*2% miening is dat dy buorkerij nei Sport en Rekréaesje moat is dat best, mar ik fyn dat de ried oer sa'n bilangryk objekt yn sa'n plan in bislissing nimme moat. It tiidstip hwerop lit ik oan it kolleezrje oer, mar ik wol al dat it oan de ried foarlein wurdt. Ik meitsje dizze opmerking omt ik foarkomme wol dat de Tsjinst foar Sport en Rekréaesje plannen makket en seit: Wy krije dy buorkerij.) Ik durf het niet met zekerheid te zeggen, maar ik meen mij te herinneren dat bij de behandeling van het bestemmingsplan Kalverdijkje deze boerderij ook al ter sprake is geweest en dat toen een indicatie is gegeven. De raad interesseert zich voor boerderijen en t.a.v. deze boerderij is zeker in die periode gevraagd wat het college met deze boerderij denkt te gaan doen. Ik dacht dat in die fase al gezegd is: Wij hebben een opstal voor de Dienst voor Sport en Recreatie nodig en deze boerderij zou daar wel eens voor kunnen gaan dienen. Of dat een formele beslissing is geweest weet ik niet, ik denk het haast niet. Misschien zal dat nog moeten worden voorbereid. Ik wil wat dat betreft graag de zaak doorspelen naar mijn col I e— ga die de Dienst voor Sport en Recreatie onder zijn hoede heeft. (De hear Miedema: Moai.) Mevr. Visscher heeft een vraag gesteld n.a.v. punt 69. Er zijn nog een aantal terreinen in Bilgaard, ik ken ze niet uit het hoofd. In ieder geval zijn er nog onderhandelingen gaande met scholen, o.a. met de huishoudschool aan het Skrok, ik meen zelfs voor twee terreinen. Wij hebben onderhandelingen met de Analistenschool gevoerd over een ander terrein, maar die school gaat naar de Sixmastraat. Er wordt nog gesproken over een katholieke kleuterschool. Dat zijn een aantal potentiële kandidaten voor de terreinen in Bilgaard. In het Westeinde is ook voor het b.d.-terrein een potentiële kandidaat. In zo'n geval is het moeilijk bij voorbaat te zeggen: Gebruik het maar als speelterrein, want dan heeft men meer moeite met wat er daarna gebeurt dan nu met de weigering. (Mevr. Visscher—Bouwer: Ik vind het wel jammer dat het er dan zolang ongebruikt gelegen heeft.) Ja, maar het risico dat er aan ver bonden is is vrij groot. (Mevr. Brandenburg—Sjoerdsma: Ik vind uw argumentatie dat de zaak moeilijk terug te draaien is niet sterk. Je kunt het toch vooraf met de wijk bespreken. De katholieke kleuter school zit nu misschien al een jaar of zeven in een noodgebouw en die hoort eigenlijk op een andere plaats in het plan te staan. Als dat gebeurt komt het terrein waar nu het noodgebouw staat weer vrij. Het argument "dan hebben wij moeite de mensen van dat speelterrein te krijgen" spreekt mij dus niet erg aan. Dan kan je nooit meer ergens wat.) Dat is ook zo. Maar goed, als men er een paar doelpalen neer wil zetten en men vraagt verder niet te veel dan is dat niet zo heel erg; ik dacht echter niet dat het zinvol was dat de gemeente duidelijk toestemming geeft voor speelterreinen en de inrichting daar van, want dan krijg je behalve doelpalen veel meer inrichtingsstukken. Daar hebben wij al enige erva ring mee opgedaan. Dan de opmerking van de heer Van der Wal over het Kalverdijkje. Er is een bestemmingsplan Kal verdijkje door de raad vastgesteld en het college voert dat bestemmingsplan exact uit zoals het is vast gesteld, tenzij wij met artikel 19 en artikel 20 soms een wijziging inbrengen. De heer Singelsma sprak