24' /OS De heer De Vries (weth.): Het is allemaal paardegetrappel wat de klok slaat. Ik geloof dat ik maar geen van de vragenstellers afzonderlijk zal beantwoorden, ik zal de zaak maar in een totale be antwoording proberen mee te nemen. Eerst een informatie n.a.v. de punten 361 t.e.m. 363. Er is ge vraagd hoe ver het staat met de onderhandelingen t.a.v. de realisering van het plan zoals dat ontwik keld werd in het Rengersparkgebied. Ik moet u zeggen dat dit plan op het ogenblik helemaal van de baan is. De mensen die hier mee bezig waren hadden aanvankelijk gerekend beneden het half miljoen tot realisering van dit project te kunnen komen, maar in de praktijk blijkt dat het aanzienlijk boven het miljoen komt en zij zien eenvoudig geen kans om als particulieren deze zaak te realiseren. Zij hebben ons dan ook een brief geschreven waarin zij gezegd hebben dat zij het niet zien zitten en dat zij van hun plannen af moeten zien. De vraag is dan: Wat nu? Er ligt een aanvraag van de Vereniging voor Paardrijden voor Gehandicapten. Die hebben zich inmiddels ook al verstaan met b. en w. Wij hebben een gesprek gehad met deze mensen. Zij zouden toch graag alsnog onderzocht willen zien of via een vereenvoudigd plan en wellicht met investeringssubsidies omdat het ten behoeve van gehandi capten is gekomen zou kunnen worden tot het realiseren van een manege in het Rengersparkgebied. Wij hebben hierover nog geen duidelijk inzicht welke mogelijkheden er zijn. Op het ogenblik ligt de situatie zo dat wij opnieuw een gesprek in voorbereiding hebben met het bestuur van deze vereniging en met het bestuur van de Kinderboerderij. Wij zullen dan nog eens alle vragen die hier zijn opgewor pen naast elkander plaatsen om te zien wat voor mogelijkheden er zijn. De heer Van der Veen is met een aantal suggesties gekomen omdat hij zich een aanmerkelijk gunstiger plaats voor een manege kan voorstellen dan bij de Kinderboerderij. Ik heb de neiging om dat te bevestigen en te zeggen: Dat is inderdaad zo, maar wij waren al zo ver in zee met de hele zaak dat het nadat wij a hadden gezegd moeilijk was geen b te zeggen en weer om te zwaaien; het geeft een vreemde indruk als je qua over wegingen telkens van het een naar het andere over stapt. Nu de zaak opnieuw open ligt is er, dacht ik, alle aanleiding om alles toch nog eens weer naast elkaar te plaatsen. De heer Van der Veen heeft het toekomstige bestemmingsplan 't Vierhuis genoemd. U weet dat dat ten noorden van Bilgaard ligt waar de toekomstige weg van Lekkum langs komt naar de Harlingerstraatweg; als dat doorgaat tenminste. In dit gebied zal een sportveldencomplex worden gerealiseerd. Ef staat inderdaad een boerderij die ge meente-eigendom is en waar op het ogenblik nog een pachter op zit. Als de heer Van der Veen vraagt: Zou het niet bijzonder leuk zijn bij die boerderij een manege te vestigen en het voorhuis te bestemmen voor een kantine, voor een horeca-accommodatie?, dan lijkt dat op zichzelf helemaal niet een zaak die onaantrekkelijk is, maar je vraagt je dan natuurlijk wel af wat de financiële consequenties van het geheel zullen zijn. Het is iedere keer weer opnieuw dat de financiële wal het schip keert. De heer Pronk heeft geconstateerd dat wij alle mogelijke takken van sport subsidiëren, maar uitgerekend de paardesport is een zaak die zichzelf moet bedruipen; hij vraagt zich af of dat reëel is. Ik geloof dat het zo is dat de gemeente die sporten subsidieert die niet beoefend zouden worden zonder deze over heidsbemoeiing. Zo hebben wij b.v. ook jarenlang geen bemoeiingen gehad met de tennissport; die be droop zichzelf. In de praktijk is het zo dat de maneges, waar ze ook