22" IO 3 blijven voor publiek gebruik. Een andere zaak die hier verband mee houdt is de man die al jarenlang met hart en ziel in deze zaak zijn werkzaamheden verricht en die wij destijds bij de overname van dit botenverhuurbedrijf in ons personeelsbestand hebben opgenomen; het is zonder meer een feit dat deze beheerder zijn werk uitstekend doet. Wij zitten op het ogenblik in de situatie dat wij aan de Commis sie voor de Dienst Sport en Recreatie binnenkort - niet voor de vergadering van de volgende week maar wel voor de daarop volgende vergadering - een nauwkeurige kosten- en batenanalyse over zul len leggen waaruit blijkt welke offers de gemeente moet brengen voor dit botenverhuurbedri jf. Wij zullen deze stukken t.z.t. ook ter inzage leggen voor de leden van de raad. Ik zou graag aan de hand van die gegevens definitief beslissen wat wij gaan doen, waarbij wij kunnen denken aan het afstoten van de zeilboten - maar die zouden dan op de Grote Wielen moeten blijven - zodra zich een ge schikte beheerder meldt; over de roeiboten zouden wij dan misschien nog eens contact op kunnen ne men met de Hengelsportvereniging Leeuwarden om te vragen of men in die fase alsnog bereid is die zaak over te nemen. De heer De Jong heeft gevraagd naar de sporthal in het plan Kal verdijkje. U weet dat daar de nieuwe overdekte zweminrichting praktisch gebruiksklaar is; die kan over enkele weken in gebruik worden genomen. Wij hadden aanvankelijk de verwachting dat het een pipeline-project zou zijn dat in één keer door zou gaan, maar wij zitten helaas met de situatie dat het stagneert en wij weten niet wanneer de subsidiestroom uit Den Haag ten behoeve van dit project nog eens weer wordt geactiveerd. Inmiddels is het natuurlijk wel zo dat de sporthal Aldlan die bij het nieuwe scholencomplex wordt ge bouwd straks een stuk soelaas biedt voor de indoor sportbeoefening. Dat is een sporthal zonder publiek- accommodatie, maar voor trainingsdoeleinden en onderlinge wedstrijden is het een uitstekende hal. Dat zult u straks wanneer alles gereed is ook zelf kunnen constateren. (De heer De Jong: Wanneer gaat die hal open?) Omstreeks 1978; de bouw is inmiddels begonnen. De wethouder van Onderwijs taxeert het op augustus over een jaar. De heer Klomp heeft gevraagd naar de kleedaccommodatie bij het sportveldencomplex Aldlan. Deze zaak zal op eigen kosten door de gemeente worden gerealiseerd; wij wachten niet op rijkssubsi die, het zit in de begroting 1977. De artikel 19-procedure loopt op het ogenblik; wanneer die een beetje vlot af komt dan kan met de bouw van deze kleedaccommodatie een aanvang worden gemaakt. Ik hoor nu net van de directeur van de Dienst Sport en Recreatie dat juist een dezer dagen goedkeuring is ontvangen op die artikel 19-procedure. Wij zullen zo snel als mogelijk is de bouw van deze kleed gelegenheid realiseren. De heer De Jong: Ik wil nog graag even reageren op wat de wethouder gezegd heeft over de sport hal. (De Voorzitter: Wij doen alles in één ronde af vanavond.) Ik heb wel begrepen dat dat de bedoe ling is, maar ik heb ook begrepen dat er enige uitzonderingen waren en misschien staat u het mij ook toe. (De Voorzitter: Probeer het eens, dan kan ik het pas beoordelen.) Ik zou willen vragen welke maatregelen de wethouder kan nemen nu wij weten dat er pas in 1978 ruimte komt om de badminton- sport meer ruimte te geven om deze sport behoorlijk in verenigingsverband te kunnen beoefenen. Als wij 9 banen uitzetten in de sporthal Nijlan dan is dat