10
om. Ons standpunt is dat dit een heel specifiek verzoek is dat helemaal geen grenzen verlegt. Als er
meerdere verzoeken zouden komen dan zou het gemeentebestuur zich m .iinderdaad moeten'beraden.
De Voorzitter: Ik dacht dat ik heel duidelijk ben geweest. Ik verzoek u met klem niet bij elke
vraag tot een tweede instantie over te gaan, want dan moet ik toch wel zeggen dat u daarmee moet
stoppen en dat is vervelend. Ik heb u een duidelijk antwoord gegeven.
PAR. 2. BELEIDSSECTOR OPENBARE VEILIGHEID.
De Voorzitter: Deze paragraaf is niet gesplitst in een aantal onderdelen. Het is niet zinvol de hele
paragraaf in één keer aan de orde te stellen en daarom stel ik uit praktische overwegingen voor de
gen pagina voor pagina door te lopen.
vra-
Punten 33 t.e.m. 38.
Mevr. Willemsma—de Jong: ik zou mijn opmerking wel kunnen koppelen aan een bepaalde vraag,
maar het is eigenlijk een meer algemene opmerking en die zou ik, als dat mag, nu wel willen maken.
Het gaat mij om de situatie die het afgelopen jaar is ontstaan bij het politiekorps. Er worden in de pers
nogal eens insinuerende en verdachtmakende publikaties aan de lezers gepresenteerd. Onze fractie
heeft dit met zorg geconstateerd. Nu heb ik twee vragen. Binnenkort zullen er weer vacatures bij de
politie ontstaan i.v.m. pensionering enz. Denkt u daarin, gezien de omstandigheden, te kunnen voor
zien? Mijn tweede vraag is: Is er op korte termijn kans, na alles wat er heeft plaats gevonden en nog
al wat onrust heeft veroorzaakt binnen en buiten het korps, de rust te herstellen, m.a.w., ligt dit in de
lijn der verwachtingen of kunnen wij hier niet al te optimistisch over zijn?
De heer De GreefIk zou graag een vraag willen stellen n.a.v. punt 34, de problemen bij de
nieuwbouw van het politiebureau. Indertijd zijn er berichten in de pers verschenen over een recherche
onderzoek; daarin werd gesteld dat er zich mutaties hadden voorgedaan wat betreft de vertegenwoordi
ging van het politiekorps in het bouwteam en er werd gesuggereerd dat het recherche-onderzoek daar
ook betrekking op had. Naar aanleiding daarvan zijn er toen vragen gesteld door onze fractie en door
de fractie van de P.v.d.A.; u hebt daarop in een vragenuurtje antwoord gegeven. Duidelijk werd toen
dat het om organisatorische zaken ging betrekking hebbend op de top van de recherche wat een aantal
consequenties tot gevolg had. Eén van de vragen indertijd aan u gesteld was zoveel mogelijk opening
van zaken te geven over wat er gebeurd was. U heeft tijdens het vragenuurtje n.a.v. een vraag van
mijn fractiegenoot ook toegezegd de stukken betreffende de aankoop van automobielen, de Ford-zaak,
voor de raad ter inzage te zullen leggen. Dat is inderdaad gebeurd. Maar het proces heeft niet stil ge
staan, in de pers zijn langzamerhand wat meer verhalen verschenen over allerlei ontwikkelingen die
zich m.n. binnen het politieteam voordeden of voor hadden gedaan. Laatstelijk stond er nog een be
richt in de krant, een vrij uitgemeten bericht, waarin stond dat een lid van het rechercheteam ontslag
was aangezegd. Waar het ons om gaat is niet om er, op een wat gebruikelijk geworden manier n.a.v.
