TT 53 met zich mee brengt, b.v. opname in de loonadministratie, verwerken in de boekhouding van de loonuit betalingen enz. Voorts zouden de instellingen financieel het nodige moeten bijdragen om de salarissen bij wijze van voorschot te kunnen uitbetalen. Verder is het onduidelijk of C.R.M. voor I.W.J.-ers wel de pensioenpremie betaalt. Gelet op deze factoren bestaat er naar ik heb vernomen bij een aantal in stellingen weerstand en aarzeling om van harte aan de regelingen mee te werken. Is het voor de gemeen te mogelijk om in overleg met C.R.M. dit soort drempels weg te nemen om zo nog meer vooral jeugdige werklozen de kans te geven tijdelijk in het arbeidsproces te worden opgenomen? Mevr. Visser—van den Bos: Wij horen allemaal wel eens wat; zo hoorde ik beweren dat de voorbe reidingen of formaliteiten - hoe moet ik het noemen - voor deze tewerkstellingen soms wel erg traag worden afgewerkt. Ik geloof dat de wethouder die deze portefeuille beheert er zelf bij was toen een van de gemeentelijke functionarissen beweerde dat ze voor een bepaalde dienst een T.A.P.-er hadden aangevraagd en dat ze daar al een halfjaar op zaten te wachten. Dat is een symptoom dat je doet den ken: Hoe gaat dit, met welke snelheid worden dergelijke aanvragen voor T.A.P.-ers afgewerkt? De hear Jansma: Ik wol even fêststelle dat it oantal dat oanjown is yn it antwurd op fraech 306 yn forgeliking mei in soad oare gemeenten yn it Ian heech is. Ik haw my der in bytsje oer forwündere dat it sa'n great oantal is; wy meije dêr wol in bytsje wiis op wêze. Ik haw noch in fraech dy't net by ien fan dizze punten past, mar dy't by my opkommen is doe't ik koartlyn it jierforslach fan de Tsjinst Sosiale Wurkfoarsjenning krige. Miskien mei ik him dochs stelle; as it antwurd net komme kin is der net ien dy't dat kwea óf nommen wurde kin. It oantal oanfragen yn bihanneling op 1 jannewaris 1975 wie 28, op it ein fan it jier, op 31 desimber, wie it 72 - dat is in greate stiging - en ik haw heard dat der op it eagenblik in wachtlist is fan 90 ta 100. Is dat yndied sa? As dat sa is is dy wachtlist dan net fierstento great? Tinkt it kolleezje dizze minsken binnen in oantal moannen wol pleatse to kinnen? De heer De Vries (weth.): Mej. De Vos heeft gelijk wat de klacht betreft wanneer het gaat over T.A.P.-ers. Die worden inderdaad pas aan het eind van de periode waarin het werkcontract heeft gelo pen met het rijk afgerekend. Voor de sociaal-culturele instellingen die in het kader van de I.W.J. functionarissen in dienst krijgen bestaat de gelegenheid om zelfs maandelijks bevoorschot te worden via de R.C.O.W. in Assen; dat hoeft dus op zichzelf geen probleem op te leveren. Wij zijn wel bereid om nog eens onder ogen te zien of, wanneer sociaal-culturele instellingen met T.A.P.-ers in moeilijk heden komen, wij eventueel kunnen helpen om hier een mouw aan te passen want het is natuurlijk een trieste affaire als blijkt dat op de een of andere manier een dergelijke zaak niet door kan gaan of dat men in liquiditeitsmoeilijkheden komt te zitten als gevolg van deze maatregel die er juist voor bestemd is mensen weer nieuwe kansen te geven. Mevr. Visser heeft opgemerkt dat het af en toe verschrikkelijk lang duurt voordat een aanvraag ge honoreerd wordt. Dat is in bepaalde gevallen inderdaad zo. Het komt ook voor dat, wanneer het om een T.A.P.