gewoon een te bekrompen zaak om deze sport naar behoren te beoefenen. Welke maatregelen kunt u voor het volgende seizoen in het vooruitzicht stellen voor de overbezetting die de sporthal Nijlan op dit moment heeft? De heer De Vries (weth.): Ik heb begrip voor de moeilijkheden waarin de badmintonvereniging verkeert, maar wij hebben eenvoudig geen ruimte meer te verdelen; de ruimte is op. Wij moeten dus roeien met de riemen die wij hebben. Deze verdeling is een zaak die geregeld wordt door de Commis sie voor de Dienst Sport en Recreatie. Wanneer er werkelijk sprake is van een noodtoestand dan zouden wij de zaak gewoon nog eens opnieuw onder de loep moeten nemen, maar dat zou ik dan graag in een van de eerstvolgende commissievergaderingen na overleg met de directeur van de dienst willen bespreken. Punten 361 t.e.m. 367. De heer Pronk: Punt 367 gaat over de maneges. Ik dacht dat er op dit moment in onze stad wel duidelijk behoefte was aan een manege; heel veel mensen zien zich de mogelijkheden tot paardrijden eigenlijk ontnomen worden. Mijn vraag is: Is het niet mogelijk dat er van gemeentewege gezegd wordt: Wij hebben daar ergens nog een boerderij die wij daar misschien best voor kunnen gebruiken, als je nu een vereniging hebt dan zouden wij daar dezelfde regeling voor toe kunnen passen als voor de andere amateursporten. Ik ben van mening dat, of je nu een duivensporter bent, een denksporter of wat ook, je allemaal dezelfde rechten en gemeentelijke faciliteiten moet hebben. De heer De Beer: Het gaat over de punten 361 t.e.m. 363. In het antwoord staat dat het bekend is dat de initiatiefnemer op enige moeilijkheden is gestuit bij het uitwerken van zijn plannen. Is er in middels contact geweest met deze initiatiefnemer en hoe ver is het nu met de plannen? De heer De Jong: Even iets over de punten waar ook de heer De Beer het over had. Ik heb begre pen dat er inderdaad moeilijkheden zijn m.b.t. het Rengersparkgebied. Ik haak dan ook even aan bij punt 365; in het antwoord staat: "Zodra een alternatief kan worden geboden (manege Rengerspark) zal deze manege moeten verdwijnen." Dat is dan de manege aan het Kal verdijkje. Stel nu dat de manege in het Rengersparkgebied helemaal niet door gaat, wat dan? Als dat verkeerd uitvalt bestaat dan ook de mogelijkheid om de plannen dusdanig flexibel te maken dat er in Leeuwarden toch een manege ge handhaafd kan blijven, waar dan ook? Ik dacht dat de plannen misschien zo opgezet zouden kunnen worden dat toch de manege aan het Kalverdijkje kan blijven bestaan, in welke vorm dan ook. De hear Van der Veen: Punten 361 oant en mei 363. By it lézen fan it andert op dizze fragen hie ik de oantekening makke "De man op tiid stelle". Mar de tiid haldt gjin skoft en de gadingmakker yn earste oanliz hat himsels in tiid steld en syn andert wie dat hy der net op yngean koe. Nou haw ik grutsjen heard dat der him al sa'n bytsje in nije gadingmakker presintearre hat. Soene wy dér hwat mear fan hearre meije? Hoe stiet dy nije gadingmakker tsjinoer binammen it yntegrearjen fan de han- dikapte riders? As it my net mist dan hat de ried bisletten om de maneezje yn it Rengerspark to fêstig- jen. Nou soe ik my in oar en miskien better plak yntinke kinne as it giet om de utrydmooglikheden foar de hynderkes. Soe der bygelyks net tocht wurde kinne oan it bistimmingsplan '"t Vierhuis"? De gemeente hat dér ek in pleats; it soe miskien gaedlik wêze om dér de stallen fan de hynders yn under to bringen. Men soe dan de foarein