16 X7 3 wat is er wel en wat is er niet gebeurd, er kan van alles bij gehaald worden. Bovendien zou dit finan ciële consequenties hebben voor de gemeente waarvoor wij op het ogenblik geen dekking aan kunnen geven. Alles bij elkaar genomen geloof ik dat het niet goed mogelijk is om hier werkelijk nog iets te doen dat bevredigend zou kunnen werken. Daarom meen ik ook dat het antwoord zoals dat gegeven is op vraag 194 juist is en dat wij hier - misschien helaas - niet verder op kunnen reageren. (De heer Van der Wal: Maar de mensen die al aan de gang zijnZodra de raad de herinvoering van de regeling heeft geaccepteerd - ik neem aan dat dat gaat gebeuren - gaan wij dit publiceren. (De heer Van der Wal: Het is wel een erg sneue zaak voor die mensen.) Ja, dat is ook zo. Maar dat is bij het afschaffen van een regeling of het invoeren van een regeling altijd zo. Punten 198 t.e.m. 201. De heer Van der Wal: De zaak waarover het in punt 201 gaat hebben wij al vaak aan de orde ge steld; het betreft het onderhoud van gemeente-eigendommen. In het antwoord staat dat het onderhoud bij z.g. onder bijzonder contract verhuurde panden voor rekening van de huurder komt en dat de huur prijs daarop is afgestemd. Nu weet je bij voorbaat - dat weet het Woningbedrijf en dat weet iedereen die er een beetje op let - dat, als je onder bijzonder contract woningen verhuurt, dan aan het onder houd niets wordt gedaan door de huurders. Wij weten dus als eigenaar dat, al verhuren wij onder bij zonder contract, wij die woningen in wezen verwaarlozen. Het wordt hier zo'n beetje gepresenteerd op de manier: Ja, bijzonder contract, de onderhoudsplicht ligt bij de huurder, als die het niet doet dan kunnen wij er ook niets aan doen. Maar wij weten bij voorbaat dat zo'n huurder er niets aan zal doen. En dan ligt de onderhoudsplicht gewoon weer bij de eigenaar en dat is in dit geval de gemeente. Ik heb hier al veel vaker op gehamerd. Wij worden vrij geregeld voor het blok gezet als panden die destijds zijn aangekocht voor sanering en die onder bijzonder contract zijn verhuurd niet nodig zijn voor een bepaalde doorbraak of iets dergelijks; dan zijn die panden inmiddels zo slecht dat er gezegd wordt: Wat moeten wij er nog mee, afbreken maar! Ik wil er nogmaals op aandringen dat wij, ook al verhuren wij onder bijzonder contract, toch die panden onderhouden, in ieder geval zorgen voor het buitenonderhoud, zodat het casco zodanig in orde blijft - ik wijs maar even op de woningen op de hoek Snekerkade/WiIlemskade waarvan helemaal nog niet zeker is dat die uit stedebouwkundige over wegingen moeten verdwijnen en op de woningen aan de Prins Hendrikstraat waar de nokpannen al ja ren af zijn - dat afbraak niet de enige oplossing blijft. Straks komen wij ook met die gevallen weer voor het blok te staan. Dan wordt er weer gezegd: Die panden zijn zo slecht, wij moeten ze maar af breken. Dan is het net of wij het als gemeente niet geweten hebben als woningeigenaar. De hear Klomp: Efkes eat oer punt 200. Foar it gebiet Linnaeusstrjitte binne 5 architekten frege in plan to meitsjen. Hawwe dy it ek allegearre akseptearre en is der ek mei harren öfpraet hoenear hja harren plannen ynleverje moatte? De heer Groenewoud: Ook even iets over de Linnaeusstraat. Is het college inmiddels iets meer be kend geworden over de beslissing van de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening t.a.v. die 44 woningen; het is al weer enige tijd geleden dat daar over gesproken is. De heer Eijgelaar (weth.): Wij hebben inderdaad al diverse malen gesproken over de panden van de gemeente die onder bijzonder contract worden verhuurd. Er is maar één mogelijkheid om de zaak op te lossen: wij verhuren niet meer onder bijzonder contract maar vragen een hogere huur waardoor het Woningbedrijf iets meer aan deze woningen kan doen. Het is natuurlijk een enorme schadepost voor de gemeente - daar hebben wij het in het verleden ook al wel over gehad - dat wij deze woninkjes steeds maar laten staan. Heel vaak staan ze in een saneringsgebied waarop de 80%-regeling van toe passing is. Er kan op grond van die regeling niets geïncasseerd worden omdat wij die woninkjes laten staan. Een en ander kost de gemeente, dacht ik, ongeveer een miljoen per jaar en dat is bepaald niet niks. De heer Van der Wal zegt: Je weet dat, als je die woningen onder bijzonder contract verhuurt, ze verwaarloosd worden. Ik vind dat een merkwaardig uitgangspunt, ik vind dat, als iemand een wo ning huurt onder bijzonder contract, het heel normaal is dat hij daar onderhoud aan pleegt; iedereen die een woning op die manier huurt weet dat dat moet, want op die voorwaarde wordt de woning aan hem verhuurd. De beste oplossing is misschien om een hogere huurprijs te vragen en dan enig onder houd te plegen. (De heer Van der Wal: Laten wij dat dan ook doen!) Ik zie niet dat wij dat kunnen doen bij de lage huurprijs die nu gevraagd wordt. Die kwestie van het wat meer doen aan het buiten- onderhoud bij een wat hogere huur kunnen wij wel eens bekijken. (De heer Van der Wal: Ja, het casco, daar gaat het vooral om.) De heer Klomp heeft gevraagd of de aangezochte architecten de opdracht hebben aanvaard en wat de termijn is. Er