-plaatsing gaat, het binnen 10 dagen of 2 weken geknipt en genaaid is. Soms gaat het echter om zulke exclusieve beroepen of bijzondere eisen dat de man of vrouw bij het arbeidsbureau niet in het gere gistreerde werklozenbestand voorkomt en men gewoon geen kans ziet om aan de aanvraag om plaatsing van een T.A.P.-er te voldoen. Daarvan zijn voorbeelden bekend. De heer Jansma heeft gewezen op het grote aantal mensen dat op het ogenblik voor de deur van de D.S.W. staat te wachten. In 1975 zijn er in totaal 174 aanvragen ontvangen waarvan 145 konden worden afgedaan. (De Voorzitter: Klopt dat, mijnheer Jansma?) (De hear Jansma: Ja, dat kloppet wol, mar dat is de saek net. Myn fraech wie: Op 1 jannewaris 1975 stienen der 28 minsken foar de poarte, op 31 de simber 1975 wienen dat der 72; dat is in tige greate tanimming. Hoe sit it hjoed de dei? Ik haw heard dat it op dit momint 90 ta 100 man binne. As it oantal gadingmakkers sa hurd tanimt kin de Sosiale Wurkpleats dat dan wol oan of krije wy in situaesje dat men in heal jier of 9 moanne wachtsje moat foar't men der in kear yn komme kin? Dat wie de saek.) Het is zo dat de Sociale Werkplaats nagenoeg vol is; de plaatsingsmogelijkheden op de werkplaats zelf zijn praktisch benut, wij zitten haast aan het maximum. De procedure voor plaatsing loopt daardoor langer dan in het verleden het geval was. Het is nu zo dat verschillende mensen pas geplaatst kunnen worden wanneer er door de een of andere oorzaak een andere werknemer van de werkplaats verdwijnt; dan wordt er dus weer aangevuld. Wij zitten prak tisch aan het maximum en als wij niet in de gelegenheid worden gesteld om de werkplaats uit te breiden dan ligt het zo dat wij volledig aangewezen zullen zijn op externe plaatsingen. Wij zijn ook bezig om de accenten duidelijk daarheen te verleggen, maar dat schept ook weer een stukje personele problema tiek en die moeten wij eerst het hoofd bieden. Wij zijn op het ogenblik bezig met een selectieprocedure voor een nieuwe functionaris die met name die externe plaatsingen kan begeleiden. Zodra deze func tionaris in dienst is heeft de leiding ook wat meer ruimte om aan deze externe plaatsingen meer aan dacht te geven. Ik moet u dus toegeven dat er inderdaad sprake is van een langere procedure rond de plaatsingsmogelijkheden. Daar zitten wij mee. De Voorzitter schorst, om 20.50 uur, de vergadering voor de pauze. De Voorzitter heropent, om 21 .10 uur, de vergadering. B. Samenlevingsopbouw. Punten 307 t.e.m. 310. Mej. De Vos: In 1966 besloot de raad van de gemeente Leeuwarden aan de Stichting Wijkcentrum Het Westen een bedrag van ruim 140.000,te geven om het wijkcentrum mogelijk te maken. Later werd dat bedrag verhoogd tot 193.050, Uit de stichtingsakte blijkt dat de stichting tot doel heeft a. het oprichten, in stand houden en exploiteren van een of meer gebouwen in het westelijk gedeelte van Leeuwarden ten dienste van het totale verenigingsleven, hetwelk recht van gebruik heeft van de aanwezige lokaal ruimte, b. het behartigen van sociale en culturele belangen voor zover dit nog niet alreeds afdoende door een bestaande organisatie of instelling geschiedt. Uit deze doelstelling blijkt reeds dat het gebouw dienstbaar moet zijn voor het verenigingsleven van de wijk Het Westen. Dit komt ook tot uiting in het raadsbesluit van 7 maart 1966 waarin onder 4 is gesteld: "Het stichtingsbestuur ver plicht zich naar redelijkheid aan alle in de wijk werkzame verenigingen lokaalruimte ter beschikking te stellen." Door tal van