J&c/JZ. 30V// al duidelijk dat dat geluid op zou leveren. Wat ik u vragen wilde is of m.n. vanuit het jeugd- en jon gerenwerk ook niet zou kunnen worden getracht om bij de belangenafweging een zodanig compromis te bereiken dat het inderdaad mogelijk wordt dat het centrum niet belemmerd wordt in zijn functione ren. Als ik de net besproken nota lees dan zie ik welk belang men hecht aan zo'n centrum voor jeugd werk in het algemeen en ik constateer dat bij de afweging van deze belangen een aantal m.n. techni sche belangen zwaarder wegen dan de welzijnsvoorziening. Mijn vraag is: Hoe kijkt u daar tegen aan en hoe wordt getracht om in de commissie ook deze specifieke aspecten duidelijk naar voren te laten komen zodat zij niet omkomen en een jeugdcentrum daardoor slecht gaat functioneren met alle gevol gen van dien Punt 392 gaat over de streetcornerworker. Ik wil graag weten wanneer deze functionaris in dienst is getreden, dit in relatie tot de commissie die hem zou moeten begeleiden. Er is een begeleidingscom missie in het leven geroepen; dat doen wij bij meerdere taken heb ik begrepen. Wat stelt de commissie zich er eigenlijk van voor? Of is het alleen een commissie in naam? Er is een hele discussie geweest voordat de betrokken functionaris werd aangesteld, het is een zeer lang lopend proces geweest. Na veel praten is er een compromis uit gekomen met een zeer uitdrukkelijk beding m.b.t. een begeleidings commissie. Mijn vraag is nu wanneer de commissie gaat functioneren en welk effect dat zal hebben. De heer De Vries (weth.): Ik wil nog eens extra onderstrepen dat wij graag zouden willen dat wij de zaak van de problematiek van de herschikking van de middelen voor het jongerenwerk en de nota van de onafhankelijke commissie behandelen in de begrotingszitting. Ik maak daar één voorbehoud bij. De zaak is nog niet in b. en w. geweest, de afdeling moet dit nog voorbereiden. Misschien komen er vanuit de jeugdwerkinstellingen zelf nog bepaalde reacties die een nader onderzoek vragen. Dan zou den wij toch nog terug moeten koppelen naar deze onafhankelijke commissie en zou het iets langer du ren. (De heer De Greef: Maar heeft u een bepaalde procedure?) Wij hadden een procedure maar daar zijn wij in verdronken. Wij hadden deze nota graag 4 weken eerder klaar gehad maar het werk van de commissie is door allerlei omstandigheden en door het vertrek van de vorige voorzitter wat op een langere termijn geschoven. Dat is de aanleiding geweest dat de vaart er even uit raakte. Desalniette min ligt het rapport er nu. Wij zullen proberen om nog voor de begrotingsbehandeling met een pread vies van b. en w. te komen; dat zeg ik u toe. (De heer DeGreef: Had u bij de vorige opzet, toen u nog verwachtte dat het rapport eerder zou komen, ook opgenomen dat de betrokken instellingen zouden kunnen reageren?) Nee, het is niet een rapport waarvoor wij een inspraakprocedure inge bouwd hebben. (De heer DeGreef: Vindt u het niet normaal dat dat gebeurt?) Zij kunnen wel komen met hun opmerkingen, wij hebben dat niet verboden, wij hebben(De heer DeGreef: Dat is een opmerking a la "iedereen wordt geacht de wet te kennen".) De opzet van deze commissie is nooit ge weest om met het rapport eerst terug te gaan naar de instellingen om hun reacties te vragen. Deze com missie heeft naar mijn gevoel voortreffelijk werk gedaan, ik durf dat te zeggen omdat ik zelf maar twee vergaderingen heb meegemaakt terwijl deze mensen er maanden en maanden hun energie in heb ben gestoken; zij hebben zich er niet met een Jantje van Leiden af gemaakt. Zij hebben bij de opzet van hun rapportering nooit als procedure aangegeven dat eerst teruggekoppeld zou moeten worden naar de instellingen om een reactie te vragen en dan met een eindrapportering te komen. Hier ligt de eind- nota, de instellingen hebben de gelegenheid om publiekelijk te reageren, zij mogen dat ook doen aan het adres van b. en w.; als daar zaken uit komen die de moeite waard zijn dan koppelen wij als b. en w. nog een keer terug naar de commissie om te vragen of zij zich over die reacties nog eens willen buigen. Wanneer deze reacties niet komen dan kunnen wij de zaak sneller in de raad brengen en hebt u volledig de gelegenheid om op dit stuk van zaken uw mening op tafel te leggen. (Mevr. Visser—van