staan in Friesland, allemaal self supporting zijn. De heer Van der Veen heeft gelijk als hij zegt dat deze selfsupporting alleen maar haalbaar is via de horecasector, via de restaurantfunctie. Ik weet niet of er in die zaken veel gedron ken en gegeten wordt, misschien beide wel, maar ik heb mij door een insider laten vertellen dat van de exploitatiekosten van een manege minstens 40% opgebracht zal moeten worden door de restaurant functie; dat zegt natuurlijk wel iets. Dit is een zaak die wij nog eens onder ogen moeten zien. De heer Van der Veen heeft nog gewezen op de contreien van het Ka! verdijk je en de groensingel van 70 tot 90 meter langs de Groningerstraatweg, aanbevelend daar een ruiterpad aan te leggen. Dat lijkt op zich zelf een alleszins aantrekkelijke suggestie, ik weet alleen niet of het realiseerbaar is. Het is in ieder geval de moeite waard om dit eens in de overwegingen te betrekken. Wat het Groene Stergebied zelf betreft heb ik de indruk dat massarecreatie en paardesport moeilijk combineerbaar zijn. De heer Van der Veen heeft het woord tetanus laten vallen; dat is inderdaad een zaak die ook van de kant van de inspecteur voor de Volksgezondheid een jaar of wat geleden m.b.t. de Frieslandhal nogal eens is ge noemd, wij hebben daar zelfs onderzoeken naar gehad die achteraf wat meevielen maar dat kon ook omdat de paardenverkoop in de Frieslandhal helemaal aan de andere zijde van deze accommodatie is gesitueerd. Ik ben er zeker van dat, als wij met deze zaak geconfronteerd worden en de geneeskundig inspecteur zich er mee bemoeid, wij toch wel kans lopen op de vingers getikt te worden nog afgezien van conflicten die wij wellicht oproepen met C.R.M. die met betrekking tot de inrichting van de Groe ne Ster niet alleen financieel maar ook concreet een heel dikke en stevige vinger in de pap heeft ge had. Wij kunnen maar niet zonder meer de bestemmingen van het Groene Stergebied wijzigen. In ieder geval zijn er een aantal suggesties gedaan die de moeite waard zijn om nog eens in de overwegingen te betrekken. De heer Van der Wal heeft gewezen op de boerderij aan het Kalverdijkje en heeft ge vraagd of die wel dienst moet gaan doen als werkloods voor de D.S.R.; is die boerderij daar niet veel 25 toè> te groot voor? Ik weet het niet. Wij hebben eigenlijk nog nooit definitief uitgemaakt wat er mee zal gebeuren. Wij hebben wel de intentie op tafel gelegd dat hij voor dit doel te gebruiken zou zijn. Het is qua uiterlijk een mooi gebouw maar wij weten niet hoe de onderhoudstoestand precies is. Wij zou den wel eens een heel dure zaak in de D.S.R. in kunnen bouwen alleen al als wij de onderhoudskosten of de restauratiekosten op onze leest zouden nemen. Dat zijn echter zaken die wij in het kader van de aanleg van dit hele sport- en recreatiecomplex nog eens kunnen bekijken. Wij zullen daarbij vermoe delijk ook nagaan in hoeverre de restauratiekosten van deze boerderij meegenomen kunnen worden in de subsidiestroom van C.R.M. De heer Van der Wal heeft er op gewezen dat er al paardesport wordt bedreven in die boerderij; dat is wel zo maar zonder dat ik in details treed moet ik wel zeggen dat een paardensportkenner mij gezegd heeft dat hij het griezelig gevaarlijk vindt wat daar op het ogen blik gebeurt. Er zijn nogal wat kinderen die daar paardrijden in een omgeving waar nogal wat bint- werk stevig gegrondvest is; daar rijden ze met de paarden langs. Als een paard een zijsprong maakt en er komt iemand in de knel dan zou die wel eens met kapotte botten uit deze noodmanege in het zie kenhuis terecht kunnen komen. Ik weet niet in hoeverre het zonder ongelukken verloopt maar de kans op ongelukken achtte