14 Uk
i A
\5 /2?
dacht ik, goed aan besteed. Daarnaast is er dan een zaal voor kleinere gezelschappen, b.v. in het
muzikale vlak, declameren en dergelijke, in de Synagoge. De grote zaal van Zalen Schaaf is vooral
in het hoogseizoen eigenlijk elke avond bezet; daar loopt men in feite te dringen. Ik dacht dat wij de
zaal van de Synagoge broodnodig hebben. Wij zijn wat dat betreft m.i. voorzichtig; u zult binnenkort
in de raad een krediet voor inrichtingskosten krijgen. Het moet nog blijken dat dit inderdaad gaat lo
pen. Wij proberen die inrichting zo te maken dat, als blijkt dat de zaak werkelijk loopt, met een aan
vulling tot uitbreiding kan worden gekomen; wij zullen dus proberen de opzet zo simpel mogelijk te
houden. Wij hebben de Synagoge bestemd voor de amateuristische kunstbeoefening omdat t.a.v. de be
roepssector de Harmonie met zijn Theater aan het Water en zijn bijzalen plus de Grote Kerk voldoende
is, terwijl wij voor de amateuristische kunst nog wel ruimte kunnen gebruiken. (De heer Heere: Ik dacht
aan de aard van het gebouw; dat was eigenlijk de achtergrond van mijn vraag. De oude bestemming
van het gebouw nodigt eigenlijk toch uit tot een wat voorzichtiger gebruik dan zo maar een willekeu
rig gebruik, als ik het zo mag zeggen.) Ik kan mij de gevoelens van de heer Heere wel voorstellen,
maar wij moeten niet vergeten dat, als wij naar Tivoli gaan, m.n. Tivoli I, wij ook in een voormalig
kerkgebouw zitten. Ik dacht dat de aard van de films langzamerhand ook niet zodanig was dat met de
voormalige bestemming rekening gehouden wordt. Daar bedoel ik verder niets mee(De heer
Heere: Dan had u het beter niet kunnen zeggen.) Het is zo dat op het ogenblik de Synagoge nog wel
uitnodigt tot een voorzichtig gebruik; dat ben ik wel met u eens. (De Voorzitter: Schaken kan weinig
kwaad, dacht ik.) In de amateuristische kunst is het natuurlijk ook zo dat de daarbij voorkomende
vormen van kunst zich vaak heel goed verdragen met wat de bestemming van het gebouw eens geweest
is. Voorop dient te staan dat de Synagoge aan de gemeente is verkocht zonder enige beperking. Het
feit dat de Synagoge gerestaureerd is zodat het als monument bewaard blijft wil toch niet zeggen dat
wij er geen passend gebruik van zouden mogen maken in een veel ruimere zin dan het gebouw voor
heen gebruikt werd.
D. Muziek, zang, toneel.
De hear Van der Veen: Der hawwe al forskate sprekkers west dy't in kapstok hienen om hwat oan
op to hingjen. Nou, it is by my mar in lyts heakje, hwant der stiet eins net in dudlike fraech oer
hwer't ik it even oer hawwe wol. Ik wol hwat sizze nei oanlieding fan in stik as trije publikaesjes yn
de krante de leste wiken, hanneljend oer de Noorder Compagnie. De Noorder Compagnie sit tangele
mei in greate jildpine; sokken binne der wol mear fansels. Ik haw der ris even neifraech nei dien
hwant it die my bliken dat foar 1977 it kolleezje fan doel wie om wer op de aide foet troch to gean
sa't dat foartiid ek sa wie. Doe haw ik der de saeklik lieder oer understien, ik sei: Hoe komme jimme
der by om to sizzen dat jimme de helte minder krije, jimme krije ommers aensens wer jimme aide mak-
simum. Hy sei: Witte jo hwat it is, by üs rint it boekjier oars as by de gemeenten en doe't jimme arti
kel 12-gemeente wurden binne binne wy sa mar ynienen ta de helte redusearre - sokken binne der
fansels mear - en it soe ofgryslik spitich wêze as wy net iens oan 1977 ta kamen. De need by de
Noorder Compagnie is op't heden ofgryslik heech en ik soe der tige foar pleitsje wolle dat it kolleezje
dochs noch ris undersiket oft der net in mooglikheit is om de Noorder Compagnie noch hwat jild ta to
skikken sadat dizze minsken yn elts gefal harren bidriuw rinnende hdlde kinne. Oanfoljend dêrop wol
ik dan noch myn tank ótsprekke dat it kolleezje de Fryske kultuer wer stipe hat foar 1977 yn tsjinsteI
ling ta de Kulturele Ried dy't der syn bitinkingen oer hat. Ik hoopje dat de Kulturele Ried nou dochs
noch ris in kear ta in oar ynsjoch komt. De mooglikheden fan de Stifting Tryater wurde hyltiten rom-
mer. Minister Van Doorn hat nou tasein dat ek Tryater opnommen wurde sil yn it lannelik toanielbistel
Ik hoopje dat yn de takomst ek de Ljouwerter Kulturele Ried dêr hwat positiver tsjinoer stean sil.