allerlei bestuurlijke malaises in onze westerse samenleving a la Watergate, achter te komen wat er aan
de hand is. Het gaat er ons meer om dat de raad meer inzicht krijgt in de situatie, aansluitend op ons
verzoek van indertijd om opening van zaken te geven. Wij hebben indertijd gesteld dat de geruchtvor
ming die zich voordeed van uw kant zou moeten worden opgeheven in die zin dat er duidelijkheid
moest komen. Door de ontwikkelingen die zich na het vragenuurtje hebben voorgedaan hebben wij de
indruk dat de geruchtvorming en de onduidelijkheid weer zijn toegenomen, m.a.w. dat het politie
apparaat in een zekere opspraak is geraakt en ook dat uw positie als burgemeester daarin en daarvan
afgeleid de positie van de raad ter discussie zijn gesteld. Meer in algemene zin zou je kunnen zeggen:
Wat is eigenlijk in politieke zin de bevoegdheid van de raad, welke rol - dat zal bij de volgende
vragen waarschijnlijk ook nog wel aan de orde komen - speelt de gemeenteraad eigenlijk bij de bepa
ling van het beleid op het terrein van de openbare orde en bij het personeelsbeleid dat gevoerd wordt
t.a.v. het korps dat dat beleid uit moet voeren? Wat wij graag zouden willen is dat u in een rapport
aan de raad mede op basis van het recherche-onderzoek duidelijk maakt wat er zich heeft afgespeeld
in het Leeuwarder politiekorps, zodat u ons naar analogie van de stukken die u ter inzage hebt gelegd
m.b.t. de aankoop van auto's duidelijkheid kunt geven wat er exact aan de hand is. Dan zouden wij
ons ook een totaal-beeld kunnen vormen van die ontwikkelingen. Wij zouden graag zien dat u dat op
korte termijn voor ons zou willen realiseren. Daarbij baseren wij ons een beetje op artikel 129 van de
Gemeentewet waarin staat: "De leden van het college van b. en w. zijn tesamen en ieder afzonderlijk
aan de raad verantwoording schuldig voor het door het college gevoerde bestuur en geven te dien aan
zien alle door de raad verlangde inlichtingen, een en ander voor zover zulks niet strijdig is met het
11
openbaar belang. Gelijke verplichting bestaat voor de burgemeester voor het door hem gevoerde be
stuur." Ik dacht dat het openbaar belang in deze niet geschaad zou worden, ik dacht eerder dat er een
aantal suggesties zijn gedaan m.b.t. het functioneren van een apparaat dat mede dient voor de hand
having van openbare orde en dergelijke die schadelijk kunnen zijn. Mijn vraag is of u bereid bent om
die openheid aan de raad te verschaffen.
De hear Jansma: As de hear De Greef it hat oer de parse dan forunderstel ik dat hy dêrmei de
Ljouwerter Krante bidoelt.
De heer Heidinga: Ik vind dit een bijzonder moeilijk onderwerp, maar ik vind het toch wel van
bijzonder groot belang. Ik kan niet afwegen waar door mededelingen van u het openbaar of algemeen
belang geschaad zou kunnen worden; dat moeten wij natuurlijk aan u over laten. Dat vertrouwen in u
wil ik ook gaarne uitspreken. Dat neemt niet weg dat er bij ons - dat zult u ook kunnen billijken -
toch wel vragen over blijven. Als op het ogenblik de politie en het werk van de politie erg in de be
langstelling staan en als, zoals de heer De Greef al zei, in de pers daarover geschreven wordt dan is
daarmee natuurlijk ook het belang van de bevolking annex. De bevolking heeft er vanzelfsprekend
groot belang bij dat er een goede geest heerst in ons politiekorps; dat is zo duidelijk als wat. En dan
komt bij mij eigenlijk vanzelf de vraag boven: Worden de kwesties die er spelen voldoende uitgezocht
en worden die opgelost? Dat is iets dat zich aan onze waarneming onttrekt. Ik wil eigenlijk zo ver
niet gaan dat ik u een bepaalde hoeveelheid vragen toewerp, omdat ik - daar ben ik ook mee begon
nen - niet kan beoordelen waar dat strijdig kan zijn met het algemeen belang. Nogmaals, dan zeg ik:
Ik vertrouw u, maar kunt u toch niet wat meer zeggen zodat deze zaak uit de wereld komt en de be
volking ook werkelijk de indruk krijgt: Het is eerlijk gespeeld en het is helemaal opgelost, het is niet
in de doofpot gestopt. Dat is het zowat.
