4 dergelijks te sturen. Akkoord? Goed, dan zullen wij aldus handelen. Wij hebben een bijzonder lange agenda. Ik heb geen flauw idee hoe lang u van plan bent over al lerlei punten te praten. Ik zou wel willen zeggen dat de raad rekening zal moeten houden met de mo gelijkheid dat wij morgenavond onze discussies zullen moeten voortzetten als wij er vanavond niet uit komen, want wij zullen de agenda wel af moeten werken. Tot slot stel ik voor om punt 19a te behandelen als eerste punt na de eerste pauze, omdat wij daar voor de voorzitter van de beroepscommissie hebben uitgenodigd; die hoeft hier dan niet een hele tijd te wachten. Ik heb met hem afgesproken dat hij in de eerste pauze zal komen. Punt 2. De heer J. de Jong: De plaats die open gevallen is werd ingenomen door weth. Weide, lid van onze fractie. Wij zouden het op prijs stellen de heer J. Schaafsma op deze plaats gekozen te zien en dragen hem als zodanig voor. De heer Van der Wal: Mijn fractie betreurt het zeer dat wederom blijkt dat de verreweg de grootste fractie in deze raad niet in staat is een kandidaat uit eigen gelederen voor te stellen voor de vacante wethouderszetel. Zelfs op grond van hef afspiegelingsprincipe op basis waarvan tot op heden het colle ge van b. en w. heet te worden samengesteld kan de P.v.d.A. aanspraak maken op een derde wethou derszetel; desgewenst wil ons aller rekenwonder, de heer Schaafsma, dat waarschijnlijk wel haarfijn voor ons uitrekenen. Voor de tweede achtereenvolgende keer laat de P.v.d.A. de kans schieten om op basis van een links-progressieve meerderheid van de raad ook een linkse meerderheid in het dagelijks bestuur te verkrijgen. De kans om hierdoor een grotere greep op het gemeentebeleid te verkrijgen ten einde hun eigen verkiezingsprogramma een grotere kans op uitvoering te geven laten zij bewust schie ten ten voordele van hef rechtse kamp en meer in het bijzonder van de V.V.D. van Wiegel en aanhan gers. Soms bekruipt je wel eens de gedachte dat de Leeuwarder P.v.d.A. bang is de grote verantwoorde lijkheid te dragen voor het gemeentebeleid die hen als de verreweg de grootste fractie van de gemeen teraad is toegevallen, bevreesd voor hun eigen progressieve verkiezingsprogramma. Nu de zaken er kennelijk zo voor staan dat bij 5 wethouderszetels geen behoorlijk afspiegelingscollege kan worden sa mengesteld, voelt mijn fractie nog het meest voor de oplossing de onderhavige vacature niet te vervul len. (De heer Ten Brug (weth.): Dat is in strijd met de wet.) Volgens ons is dat des te gemakkelijker om dat de inhoud van de betreffende portefeuille niet al te veel meer voorstelt en best verdeeld kan wor den. Voor de functie van beroepsopener valt nog wel een minder kostbare oplossing te bedenken; wij denken b.v. aan het oudste lid van de gemeenteraad. Dit zijn in het kort de redenen waarom mijn frac tie de stembrieven ongebruikt zal laten. De heer Buising: Ik wil graag op dit moment verklaren dat wij geen behoefte hebben aan een reac tie op het verhaal dat de heer Van der Wal hier net poneert. De Voorzitter: Ik zou, alvorens wij tof stemming overgaan, alleen nog een opmerking willen maken over de kwestie van 4 of 5 wethouders. Nog afgezien van hetgeen weth. Ten Brug al opmerkte m.b.t. hef feit dat wij in de vacature moeten voorzien wil ik, om ieder misverstand te voorkomen, toch wel zeggen dat zowel de wethouders als ik zwaar overbezet zijn en dat hef een groot probleem is om de ta ken waar wij voor staan met elkaar op redelijke wijze tot uitvoering te brengen. De aanleiding die er enkele jaren geleden was om tot een 5e wethouder te komen is niet alleen nog aanwezig maar zelfs in versterkte mate aanwezig. Ik meende er toch goed aan te doen dit aan de raad mee te delen. Wij kun nen dan nu over gaan tot stemmen. Benoemd wordt de heer J. Schaafsma met 30 stemmen (2 stemmen blanco). De heren Buising en Miedema vormden met de voorzitter het stembureau. De Voorzitter: Mijnheer Schaafsma, ik wil u graag van harte feliciteren met deze benoeming. Ik hoop dat wij met u op dezelfde goede wijze zullen kunnen samenwerken als wij dat met uw voorganger hebben gedaan. Er schijnt rondom mij enige twijfel te bestaan of u de benoeming wel zult aannemen. Daarom vraag ik u toch nog maar even of u de benoeming aanneemt. (De heer Schaafsma: Ik neem de benoeming aan.) Dank u wel. Ik nodig u dan uit om links van mij naast weth. Eijgelaar plaats te nemen, dan kan de heer Bijkersma ook de voor hem bestemde plaats innemen. 5 Punt 3. De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. Punt 4. De Voorzitter: Zijn er naast de door mij aan het begin van de vergadering gememoreerde verhinde ringen nog meer berichten van verhindering binnengekomen? De heer Reumer (secr.): Er is bericht van verhindering binnengekomen van de heren Ten Hoeve, Knol en Meijerhof. Rondgezonden mededelingen. Sub A t. e. m. E. De berichten, de rapporten en de brief worden voor kennisgeving aangenomen. Sub F. De verzoeken worden in handen gesteld van b. en w. om preadvies. Sub G. Besloten wordt overeenkomstig hef voorstel van b. en w. Sub H. De mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen. Sub I. Besloten wordt overeenkomstig hef voorstel van b. en w. Sub J. De brief wordt voor kennisgeving aangenomen. Sub K. De brief wordt in handen gesteld van de Commissie van advies inzake beroepschriften ingevolge de Bouwverordeni ng Punt 5 (bijlage no. 191). De Voorzitter: Dit is het eerste van de twee punten die in de vorige vergadering zijn aangehouden; die twee punten zullen wij nu eerst behandelen. De heer De Pree: Het is een jaar geleden dat de eerste raadsbrief over deze zaak ons hier werd aangeboden. Vanuit onze fractie zijn er toen wat opmerkingen gemaakt, niet alleen wat betreft de technische kant van de zaak maar ook en vooral omdat wij er wat moeite mee hadden naar de kant van de privacy-aspecfen die aan de automatisering van de bevolkingsadministratie ziften. Dat hebt u geho noreerd door het voorstel voorlopig terug te nemen en een commissie in te stellen om deze zaak te on derzoeken. Er zijn van onze kant ook wat opmerkingen gemaakt over de waf meer ethische problema tiek, zou je kunnen zeggen, die er ook mee te maken heeft. Ik meen dat toen al in de raad en in ieder geval daar buiten opmerkingen gemaakt zijn in de trant van: Je moet de dingen niet overladen, je moet niet overal teveel achter zoeken. Dat hoor je dan aan en dan denk je: Misschien is dat ook wel zo. Totdat je dan in de krant ineens een bericht tegen komt waarvan je, als je dat leest, zegt: Nou kijk, hef is toch niet helemaal zo onjuist en zo achterdochtig dat wij met zo'n commissie aan de gang zijn

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 3