Mevr. Visser—van den Bos: Ik heb ook iets dat niet direct op de vragen slaat maar het hoort hier,
dacht ik, wel bij. Het gaat over het Frysk Orkest. Ik zou graag het volgende willen weten. Hebben
wij als grote en nogal belangrijke subsidiënt van het Frysk Orkest ook een vinger in de pap wanneer
het gaat over benoemingen van orkestleden? Als dat zo is - ik hoop dat - dan zou ik graag van u
willen weten hoe het toch komt dat wij de indruk krijgen dat men hier nogal sterk toepast: Wat je van
ver haalt is lekker, en dat er Nederlandse musici gepasseerd worden die kwalitatief in elk geval in
het land zeer goed bekend staan en bij andere orkesten prompt een baan krijgen; die worden hier afge
wezen. Wanneer het niet zo is dat wij inspraak hebben dan vraag ik mij af of wij daar niet wat aan
moeten doen. (De Voorzitter: Wij zitten op de lijn van de Europese beweging.)
De heer Schaafsma (weth.): De heer Van der Veen heeft de financiële positie aangekaart van de
Noorder Compagnie. Ik ben het met de heer Van der Veen eens dat er, zoals de situatie er op het
ogenblik voor staat, nauwelijks sprake is van een positie, de pijn is erg groot. Dat is natuurlijk ge
signaleerd en op het ogenblik is het zo dat Leeuwarden en nog enkele andere gemeenten die niet ge
heel hebben voldaan aan de oude subsidievoet een gesprek hebben gehad met gedeputeerde Mulder en
a.s. donderdag is er een subsidiëntenoverleg m.b.t. de Noorder Compagnie in Assen. Daar zullen wij
dus ook heen gaan. Er spelen eigenlijk twee dingen. Het is niet alleen zo dat i.v.m.de artikel 12-situ-
atie de zaak zo friaar teruggedraaid is. Het subsidie van de Noorder Compagnie was daarvoor al in dis
cussie omdat de situatie met zoveel gemeenten met zoveel tegenstrijdige belangen nu niet dadelijk op
timaal was om een politiek op lange termijn op te bouwen voor de Noorder Compagnie. Dat speelde
dus ook een rol. Die situatie en de geldnood waar de Noorder Compagnie op het ogenblik in verkeert
is dus onderwerp van bespreking op 25 november a.s. en zoals het zich laat aanzien zal, door het ver
sneld invoeren van een nieuwe subsidiesleutel waarbij de provincies degenen zijn die de Noorder
Compagnie direct subsidiëren en waarbij provinciegewijze de gemeenten een eigen verdeling maken,
er voldoende garantie zijn om de Noorder Compagnie te laten draaien. Er hoeft alleen maar de garan
tie te zijn dat de schuld die er op het ogenblik is afbetaald wordt, die hoeft niet op dit moment afbe
taald te worden. De nood is dus niet zo hoog dat het geld binnen 14 dagen op tafel moet komen omdat
anders de deur dicht gaat, zo ligt de situatie niet. De situatie is echter wel ernstig omdat er van de
kant van C.R.M. bericht gekomen is dat hun subsidie-aandeel, n.l. 40% - de provincies en de ge
meenten betalen 60% -, per 1 december a.s. wordt stopgezet indien er geen oplossing wordt gevonden.