De Voorzitter: Ik wil beginnen bij de vragen die mevr. Willemsma heeft gesteld. De eerste vraag
was of verwacht mag worden dct voorzien zal kunnen worden in de vacatures die binnenkort zullen
ontstaan. Ik heb geen aanleiding daaraan te twijfelen. Wat het lagere personeel betreft is het op dit
ogenblik gemakkelijker dan enkele jaren geleden. Er is een grotere belangstelling voor de politie-op-
leiding dan voorheen. Het is u waarschijnlijk ook bekend dat wij de laatste tijd een relatief groot
aantal jonge agenten in het korps op hebben kunnen nemen nadat zij de opleiding in Lochem hadden
gevolgd. Ik heb alle hoop dat wij in de loop van 1977 weer op sterkte zullen zijn. Dat is lange tijd
niet het geval geweest, maar dat had niets te maken met de problemen die wij hebben gehad, dat was
gewoon het gevolg van het feit dat het niet gemakkelijk was om in voldoende mate geschikte mensen
op de politie-opleiding te krijgen. Door het hele beeld dat er nu in Nederland is is dat gemakkelijker
geworden. Wij zijn vrij actief geweest op dit punt met het gevolg dat er nogal wat jongens voor het
Leeuwarder korps op de opleiding zijn geweest en nog zijn. Nogmaals, wij hebben de hoop dat wij
volgend jaar weer op sterkte zullen kunnen komen. Aan het voorzien in vacatures hoeft dus echt niet te
worden getwijfeld. (Mevr. Willemsma—de Jong: Ik heb gevraagd of dat zou kunnen "gezien de omstandig
heden".) Ja, maar ik geef eerst even een beeld van de situatie. Ik moet zeggen dat ik geen enkele
aanleiding heb te veronderstellen dat er ook maar iets minder belangstelling voor het Leeuwarder
korps zou komen. Dan de leiding. In de leiding van het korps ligt het moeilijker, maar ook dat afge
zien van de problemen die wij hebben gehad. Het is in Nederland op het ogenblik niet een gemakke
lijke zaak om goede mensen te krijgen in de topfuncties bij de politie. Dat is moeilijk want er is een
tekort aan dat soort mensen. Dat is de heel simpele verklaring. Je moet soms jaren wachten voor je
een jonge officier, een jong hoger kaderlid van de school kan krijgen. Er is een kaderlid ontslagen en
er is een kaderlid waarvan het dubieus is of hij zijn taak wel weer zal kunnen hervatten. Dat zijn dus
al twee lege plaatsen. Bovendien zijn er twee kaderleden die binnen afzienbare tijd met functioneel
leeftijdsontslag gaan, één al volgend jaar februari en één in 1978. Nogmaals, los van de problematiek
die wij hebben vervult het mij wel met zorg of wij inderdaad tijdig in het hogere kader de open val
lende gaten zullen kunnen vullen. Ik ben daarover in overleg met het ministerie, ik heb ook een be
roep gedaan op de Directie van de Politie om mij behulpzaam te zijn, want zij hebben invloed m.n.
wat betreft het aantrekken van jonge officieren van de politie-academie. Ik heb de toezegging gekre
gen van de directeur van de Directie Politie dat hij zijn uiterste best zal doen dat ook Leeuwarden
waar een paar vacatures zijn - men past een verdeling toe; men houdt daarbij zoveel mogelijk reke
ning met de wensen van de mensen, maar men kan de verdeling beïnvloeden - een aantal mensen
krijgt. Wij hebben ook - ik weet niet of de advertentie al geplaatst is, maar anders verschijnt die
dezer dagen in het Algemeen Politieblad - een oproep gedaan voor een hoofdinspecteur. Wij zullen
af moeten wachten wat daar op komt. Het ligt dus niet gemakkelijk maar, nogmaals, dat is een alge-