6 Sub M. De heer Heidinga: Ik zou hier graag één opmerking over willen maken. Het is soms wel.eens zo dat een preadvies wat lang uitblijft; dat doet zich soms voor door bepaalde omstandigheden. Ik zou het te betreuren vinden als het preadvies zou komen terwijl deze hele zaak al in kannen en kruiken is. Dat zou gemakkelijk plaats kunnen vinden want deze zaak is al twee- of driemaal in de Commissie Ruimte lijke Ordening geweest en er zit dus al een bepaalde voortgang in. Ik bedoel maar dit te zeggen, het preadvies moet wel zinnig zijn. (De Voorzitter: Onze preadviezen zijn altijd zinnig, dus dat is geen probleem; daarover bestaat geen misverstand.) De heer Rijpma (weth.): Ik denk dat in de eerstvolgende vergadering van de Commissie Ruimtelij ke Ordening overleg over het preadvies plaats kan vinden, maar helemaal zeker ben ik daar niet van. (De Voorzitter: Daar wordt dus in ieder geval naar gestreefd.) Ja. De brief wordt in handen van b. en w. gesteld om preadvies. Sub N en O. De brief, het besluit en de mededeling worden voor kennisgeving aangenomen. Punten 3 en 4 (bijlagen nos. 272 en 260). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 5 (bijlage no. 261 Mevr. Visscher—Bouwer: In punt 3 van het besluit staat: "bij het verlijden van de akte van over dracht moet een gedeelte van de koopsom, groot 25.000,--, worden voldaan; het resterende deel van de koopsom moet worden voldaan in vier gelijke termijnen van 15.000,verschijnende één, twee, drie en vier jaren na de datum van het verlijden van de akte van overdracht;". Hier mis ik de rente. In de onderhandelingen staat - en dat lijkt mij ook heel normaal - dat je, als je de koopsom niet in eenmaal betaalt maar in termijnen, over dat deel dat je niet direct betaalt rente betaalt. Ik wil graag weten waarom dat hier niet in staat. Is daar een reden voor? De heer Rijpma (weth.): De rente zit in het bedrag van 85.000,--. De boekwaarde van het ge heel was op basis van 1971 44.000, tot 1976 moet er op grond van 7% rente ongeveer 35% of wel 1/3 bij geteld worden, met rente op rente komt er nog een ietsje bij. Dan zit je ongeveer op 60.000, op basis van 1976. Dat zou dus de boekwaarde inclusief de rente zijn. In het bedrag van 85.000, is de rente volkomen ingecalculeerd die over de komende jaren verschuldigd zou zijn. Wij hebben geen aparte renteclausule opgenomen, wij hebben het in het totaal-bedrag verpakt. Mevr. Visscher—Bouwer: Ik zou het toch wel op prijs stellen dat het voortaan zo in de raadsbrief komt te staan - dat lijkt mij voor de raad wel zo duidelijk - dat je kan zien hoe het bedrag tot stand is gekomen; die kwestie van de rente zou dan apart vermeld moeten worden. Dan kunnen wij het zo zien en dat kan nu niet. De heer Rijpma (weth.): In de stukken die ter inzage lagen - o.a. in de brief van de directeur van het Grondbedrijf - is een duidelijke toelichting gegeven op de totstandkoming van het bedrag. (Mevr. Visscher—Bouwer: Maar de buitenwacht kan het op deze manier niet begrijpen.) Ik dacht dat het niet juist was om in de raadsstukken allerlei bijzonderheden op te nemen; gezien het feit dat er aller lei bijlagen bij zijn waarin soms ook calculaties staan dacht ik dat wij er mee konden volstaan om summier in de raadsbrief de hoofdzaken aan te geven en verder de raadsleden inzage te geven in de bijlagen. Zo is het nu ook gebeurd. De Voorzitter: Dat betekent dus dat u wat vaker naar de Leeskamer zult moeten. (Mevr. Visscher— Bouwer: Ik heb de hele zaak wel gelezen en omdat het daar juist wel met naam en toenaam genoemd stond miste ik het in de raadsbrief. In het eerste besluit werd de rente wel genoemd. Het bedrag is ge lijk gebleven.) Het zit er dus wel in. In de toekomst zullen de bijlagen zo duidelijk zijn als maar enigszins mogelijk is. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 6 t.e.m. 10 (bijlagen nos. 259, 262, 269, 273 en 268). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 11 (bijlage no. 267). De hear Miedema: Yn it foarste plak us tank dat der sa fluch réagearre is op in forsyk ut de ried. Wy hawwe der wol ris langer op wachtsje moatten. Wy hawwe sapas heard dat alles net yn it riedsbrief set wurde kin, mar der hie yn dit gefal nei us smaek wol hwat mear yn kinnen; wy fine it hwat hiel meager. It punt hwer't wy tsjin oanroun binne is dat de gemeentlike Plantsoenetsjinst mei dizze oanliz in hiel nije wei op giet. Dér wurdt yn it riedsbrief en ek yn de stikken dy't yn de Lêskeamer leine gjin inkele motivearring foar jown. Wy prate hjir nou oer 9 ha groun dy't leit tusken de nije wenwyk en de tagongswei fan Ljouwert; dat is, tocht ik, in wichtige saek. As ik dan les dat der fan alles yn plante wurde sil - ik wo| my op dit stuit net fordjipje yn soarten, typen en mjitten - mar dat der pakwei noch altiten sa'n 6 ha gerslan oer bliuwt dat bliuwe sil sa't it nou ek is en dat 2 of heechut 3 kear yn it jier mei de meanmasine meand wurde sil dan is dat hiel hwat oars as wy fan de Plantsoenetsjinst wend binne. En nou sil ik net sizze dat dit minder is, ik stel allinnich fêst dat it hwat oars is. Ik wol graech de reden witte hwerom't men in hiel oare rjochting ut giet. Is dat om in subsydzjemooglikheit to krijen dy't der oars net is? Is it omt wy op it underhald bisunigje moatte en wurde dêrom de beakens forset en wurdt in nije rjochting yn slein? As dat sa is wol ik ek wol witte hwat dêrfan de gefolgen binne foar de rest fan CamminghabuorrenKoart sein, dit is in wiziging fan it bilied, in wiziging yn de utfiering dy't sunder ienige oantsjutting of motivearring oan de ried foarlein wurdt. Ik wol der graech it hwerom fan witte. Myn twadde fraech is dizze. Yn it moaije boekwurk dat wy lesten bihannele hawwe, "Structuur modellen Camminghaburenstiet yn dizze grienstreek in wetter groeven, in ófwetteringsfeart, lykop rinnend mei de GrinzerstrjitweiDy skynt der yn to stean mei it each op de trochstreammooglikheit foar de wetterpartijen yn Camminghabuorren; dat kin dus in wichtige saek wêze. Yn dit untwerp is dat hiele wetter net opnommen. Ik doar net to forunderstellen dat dit wetter forgetten is en dêrom freegje ik: Hwerom dizze wiziging fan it bilied? De heer Van der Wal: Ik wil even aansluiten op het laatste punt van de heer Miedema. Ik heb ook dat mooie boekwerk voor mij en er zit behalve de sloot ook nog een soort dijk in. Dat alles moet, zo als in de raadsbrief van destijds stond, dienen als afscheiding tussen het toekomstige woongebied Cam minghaburen en de Groningerstraatweg hoofdzakelijk ter wering van verkeerslawaai en verder ter be perking van het uitzicht op de drukke verkeersweg. Nu gaan wij die strook dus beplanten. Stel dat het er 5 jaar zo ligt en dat dan Camminghaburen wordt aangelegd. Dan zie ik het nog niet gebeuren dat, als daar hoge beplanting is, wij dan nog die profilering aanbrengen, want dan zouden wij weer alles moeten kappen en opnieuw moeten beginnenIk denk ook niet dat ik tegen die tijd daar voor zou wezen Daarom vraag ik waarom die profielen er nu niet in zitten. Legt dat ons voor de toekomst niet vast, moeten wij dan niet zeggen: De bebossing is nu al zo hoog, die profielen zouden wel leuk zijn, maar wij doen het toch maar niet meer? Ik wil toch niet graag voor dat dilemma worden geplaatst over een jaar of 5 De heer Rijpma (weth.): Bij de behandeling van het rapport over Camminghaburen - u weet dat dat een indicatief rapport was; ik heb dat enige malen herhaald - is door één van de raadsleden naar voren gebracht dat het bijzonder aantrekkelijk zou zijn wanneer op zeer korte termijn zou worden be gonnen met een groenstrook tussen de rijksweg en het toekomstige woongebied Camminghaburen. Wel nu, aan dat verzoek is op vrij korte termijn voldaan. Wij hopen in de gelegenheid te zijn - ik dacht dat dat ook in de raadsbrief stond - om in oktober/november met de beplanting te beginnen. Dat bete kent dat het mogelijk is dat de aangeplante bomen en boompjes 2 a 3 jaar in alle rust en vrede kunnen wortelen en vooral in het 2e en 3e jaar met een flinke groei kunnen beginnen. Op het moment dat de eerste bewoners naar Camminghaburen komen kan er dan een redelijke haag aanwezig zijn tussen de Groningerstraatweg en dit woongebied. Wij zijn er, mede om redenen van tijd, van uitgegaan dat wij niet eerst moeten beginnen met voor deze strook aanmerkelijke ingrepen te plegen. Het is niet ondenk baar maar zelfs zeer waarschijnlijk dat er aan de zuidkant van deze strook allerlei verlengingen, al lerlei verbredingen komen die tot binnen in de woonwijk door zullen lopen. Dat betekent dat op dat moment aan de groenstrook een afwerking gegeven zal worden. Daarbij zou het wel eens mogelijk kun

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 4