us -.iw. m mmte- 'inggH, Verslag van de vergadering op dinsdag, 23 november 1976 van de afdeling V van de Gemeenteraad ter voorbereiding van de behandeling van de Ontwerp—begrotingen voor 1977. Aanwezig van de afdeling: de heren S. Bouma, G. Buising, D.E. Heere, A. Klomp, J. Schaafsma (weth.) en P. van der Veen. Aanwezige overige raadsleden: de dames E. Brandenburg-Sjoerdsmamr. E.N.J. Smit, G. Visscher- Bouwer, M.M.Th. Visser-van den Bos en A. Willemsma-de Jong en de heren J.R. Bijkersma (tot de pauze), G.F. Eijgelaar (weth.) (vanaf 21 .30 uur), A. Groenewoud, H. Jansma (vanaf 19.45 uur), C. de Jong, W. Miedema, N. Sterk en L. Visser. Voorzitter: de heer J.S. Brandsma, burgemeester. Voorts zijn aanwezig: de heren P. Bonnema, directeur Dienst voor de Gezondheidszorg (tot de pauze), J. Dekker, economisch directeur Dienst voor de Gezondheidszorg (tot de pauze), M.F. Koopmans, hoofd van de afdeling Sociale Zaken en Welzijnsaangelegenheden, J. Mulder, ambtenaar van de af deling Sociale Zaken en Welzijnsaangelegenheden, D.J. Smit, directeur Gemeentelijke Gezondheids dienst (tot de pauze), mr. H.J. Winkelman, hoofd van de afdeling Kabinet en Algemene Zaken (tot de pauze), en C. IJsbrandij, hoofd van de afdeling Financiën en Belastingen. Te behandelen: Par. 10. Beleidssector Volksgezondheid. Par. 12. Beleidssector Cultuur. De Voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom op deze afdelingsvergadering. PAR. 10. BELEIDSSECTOR VOLKSGEZONDHEID. A. Algemeen. De hear Klomp: Yn fraech 251 wurdt frege oft it kolleezje mient dat der yn Ljouwert in krisissin- trum fan de groun komme moat; b. en w. sizze yn it antwurd dat hja fine dat dat al barre moat. Nei oanlieding dêrfan soe ik graech freegje wolle oft b. en w. ek al in idé hawwe hoe't sa'n krisissintrum fan de groun komme moat en komme kin. Komt it kolleezje mei koarten ek mei in foorstel yn de ried? De heer Schaafsma (weth.): Wat het crisiscentrum betreft meen ik op te moeten merken dat wij dat niet op zichzelf kunnen bekijken; hierbij zouden wij naar mijn mening alle aspecten moeten gaan bekijken van de hulpverlening op korte termijn. Ik dacht dat het crisiscentrum een bepaald onderdeel moet zijn van een totaal van semi-murale gezondheidszorg in de psychiatrie. Je kunt daarbij b.v. den ken aan dag- en nachtklinieken; die mogelijkheid zit er ook in. Het aspect van het crisiscentrum al leen is m.i. een zaak die teveel op één gedachte hinkt. Ik neem niet aan dat dit op korte termijn te realiseren is. Wij zijn er mee begonnen en binnenkort zal een eerste gesprek plaats vinden over de vraag hoe wij deze zaak van de grond moeten krijgen. Er is een brief binnengekomen van het Friesch Patronaat, ook n.a.v. deze zaak, ën daarop inhakend zal ik mij tot het Friesch Patronaat wenden om een oriënterend gesprek te hebben m.b.t. deze hele problematiek. Nogmaals, wij kunnen deze zaak niet los zien van andere aspecten in de psychiatrische hulpverlening, want als wij dat zouden doen dan zouden wij m.i. op een te enge basis bezig zijn. Mevr. Visser—van den Bos: Ik zou nog graag iets willen vragen over punt 254; het gaat over de wijkgezondheidscentra. Is er wel voldoende nagegaan of het publiek werkelijk gesteld is op wijkge zondheidscentra? Ik denk dan vooral aan huisartsen in wijken en dergelijke, in een zo beperkte zin

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 59