l& £2- dizze start forrint. Wy soene der dan hwat sicht op krije kinne oft de raming reéel is. Us fraksje is ak- koart dat wy op dit momint bigjinne, is ek akkoart mei it foorstel. Mar foar't wy fierder geane hawwe wy der dochs wol bihoefte oan om to sjen hoe't dit rint„ Wy moatte earst hwat erfaring opdwaen, wy moatte ek ris sjen hoe't wy mei ós finansearring utkomme, hwat wy fan hwat hjir fan ós frege wurdt dutsen krije. It giet dus om de hiele finansiéle grounslach fan dit gefal. Ik leau, wy moatte bigjinne, mar wy forwachtsje fan it kolleezje dat it dit sekuer folget en by in folgjend foorstel op dit mêd yn- formaesje jowt oer dizze start. Dan noch even it brief fan de Kring Fryslan B.N.A. dy't oan it kolleezje stjurd is en hwer't de ried in ófskrift fan krigen hat. Us fraksje is fan bitinken - safier fan in fraksjestanpunt praet wurde kin as jo op sneon noch in brief krije - dat dit wier wol in taek is foar de Stedsfornijingskorporaesje, dêrfoar hawwe wy him oprjochte. Op de projektburo's wurdt uteinliks neffens ós folie mear dien as hwat in architekt docht; it giet net allinne om de boukundige foorstellen, de boukundige tekeningen. Wy leauwe dus dat it net sinnich is hjir architekten by yn to skeakeljen, tominsten op dit momint net. As wy erfaring krije en dan blykt dat der in taek foar de architektenburo's yn sit dan moatte wy it noch ris op'e nij bisjen. De iennige winsk dy't ik utsprekke wol is: Dizze minsken hawwe in brief skreaun en frege om in underhald mei it kolleezje sadat hja harren stanpunt taljochtsje kinne; ik soe it op priis stelle dat hja dy mooglikheit krije. Hja hawwe frege om in underhald foar dizze gearkomste. Dat hat nim ik oan net mooglik west. Mar ik leau dochs dat it goed wêze soe dat it kolleezje mei in deputaesje fan dizze minsken praet en utleit hoe't it stanpunt fan de gemeente is en hwerom op dit momint foar dizze wei keazen wurdt. De hear Singelsma: It liket my ta dat hjir hwat in skriemerige toan oer it jild om'e hoeke kaem. Ik tocht dat, as wy de Stedsforni jjingskorporaesje dy't oprjochte is goed wurkje litte wol Ie, wy it dy net oan de nedige middels untbrekke litte moatte. Ik biskógje dy Stedsforni jingskorporaesje mear yn de trant fan in wetswinkel dy't gjin konkurrinsje oandocht oan de advokaten; it giet om in buro dat de biwenners eins mear fan advys tsjinnet. Dat hjir nou sprake is fan in uneigentlike konkurrinsje t.o.f. architekten, nou, dat wol der by my hielendal net yn. Ik fyn it sosiael sjoen in goed ding dat de minsken dy't hjir mei problemen sitte bigelieding krije op de wei om to kommen ta forbettering fan harren wenten; dêrfoar moat harren de nedige middels net untnommen wurde. De heer Rijpma (weth.): Ik zou eigenlijk het liefst aan willen sluiten bij degenen die gezegd heb ben: Wij zijn met de stadsvernieuwing begonnen en daar moeten wij mee doorgaan. Wij zijn in de Transvaalwijk op weg gegaan een aantal jaren geleden; daarbij hebben wij ervaring opgedaan met projectbureaus. Die ervaring heeft ons er toe gestimuleerd om te zeggen: Wil je in gebieden waar in het verleden op zijn minst enige teleurstelling is geweest over het gemeentelijk beleid vertrouwen kweken, wil je in die gebieden de zekerheid bieden dat er ook gerehabiliteerd kan worden, dan zal je wat moeten wagen. Je zult wat moeten wagen tegen de achtergrond van wat er in de Transvaalwi jk gebeurd is; en dat is een goede ervaring geweest. Ik dacht dat wij het ook in deze wijken zo zouden kunnen doen als onze ervaring ons gewezen heeft. Inderdaad zal het