A
(0$
De heren Pronk en Miedema vragen beiden waar wij in de toekomst met de slakken heen moeten,
omdat wij ze maar tijdelijk in het Kalverdijkje kwijt kunnen. Er is in het verleden inderdaad in de we
genbouw gebruik gemaakt van deze slakken; niet in Rotterdam maar in Amsterdam wordt alles afgeno
men door de eigen dienst voor de wegenbouw, voor parkeerterreinen en wat dies meer zij. Onze dienst
meent dat op dit moment de kwaliteit van de slakken als gevolg van - de heer Pronk heeft dat al ge
noemd - de aanwezigheid van glas de slakken ongeschikt maakt voor gebruik als onderlaag bij de we
genbouw. Wij hebben onlangs hierover weer een gesprek gehad. Getracht zal worden opnieuw proeven
te nemen om te proberen in de nabije toekomst ook voor de wegenbouw in en rondom Leeuwarden van
de slakken gebruik te maken. Wij menen dat dat wel kan. Het is waarschijnlijk een kwestie van eens
weer proberen. Wij hebben hoop - ik heb die althans - dat dit tot resultaten zal leiden. Als het op
andere plaatsen kan dan zou het hier ook moeten kunnen. Als een nieuwe proef tot resultaat zou lei
den dan zou het probleem van het verwerken van de slakken in de toekomst opgelost zijn.
De heer Van Rooijen: Het is niet zo dat wij een chemische analyse van de slakken hebben, maar
u kunt zich wel voorstellen dat het hierbij gaat om de onverbrandbare substanties die in het huisvuil
aanwezig zijn. Het zijn over het algemeen de steenachtige materialen - die worden verkleind - en
het glas die over blijven. Er werd destijds gezegd dat werd verwacht dat al het glas zou verbranden,
maar wij verwerken glassoorten waarvan het smeltpunt varieert van 800 tot 1.400 Wij hebben de
temperctuur over het algemeen op 1.000 dus blijven de glassoorten met een hoger smeltpunt over. Het
afzonderlijk inzamelen van glas stuit toch wel op bijzonder grote bezwaren. Er zijn vele acties ge
weest in allerlei gemeenten, ook uit overwegingen van recycling. Ik neem aan dat velen uwer het ar
tikel hebben gelezen dat in het blad van de V.N.G. gestaan heeft; de eindconclusie van het artikel
was dat het beslist niet verantwoord is om dit te doen. Er is inderdaad wel gezegd dat het bezwaar te
gen de slakken gelegen is in de aanwezigheid van glas, maar dat is eigenlijk niet het hoofdbezwaar,
het hoofdbezwaar zit in de vorstgevoeligheid en dat is een punt dat nog onderzocht moet worden; er
zullen proeven moeten worden genomen. Er is gezegd dat wij in het Noorden met dit probleem zitten.
Ik heb ook die indruk, omdat dezelfde soort slakken elders in het land wel verwerkt worden. Wij zijn
op dit moment bezig met het zoeken van een oplossing. Een wegenbouwfirma verricht thans onderzoe
kingen; dat bedrijf neemt de slakken af van de vuilverbranding van Rozendaal en aan die slakken moet
men zelf nog heel wat doen want die moet men zelf nog ontijzeren. Men begrijpt bij deze firma eigen
lijk niet dat hier deze afname niet is. Er worden door dat bedrijf dus proeven genomen en daarover zal
overleg komen, ook met de D.S.O. Er worden op het ogenblik ook proeven genomen met het verwijde
ren van de vliegas uit de slakken; de vliegas geeft aan de slakken een zekere binding, maar verhoogt
wellicht de vorstgevoeligheid enigszins. Je kunt vliegas apart kwijt. Wij koersen er op om het tegen
de tijd dat wij de slakken niet meer kunnen storten in het gebied Kalverdijkje zo ver te hebben dat
wij de slakken kwijt kunnen via de wegenbouw. Er zijn regelmatig gegadigden. Er is juist deze week
weer een gegadigde gekomen, maar daar ben ik nooit zo erg enthousiast over in de beginperiode; dat
zal ook nog verder moeten groeien. Er zijn echter zeker mogelijkheden, gezien de afname bij andere
instal laties.