zijn 5 architecten aangezocht een schetsplan te maken voor dit gebied. Ze heb ben het alle 5 aanvaard. Wij hebben vorige week een gesprek met de heren gehad en de termijn die wij gesteld hadden - voor 1 januari a.s. - bleek te kort te zijn om werkelijk behoorlijk werk te le veren. Zij hebben gevraagd om 3 maanden uitstel; wij hebben de uiteindelijke datum gesteld op 15 maart 1977, dan moeten de schetsplannen binnen zijn. (De heer Knol: Komen er 5 onafhankelijke schetspiannen?) Dat hoop ik wel, maar dat kan je natuurlijk nooit bekijken. Zij hebben wel allemaal de opdracht aanvaard. De heer Groenewoud heeft gevraagd naar de stand van zaken op dit moment m.b.t. de 44 wonin gen van St. Joseph in dit gebied. Mijn informaties zijn van dien aard dat ik aanneem dat wij hiervoor binnen vrij korte tijd - misschien niet voor alle 44 woningen maar toch wel voor het merendeel daar van - dezelfde regeling kunnen toepassen die nu geldt voor de rest van het gebied, dus voor Linnaeus straat en Marathonstraat, zodat de ontwikkeling van het plan in het Zamenhofgebied - zo noemen wij het tegenwoordig - ook betrekking kan hebben op in ieder geval het grootste deel van de wonin gen van St. Joseph in deze wijk. Kort daarna zullen mogelijkheden gezocht worden om ook de rest van de St. Joseph-woningen in dit gebied er bij te betrekken. Ik kan ook nog zeggen dat wij deze week of volgende week bericht verwachten - in ieder geval op heel korte termijn - dat tot afbraak van de Linnaeusstraat kan worden over gegaan omdat het ministerie aan ged. staten een gunstig advies heeft gegeven. Ged. staten zullen nu waarschijnlijk het krediet dat wij gevraagd hebben voor de af braak wel goedkeuren. Wij hebben het bestek voor de afbraak klaar liggen zodat er, zodra de goed keuring er is, inschrijving kan plaats vinden. Het zal naar ik aanneem op vrij korte termijn geregeld en gerealiseerd kunnen worden. (De heer Knol: Wordt het een openbare inschrijving?) Misschien op uitnodiging, maar in ieder geval zal er door een aantal bedrijven ingeschreven kunnen worden. (De heer Ten Brug (weth.): Openbare aanbesteding is een pijler van de democratie; dat weten wij nu.) (Gelach) Resumerend is het zo dat de afbraak waarschijnlijk binnen enkele weken aanbesteed kan wor den en dat de 44 woningen van St. Joseph althans voor het grootste gedeelte binnen afzienbare tijd meegenomen kunnen worden in dezelfde krotontruimingsregeling die geldt voor de Linnaeusstraat en de Marathonstraat; dat zal iets langer duren want daar moet de minister nog een nadere beslissing over nemen omdat hij aanvankelijk had besloten deze woningen buiten deze regeling te laten. Wij hebben na de gesprekken met de provinciale directie goede hoop dat de minister op zijn eerder ingenomen standpunt terug zal komen. (De heer Groenewoud: Maar dat weet u niet zeker.) Nee, maar ik heb re den om aan te nemen dat dat binnen vrij korte tijd wel het geval zal zijn. (Mevr. Smit: Als die 44 woningen van St. Joseph ook worden afgebroken gaat St. Joseph daarvoor dan een nieuw bouwplan ontwikkelen of kan dat bij de rest van dat gebied? Als het bij de rest van het gebied gevoegd wordt hoort dat dan ook bij de opdracht aan de 5 architecten?) Er is tegen de architecten gezegd dat zij een plan moesten ontwikkelen waarbij rekening werd gehouden met de afbraak en herbouw van het ge bied waar nu de woningen van St. Joseph staan. De architecten houden daar dus bij het maken van hun plannen rekening mee. Zoals het nu staat is St. Joseph van plan zelf het herbouwplan te realiseren. (De heer Van der Knoop: In overleg met de gemeente.) Ja, wel in overleg met ons, maar de woningen zouden dan wel weer bij St. Joseph in beheer komen. Punten 202 t.e.m. 204. De heer Groenewoud: In de 2e alinea van het antwoord op vraag 202 staat: "In een vergadering met de Federatie van Woningbouwcorporaties en genoemde Stichting Jongerenhuisvesting hebben de corporaties volledige medewerking t.a.v. de oplossing van de huisvestingsproblemen van werkende en studerende jongeren toegezegd." Maar dan! Ik heb onlangs vernomen dat de woningbouwcorporatie Leeuwarden-Leeuwarderadeel bezig is 70 van zijn woningen die onder bijzonder contract zijn verhuurd te ontruimen. Deze woningen zijn betrokken door zo'n 200 studerende en werkende jongeren. Mijn vraag is: Wat moeten deze mensen? Is de wethouder door de betreffende corporatie benaderd over dit probleem? Zo niet, wat denkt het college te doen om deze toekomstige daklozen - zo noem ik ze maar even - op te vangen? Een tijdelijke huisvesting in een bestaand gebouw in de stad zou een op lossing kunnen betekenen. Kortom, ik vraag uw aandacht voor dit probleem. De heer Knol: In het antwoord op vraag 204 zou je een dubbele bodem kunnen veronderstellen. Er staat: "Overigens merken wij naar aanleiding hiervan op dat er een relatie kan bestaan tussen de onderhoudstoestand van de woningen en de hoogte van de reserves en fondsen." Daar zou je dus uit kunnen concluderen dat de woningen van Volkshuisvesting er zeer slecht uit zien en dat de woningen van het Gemeentelijk Woningbedrijf er uit de pen uit zien. Dat zou de heer Van der Wal misschien

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 41