F 8-/20 Sf 21 heid ook aanwezig is (ik heb daarnaar geihformeerd). Dit is van de zijde van g.s. niet eens genoemd. Wat ik met dit verhaal wil zeggen is dat ik ernstig bezwaar heb tegen zulke eenzijdige argumenten die niet in het belang van de patiënten zijn. Het lijkt mij niet overbodig om voortaan toch maar bij g.s. duidelijk te maken wat hier in Leeuwarden wei en niet kan en te beklemtonen dat Leeuwarden een centrumfunctie toekomt. Ik denk dan ook aan de meer dan 200 bejaarden die wij elders in de provincie onder moeten brengen omdat hier geen plaats is; dat is een beleid van het provinciaal bestuur dat over al elders maar bedden heeft geplaatst en voor Leeuwarden geen gevoel heeft. Ik denk verder aan de P.P.D. die ook wel eens uitlatingen doet m.b.t. de vraag of Leeuwarden een bepaalde groeifunctie moet hebben. Daar waren ook opmerkingen bij, onder de verantwoordelijkheid van g.s. vallend, die wij niet kunnen appreciëren; die zijn later ook weer terug genomen. Ik dacht dat dit nog wel eens pu bliek gezegd mocht worden. Dit was het. De heer Schaafsma (weth.): Het is jammer dat wat mevr. Willemsma in het publiek gezegd heeft door mij niet volledig wordt onderschreven. Mevr. Willemsma heeft in de eerste plaats gezegd dat zij ernstig bezwaar heeft tegen de argumenten van g.s. die niet in het belang van de patiënten zouden zijn. Dat zou een discussie kunnen worden waarmee wij zeker de eerste pauze zouden kunnen halen. Maar waar gaat het in feite om? Het gaat er hier om te voorzien in die vorm van jeugdpsychiatrie die betrekking heeft op de ernstigste gevallen. Dat betekent dat al een paar van de genoemde aspecten wegvallen. Mevr. Willemsma heeft gezegd dat Leeuwarden cultureel meer te bieden heeft. Nu moet het mij van het hart dat iemand - of die nu jong of oud is - die ernstig geestelijk ziek is volledig klinisch behandeld wordt; dat culturele leven van Leeuwarden zal hem dan, dacht ik, wel ontgaan. (Mevr. Willemsma—de Jong: Ik denk aan een creativiteitscentrum e.d. Daar kunnen ze toch echt wel aan deelnemen.) Dat is m.i. het verschil van mening waar het over gaat; er is een zekere spraakver warring ontstaan m.n. in de laatste fase door de publikatie van de Raad voor Maatschappelijke Dienst verlening. Het gaat hier in eerste instantie niet om geestelijk gestoorden waarbij sprake is van een korte opname - ik bedoel dan met "korte" een opname van 6 tot 10 weken zoals in een psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis gebeurt - maar om werkelijk zieke jeugd, jongeren die psy chisch ziek zijn, die al over de rand heen zijn en dus een lange behandeling nodig hebben. Dat is dus het punt waar het om gaat. De aspecten m.b.t. wat Leeuwarden meer te bieden heeft aan creativiteit, cultuur, scholing enz. zijn voor deze 25 bedden aspecten die niet relevant zijn. Het gaat hier om de ernstigste vorm van psychisch gestoorde jeugd. Dat is een noodgeval waar wij mee zitten. Men heeft in Groningen een hele tijd moeten zoeken tot men Smilde bereid gevonden heeft om iets op poten te zetten. Wij hebben een grote achterstand wat deze jeugd betreft. In Franeker heeft men op het ogen blik de gelegenheid om die 25 bedden te realiseren tegen inwisseling van bedden die voor het volwas senenbestand niet zo urgent meer zijn. Dan kom ik op een heel ander aspect. Het gaat niet om het niet direct kunnen bouwen in Leeuwarden. Wij hebben bij Triotel natuurlijk hectaren grond liggen en daar kunnen wij wel twee voormalige vestigingen Diakonessenhuis - ik loop een beetje vooruit; als straks de samenwerking een feit wordt spreken wij van een lokatie noord en een lokatie zuid - realiseren wat het aantal bedden