B. Brandweer.
De heer Van der Wal: Even iets over punt 217. Er wordt gevraagd of er na de eerste uitruk nog ge
noeg bemanning over blijft m.n. voor de rampenwagen. In de laatste alinea van het antwoord staat dat
het in geval van ziekte of verlof voor kan komen dat er na de eerste uitruk minder dan drie man aan
wezig zijn. Mijn zegsman vertelde mij dat dat zeer geregeld voor komt. Nu weet ik niet of er veel
ziekte of veel verlof is(De Voorzitter: Wie is uw zegsman?) Dat zou u wel willen weten. (Ge-
ach) (De heer Knol: Iemand van de brandweer.) Hoe noem je dat zo mooi, een ingewijde, geloof ik.
Het schijnt dus geregeld voor te komen en op dat moment is er dan maar één man beschikbaar voor de
rampenwagen. Nu kan je twee dingen doen. In de eerste plaats zou je kunnen zeggen dat de brand
weer meer mensen moet hebben; dat zal naar ik aanneem financiële problemen met zich mee brengen.
(De Voorzitter: De heer Van Roijen zegt regelmatig tegen ons dat er meer mensen nodig zijn.) Ik stel
het probleem even algemeen. Wij hebben de vrijwillige brandweer afgeschaft; dat heeft ook de nodige
problemen opgeleverd. Ik vraag mij af of er voor dit soort situaties geen - ik doe maar een suggestie -
politiepersoneel op te leiden is zodat, als dat nodig mocht zijn, politiemensen beschikbaar zijn om
eventueel de rampenwagen te bemannen; deze zaken liggen toch vrij dicht bij elkaar.
De heer Eijgelaar (weth.): De laatste oplossing die de heer Van der Wal noemde, n.l. inschake-
ing van politiemensen, is niet mogelijk want dat mag niet van de minister. Die mogelijkheid is dus
niet aanwezig. (De heer Van der Wal: Mag dat niet van de minister?) Nee, het is verboden om politie
in te zetten voor dit soort dingen; hetzelfde geldt ook voor brandweermensen, die mag je niet inzetten
voor politietaken. Die combinatie is dus uitgesloten. Het is niet zo dat de situatie die de heer Van der
Wal noemde geregeld voor komt; het zal in de vakantieperiode wel voor gekomen zijn, dat is altijd een
heel moeilijke periode. Wij hebben een bezetting van 14 man per ploeg; bij eerste uitruk gaan er 9
man uit en er blijven dus 5 man over. Wij moeten aannemen dat er door ziekte en vakantie ongeveer
2 man niet aanwezig zijn, dus blijven er 3 man over. Dat is de normale situatie. Als er extra veel
ziekte is of als er veel mensen met vakantie zijn dan kan het wel eens voor komen dat je in de genoem
de situatie geraakt. Als het werkelijk regelmatig voor zou komen dan zouden wij achter mekaar naar
de raad gaan om de ploegen van 14 man uit te breiden tot 16 of meer. Het blijft echter tot enkele ke
ren beperkt. Ik geef toe dat wij in de vakantieperiode wel eens wat moeilijk zitten. Wij proberen dan
met kunst- en vliegwerk de zaak toch wel voldoende op sterkte te houden. Alle maatregelen die wij
zouden treffen zouden tot financiële consequenties leiden. De gemeente Leeuwarden betaalt aan de
brandweer nogal wat per hoofd van de bevolking; dat ligt in de orde van grootte van 40,per
hoofd van de bevolking en dat is een vrij fors bedrag. Wij menen dat wij hier voorlopig mee moeten
volstaan en moeten proberen met de bestaande middelen die in de begroting zijn uitgetrokken de zaak
zo goed mogelijk te runnen. Als mocht blijken - dat moet afgewacht worden totdat de nieuwe brand
weerkazerne betrokken wordt - dat er onoverkomelijke moeilijkheden zouden komen - die zijn er
volgens ons op dit moment niet - dan zullen wij ongetwijfeld bij de raad komen om hierover nader
van gedachten te wisselen en mogelijk tot uitbreiding van de dienst over te gaan.
