentie van wie dan ook die nu al zeer beslist zegt dat een dergelijk bouwsel het aanzicht van zijn omgeving voor altijd zal bederven. Zelfs als dat het geval zou zijn is het vaststellen van het voorbereidingsbesluit voor mij geen vraagpunt als ik kijk naar een bekend alternatief, n.i. grote slordige kuilbulten bedekt met wit of zwart plastic en soms nog met oude autobanden ook. En dan laat ik de argumenten die samenhangen met een efficiënte bedrijfsvoering nog maar even buiten beschouwing. Maar, zoals gezegd, mijn opmerkingen zijn persoonlijk. Ik zou het erg op prijs stellen dat dit voorstel in stemming wordt gebracht zodat elk lid van mijn fractie en trouwens elk lid van de raad zich kan uitspreken. Ik veroorloof mij tenslotte nog één zijstraatje; de toneeltoren van de Harmonie is ook moeders mooiste niet, maar ik ben wel blij dat hij er staat. De heer Van der Wal: Het eerste geval dat wij in de gemeente Leeuwarden tegen kwamen van een torensilo was in februari 1975; toen is er door de fractievoorzitter van de P.v.d.A. gewaarschuwd tegen de precedentwerking die van een dergelijk voorstel uitgaat. Hij heeft wat dat betreft voor 100% gelijk gekregen want ook in de stukken die ter inzage lagen is dit als precedent gebruikt, zo van: U hebt in februari 1975 al een dergelijk besluit genomen. Toen ging het om een silo van 20 meter, nu gaat het om een silo van 25 meter. Ik heb de notulen er nog eens op nagelezen. De vorige keer is er, o.a. door mij, gewaarschuwd: Nu is het 20 meter, over 5 jaar is het 25 meter. Ik ben nog te optimistisch geweest, want nu blijkt dat in amper 1^ jaar van 20 meter optimale hoogte naar 25 meter optimale hoogte is ge gaan. Wie weet wat er nog staat te gebeuren. Ik durf geen voorspelling meer te doen, maar het zal wel vlugger gaan dan wij allemaal denken. Dan de landschappelijke aspecten; die worden volgens ons zwaar ondergewaardeerd. In de stukken die ter inzage lagen m.b.t. dit punt wordt er erg summier aandacht aan besteed. Ik mag even een stukje citeren: „Dit mag evenwel niet betekenen dat aan het landschappelijk belang in het geheel geen aan dacht wordt besteed. Aan dit laatste kan worden tegemoet gekomen door het eisen van een zo onopval lend mogelijke kleur van de silo en het stellen van een maximum hoogte." Nu hadden wij in het be stemmingsplan voor het buitengebied - dat is formeel nog wel niet in werking, maar het is wel door de raad goedgekeurd - een maximum hoogte vastgesteld, n.l. 15 meter met een marge tot 18 meter goed te keuren door b. en w. Wij hebben dus met zijn allen een norm bepaald waaraan bouwwerken buiten de bebouwde kom moeten voldoen. Wij zijn daar, zoals al gezegd, 12 jaar geleden van afgeweken door naar 20 meter te gaan en nu, na die 1 jaar, zitten wij dus op 25 meter. Ik zou het college dan ook willen vragen waar het college de grens legt. Waar ligt de grens waarbij u zegt: Nu wordt net land schappelijk aspect zo belangrijk en legt het zoveel gewicht in de schaalnu kan het echt niet langer. Of blijven wij - zo staat het hier - van geval tot geval maar bepalen tot wij b.v. op 40 meter zitten? Die hoogte is niet helemaal ondenkbaar want de producenten van die torensilo's moeten, als ze de hele boerenstand onder de torensilo's van 25 meter hebben gestopt, door produceren en dan maken ze torens van b.v. 40 meter en bedenken daar een technocratisch verhaal bij dat 40 meter de optimale hoogte is. Bovendien maakt dit de landbouw steeds meer afhankelijk van hef kapitaal doordat deze dingen enorme investeringen vergen. Ik denk dat de heer Singelsma nog wel - dat deed hij in de commissie tenminste - in zal gaan op hef aspect van de Rabo-boeren; daar zal ik hef maar niet over hebben. De hear Singelsma: Ik wurd sa freonlik ufnoege hjir hwat fan to sizzen. (De Foarsitter: Net troch my.) Né, dat net, mar it sil jou ynstimming wol hawwe dat ik hwat siz. (De Foarsitter: Dat moaf wol.) (Laitsjen) It is de fraech oft wy hwat wy technologysk kinne ek dwaen moatte en oft wy alfyd efter de unfwikkeling fan de moderne lanbou stean moatte. Sa't jo witte is der ek in streaming yn Wageningen dy'f der fan utgief dat wy in oare kant op moatte. Mar goed, men kin it in yndividuele boer net kwea ofnimme dat hy sa ekonomysk mooglik wurkje wolHy is ek in slachtoffer fan in systeem, hy moat hylfi- fen mear produsearje en dat hy derby gebruk makkef fan in toersilo leit foar de han. Ik wol ek net fier der oer dy toersilo prate, mar allinnich oer de rjochteleasheit fan de boarger. Ik fyn dat it bisfjurlik net yn oarder is. Hwannear'f 6s kolleezje fan dep. sfeaten gjin ufslach jowt oer de hichte en de winsklik- heif fan de toersilo en de bitingsten hwerunder dizze dingen boud wurde moatte en men skipet der de gemeenten eins mei op dan krije wy in situaesje hwerby elfs gefal stik foar stik bioardiele wurde moat; yn it iene gefal sil de boer wol tastien wurde sa'n ding to bouwen byg. omt hy swak is of to min perso- niel haf of wit ik om hokker reden, yn elts gefal krije wy in situaesje hwerby de boarger min ofte mear

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 10