in het begin wel wat moeite kos ten om op gang te komen. Het eerste miljoen in de Transvaalwi jk heeft langer geduurd dan het tweede miljoen en het tweede miljoen heeft langer geduurd dan het derde miljoen. Of het eerste miljoen hier zolang duurt als in andere wijken het geval was weet ik niet, ik dacht dat men in deze nieuwe wijken de katalysator van de Transvaalwi jk toch wel gevoeld zal hebben. Ik geloof dat het zinvol is om direct met een redelijk bemand projectbureau te starten. Ik zou er nog bij willen zeggen - dat is ook door anderen al gezegd - dat dit projectbureau niet alleen tot taak heeft architectenwerk te verrichten; dit projectbureau heeft een veel bredere taak. Ik dacht dat de werkzaamheden die om de architecto nisch getinte werkzaamheden heen zitten misschien wel 70% of 80% van het totaal uit zullen maken; het gaat om overleg met al die mensen, het wijzen op subsidieregelingen, het invullen van aanvraag formulieren en noem maar op. Ik geloof niet dat een architect in staat is dit te doen. Als een architect met dit kruimelwerk - dat woord moet niet verkeerd begrepen worden, maar in verhouding tot andere objecten is het toch kruimelwerk - aan de gang zou moeten dan zou hem dat m.i. al gauw tegen staan; hij zou al gauw tot de conclusie komen dat hier geen droog brood aan te verdienen valt. Nu even naar de subsidiëring. Er is een dekking van 250,per pand. Ik moet zeggen dat wij in onze dunbevolkte wijken een achterstand hebben op andere wijken. Dit zelfde bedrag wordt ook uitgekeerd in een Amsterdamse stadswijk waar men aan het renoveren is; daar is het aantal huizen per projectbureau veel en veel groter. Als er in een bepaald blok een groot aantal woningwetwoningen zitten dan is de renovatie minder complex en gaat sneller; daarbij hoeft dan op de 250,relatief een geringer beroep te worden gedaan. Het is bij de subsidiërende instanties ook bekend dat wij wat dat betreft in een andere situatie zitten en dat heeft er al toe geleid dat, toen in de Transvaalwi jk de 250,pot leeg was, men ons niet heeft laten zitten maar dat men tot een percentage van 70 van de nog te maken kosten wilde blijven subsidiëren. Wij hebben goede verwachting dat er ook in deze wijken een soortgelijke regeling tot stand zal komen. Dat betekent dat er nog altijd een 30% over blijft. Wij menen dat een gedeelte van die 30% gedekt moet worden door bijdragen van de bewoners zelf. Ik geloof dat het alleen maar een goede zaak is wanneer de bewoners ook een met de verbetering enigszins corresponderend bedrag op tafel moeten leggen. Dan zal er misschien nog wel wat over blij ven en zal er in het beleidsplan dekking moeten worden gevonden. Een van de dingen die b.v. een mogelijkheid bieden is het Stadsvernieuwingsfonds dat wij aan het opbouwen, soms ook aan het uitge ven zijn; soms weten wij niet of het negatieve zwaarder is dan het positieve, maar wij hebben toch wel hoop dat er nog een aantal bedragen in dat fonds terecht zullen komen uit de toezeggingen die het ministerie ons t.o.v. bepaalde zaken al heeft gedaan. Ik dacht zo dat wij niet lichtvaardig moeten zeggen dat het allemaal wel betaalbaar is. Mar oan de oare kant bin ik it mei de hear Singelsma iens dat it wier net sa skriemerich hoecht. Mevr. Smit: Ik ben blij dat de wethouder de zaak niet lichtvaardig inziet, maar ik heb er toch wel zorg over. Als wij nu beslissen tot het verlenen van deze kredieten dan weten wij zeker dat wij door moeten gaan. Maar over de dekking in de toekomst heb ik toch echt nog onvoldoende gehoord om