betreft; daar zijn dan ook nog wel wat meer mogelijkheden bij. Daar is dus ruimte genoeg, dit zou in die bestemming wel te plaatsen zijn. Maar dan is er nog maar één aspect genoemd, n.l. dat het bouwkundig te realiseren is. Wat heb je dan, wel, dan heb je 25 bedden voor ernstig geestelijk zieke jeugd. Maar welke relatie is er dan met een algemeen ziekenhuis. Het enige wat er dan toevallig bij Triotel te bieden is is een psychiatrische afdeling van een algemeen zieken huis met één fulltime psychiater die op het ogenblik door zijn eigen zaken tot aan zijn nek overbelast is en één zenuwarts (die heeft daar ook bedden). Als je dan voor deze ernstig zieke jeugd een jeugd- psychiater - dat is een apart specialisme - aantrekt dan heeft deze man er in ieder geval behoefte aan om over zijn zaken met zijn vakbroeders te kunnen spreken. En wat kan Leeuwarden op dit niveau, op dit stuk van zaken op dit moment reëel bieden, meer dan alleen de grond om op te bouwen? Wij kunnen dan wel praten over de centrumfunctie van Leeuwarden, maar uiteindelijk is de situatie zo ge groeid dat Franeker het psychiatrisch ziekenhuis van Friesland is. Ik vind daarom op dit moment dat, hoewel wij over spreiding van van alles en nog wat spreken, wij in het belang van de patiënten - nu kom ik op hetzelfde belang dat mevr. Willemsma op het oog heeft - de voorkeur moeten geven aan Franeker omdat wij mogen veronderstellen dat de schaarse jeugdpsychiater daar hoogstwaarschijnlijk eerder naar toe gelokt wordt dan naar Leeuwarden. Hier is de basis erg smal en in Franeker kan hij bij zijn vakgenoten oor en gehoor vinden; hij komt in Franeker in een betere situatie terecht. Mevr. Wil lemsma heeft ook de anonimiteit van Leeuwarden als voordeel genoemd. Ik weet niet of dat wel zo is. Ik dacht dat de anonimiteit van Franeker juist door de ontwikkeling van het psychiatrisch ziekenhuis in de laatste 10 d 15 jaar dusdanig was dat mijn kinderen in ieder geval niet meer roepen "hij gaat naar Franeker"; dat riepen wij nog wel. Er is een vorm van stigmatisering af gegaan door een wijze van behandeling die die stigmatisering vermindert. Ik dacht dat u, als u met dit nieuwe aspect komt, ook naar de andere kant moet kijken. Je hebt dan Leeuwarden op dit moment als anonieme behandel- plaats, maar wie garandeert mij dat zo'n kleine lokatie in een nieuwe situatie waar men er niet zo aan gewend is als in Franeker lang anoniem zal blijven. Dat zijn dingen die aanvoelbaar zijn, de ene zal daar anders over denken dan de andere', je kunt dat moeilijk wegen. Maar dat zijn, dacht ik, as pecten die alleen maar bijverschijnselen zijn. Ik wil nog een keer terug komen op het volgens mij be langrijkste aspect, n.l. dat deze ernstig zieken bij de hoogste echelonbehandeling horen en dat is voor Friesland het psychiatrisch ziekenhuis in Franeker. Ik heb straks het andere aspect genoemd, de crisisinterventie enz. Mevr. Willemsma sprak over 90 bedden. Als op een gegeven ogenblik iemand terug komt - dat zie je op het normale medische vlak ook al; hij verlaat het ziekenhuisbed en komt in het verpleeghuis terecht of op de revalidatie en dan komt het contact naar buiten toe - dan moet hij zich weer leren aanpassen, want dit is een vorm van ziek zijn. Dat betekent dus dat iemand die terug keert naar de maatschappij van een dag- en nacht behandeling moet gaan naar een vorm van semi-murale behandeling. Die patiënten moeten daar ge plaatst worden waar ze dichter bij hun milieu zijn, maar ze zijn geestelijk nog niet toe aan terugkeer" in het eigen milieu. Deze vorm van behandeling moet Leeuwarden hebben omdat het centraal gelegen is. Maar dat moet u dan ook zien in