Maar die oplossing hoeft niet te zijn dat er direct geld op tafel komt. Het gaat er alleen maar om dat
wij continuïteit kunnen waarborgen als provincies en gemeenten in het Noorden van het land voor de
Noorder Compagnie. Het is misschien maar weinig, maar de geldsituatie waarin zij zijn komen te ver
keren versnelt, dacht ik, wel de subsidiekwestie t.a.v. de verdeling en dat werd hoog tijd. Wij moe
ten een meer gereguleerde situatie krijgen waarbij wij niet onverwacht geconfronteerd worden met
iemand die om heel andere redenen uit de boot gaat stappen en eisen begint te stellen aan de Noorder
Compagnie waarbij meteen wordt gedreigd met inhouden van subsidie en dat soort toestanden; daar is
de Noorder Compagnie niet bij gebaat. Ik dacht dat het belangrijk was dat de subsidiënten onderling
tot overeenstemming komen over een modus waarbij de provincies de Noorder Compagnie garanderen
en waarbij provinciegewi jze de gemeenten onder de vleugels van de provincies hun subsidie-aandeel
gaan leveren. Dan kunnen de gemeenten per provincie het er onderling nog over eens worden tot wel
ke verdeling zij willen komen; er zijn twee verdelingsmogelijkheden, de eerste is dat de gemeenten
boven de 5.000 subsidiëren en de tweede is dat alle gemeenten subsidiëren, maar dat wordt een dis
cussie per provincie en dat ligt per provincie verschillend.
Ik dank de heer Van der Veen voor zijn visie m.b.t. Tryater. Het college heeft gemeend Tryater
in 1977 wel te moeten blijven subsidiëren.
Mevr. Visser heeft gesproken over het Frysk Orkest, zij heeft gevraagd of wij als subsidiënt een
vinger in de pap hebben. Ik vind dat wij erg voorzichtig moeten zijn met ons als subsidiënt met aller
lei details te gaan bemoeien; u hebt dat ook al begrepen uit hetgeen ik zei t.a.v. de Noorder Compag
nie. Als het zo ver komt dat, als de subsidiënt maar belangrijk genoeg is, hij straks ook de keuze van
de stukken bepaalt dan komen wij in dezelfde nare situatie als met de Noorder Compagnie; iets derge
lijks zou zich dan ook bij het Frysk Orkest voor kunnen doen. Dan zouden wij dus ook de sollicitanten
kunnen gaan bekijken en benoemen. Ik dacht dat je de zaken goed gescheiden moet houden, je bent
subsidiënt, je bent bestuurlijk bezig, maar de zaak van het Frysk Orkest is een zaak van het bestuur
en van de commissie die daarvoor aangesteld is. Bij het Frysk Orkest is het zo dat men een eigen com
missie heeft die de sollicitanten beoordeelt waar het om orkestleden gaat. Ik heb geen reden om aan te
nemen dat daarbij ergens anders naar wordt gekeken dan naar de kwaliteit van de muzikant. Ik dacht
ook dat er, als je naar niveau zoekt, maar een zeer beperkte markt is en dat je zo nu en dan toch
echt wel gedwongen bent om over de grens te kijken. Maar wat is daar erg aan? Dat zie ik niet. Wij
denken op het ogenblik erg Europees al rommelt het hier en daar. Ik zie eerlijk gezegd de moeilijk
heid niet als er een buitenlander in het Frysk Orkest speelt. Ik dacht dat die buitenlander het er moei
lijker mee had om hier te wennen dan wij om te wennen aan de enkele buitenlander die in het Frysk
Orkest zit. Het gaat uiteindelijk om het niveau waarop het orkest functioneert en ik dacht juist dat
dat niveau de laatste tijd zeer behoorlijk is. Ik neem niet aan dat de commissie waarvoor proefgespeeld
wordt een commissie is die naar andere aspecten kijkt dan de kwaliteit van het aanbod.
Mevr. Visser—van den Bos: Ik wil even ingaan op de vraag van de wethouder wat er erg aan is dat
er buitenlanders in het Frysk Orkest spelen. Ik heb natuurlijk niets tegen buitenlanders. Ik denk echter
wel aan de zware financiële lasten die het Frysk Orkest op de verschillende gemeenten legt en ik ver
onderstel dat het aantrekken van een buitenlander een aanzienlijk duurdere zaak is dan het aantrekken
van een musicus uit eigen land. (De Voorzitter: Nee, dat is niet zo.) Hoezo? Krijgen zij geen ver-