daar gerust op te zijn. Ik geloof dat het verstandiger is om eerst een aantal zekerheden in te bouwen voordat wij daar op verder gaan. Ik ben het volledig met eerdere sprekers eens dat de begeleiding van de planning en de rehabilitatie geen architectenwerk is, maar de plannen tot individuele verbouw zijn dat wel. Wij hebben ervaring met projectbureaus, wij weten dus ook wat ze gedaan hebben en hoe dat ging. Als het nodig is om het vertrouwen in de wijk Oldegalileën te herscheppen dan vind ik dat daar deze subsidieregeling niet voor bestemd is. Ik vind het een heel trieste zaak als dat wel zo zou moeten gebeuren. Wij zouden daarvoor m.i. heel andere middelen moeten gebruiken en geen financiële midde len. Het is uiteraard beter als zo'n projectgroep bredere werkzaamheden heeft, maar gezien de stukken die ter visie gelegen hebben lijkt dat in het begin toch nog niet zo te zijn. Het lijkt mij in ieder ge val onvoldoende. Alles wat de wethouder zegt geeft geen garantie voor de dekking voor de toekomst en de spoeling wordt steeds dunner want er zijn steeds meer gemeenten die op deze subsidiepot een beroep doen. Mevr. Brandenburg—Sjoerdsma: Wi j hebben niet zoveel zekerheden gekregen maar wij moeten de sprong maar wagen, dacht ik. De heer Knol: De organisatie van de stadsvernieuwing is niet alleen een Leeuwarder probleem, dat speelt in alle steden. Nu wilde ik de wethouder in overweging geven het systeem dat in Amsterdam wordt gevolgd - hij haalde dat straks even aan - eens te bekijken. In Amsterdam heeft de Federatie van Woningbouwcorporaties - die hebben wij hier tenslotte ook - samen met de Stadsvernieuwings corporatie een projectorganisatie opgezet. Dat is in nauw overleg gegaan met de gemeente. Die pro jectorganisatie heeft becijferd dat de stadsvernieuwing en de renovatie van woningen voor de project organisatie op ongeveer 1 .000,per woning komt; het bedrag van 250,was dus veel te laag. Dat systeem spreekt mij op zich wel aan omdat er dan een stuk continuïteit wordt gecreëerd; er wordt een stuk praktische ervaring van woningbouwverenigingen ingebracht op financieel en organisatorisch gebied. Ik zou u dus gewoon in overweging willen geven dit eens in het overleg te brengen dat u hebt met de Federatie van Woningbouwcorporaties. Misschien voelen ze er wat voor. Dan krijgt de Stads vernieuwingscorporatie meteen een wat bredere basis van waaruit gewerkt kan worden. De heer Bijkersma: De wethouder sprak over het werk dat de bouwkundigen moeten verrichten; dat zou kruimelwerk zijn. Ik begrijp wel wat hij daarmee bedoelt, maar ik zou hem toch willen vragen welke rang die bouwkundigen krijgen die hier worden aangesteld en hoe dat was in de Transvaalwi jk. (Stem: Sergeant-majoor.) (Gelach) De heer Rijpma (weth.): Ik geloof dat de heer Bijkersma goed kan denken in ambtelijke termen. Ze krijgen een behoorlijke vergoeding, ze zijn in tijdelijk dienstverband. Het rijk en de gemeente hebben beide een rangenstelsej en ik ben er van overtuigd dat zij in één van beide passen. Mevr. Smit heeft gezegd dat wij het vertrouwen niet moeten wekken door middel van een subsidie- pot. Welnu, aan de ingang van Oldegalileën staat geen zak met geld, maar midden in de wijk staat een projectbureau; dat is heel wat anders. Het projectbureau is een hulporganisatie die weliswaar uit subsidies betaald wordt, maar wij trachten het vertrouwen te wekken door maximale ondersteuning van het werk dat in de wijk op een veelzijdige manier moet geschieden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 28