omstandigheden waar ik nu niet nader op in zal gaan zijn de oorspronkelijke wijkactiviteiten uit het centrum verdwenen en is dit centrum geworden tot een commerciële accommoda tie voor zalenverhuur. Door de Raad voor Maatschappelijke Dienstverlening is m.i. terecht gesteld dat het mede in verband met de in de laatste jaren sterk gewijzigde bevolkingssamenstelling wenselijk is in Het Westen wijk- en buurtactiviteiten op gang te brengen. Voor deze activiteiten die in het belang zijn van de buurt is een wijkcentrum onmisbaar. Een commissie uit de Raad voor Maatschappelijke Dienstver lening heeft van het stichtingsbestuur vernomen dat men niet bereid is buurt- en wijkactiviteiten in het centrum te doen plaats vinden. In uw antwoord op de vragen 307 t.e.m. 310 stelt u dat u met het bestuur in onderhandeling is om het gebouw ook beschikbaar te krijgen voor wijkactiviteiten. Ik zou dan het vol gende willen vragen. Kunt u ons meedelen hoe ver de onderhandelingen thans gevorderd zijn? Is er re- eel uitzicht dat het centrum op korte termijn beschikbaar komt voor wijkactiviteiten? Als dat laatste niet het geval is is het dan niet mogelijk om juridische stappen te ondernemen om het bestuur te dwingen zijn oorspronkelijke verplichtingen na te komen? De heer De Greet: Ik hoef niet zoveel toe te voegen aan de woorden van mej. De Vos. Ik heb nog een ander aspect. Ik heb begrepen dat wij ook bezig zijn met een Accommodatienota waarin m.n. de beheersvorm van de accommodaties die wij hebben gecreëerd ten behoeve van bepaalde doelstellingen - dat geldt dus niet alleen de wijkcentra, maar ook dienstencentra en dergelijke - aan de orde komt. Mijn vraag is of in de toekomst niet vermeden kan worden dat de situatie zoals wij die nu kennen in Het Westen ontstaat en dat er geen oneigenlijk gebruik van deze centra wordt gemaakt. Bovendien vraag ik mij af of wij ook in de toekomst niet meer multifunctioneel gebruik - gebruik voor meerdere doel einden dus - zullen moeten bevorderen. Wat de beheersvorm betreft - daar is het nu eigenlijk op stuk gelopen; ik lees in het antwoord dat wij moeten onderhandelen om dat gebouw weer te kunnen gebruiken voor de doeleinden waarvoor het eigenlijk gesticht is -, kunnen wij geen juridische stappen ondernemen om het gebouw weer in eigen beheer te krijgen? Het is belachelijk dat een dergelijke situatie heeft kunnen ontstaan. De heer De Vries (weth.): Ik begin maar bij de heer De Greef. Als hij zegt dat het een belachelijke situatie is dan ben ik dat niet met hem eens. Wij zouden het wel graag anders willen, maar aan de ande re kant zou ik het bestuur van deze stichting in bescherming willen nemen. Het bestuur heeft volkomen legitiem gehandeld met dit gebouw, legitiem in die zin - mej. De Vos heeft dat aangetoond aan de hand van de statuten - dat het de bedoeling was dat dit een ruimte biedend gebouw zou zijn en dat alle mogelijke organisaties uit die buurt daar gebruik van zouden kunnen maken. Welnu, ik heb in die zelfde omgeving tegenover dat wijkgebouw 17 jaar gewoond, zeer tot genoegen mag ik wel zeggen. Maar in deze wijk heeft zich zo'n snelle verplaatsing voorgedaan van de bevolking dat het eenvoudig niet mo gelijk was om de wijkorganisaties als zodanig bijeen te houden; het was daar een komen en gaan van ge zinnen. Ik wil gewoon stellen dat wat dat bestuur op het ogenblik doet met dit wijkcentrum volkomen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 49