33 door particulieren. In stadsvernieuwingsgebieden nemen wij de rehabilitatie zelf ter hand of bestemmen wij de panden voor een ander doel. (De heer P.D. van der Wal: Maar neemt u in het vervolg maatrege len om deze toestand te voorkomen?) De beslissingen t.a.v. alle panden zijn dus in principe genomen. Alleen de uitvoering is op een termijn van een aantal maanden te verwachten. Met die erfenis zijn wij dan klaar. Wat die maatregelen betreft, wij zijn praktisch in geen enkel gebied meer aan het aanko pen. De raad heeft nadrukkelijk aangewezen in welke gebieden nog verder aangekocht moet worden. In Huizum-Bornia kopen wij b.v. nog aan met het doel te slopen. Zo gauw wij daar een pand hebben slopen wij het. Het enige gebied waar wij op het ogenblik nieuwe aankopen plegen is het gebied Cam- straburen-zuid. (De heer P.D. van der Wal: Is het 100% zeker dat die woningen ooit zullen worden af gebroken?) De raad heeft daarover een beslissing genomen en die voert het college uit. (De heer P.D. van der Wal: Maar wij kunnen dat nu niet weten. In die gevallen moeten dus de panden door de ge meente goed worden onderhouden, al zou het alleen al voor de buurtbewoners zijn, maar het is ook in ons eigen belang. Aan de hand van de enkele voorbeelden die ik in de vraag heb genoemd wordt aan getoond dat dat tot dusverre nooit gebeurd is en ik zou graag willen dat het college maatregelen neemt en opdracht geeft om dat soort panden die in twijfelsituaties zitten goed te blijven onderhouden. Is het college daartoe bereid? Dat is toch een heel normale vraag?) In de buurt waar wij nu begonnen zijn met het aankoopbeleid, in Camstraburen-zuid dus, zullen wij proberen - maandag a.s. komen de eerste twee aankopen in de raad, een derde is onderweg - die panden die op dit moment in een goede onderhoudstoestand verkeren zo snel mogelijk te verhuren; wij zullen ze blijven onderhouden. Het pand dat nog onderweg is schijnt echter al in een dermate slechte toestand te zijn - het is al verlaten - dat het niet verhuurd kan worden; het is door de eigenaar al verlaten voordat het ons is aangeboden; het is inmiddels stuk. 5. Monumentenzorg. De heer Heidinga: Ik weet niet of ik het behoor te weten, maar is er wat met de hervormde kerk van Wirdum? Ik dacht dat die 3 jaar geleden eigenlijk al gerestaureerd had zullen worden. De heer Rijpma (weth.): Bij Monumentenzorg ontbreken op het ogenblik de middelen, ondanks de aandrang die wij uitoefenen. (De heer Heidinga: Het zit dus gewoon op subsidie vast.) Ja, inderdaad. B. Openbare Werken. 1. Straten, pleinen, rioleringen en bruggen. Punten 88 t.e.m. 91. Mevr. Visscher—Bouwer: Punt 91 gaat over de aankleding van het Waagplein. Ik heb één vraag. Er staan bij de Waag altijd veel meer auto's dan er mogen staan. Is er nu niet eens te overleggen of die niet kunnen worden verwijderd? Ik vind het eigenlijk een aanfluiting. De heer Rijpma (weth.): Er worden herhaaldelijk bekeuringen gegeven. Het aantal bekeuringen is daar zeer groot. (Mevr. Visscher—Bouwer: Nou ja, dat brengt dan nog wat op, maar misschien kan er eens extra aandacht aan worden geschonken.) (De heer P.D. van der Wal: Jammer dat wij dat geld niet krijgen.) Er is geen plek in de stad waar meer bekeuringen gegeven worden als juist daar. Het is jam mer dat u de getallen niet in onze begroting kunt zien. Punten 95 t.e.m. 97. De hear Singelsma: Ik haw frege oft it kolleezje de fuotpaden net oanjaen kin. Yn it antwurd op fraech 96 seit it kolleezje dat it dat net fan plan is. De wethalder komt wol ris yn Ingelan haw ik le zen en der hat hy grif wol sjoen dat elts fuotpaed by elts doarp as iepenbier fuotpaed oanjown is. Hjir wurdt as antwurd jown dat it pleatsen fan buorden net folie uthel let omt men al oan it bigjin fan it paed stiet foar't men it buordtsje sjocht. Mar as men de paden net kin dan sjocht men se faek net. It is dochs in lytse muoite om sokke fuotpaden dy't foar de minsken bigeanber binne even oan to jaen. Ik fyn dit antwurd in bytsje unbifredigjend. Wy hawwe al sa'n bytsje fuotpaden yn Ljouwert en it is mar in lytse muoite dy even oan to jaen. Hwerom soe dat nou net kinne? /T3<V De heer Janssen: Even iets over hetzelfde punt. Ik zou een suggestie willen doen. U schrijft in het antwoord dat het niet veel uithaalt de voetpaden aan te geven, maar is het niet mogelijk een artikel tje met een kaartje in Aan de Grote Klok te plaatsen zodat de Leeuwarder ingezetenen daar opnieuw kennis van kunnen nemen? (De heer Heidinga: Dat is al gebeurd.) Ja, het heeft er al eens in gestaan, maar misschien kan het nog eens. De heer Rijpma (weth.): Ik begin even bij de suggestie van de heer Janssen. Dezelfde suggestie is vorig jaar ook gedaan, maar toen was het nog maar