brüke kinne foar kantine of soksahwat. Ik haw wol bigrepen dat de hynsteriderij in djure sport is en dat dy wierskynlik ek alle kosten net dekke kin; in kantine soe mis kien in mooglikheit wêze om de mearkosten to dekken. In oare mooglikheit soe wêze yn de kontrijen fan it Kealledykje dêr't op't heden ek soksahwat is of yn de Camminghabuorsterpolder hwant lans de greate fjouwerbaens dyk komt in greate singel fan in meter of 70 breed en dêr soe men miskien gaed lik in ruterroute yn meitsje kinne. Yn it Griene Stjergebiet is it hwat biswierliker hwant dêr soene jo dan in soarte dubelfunksje hawwe moatte, nést it kuijerpaed in apart paed foar de riderij omt it fan- seis wol dudlik is dat hynders harren net altyd fordrage mei minsken; men hat dan ek kans op tetanus en al dat soarte saken. Wy hawwe it der ek wol ris earder oer hawn dat it wol in djure grap wêze soe om it hiele Griene Stjerplan to foarsjen fan ruterpaden. Spitigernóch wie by de Ontwikkeling fan dat plan de rutersport noch net sa yn oansjen as op dit stuit. Dat wie it hwat de numers 361 oant en mei 363 oanbilanget. Nou haw ik noch hwat oer nümer 364. It grounforset om ta in sekere drainaezje to kommen hat nochal great west, der is in fiks gat makke. As ik it sa bisjen kin is it nou klear, alteast it opperflak hwer't nou de hynders rinne kinne. Mar de ófwurking fan de wallen dy't untstien binne kin gjin sprekken lije. Ik wol der ek net to folie fan sizze omt op it eagenblik de hiele omjowing fan de buor- kerij hwer't ik nou oer praet en de butenmaneezje oeral helle wurdt. Mar hwannear't it sa wêze soe dat dit in permaninte situaesje wie en wy noch net witte yn hwat foar termyn der in oare mooglikheit is foar in maneezje dan soe it dochs wol nedich wêze om dizze saek yn elts gefal in knap oansjen to jaen. Ik soe it yn elts gefal wol op priis stelle dat dêr dan oandacht oan jown wurdt. It andert op fraech 366 fyn ik hwat frjemd; ien fan de oare riedsleden hat der ek al even op doeld dat alle sportakkommodaesjes wol foar subsydzje yn oanmerking komme en nou krekt dizze hynsteride- rij kostendekkend wêze moat. Dat is in bytsje frjemd. Dat wiene myn fragen. De heer Van der Wal: Ik wil even aansluiten bij de manegegeschiedenis aan het Kalverdijkje. Een paar maanden terug zijn wij met de Commissie Grondbedrijf, op het ogenblik de beheerder van de boerderij, in de boerderij wezen kijken; er is op dit moment een manege. Er konden geen beslissingen worden genomen maar het tendeerde toch wel in de richting: Die boerderij is t.z.t. bestemd voor de Dienst Sport en Recreatie. Is die boerderij niet veel en veel te groot voor de functie die hij dan zal krijgen en waarvoor hij ook in het bestemmingsplan is gehandhaafd? Zou die manege daar niet kunnen blijven als voor de D.S.R. een andere plaats gevonden zou kunnen worden? Er staat n.l. nog een ande re, zij het kleinere boerderij - ook gemeente-eigendom -, in hetzelfde plan.(De hear Van der Veen: Dy is noch minder.) Voor de grote boerderij wordt op het ogenblik een reparatieplan voorbereid en dat is - dat heb ik als lid van de Commissie Grondbedrijf begrepen - in een vrij vergevorderd stadium; het dak zal worden hersteld zodat het niet in kan storten. De boerderij is van binnen - de binten structuur enz. - in vrij goede staat. Er moeten alleen dakpannen verlegd worden wat op zich wel een kostbare zaak is. Is de bestemming van die boerderij nog steeds opslagplaats voor de D.S.R.?

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 54