deze insider zeker aanwezig. (De heer De Jong: Maar dat is toch maar tijdelijk!) Ja, maar daarom kunnen er wel ongelukken gebeuren. (De heer De Jong: Die zouden net zo goed kun nen gebeuren in het Rengerspark, want daar zouden ze net zo benauwd zitten als hier.) Nee, hier staat midden in de manege, in dat stuk waar ze rijden (De hear Van der Veen: Yn de gol Ie.) bintwerk. Dat hoort er niet, daf is erg gevaarlijk voor het beoefenen van de sport. (De heer De Jong: De wethouder zegt dat het Rengersparkgebied waarschijnlijk alleen bestemd wordt voor het paardrij den door gehandicapten. Als de manege aan het Kalverdijkje zou moeten verdwijnen dan zouden wij voor de valide jeugd geen enkele plaats meer hebben om de paardesport te beoefenen.) Dat hebben wij in het overleg betrokken. Wij hebben gezegd dat wij er so wie so van uitgaan dat die voor beide cate gorieën paardrijders beschikbaar zal moeten zijn. Daar staat de Stichting Paardesport Gehandicapten ook volledig achter. Het wordt niet exclusief voor gehandicapten maar een totaal gebruik. De heer Van der Veen heeft nog gewezen op de buitenmanege aan het Kalverdijkje die daar vernieuwd is aan gelegd en waarbij alles niet even netjes is afgewerkt. Ik heb dat ook geconstateerd. Wij zullen hier over nog eens contact opnemen met de directeur van het Grondbedrijf die primair verantwoordelijk is voor de verhuur van deze accommodatie. C. Recreatieoorden. Punten 368 t.e.m. 374. De heer De Beer: Punt 373 gaat over de schade aan de bermen van de wegen naar de Groene Ster. De laatste alinea van het antwoord luidt: "De reeds aangebrachte schade is nog niet van dien aard dat nu reeds herstelwerkzaamheden vereist zijn." Gelukkig niet, zou ik haast willen zeggen, laten wij voorkomen dat het zo ver komt, laten wij de mogelijkheden om daar te rijden verbieden voordat wij op enorme kosten komen. De heer De Jong: In punt 373 wordt inderdaad gesproken over de schade die ontstaat aan de ber men van de wegen naar de Groene Ster. Nu wil ik niet een vraag stellen, maar in het antwoord staat dat men overweegt de ruiters te verbieden daar te rijden. In de vraag werd helemaal niet gesproken over ruiters, het is net alsof men het in een bepaalde richting wil stuwen. In het antwoord wordt dui delijk gesproken over ruiters terwijl dat in de vraag totaal niet het geval is. Het is mij daarom niet duidelijk waarom de ruiters dit moeten doen. De hear Van der Veen: Punt 369. Wy priizgje de réwilligens fan it kolleezje oangeande it under- syk nei de natueredukative meiwurker fan de Griene Stjer as it Bernebuorkerij-projekt slagget. Mar ek los fan dat slagjen is it de muoite wurdich de mooglikheden to undersykjen. Al in tal jierren haw ik bisocht sa'n figue- pleatst to krijen yn de Griene Stjer. Ik tink dan oan sa'n figuer sa as dy by it Steatsboskbihear ek yn tsjinst binne as "surveillant-rondleider" dy't ek in foech hawwe as A.I.D.-amt- ner. Sa'n man kin oan de skoallen forboun wurde en mei biologyleskes nei it fjild ta gean mei de bern. All inne polysje is net genöch yn dit gebiet, ek de natueredukaesje is mear as winsklik. Soms slagget in minske op eigen gesach bygelyks in hounehalder der fan to wjerhalden om syn great houn de struken ynfleane to litten en der binammen yn de briedtiid de bisten to forsteuren. Ik haw gefallen meimakke dat der of einepiken of oar fugelguod mei brutsen poaten omskarrelen en men wie dan needsake om dizze bisten öf to meitsjen. Hwannear't wy der nou sa'n rekréaesjewacht oanstelle koenen en dy koe nei beide kanten, sawol as A.I.D.-man as as edukatyf meiwurker, der hwat oan dwaen dan is dat fan-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 55