over bepaalde facetten van bestemmingsplannen; hij noemde o.a. blok- functies, historische kaarten. Wy binne op't heden mei allerhanne kaerten dwaende. Dat bart foar de hiele binnenstêd. Dy kaerten hat C.R.M. nedich yn forban mei de oanwizing fan de binnenstêd ta bi- skerme stêdsgesicht. Ik mien dat der yn de fragen fan it ministearje 5 forskillende soorten kaerten fre- ge wurde. Dy kaerten binne wy mei dwaende, sommige binne sa goed as klear, mei oare binne wy noch oan it wurk. Fierder is it sa dat, hwannear't wy straks bistimmingsplannen foar de binnenstêd meitsje, wy lytsskaliger wurkje moatte as yn bütengebietenDat bitsjut dat der yn sommige gefallen wierskynlik ek per pand neijere omskriuwingen komme moatte. De heer P.D. van der Wal: Ik wil alleen nog even zeggen dat ik het punt m.b.t. het Kalverdijkje aanhoud voor de begrotingsvergadering. Ik wil daar, nu het nog kan en het Kalverdijkje er nog groten deels is, een beslissing over vragen van de raad. Ik claim dit punt dus. (De Voorzitter: Het is mij niet helemaal duidelijk waar het u om gaat, maar dat zult u ons t.z.t. wel vertellen.) Het staat in punt 368, maar ik vind dat het duidelijk bij het hoofdstuk Bestemmingsplannen thuis hoort. Punten 70 t.e.m. 76. De hear Miedema: Ik wol graech in foorstel oer de oarder dwaen-. Ik stel jo foar de fragen 72 t.e.m. 76 oer to slaen omt wy op 1 desimber in ynformative riedsgearkomste oer Camminghabuorren hawwe en it ek komt to stean op de agenda fan de ried fan 6 desimber. Ik tocht dat wy op dit momint bol stiene fan de fragen oer Camminghabuorren en dat wy alles kogje en wjerkógje as wy der nou ek al oer prate. Ik tocht dat it better wie as wy der nou net oer praten mar dat wy de ynformative riedsgearkomste óf- wachtsje. De heer Geerts: Daar ben ik het niet mee eens. Hier zitten punten in die in de informatieve ver gadering niet aan de orde hoeven te komen als wij er nu even over praten. Er is m.n. één vraag waar ik nu graag over wil praten. De Voorzitter: Wij kunnen ons nu misschien het beste beperken tot datgene waarvan wij vinden dat het niet bij de informatieve raadsvergadering aan de orde moet komen. De heer Heidinga: Het antwoord op vraag 70 slaat alleen op Camminghaburen, de strook langs de zuidzijde van de Groningerstraatweg. Het antwoord slaat niet op de Hemrik. Nu heb ik bij geruchte vernomen(De heer Rijpma (weth.): Er staat nog een vervolg op het antwoord op de volgende pagina, mijnheer Heidinga. Daarin wordt de Hemrik wel genoemd.) Och, wat een sufferd niet! Dan is het klaar. (De Voorzitter: Mooi, dat is gauw opgelost.) De heer Geerts: Het gaat mij om punt 75. Wij hebben bij de doelstellingennota vrij uitgebreid gepraat over de samenstelling van de werkgroep. Hier was afgeweken van de projectorganisatie. Daar waren redenen voor. De wethouder heeft toen echter, omdat hij de bezwaren wel aanvoelde, toege zegd (De heer Rijpma (weth.): De vraag is anders beantwoord dan u hem bedoeld heeft. Ik wil direct wel het antwoord geven dat u bedoelt.) Dat is fantastisch. (De Voorzitter: Zullen wij het er op wagen. Dat scheelt een heel stuk.) Ja, als het niet goed is hoort u het nog wel. De hear Miedema: Ik wol my op dit momint unthalde fan in greate skóging oer Camminghabuorren, oer wenningbou der ensfh. Ik soe allinnich oan it kolleezje freegje wolle - ik haw it oer punt 73, de opheging fan it