1zSi\ VSSZ Mevr. Brandenburg heeft geconstateerd dat er niet erg veel garanties zijn voor de financiële hulpmiddelen. Er zijn echter wel een aantal indicaties die ons enig vertrouwen geven dat de financiële lasten voor de gemeente toch wel draagbaar zullen zijn en blijven. De heer Miedema heeft in eerste instantie een opmerking gemaakt over de architecten; ik heb ver geten daar een antwoord op te geven. Uiteraard zijn wij altijd bereid om met deze mensen een ge sprek te voeren en hen duidelijk te maken over welke zaken het hier gaat. Het past trouwens in de rij van ontvangsten die nogal vaak plaats vinden. Ik heb begrepen dat er vroeger weinig architecten bij de wethouder kwamen, tegenwoordig komen er vele; ze hebben kennelijk ontdekt dat de koffie daar redelijk goed is. Wij zullen hen dus graag op een goede wijze ontvangen. De heer Knol heeft een opmerking gemaakt over het systeem dat in Amsterdam gehanteerd wordt. Wij hebben ook met die gedachte gespeeld en wij hebben ook gedacht dat de Leeuwarder Federatie van Woningbouwcorporaties in deze Stadsvernieuwingscorporatie de helpende hand zou bieden. Daar toe hebben zij, dacht ik, ook een uitnodiging ontvangen. Ik dacht zelfs dat in de statuten nog steeds aangegeven staat dat er een paar lege plaatsen zijn. Ik zou zeggen, alle mogelijkheden voor de Fede ratie van Woningbouwcorporaties om met de Stadsvernieuwingscorporatie tot een hechte samenwerking te komen zijn aanwezig, laat men die mogelijkheden gebruiken. (De heer Knol: Ik had het over de uitvoerende kant van de zaak en dit is duidelijk het besturende vlak. Daar is een heel verschil tussen, dacht ik.) Soms wel, soms niet. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat mevr. E.N.J. Smit wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd. Punt 17 (bijlage no. 396). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 17a (bijlage no. 414). Mevr. Visser—van den Bosi Wij hebben de raadsbrief tegen het weekeinde gekregen zodat wij er in onze fractie geen overleg over hebben kunnen plegen. Ik heb toch wel geprobeerd een paar inlichtin gen te krijgen, maar ik vraag er u nog een paar bij. Volgens de informatie die ik zo terloops even ge kregen heb gaat het hier om woningen in de Bildtsestraat, de Franekerstraat en de Harlingerstraatweg. Wanneer dat klopt dan komt de volgende vraag: Vindt u dat de huur na de renovatie niet te weinig verschilt? Als ik het zo bekijk - ik weet natuurlijk niet precies om welke woningen het gaat - dan is er nogal een verschil in stand - als ik dat woord tegenwoordig nog mag gebruiken - tussen de Har lingerstraatweg en de Franekerstraat. Ik denk dat de woningen aan de Harlingerstraatweg een veel ho gere huur kunnen opbrengen dan die in de Franekerstraat, terwijl het verschil nu te gering is. Wij kun nen natuurlijk wel akkoord gaan met de proefrenovatie, maar kan er over de huur in de Commissie voor het Woningbedrijf niet nog eens gediscussieerd worden? Ik begrijp wel dat deze huur tot stand komt via een kostprijsberekening en wat er aan boekwaarde is enz., maar ik hoop dat het toch moge lijk is ook wat uit te gaan van de gewone reële handelswaarde en de huur daarop af te stemmen. Ten slotte zou het toch ook mogelijk moeten zijn om bij een dergelijk complex waarin zoveel verschillende straten zitten de huur te mixen. De heer Bijkersma: Ik wil graag even het woord hebben, want ik ben toch wel een beetje teleur gesteld om niet te zeggen boos over de raadsbrief. Het gaat om de 7e alinea. Daarin staat: "Met de Commissie voor het Woningbedrijf en de Commissie voor Openbare Werken zijn wij van mening dat de onderhavige proefrenovatie onderhands dient te worden aanbesteed." Dat is in strijd met datgene wat ik heb gezegd in de Commissie voor Openbare Werken. Ik heb in die commissie duidelijk gesteld dat mijn principe is: Openbare aanbesteding is een van de pijlers van de democratie. (Gelach) Zolang dat hier nog geen regel is geworden ga ik protesteren tegen het onderhands aanbesteden. Ik begrijp dat dat misschien wel een grapje waard is, maar ik dacht dat het onderhands aanbesteden in onze gemeente regel is geworden en dat ik daarom de openbare aanbesteding moet verdedigen. Ik vind dat het anders om moet: Openbare aanbesteding moet regel zijn en als het een keer nodig zou zijn dan zou de onder handse aanbesteding geregeld moeten worden. In de commissie heb ik gezegd dat ik zo langzamerhand - ik zit er nu een paar maanden in - niet meer weet wat ik doe. Iedere keer kom ik weer een uitzon dering tegen, iets dat onderhands moet worden aanbesteed. Ik heb toen ook gezegd: Ik laat mij niet meer opzij schuiven door argumenten, mijn principe blijft: Onderhands aanbesteden is onjuist en ik wil graag dat dit openbaar wordt aanbesteed. Juist in dit geval kan ik onderhandse aanbesteding wel