den Bos: Beschikken de instellingen over de nota?) Zij hebben allemaal de nota gekregen. Mej. De Vos heeft gevraagd naar de commissie die als intermediair fungeerde in de moeilijkheden met de bewoners rondom de Schoolstraat. Wij hebben het gevoel dat deze commissie nog niet zijn eind fase heeft bereikt. Wij zien dit veel meer als een commissie die, als er zich op een bepaald moment moeilijkheden voordoen, opnieuw bij elkaar komt en het overleg heropent. U hebt uit de nota van de onafhankelijke commissie kunnen lezen dat die vindt dat de moeilijkheden t.a.v. de accommodatie van Hippopotamus bestreden zouden moeten worden door het aanbrengen van adequate geluidsisolatiemate rialen. Die commissie heeft ook een advies gegeven aan b. en w. Deze zaak is op het ogenblik in on derzoek bij de D.S.O. Wij hopen daarmee inderdaad te bereiken dat de geluidshinder tot een draaglijk minimum teruggebracht kan worden. Wanneer dat onverhoopt niet het geval zou kunnen zijn dan moe ten wij gewoon weer opnieuw met elkaar bekijken hoe de situatie is. Ik geloof dat het te ver gaat wan neer wij er van uit zouden gaan dat de bewoners van de Schoolstraat de geluidsdecibels van Hippopota mus zonder meer moeten accepteren; dat kan eenvoudig niet. Dat is gewoon niet mogelijk hoe zeer Hippopotamus toch ook de muziek als een integrerend onderdeel van zijn programma ziet. (De heer Heidinga: Dat gebouw was vroeger een kaaspakhuis; dat maakte lang zoveel leven niet.) Nee, dat is zo. Wij zitten er een beetje mee, maar wij zullen bekijken wat hier verder aan moet gebeuren. (De heer DeGreef: Het ging mij om het compromis dat men wil bereiken. Ik heb het gevoel dat het compromis dat dan bereikt zal worden betekent dat een jeugd- en jongerencentrum niet kan functioneren terwijl er mogelijkheden liggen om via geluidsisolatie toch dat centrum te laten functioneren. Wordt daar naar gestreefd?) Wij bekijken welke mogelijkheden er zijn, maar wij kunnen geen definitieve toezeggingen doen op dit moment. Dit hangt ook samen met de beoordeling van de nota. Wij komen er dus nog op terug. U krijgt de gelegenheid om bij de behandeling van de nota deze zaak opnieuw op tafel te leg gen. Ik geloof dat ik er door ben. (De heer DeGreef: Ik heb nog een vraag gesteld over de begelei dingscommissie voor de streetcornerworker.) Ja, dat is inderdaad het geval. Van de begeleidingscom missie voor de streetcornerworker hebben wij gezegd dat wij de indruk hebben dat die nog niet zijn juiste werkinhoud heeft kunnen vinden. U weet tegen welke achtergrond deze zaak destijds is gestart. Het vorig najaar is de streetcornerworker, nadat er maanden gewacht is op de subsidi etï te I van C.R.M. formeel aangesteld bij het C.O.L. en ondergebracht bij de staf van het Vliet, met de bepaling er bij dat een begeleidingscommissie inhoudelijk het werk van deze functionaris zou toetsen en verder zou begeleiden. Wij hadden de pech dat deze man, amper in functie zijnde, een been brak waardoor hij maanden lang uit de roulatie was zodat hij eigenlijk in de beginfase nauwelijks met zijn werk heeft kunnen beginnen. Inmiddels functioneert hij wel, maar wij hebben de indruk dat de begeleidingscom missie nog niet precies weet in welke richting dit zich verder zal moeten ontwikkelen. Wij zullen op korte termijn met deze commissie gaan praten om na te gaan in welke richting men het beleid m.b.t. deze functionaris hoopt te voeren. Wij weten wel dat wat hij doet in de praktijk redelijk aanslaat en redelijk functioneert, maar wij weten niet of hij precies die groep jongeren bereikt die ons destijds bij het instellen van deze functie voor ogen heeft gestaan. Daar zullen wij nog eens nader naar infor meren. (De heer DeGreef: Zou u dan voor de volgende begrotingszitting de raad inzicht kunnen geven hoe hij gefunctioneerd heeft?) Wij kunnen het ook anders doen. Wij zullen de commissie vragen te rapporteren aan b. en w. en wij zullen dat stuk voor u ter inzage leggen bij de stukken zodra het is ontvangen. De Voorzitter: Het was wat moeilijk het eind te vinden. Ik geloof dat niemand kan zeggen dat wij niet veel aandacht en tijd hebben besteed aan de portefeuille van deze wethouder. De Voorzitter sluit, om 23.15 uur, de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 58