sudlike diel fan Camminghabuorren - dat der de greatst mooglike haest makke wurdt mei de tarieding fan dat plan, omt ik mien dat dat hiel slim driuwt. Ik wol it nou net neijer motivear- je, hwant jo wolle opsjitte. Mevr. Brandenburg—Sjoerdsma: Ik zou het volgende willen vragen m.b.t. het tweede gedeelte van Camminghaburen. Wij hebben het nu bouwrijpe deel half ontpolderd, wij hebben het ongeveer 80 cm opgehoogd. Wij weten dat wij, als wij insteken willen maken - dus een verbinding met het buiten water -, een gedeelte van deze wijk op moeten hogen of er kaden omheen moeten leggen. De rest moeten wij bemalen. Nu kwam bij mij de vraag op of het niet mogelijk was om het in dat andere deel anders te doen. Kunnen wij niet eens bezien of wij dat geen polder zouden kunnen laten? Dat zou ons de ophoging kunnen besparen. Wij hebben destijds - een paar jaar terug - hier ook wel die discussie gehad, dat weet ik wel, maar wij zien nu dat er niet zoveel voordelen zitten aan dat half-ophogen. U hoeft daar nu niet een antwoord op te geven - dat kunt u waarschijnlijk ook niet -, maar misschien kan er als het plan Camminghaburen aan de orde komt eens over gepraat worden. De heer Rijpma (weth.): In wezen hoef ik alleen de niet gestelde vraag van de heer Geerts maar te beantwoorden. Er is gevraagd naar de samenstelling van de werkgroep Camminghaburen. Als u in de vraag "stuurgroep Camminghaburen" had gezet dan had u een ander antwoord gekregen, want de men sen die in het antwoord genoemd zijn zijn de mensen van de werkgroep. In de stuurgroep zitten de he ren Achterhof, Muller, Van der Ree, Van der Wal en Corée en als waarnemers ondergetekende en twee mensen van de P.P.D.; verder zitten in die stuurgroep een vertegenwoordiger van de afdeling S.Z.W., de heer De Waard, en een vertegenwoordiger van de afdeling Onderwijs, de heer Mannen. Die stuur groep wordt begeleid door een coördinatiegroep waarin de functionele raden vertegenwoordigd zijn. Mijn toezegging t.a.v. uw suggestie van toen hebben wij reeds de dag daarop gerealiseerd. De heer Geerts: De woorden die hier gebruikt worden zijn allemaal wat moeilijk. In de oorspron kelijke organisatiestructuur wordt niet over werk- en stuurgroepen gesproken. Dat zijn allemaal be grippen die later ingevoerd zijn. Verwarring is dus duidelijk mogelijk. De heer Rijpma (weth.): Ik hoop dat ik die verwarring nu in ieder geval verkleind heb. (De heer Heidinga: |ls er ook niet een groep architecten van B.N.A. die zich hiermee bemoeit?) Nee, die gaan wij naar de Linnaeusstraat sturen. De hear Miedema: Ik wol noch al even sizze dat ik it tige knap fyn dat de wethalder wist hwat Geerts bidoeld hat mei de fraech, hwant ik haw de fraech steld. (Laitsjen) (De Foarsitter: Nou is it mar to hoopjen dat it ek jo bidoeling wie.) De heer Rijpma (weth.): Ik zal mij wat de opmerkingen van mevr. Brandenburg betreft onthouden van commentaar. Zij heeft daar ook niet om gevraagd. Wij zullen er op terug komen zo gauw dat mo gelijk is. Of dat al bij de nota over Camminghaburen het geval zal zijn weet ik niet, maar in ieder geval wel bij het raadsvoorstel dat volgens ons op die nota zal moeten volgen. Het komt een keer aan de orde en wij zullen daar dan de argumenten aandragen op grond waarvan wij concluderen dat er wel opgespoten moet worden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 15