het licht van hetgeen ik m.b.t. crisisinterventie gezegd heb. Dat zal niet alleen voor Leeuwarden gelden, dat zal ergens anders ook moeten omdat het gaat om patiën ten die langzamerhand terug moeten naar het eigen gezin. (Mevr. Willemsma—de Jong: Ik mag wel ver wachten dat het college er ernstig naar streeft om te zorgen voor meer bedden voor psychisch gestoor de jeugd? Dat hoort daar onder?) Wat u gezegd hebt over de semi-murale behandeling van gestoorde jeugd onderschrijf ik volledig, dat hoort ook in Leeuwarden. Dan komen alle aspecten die u genoemd hebt levensgroot naar boven. Dan heb je het uittreden naar buiten nodig. Maar waar het bij de vraag onder dit hoofdstuk om ging waren de 25 bedden voor jeugd die ziek is; die zitten in een veel ernstiger situatie en die horen gespecialiseerd behandeld te worden. Ik sta persoonlijk op het standpunt dat dat in Franeker behoort te gebeuren. G. Voorzieningen en H. Dienst voor Gezondheidszorg. De hear Klomp: Punt 269 fan "Voorzieningen" haldt fansels ek wol hwat forban mei de punten 270 en 271 Myn fraech is: Hat de minister al in bislissing nommen oer it advys fan dep. steaten om it forpleechhusdiel fan De Hofwijck om to bouwen ta in forsoargingsdiel mei sa'n 40, 50 bedden? As de minister dit ófwize soe komme wy dan net yn in greate ympasse tolanne? Hoe stelle b. en w. it harren foar om üt sa'n ympasse to reitsjen? De plannen fan Triotel, Parkherstellingsoord en De Hofwijck haw- we ommers tige meiinoar to meitsjen, dy hingje gear. De heer De Jong: Ik meen vorige week van weth. De Vries begrepen te hebben dat het antwoord van de minister negatief zal zijn m.b.t. de uitbreiding van het verzorgingshuis van De Hofwijck met 40 a 50 bedden. In het tweede deel van het antwoord op vraag 271 staat: "uitbreiding van het Parkher stellingsoord tot 150 bedden". Volgens mij moet er achter "Parkherstellingsoord" nog staan: "samen met de Hofwijck". Nu meende ik dat men bij De Hofwijck in principe stelt: Indien wij niet tot een uit breiding van ons verzorgingshuis kunnen komen dan zal realisering van een samenwerking met Parkher stellingsoord twijfelachtig zijn. Ik vraag mij daarom ook af of het tweede deel van het antwoord op vraag 271 wel haalbaar is. Als dat niet haalbaar is welke mogelijkheden staan u dan verder voor ogen om tot verruiming van het aantal bedden te komen? Ik stel daarbij meteen de vraag: Op welke wijze wilt u tot uitbreiding van de verzorgingsbedden komen als wij dat op een termijn van 3 tot 5 jaar moe ten stellen? De laatste zin van het antwoord op vraag 272 op pagina 80 luidt: "Wij zijn evenwel van mening dat de Leeuwarder verpleeghuissituatie afgedaan kan worden zonder dit in de gehele Friese verpleeghuissituatie te betrekken." Mijn vraag is of dat ook de mening van ged. staten is. De heer Bouma: Wij spreken nu over de verdeling van de verschillende soorten bedden. Mijn vraag is of het college kennis heeft genomen van de persberichten waarin staat dat staatssecretaris Hendriks gezegd zou hebben dat hij van plan is om in de toekomst het aantal bedden per 1 .000 inwoners nogal drastisch te verminderen. Ik weet niet op welke termijn dit gedacht is, maar wordt er, als dit tenmin ste juist is, in het college overwogen om dit mede te betrekken op de Dienst Gezondheidszorg, ons ziekenhuis Triotel? Ik zou mij zelfs voor kunnen stellen dat het ook repercussies heeft voor de bespre kingen die wij hebben met de andere ziekenhuizen. M.a.w., als deze berichtgeving juist is en de staatssecretaris deze vermindering op het oog heeft in welke mate doorkruist dit dan ons beleid?

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1976 | | pagina 63