De Voorzitter: Ik zou hier nog graag iets van willen zeggen in aansluiting op wat de wethouder
zei. Wij zullen niet beweren dat wij in een ideale situatie zitten. De directeur tracht - daar zijn wij
van overtuigd - de dienst zo goed mogelijk te runnen met de hem ter beschikking staande mensen. U
mag rustig weten dat de wethouder en ik bij herhaling met de staf praten en wikken en wegen hoe ver
wij moeten gaan met de personeelsbezetting en wat wij ons financieel kunnen permitteren. Het is dus
steeds een afwegen van prioriteiten. Wij zijn ons er daarbij van bewust dat wij aan de grens zitten,
maar ik zeg er met nadruk bij dat onze mening is dat het geen onverantwoorde grens is. Ik ben er van
overtuigd dat de directeur hier een gloedvol verhaal zou kunnen vertellen dat hij een iets ruimere
personeelsbezetting aanzienlijk meer verantwoord vindt.
De heer Eijgelaar (weth.): Wij proberen in ieder geval om de repressieve dienst zo paraat moge
lijk te houden en de eerste uitruk in ieder geval te verzekeren. Wij krijgen straks in de nieuwe brand
weerkazerne piepers waardoor het gemakkelijker is de mensen snel te bereiken en op te roepen. Waar
wij op dit moment de grootste zorg mee hebben is de brandpreventie; daar zouden wij eigenlijk meer
aan moeten doen. In het kader van de Brandweerhulpverleningsdienst Friesland Noord zullen wij, naar
wij hopen, door een gezamenlijke aanpak in deze toch wat meer mogelijkheden krijgen. Wij doen
daaraan mee en wij hopen dat dat in de toekomst verder uitgebouwd kan worden waardoor ook Leeu
warden van deze samenwerking het nodige profijt kan trekken.
C. Overige.
De heer Heidinga: Het houdt eigenlijk maar zijdelings verband met dit onderdeel, maar u kunt mij
altijd nog het woord ontnemen als u vindt dat ik buiten de orde ben. De grachten worden op het ogen
blik gebaggerd. Ik heb vroeger wel eens - nu doe ik het weer - de vraag gesteld: Wat doen wij aan
het vuil dat onder de pijpen zit? Daar gebeurt eigenlijk nooit wat aan. Is er nu geen manier te vinden
om dat vuil te verwijderen? Er zitten onder die pijpen hele dammen. Ik denk daarbij b.v. aan de Brol.
De bodem zit daar zo hoog dat, als het zomers laag water is, een schouw van de rondvaarten er onder
door kan en het heeft er aan. Bij de Leeuwarder brug die over de Weaze ligt, vlak voor de Amro Bank,
zit ook zo'n dam. Kijk, en nu scheppen wij die grachten leeg, maar wij komen nooit onder die brug
gen. Is er nu niet een mogelijkheid te vinden die troep daar eens weg te trekken?
De heer Pronk: In vraag 219 wordt n.a.v. het jaarverslag van de Dienst Reiniging en Brandweer
geconstateerd dat er 104 ton vuil uit de grachten is gevist en dat er 642^ m3 afval van braakliggende
terreinen verwijderd is zonder dat daarvoor betaald is. Als je dan in schrille tegenstelling daartoe ziet
wat aan vuil tegen betaling wordt afgegeven dan word je er bang van en vraag je je af waar wij ei
genlijk mee bezig zijn. Want wat doen wij eigenlijk? Wij verwijderen het vuil dat clandestien gestort
wordt op rekening van andere diensten of wij doen het door middel van schoonmaakacties. Nu zegt u
in het antwoord dat er een tweede reinigingscontroleur is aangesteld; dat is heel leuk en aardig, maar