begrijpen, maar ik zeg om principiële redenen dat het toch openbaar moet worden aanbesteed; dat heb ik in de commissie ook duidelijk gesteld. De heer Eijgelaar {weth.): Ik begin met de beantwoording van de vragen van mevr. Visser. Zij heeft zelf al gezegd hoe deze huurprijs tot stand gekomen is; dat is gewoon een kwestie van het ge- investeerde bedrag en de regeling die daarvoor geldt. Zij vraagt of het mogelijk is wat meer differen tiatie in de huurprijzen te brengen. Ik kan mij dat wel voorstellen voor hetzelfde type woningen (hoekwoning of middenwoning), maar bij verschillende typen woningen wordt het wel moeilijker; het wordt nog moeilijker als je het zou moeten gaan mixen, zoals mevr. Visser zei, want als je mixt krijg je een eenheidsprijs. (Mevr. Visser—van den Bos: Dat bedoel ik niet, hoor.) Dat dacht ik eigen lijk al. (Gelach) (Mevr. Visser—van den Bos: Ik bedoel dat het voordeeltje valt op de woningen die min der aantrekkelijk gelegen zijn.) Ja, dat begrijp ik. Ik zeg toe dat wij dat in de Commissie Woningbe drijf nog een keer aan de orde zullen stellen om te bezien wat er mogelijk is. Het is de laatste tijd inderdaad wel zo, ook bij de nieuwbouw, dat er met de soort factoren die mevr. Visser noemt rekening gehouden wordt, dat er een differentiatie plaats vindt. Of dat in dit geval bij deze woningen ook zo is kan ik niet zeggen, maar wij zullen het wel in de commissie aan de orde stellen. De heer Bijkersma is boos geworden, m.n. over wat er in de 7e alinea van de raadsbrief staat. Het is jammer voor de heer Bijkersma, maar de Commissie Openbare Werken heeft geadviseerd dit onder hands aan te besteden; mijnheer Bijkersma - dat blijkt ook duidelijk uit het verslag van die commis sie - was daar tegen, maar de meerderheid van de commissie was er voor. Aangezien wij niet in een raadsbrief zetten dat een meerderheid voor en een minderheid tegen was staat er in deze raadsbrief ...o (De heer Ten Brug (weth.): Op basis van de democratie.) (Gelach) In de raadsbrief staat daarom dat de Commissie Openbare Werken zo heeft geadviseerd. Ik heb begrepen dat de heer Bijkersma in dit geval een onderhandse aanbesteding toch wel acceptabel vindt - dat doet mij deugd -, maar dat hij er tegen is omdat er teveel onderhands wordt aanbesteed; hij heeft met zoveel woorden gezegd dat hij er in dit speciale geval eigenlijk wel voor zou zijn. Dat in ogenschouw genomen meen ik dat wij een heel goed voorstel aan de raad hebben gedaan want het is in dit geval inderdcad nodig onderhands aan te besteden. Wat de onderhandse en openbare aanbestedingen betreft, daar heeft collega Rijpma wat meer ervaring mee, hij wil daar vast nog wel wat van zeggen. (De heer Rijpma (weth.): Nee, hoor.) De heer Bijkersma: Ik had gedacht dat weth. Rijpma ook nog iets zou zeggen. Ik schrok zopas al toen zijn collega ging staan om te antwoorden want daar kan ik natuurlijk niet zo goed mee praten over deze zaak dan met weth. Rijpma. Dat het niet de gewoonte is zoiets in de raadsbrief te zetten kan best zijn, maar ik had het charmanter gevonden dat het er wel bij had gestaan, want het gaat hier om een principezaak. De wethouder weet dat het voor mij een principezaak is en juist principe zaken moet je niet verschuilen achter een meerderheid. Als in de raadsbrief gestaan had "de meerder heid van de Commisjie voor Openbare Werken" dan was ik helemaal tevreden geweest; dan was dui delijk geweest voor iedereen dat er bij ons principes zijn waarvoor wij niet wijken. (De Voorzitter: Maar het is nu dus wel bekend.) Ik blijf doorgaan tot openbaar aanbesteden regel is geworden. (Gelach) Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeg ging van weth. Eijgelaar. Punten 18 t.e.m. 21 (bijlagen nos. 387, 390, 392 en 391 Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 22 (bijlage no. 411 De heer Buising: Ik heb een paar korte opmerkingen en wat vragen. Ik ben het wel eens met de eenmalige uitgave voor het extra aanschaffen van plm. 6.100 banden zoals zo technisch in de raads brief staat. Ik ben het ook wel eens met het bedrag van 48.400,per jaar ten behoeve van de auto matisering van de administratie van de Openbare Bibliotheek. Ik heb wat meer kritische opmerkingen bij de laatste alinea van de raadsbrief, vooral wat betreft de laatste 2 zinnen. Ik kan mij nog voorstellen dat u om duidelijke specificaties gaat vragen voordat u eventueel weer nieuwe begrotingen goedkeurt, maar ik vind het erg vreemd wat u stelt in de laatste zin, n.l.: "Verder stellen wij u voor aan goedkeuring van de volgende begrotingen van de Openbare Bibliotheek de voorwaarde te verbinden dat alle nog af te sluiten overeenkomsten met de C.B.D. Fries land alsmede de toekomstige wijzigingen in de overeenkomsten de goedkeuring van ons college behoe-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 29