heel kort geleden dat het in Aan de Grote Klok had gestaan. Ik moet daar toch wel uit concluderen dat de raadsleden niet zo goed onthouden wat in Aan de Grote Klok staat. Ik wil de suggestie echter best doorgeven aan de commissie die daar over gaat. Ik kin my wol foarstelle dat de hear Singelsma net tofreden is. It wie mear in aerdichheitsje sa to antwurdzjen. Sa nou en dan mei der ek wol ris hwat tusken dat in bytsje prikkel jend is of yn elts gefal hwat utdaegjend. By sommige minsken kin dat ek hiel hwat lije. Ik wol wol ris neigean litte oft it yn- died sin hat om by bipaelde paden in oantsjutting to setten hwer't it paed hinne giet of sahwat hinne, mar it sil dan ek in oanwizing wêze moatte dy't stean bliuwt; it moat net sa wêze dat der op moandei in pealtsje delset wurdt mei in buordtsje en dat wy 3 dagen letter ta de untdekking komme moatte dat der neat mear stiet. (De hear Singelsma: Ik jow ta dat dat hjir in probleem is.) As wy it dogge dan moatte wy wol nei in foarm sykje dy't hwat stabyl is en sin hat. Ik siz jo ta dat wy us dêr ris hwat seri euzer oer biriede sille dan wy wierskynlik dien hawwe by it biantwurdzjen fan dizze fraech. (De hear Singelsma: It wie in lyts grapke. Ik wol noch even in suggestje dwaen. In poddestoel kin men net ut'e groun 'luke; sa docht de A.N.W.B. it. Dat soe in oplossing wêze kinne.) Se kinne in soad, hear, as ik it by my yn de buert ris bisjoch. Mar goed, wy sille it bisjen. Punten 98 t.e.m. 101. De heer C. de Jong: Ik zou graag een opmerking willen maken n.a.v. punt 98. Er staat in het ant woord dat de meeste straten buiten het centrum die in de routes van de Stadsautobusdienst liggen ge asfalteerd zullen worden. Ik vind het erg jammer dat het stadscentrum daar niet voor in aanmerking komt, hoewel ik dat wel begrijpelijk vind. Er staan in het stadscentrum en vooral aan de Voorstreek diverse monumentale panden. Bij het aanbieden van de nieuwe busroutes is er steeds over gesproken dat de bussen in het centrum niet harder kunnen rijden dan de minimale snelheid die ze kunnen berei ken en dat ze ook niet harder hoeven te rijden omdat ze ruim voldoende tijd hebben om hun route te rijden. Ik moet gewoon constateren dat de bussen in de avonduren en op de zondagen veel harder rij den dan die minimale snelheid. In de vraag staat dat de trillingen van het busverkeer tot een minimum moeten worden beperkt i.v.m. het gevaar dat de bebouwing langs de busroutes door die trillingen loopt. Het is afschuwelijk hoe de bussen in de avonduren en op de zondagen door het stadscentrum scheuren. Als wij monumenten en walmuren willen beschermen en ook het woonklimaat willen verbeteren in ons stadscentrum dan zullen wij daar iets aan moeten doen. De oplossing heb ik niet voor handen, maar wij zullen er beslist iets aan moeten doen. De snelheid van de bussen zal in het stadscentrum beperkt moeten worden. De heer P.D. van der Wal: Ik wil iets zeggen in aansluiting op hetgeen de heer De Jong heeft ge zegd. Het valt natuurlijk iedereen op dat de grote zware bussen met een enorme capaciteit meestal met een zware onderbezetting rondrijden, m.n. 's avonds. Die bussen zijn terecht berekend op spits uren; dan zitten ze waarschijnlijk ook vol. Als er nu ooit weer eens nieuw materieel aangeschaft gaat worden, is dan niet van gemeentewege de suggestie te doen daarvoor licht materieel te nemen en de ze bussen dan als reservebussen voor de spitsuren te nemen? Aan chauffeurs kost je dat niets, het is in de exploitatie waarschijnlijk nog goedkoper ook. Wij zouden als dat gebeurt voor een groot gedeelte van de dag van die grote, zware, stinkende en denderende bussen af zijn. De heer Rijpma (weth.): Ik weet op de vraag van de heer De Jong nauwelijks een antwoord te ge ven. Hier staan duidelijk tegenstrijdige belangen op het spel. Ik dacht niet dat het een zinvolle zaak was om in het binnenstadsgebied te beginnen met een asfalteringsprogramma. Aan de andere kant, het zou een keer zo ver kunnen komen dat de overlast, die ontstaat als wij realiseren wat wij in het bin nenstadsplan hebben gezet en dus alle uit het oosten komende bussen over de Voorstreek en door de St. Jacobsstraat gaan, zo groot wordt dat er bijzondere voorzorgen getroffen moeten worden, als er anders niets is misschien wel in asfalt, maar dat zullen wij dan op dat moment aan de hand van de situatie die er dan is moeten bekijken. Er is met de Fram herhaaldelijk gesproken over kleinere bussen. Vanuit het oogpunt van exploitatie van de Fram - u weet dat daar nauwkeurig toezicht op bestaat - is tot dusver niet de mogelijkheid naar voren gekomen met sterk verschillende bustypen te werken. Dat bete- «*v 'i

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 18